Profielschets leerstoel Staats- en bestuursrecht

advertisement
Profielschets leerstoel Staatsrecht
1.
Plaats in de organisatie
De leerstoel maakt onderdeel uit van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvA en is
ondergebracht bij de leerstoelgroep Staats- en bestuursrecht van de Afdeling Publiekrecht.
Vanwege het emeritaat van prof. dr. J.A. Peters ontstaat een vacature op het gebied van het
constitutionele recht.
De leerstoelgroep opereert in drie (niet strikt gescheiden) secties: Staatsrecht, Bestuursrecht
en Gezondheidsrecht. De aan te trekken hoogleraar zal leiding geven aan de sectie Staatsrecht.
Deze bestaat naast de leerstoel uit drie UHD’s, een UD, een junior docent-onderzoeker en een
promovendus.
De leerstoelgroep heeft buiten de vacature vier hoogleraren, te weten prof. dr. I.C. van der
Vlies (Bestuursrecht, in het bijzonder Kunst en recht), prof. dr. A.J.C.de Moor-van Vugt
(Bestuursrecht), prof. mr. B.J. van Ettekoven (Overheidsaansprakelijkheid en
bestuursprocesrecht) en prof. dr. J. Legemaate (Gezondheidsrecht).
De Afdeling Publiekrecht bestaat verder uit de leerstoelgroepen Strafrechtswetenschappen en
Belastingrecht, het Amsterdam Centre for Environmental Law and Sustainability, het
Netherlands China Law Centre en het Centrum voor Energievraagstukken.
2.
Onderwijs en onderzoek van de leerstoelgroep
De te benoemen leerstoelhouder is verantwoordelijk voor de constitutioneelrechtelijke vakken
in het bachelor- en mastercurriculum. De leerstoelgroep verzorgt wat dat betreft de verplichte
vakken Constitutioneel recht en Grondrechten in de bacheloropleidingen van de faculteit. De
minor Mensenrechten in de moderne samenleving is daarnaast een keuzeonderdeel in het
derde bachelorjaar. Verder worden in de Master Publiekrecht vakken verzorgd voor het traject
Staats- en bestuursrecht. Een belangrijk vak is het in ieder van de trajecten van de master
Publiekrecht verplichte vak Beginselen van de democratische rechtsstaat. De master
Publiekrecht omvat naast het traject Staats- en bestuursrecht de trajecten Strafrecht, Militair
recht en Gezondheidsrecht.
Het staatsrechtelijke onderzoek vindt plaats binnen de kaders van de onderzoekschool Ius
Commune. De onderzoekers van de sectie Staatsrecht participeren in het Ius Commune
deelprogramma Constitutionele processen: de wisselwerking tussen de nationale en de
Europese dimensie. Het staatsrechtelijk onderzoek richt zich op de mensenrechten (in het
bijzonder vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de privacy), de rol van de
rechter en op de invloed van het Europese (constitutionele) recht op het Nederlandse
constitutionele recht. De onderzoekers onderhouden nauwe contacten met het Instituut voor
Informatierecht (IVIR) en met het Amsterdam Centre for European Law and Governance. De
te benoemen hoogleraar is verantwoordelijk voor het bovenomschreven staatsrechtelijke
onderzoek.
De hoogleraar Bestuursrecht is verantwoordelijk voor het bestuursrechtelijk onderwijs en
onderzoek van de leerstoelgroep. Het onderwijs in de bachelorfase betreft de vakken
Bestuursrecht en Bestuursprocesrecht. In de masterfase gaat om de bestuursrechtelijke
keuzevakken van het traject Staats- en bestuursrecht. Het bestuursrechtelijke onderzoek vindt
plaats binnen een ander deelprogramma van Ius Commune, te weten Rechtsbescherming en
handhaving: de wisselwerking tussen de nationale en Europese dimensie. Het
bestuursrechtelijk onderzoek is zich de afgelopen tijd gaan bewegen in de richting van
reguleringvraagstukken en markttoezicht en vindt zijn facultaire onderdak in de
onderzoeksgroep Marktordening. In deze groep komen onderzoekers samen van het
Amsterdam Centre for Environmental Law and Sustainability, het Netherlands China Law
Centre en het Centrum voor Energievraagstukken, het Amsterdam Centre for Law and
Economics en het Amsterdam Centre for European Law and Governance.
3.
Het vakgebied van de vacante leerstoel
Het vakgebied betreft het staatsrecht c.q. het constitutionele recht. Centrale leerstukken van
het staatsrecht zijn bevoegdheidsvragen (verdeling tussen wetgever, uitvoerende macht en
rechterlijke macht dan wel tussen centrale overheid en lagere overheden, of tussen de federale
regering en deelstaten), de onderlinge verhouding tussen staatsmachten (vormen van
wederzijdse beïnvloeding en controle, machtenscheiding, checks and balances), begrenzingen
van de uitoefening van die bevoegdheden (afbakening van bevoegdheden en regels die de
burger rechtsbescherming tegen overheidsmacht verschaffen), vragen rond de legitimiteit van
het overheidsgezag (democratische legitimatie door verkiezingen, inspraak, vormen van
referenda) en de verhouding overheid-burger (rechtsbescherming, grondrechten).
De (internationale en) Europese invloed op genoemde leerstukken neemt toe. Dit uit zich in
eisen die verdragen stellen aan de staatsorganisatie en de inrichting van de rechtspraak, in het
ter discussie stellen van bevoegdheidsverdelingen ten behoeve van de doorwerking van het
Unierecht (federaal-deelstaten, centraal-decentraal), en in opvattingen over de betekenis van
mensenrechten - zoals neergelegd in het IVBPR, EVRM en het Handvest van de EU - voor
het nationale rechtssysteem. Daarom valt het vakgebied niet meer te onderzoeken, te
begrijpen en te beschrijven zonder die Europese en internationale dimensies. Zo heeft het
Unierecht gevolgen voor onder meer de rol van toezichthouders en hun verhouding tot de
verantwoordelijke ministers en het parlement. Ook bij reguleringsvraagstukken komen
staatsrechtelijke kwesties aan de orde, zoals de rol en taak van de overheid bij de
liberalisering van markten. Daarnaast bestaan er raakvlakken met de terreinen van andere
wetenschappen, zoals de politicologie.
De faculteit profileert zich in toenemende mate als een faculteit die zich richt op onderzoek en
onderwijs over de internationale en Europese aspecten van het recht. Traditioneel is de
leerstoelgroep wat het constitutionele recht betreft sterk in het onderzoek op het gebied van de
mensenrechten, het Europese constitutionele recht en in de rechtsvergelijking, in het bijzonder
met Duitsland, Frankrijk, VK en VS. Het vakgebied van de beoogde leerstoelhouder moet in
dat perspectief worden opgevat, maar kan verder worden ontwikkeld en uitgebouwd.
Samengevat kan het vakgebied worden omschreven als het Nederlandse constitutionele recht
in rechtsvergelijkend en Europees perspectief.
4.
Het profiel van de aan te trekken hoogleraar
De aan te trekken hoogleraar geeft, in samenwerking met de zittende hoogleraren, leiding aan
het onderzoek en het onderwijs op het gebied van het staatsrecht. Hij /zij vat het vakgebied in
brede zin op en betrekt waar dat aan de orde is ook de inzichten uit het bestuursrecht en het
Europese recht in het onderzoek en onderwijs. Hij/zij heeft affiniteit met inter- en
multidisciplinair onderzoek.
De aan te trekken hoogleraar is gepromoveerd en gespecialiseerd in een van de hoofdthema's
van het constitutionele recht. Uit publicaties blijkt dat de Europese, rechtsvergelijkende of
internationale dimensie van het constitutionele recht een substantieel onderwerp van
onderzoek is geweest. Hij/zij heeft gepubliceerd in toonaangevende nationale en
internationale tijdschriften.
Betrokkene heeft een inspirerende visie op het staatsrechtelijke onderwijs en onderzoek en
kan die visie goed overbrengen. Hij/zij heeft enthousiasme voor nieuwe onderwijsmethoden
en een originele kijk op de staatsrechtelijke doctrines.
De aan te trekken hoogleraar heeft ervaring bij het opzetten en ontwikkelen van
onderzoeksprojecten en –programma’s. Hij/zij is in staat tweede en derde geldstroom
onderzoek te genereren en te begeleiden.
De aan te trekken hoogleraar beschikt over een uitgebreide onderwijservaring, zowel in het
Nederlands als in het Engels, en voor grote en kleine groepen studenten, waarvan de positieve
waardering blijkt uit evaluaties. Een BKO- kwalificatie strekt daarbij tot aanbeveling. Hij/zij
is in staat een didactisch verantwoord studieprogramma op te zetten en andere docenten te
stimuleren tot het geven van aantrekkelijk onderwijs.
Hij/zij is in staat managementtaken te verrichten, zoals het leiding geven aan de eigen sectie,
de leerstoelgroep en zo nodig aan de Afdeling Publiekrecht en zoals het deelnemen aan
bestuurlijke taken in de faculteit.
Download