DD-NR 0903-348 Regelingen en voorzieningen CODE 6.6.3.4 Het Europese Hof van Justitie algemene informatie bronnen curia.europa.eu/nl/instit/presentationfr/cje.htm, maart 2009 In zaken waarin een beroep wordt gedaan op een richtlijn van de EU, zoals bijvoorbeeld de gezinsherenigingsrichtlijn, kan men tijdens de procedure voor de nationale rechter een prejudiciële beslissing vragen aan het Hof van Justitie. Als men van mening is dat een EU-richtlijn niet goed is toegepast of geïmplementeerd in de nationale wetgeving, kan men een klacht indienen bij de Europese Commissie. De Commissie kan dan een oordeel geven en uiteindelijk een procedure starten bij het Hof van justitie. In dit bericht is alleen de voor de (rechts)praktijk relevante informatie opgenomen. Redactie R&V. Inhoud De samenstelling [hier niet opgenomen] De bevoegdheden De procedure Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de communautaire rechtsorde DE BEVOEGDHEDEN Voor de vervulling van zijn taak zijn het Hof welbepaalde rechtsprekende bevoegdheden toegekend, die het uitoefent in het kader van de prejudiciële verwijzing en de verschillende categorieën van beroepen. Vertegenwoordiging in prejudiciële zaken (artikel 104, lid 2, RP). Een ieder die bevoegd is een partij in het hoofdgeding voor het nationale gerecht te vertegenwoordigen of bij te staan, mag zulks ook voor het Hof. Indien de voor het nationale gerecht geldende procedureregels geen enkele vertegenwoordiging voorschrijven, hebben de partijen in het hoofdgeding derhalve het recht zelf hun schriftelijke en mondelinge opmerkingen voor te dragen. De verschillende soorten van procedures De prejudiciële verwijzing Het Hof van Justitie werkt samen met alle rechterlijke instanties van de lidstaten, die op het gebied van het gemeenschapsrecht de gewone rechters zijn. Om een doeltreffende en coherente toepassing van de gemeenschapswetgeving te verzekeren en om uiteenlopende uitleggingen te voorkomen, kunnen – soms moeten – de nationale rechters het Hof van Justitie om nadere uitlegging van een onderdeel van het gemeenschapsrecht verzoeken zodat zij, bijvoorbeeld, de verenigbaarheid van hun nationale wetgeving met het gemeenschapsrecht kunnen verifiëren. Voorts kan het verzoek om een prejudiciële beslissing de geldigheid van een handeling van gemeenschapsrecht betreffen. Het Hof van Justitie antwoordt niet in de vorm van een simpel advies, maar door middel van een arrest of een met redenen omklede beschikking. De nationale rechter is gebonden aan de gegeven uitlegging wanneer hij uitspraak doet in de bij hem aangebrachte zaak. Het arrest van het Hof van Justitie is eveneens verbindend voor de andere nationale rechterlijke instanties die over een identieke vraag uitspraak moeten doen. Ook iedere Europese burger kan in het kader van de prejudiciële verwijzing de gemeenschapsregels die op hem van toepassing zijn, laten verduidelijken. Weliswaar is namelijk alleen de nationale rechter bevoegd om te verwijzen, doch alle bij de procedure voor deze rechter betrokken partijen, de lidstaten en de Europese instellingen kunnen aan de procedure voor het Hof van Justitie deelnemen. Aldus zijn verschillende belangrijke beginselen van het gemeenschapsrecht vastgelegd naar aanleiding van prejudiciële vragen, die in sommige gevallen zijn gesteld door rechters die uitspraak deden in eerste aanleg. Het beroep wegens niet-nakoming [Niet opgenomen] Het beroep tot nietigverklaring [Niet opgenomen] Het beroep wegens nalaten [Niet opgenomen] De hogere voorziening [Niet opgenomen] Het heronderzoek [Niet opgenomen] DE PROCEDURE Ongeacht de aard van de zaak is er altijd een schriftelijke en in het algemeen ook een mondelinge fase; deze laatste is openbaar. Wel moet een onderscheid worden gemaakt tussen de prejudiciële verwijzing en de andere beroepen, rechtstreekse beroepen genoemd. Aanhangigmaking van de zaak bij het Hof en de schriftelijke procedure Prejudiciële verwijzingen De nationale rechter legt aan het Hof van Justitie vragen over de uitlegging of de geldigheid van een bepaling van gemeenschapsrecht voor. Dit gebeurt meestal in de vorm van een rechterlijke beslissing volgens de regels van het nationale procesrecht. Nadat het verzoek door de vertaaldienst van het Hof in alle talen van de Gemeenschap is vertaald, wordt het door de griffier betekend aan de partijen in het hoofdgeding, alsmede aan alle lidstaten en de 1 CODE 6.6.3.4 Regelingen en voorzieningen instellingen. Hij laat in het Publicatieblad een mededeling verschijnen waarin met name de partijen en de inhoud van de vragen worden vermeld. De partijen, de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie hebben twee maanden de tijd om hun schriftelijke opmerkingen in te dienen bij het Hof van Justitie. DD-NR 0903-348 gepubliceerd in de Jurisprudentie van het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg. Bijzondere procedures De procedure met een met redenen omklede beschikking Wanneer een prejudiciële vraag identiek is aan een vraag waarover het Hof van Justitie reeds uitspraak heeft gedaan, wanneer over het antwoord op deze vraag redelijkerwijs geen twijfel kan bestaan of dit antwoord duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleid, kan het Hof, nadat de advocaat-generaal werd gehoord, beslissen bij een met redenen omklede beschikking waarin met name naar het eerdere arrest of de rechtspraak wordt verwezen. Rechtstreekse beroepen [Niet opgenomen] Voorbereidende maatregelen en rapport ter terechtzitting In alle procedures worden de partijen, zodra de schriftelijke procedure is afgesloten, verzocht binnen een maand te laten weten of en waarom zij een terechtzitting wensen. Het Hof beslist, op grond van het rapport van de rechter-rapporteur en nadat de advocaat-generaal is gehoord, of er in de zaak maatregelen van instructie nodig zijn, naar welke rechtsprekende formatie de zaak moet worden verwezen en of er een terechtzitting moet plaatsvinden, waarvan de president de datum zal vaststellen. In een rapport ter terechtzitting geeft de rechter-rapporteur een samenvatting van de feiten en van de argumenten die door de partijen, en eventueel door de interveniënten, zijn aangevoerd. Dit rapport wordt tijdens de terechtzitting in de procestaal openbaar gemaakt. De versnelde procedure In de versnelde procedure kan het Hof van Justitie snel uitspraak doen in bijzonder spoedeisende zaken, door de termijnen te verkorten en door bepaalde etappes in de procedure over te slaan. Op verzoek van een partij beslist de president van het Hof, de andere partijen gehoord, of een bijzondere spoedeisendheid een grond is om de versnelde procedure te gebruiken. Ook prejudiciële verwijzingen kunnen in een dergelijke procedure worden afgehandeld. In dat geval wordt hierom verzocht door de nationale verwijzende rechter. Openbare terechtzitting en conclusie van de advocaat-generaal De zaak wordt tijdens de openbare terechtzitting bepleit in aanwezigheid van de rechtsprekende formatie en de advocaat-generaal. De rechters en de advocaat-generaal kunnen aan de partijen alle vragen stellen die zij nodig achten. Enige weken later presenteert de advocaatgeneraal, opnieuw ter openbare terechtzitting, zijn conclusie aan het Hof van Justitie. Hij bespreekt daarin gedetailleerd met name de juridische aspecten van het geding, en stelt het Hof van Justitie in volstrekte onafhankelijkheid een oplossing van het probleem voor. Hiermee eindigt de mondelinge behandeling. Wanneer wordt beslist dat er in de zaak geen nieuwe rechtsvraag aan de orde is kan het Hof, na de advocaat-generaal te hebben gehoord, besluiten dat de zaak zonder conclusie zal worden berecht. Het kort geding Het kort geding is gericht op de opschorting van de tenuitvoerlegging van een handeling van een instelling waartegen eveneens beroep is ingesteld, of enige andere voorlopige maatregel die noodzakelijk is om ernstige en onherstelbare schade in het nadeel van een partij te voorkomen. Kosten van de procedure De procedure voor het Hof van Justitie is kosteloos. De kosten van de advocaat die bevoegd is om op te treden voor een rechterlijke instantie van een lidstaat, en door wie de partijen zich moeten laten vertegenwoordigen, komen daarentegen niet voor rekening van het Hof. Een partij die de proceskosten niet of niet geheel kan betalen, kan echter om kosteloze rechtsbijstand verzoeken zonder zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen. Bij het verzoek moet alle informatie worden gevoegd waaruit de behoefte aan kosteloze rechtsbijstand blijkt. Arresten De rechters beraadslagen aan de hand van een ontwerparrest dat is opgesteld door de rechter-rapporteur. Elke rechter van de rechtsprekende formatie kan wijzigingen voorstellen. De beslissingen van het Hof van Justitie worden bij meerderheid van stemmen genomen en eventuele afwijkende meningen worden niet vermeld. De arresten worden ondertekend door alle rechters die aan de beraadslaging hebben deelgenomen, en het dictum ervan wordt ter openbare terechtzitting uitgesproken. De arresten en de conclusies van de advocaten-generaal zijn op de dag van uitspraak of lezing beschikbaar op de internetsite van het Hof. Meestal worden zij nadien Het talenregime (…) Bij de prejudiciële verwijzingen is de procestaal die van de nationale rechter die zich tot het Hof van Justitie wendt. De pleidooien, vragen en antwoorden tijdens de terechtzittingen worden, al naargelang de behoeften, simultaan vertaald in verschillende officiële talen van de Europese Unie. De rechters beraadslagen, zonder tolken, in een gemeenschappelijke taal, traditioneel het Frans. 2 DD-NR 0903-348 Regelingen en voorzieningen CODE 6.6.3.4 SCHEMA VAN DE PROCEDURE [ingekort tot prejudiciële verwijzingen] De procedure voor het Hof van Justitie Prejudiciële verwijzingen Schriftelijke behandeling Verwijzingsbeschikking van nationale rechter Vertaling in de andere officiële talen van de Europese Unie Mededeling van de prejudiciële vragen in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie C) Betekening aan betrokken partijen, aan lidstaten, aan gemeenschapsinstellingen, aan lidstaten van de EER en aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA Schriftelijke opmerkingen van de partijen, van de staten en van de instellingen De rechter-rapporteur maakt het voorafgaand rapport klaar Algemene vergadering van de rechters en de advocaten-generaal Toewijzing van de zaak aan een rechtsprekende formatie [Maatregelen van instructie] Mondelinge behandeling [Terechtzitting; rapport ter terechtzitting] [Conclusie van de advocaat-generaal] Beraadslaging van de rechters Arrest De facultatieve fasen van de procedure staan tussen haakjes ( ). Voor het publiek beschikbare documenten zijn vet gedrukt. (*) Procestaal 3 CODE 6.6.3.4 Regelingen en voorzieningen HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE DD-NR 0903-348 Vervoersonderneming Van Gend & Loos moest bij de invoer van goederen van Duitsland in Nederland douanerechten betalen die zij in strijd achtte met het voorschrift van het EEG-Verdrag, dat het de lidstaten verboden is in hun onderlinge handelsbetrekkingen de douanerechten te verhogen. In deze zaak werd het probleem aan de orde gesteld van een conflict tussen een nationale wettelijke regeling en de bepalingen van het EEG-Verdrag. Een Nederlandse rechter verwees de zaak naar het Hof, dat met de leer van de rechtstreekse werking een definitieve oplossing gaf voor het probleem, zodat de rechten van de vervoersonderneming krachtens het gemeenschapsrecht door de nationale rechter rechtstreeks konden worden gewaarborgd. Om Europa op te bouwen, hebben een aantal lidstaten (thans 27) onderling verdragen gesloten waarbij de Europese Gemeenschappen en, later, een Europese Unie werden opgericht, die over instellingen beschikken die op bepaalde gebieden rechtsregels vaststellen. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is de communautaire rechtsprekende instelling. Deze instelling bestaat uit drie rechterlijke instanties – het Hof van Justitie, het Gerecht van eerste aanleg en het Gerecht voor ambtenarenzaken. Zij heeft als voornaamste taak: het toetsen van de wettigheid van communautaire handelingen en het verzekeren van een uniforme uitlegging en toepassing van het gemeenschapsrecht. In 1964 is in het arrest Costa de voorrang van het gemeenschapsrecht op de nationale wetgeving vastgesteld. In deze zaak had een Italiaanse rechter aan het Hof van Justitie gevraagd of de Italiaanse wet tot nationalisatie van de elektriciteitsproductie en distributie verenigbaar was met een aantal bepalingen van het EEG-Verdrag. Daarop heeft het Hof de leer van de voorrang van het gemeenschapsrecht ontwikkeld, op grond van het bijzondere karakter van de communautaire rechtsorde waarvan de regels in alle lidstaten eenvormig dienden te worden toegepast. In zijn rechtspraak heeft het Hof van Justitie het beginsel ontwikkeld dat de nationale instanties en rechters binnen hun bevoegdheidssfeer het gemeenschapsrecht ten volle dienen toe te passen en de rechten die het gemeenschapsrecht aan de burgers verleent, dienen te beschermen (rechtstreekse toepassing van het gemeenschapsrecht), door elke strijdige bepaling van het nationale recht buiten toepassing te laten, ongeacht of deze bepaling vóór dan wel na de communautaire norm is vastgesteld (voorrang van het gemeenschapsrecht op het nationale recht). In 1991 heeft het Hof in het arrest Francovich e.a. een ander fundamenteel begrip ontwikkeld, namelijk dat van de aansprakelijkheid van een lidstaat voor schade die particulieren lijden als gevolg van schendingen van het gemeenschapsrecht die aan hem kunnen worden toegerekend. Sinds 1991 kunnen de Europese burgers dus een schadevordering instellen tegen een staat die een communautair voorschrift schendt. Het Hof heeft tevens het beginsel van de aansprakelijkheid van de lidstaten voor schending van het gemeenschapsrecht erkend dat, enerzijds, de bescherming van de voor particulieren uit de communautaire normen voortvloeiende rechten op beslissende wijze versterkt en, anderzijds, kan bijdragen tot een snellere uitvoering van de communautaire normen door de lidstaten. Door de lidstaten begane schendingen kunnen immers een verplichting tot schadevergoeding doen ontstaan die, in bepaalde gevallen, zwaar op hun openbare financiën weegt. Verder kan elke inbreuk van een lidstaat op het gemeenschapsrecht voor het Hof worden gebracht, dat bij niet-uitvoering van een arrest waarbij een dergelijke inbreuk wordt vastgesteld, de betrokken lidstaat de betaling van een forfaitaire som en/of een dwangsom kan opleggen. Twee Italiaanse burgers, die van hun failliete werkgevers nog loon tegoed hadden, hadden beroepen ingesteld tegen de Italiaanse Staat omdat die had nagelaten de communautaire bepalingen ter bescherming van werknemers bij insolventie van hun werkgever om te zetten in nationaal recht. De zaak werd door een Italiaanse rechter verwezen naar het Hof, dat verklaarde dat de betrokken richtlijn ten aanzien van particulieren rechten in het leven beoogde te roepen, die hun – nu de staat had nagelaten de richtlijn om te zetten – waren ontzegd, en heeft aldus de mogelijkheid gecreëerd tot het instellen van een schadevordering tegen de lidstaat zelf. Het Hof van Justitie werkt ook samen met de nationale rechter, die de gewone rechter van het gemeenschapsrecht is. Elke nationale rechter die om een uitspraak wordt verzocht over een geschil betreffende het gemeenschapsrecht, kan aan het Hof van Justitie prejudiciële vragen stellen; in sommige gevallen is hij daartoe verplicht. Het Hof wordt dan gevraagd een voorschrift van gemeenschapsrecht uit te leggen of de wettigheid ervan te toetsen. Het Hof in het leven van de Europese burger Van de talrijke arresten die het Hof heeft gewezen, hebben de meeste – de prejudiciële arresten in het bijzonder – duidelijk belangrijke gevolgen voor het dagelijkse leven van de Europese burgers. Enkele van die arresten – op de belangrijkste gebieden van het gemeenschapsrecht – worden hierna bij wege van voorbeeld genoemd. Uit de ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof blijkt hoe het Hof, met de bescherming van de rechten die de burgers met betrekking tot verschillende aspecten van hun dagelijkse leven op grond van de gemeenschapswetgeving genieten, heeft bijgedragen tot het scheppen van een rechtsruimte voor die burgers. Vrij verkeer van goederen Sinds het arrest Cassis de Dijon van 1979, over het beginsel van het vrije verkeer van goederen, kunnen handelaars in hun land ieder uit een ander land van de Gemeenschap afkomstig product invoeren – mits het daar rechtmatig is vervaardigd en in de handel gebracht en geen dwingende reden, zoals de bescherming van de gezondheid en het milieu, zich tegen de invoer ervan in het land van eindverbruik verzet. In de rechtspraak ontwikkelde grondbeginselen Het Hof heeft in zijn rechtspraak (voor het eerst in het arrest Van Gend & Loos van 1963) het beginsel ingevoerd van de rechtstreekse werking van het gemeenschapsrecht in de lidstaten, waardoor de Europese burgers zich voor hun nationale rechters rechtstreeks op de communautaire regels kunnen beroepen. 4 Vrij verkeer van personen DD-NR 0903-348 Regelingen en voorzieningen Op het gebied van het vrije verkeer van personen zijn vele arresten gewezen. CODE 6.6.3.4 vrouw in de loop van haar zwangerschap omdat zij niet komt werken wegens een ziekte die met de zwangerschap zelf verband houdt, is een verboden discriminatie op grond van het geslacht (arrest Brown). In het arrest Kraus (1993) heeft het Hof verklaard dat de situatie van een gemeenschapsonderdaan die houder is van een in een andere lidstaat op grond van een postdoctorale studie verkregen academisch diploma, dat de toegang tot een beroep, althans de uitoefening van een economische activiteit, vergemakkelijkt, onder het gemeenschapsrecht valt, zelfs waar het gaat om zijn betrekkingen met de lidstaat waarvan hij onderdaan is. Een lidstaat kan het voeren van deze titel wel aan een administratieve vergunning onderwerpen, maar deze vergunningsprocedure mag enkel tot doel hebben te verifiëren of deze titel regelmatig is verleend. Een van de bekendste arresten op dit gebied is het arrest Bosman (1995), waarin het Hof op verzoek van een Belgische rechter uitspraak heeft gedaan over de verenigbaarheid van de regels van de voetbalbonden met het vrije verkeer van werknemers. Het heeft verklaard dat een beroepsmatig uitgeoefende sport een economische activiteit is waarvan het verrichten niet mag worden belemmerd door regels voor de transfer van spelers of waarbij het aantal spelers die onderdaan zijn van een andere lidstaat wordt beperkt. Laatstgenoemde overweging is bij latere arresten uitgebreid tot de situatie van beroepssporters uit derde landen die met de Europese Gemeenschappen een associatieovereenkomst (arrest Deutscher Handballbund, 2003) of een partnerschapsovereenkomst (arrest Simutenkov, 2005) hebben gesloten. Om de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verzekeren, is vereist dat zij jaarlijks vakantie met behoud van loon kunnen nemen. In 1999 is de Britse vakbond BECTU opgekomen tegen de Britse regeling die werknemers met arbeidsovereenkomsten van korte duur dit recht ontzegde, op grond dat zij niet voldeed aan een gemeenschapsrichtlijn betreffende de organisatie van de arbeidstijd. Het Hof is tot de conclusie gekomen (arrest BECTU, 2001) dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon een sociaal recht is dat door het gemeenschapsrecht rechtstreeks aan alle werknemers is toegekend en dat aan geen enkele werknemer mag worden ontzegd. Grondrechten Van oordeel dat de inachtneming van de grondrechten integraal deel uitmaakt van de algemene rechtsbeginselen waarvan het de eerbiediging verzekert, heeft het Hof er aanzienlijk toe bijgedragen dat inzake de bescherming van deze rechten thans strengere eisen gelden. In dit verband laat het zich leiden door de constitutionele tradities die alle lidstaten gemeen hebben en de internationale rechtsinstrumenten inzake de bescherming van de rechten van de mens, met name het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, waaraan de lidstaten hebben meegewerkt of waarbij zij zich hebben aangesloten. Vrij verrichten van diensten Een arrest van 1989 inzake het vrij verrichten van diensten betrof een Britse toerist die in de Parijse metro slachtoffer van een geweldmisdrijf was geworden en daarbij ernstig gewond was geraakt. Een Franse rechter verwees de zaak naar het Hof, dat oordeelde dat de betrokkene als toerist buiten zijn land ontvanger van diensten was en onder het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit viel dat in het gemeenschapsrecht is verankerd. Hij had bijgevolg recht op dezelfde schadevergoeding als die waarop een Frans onderdaan aanspraak kon maken (arrest Cowan). Na verschillende terroristische aanslagen op politieagenten, werd de politie in Noord-Ierland met vuurwapens uitgerust. Om redenen van openbare veiligheid mochten vrouwelijke politieagenten evenwel geen wapens dragen (op grond van een door het bevoegde ministerie afgegeven verklaring waartegen niet in rechte kon worden opgekomen). Bijgevolg kregen vrouwen bij de Noord-Ierse politie geen voltijdse arbeidsovereenkomsten meer aangeboden. In een zaak die door een rechter uit het Verenigd Koninkrijk was voorgelegd, heeft het Hof beslist dat de uitsluiting van elke toetsingsbevoegdheid van de rechter ten aanzien van een verklaring van een nationale autoriteit in strijd is met het recht op een effectief beroep in rechte voor eenieder die meent te zijn benadeeld door een discriminatie op grond van geslacht (arrest Johnston, 1986). In een zaak die door Luxemburgse rechterlijke instanties naar het Hof was verwezen, oordeelde het Hof, dat een nationale wettelijke regeling die een verzekerde vergoeding van de kosten van tandheelkundige hulp weigert omdat die in een andere lidstaat is verstrekt, een ongerechtvaardigde belemmering van het vrij verrichten van diensten oplevert (arrest Kohll, 1998) en dat de weigering de kosten voor een in het buitenland gekochte bril te vergoeden een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer van goederen is (arrest Decker, 1998). Europees burgerschap Inzake het Europese burgerschap, dat volgens het Verdrag aan iedere onderdaan van de lidstaten toekomt, heeft het Hof bevestigd dat dit burgerschap het recht inhoudt op het grondgebied van een andere lidstaat te verblijven. Ook een minderjarige onderdaan van een lidstaat die door een ziektekostenverzekering gedekt is en over toereikende middelen beschikt, geniet dit verblijfsrecht. Het Hof heeft beklemtoond dat volgens het gemeenschapsrecht niet is vereist dat de minderjarige zelf over de nodige middelen beschikt en dat het verblijfsrecht van het kind elk nuttig effect zou worden ontnomen, indien het zijn moeder, die onderdaan is van een derde land, niet werd toegestaan gedurende dezelfde periode samen met hem in de lidstaat van ontvangst te verblijven (arrest Zhu en Chen, 2004). Gelijke behandeling en sociale rechten Een stewardess had tegen haar werkgever een vordering ingesteld wegens discriminatie inzake de beloning die zij, vergeleken bij haar mannelijke collega’s, voor dezelfde arbeid ontving. Deze zaak werd door een Belgische rechter verwezen naar het Hof, dat in 1976 besliste dat de verdragsregel waarbij het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke arbeid wordt opgelegd, rechtstreekse werking heeft (arrest Defrenne). Bij de uitlegging van de communautaire voorschriften betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, heeft het Hof bijgedragen tot de bescherming van vrouwen tegen ontslag wegens moederschap. Zo werd een vrouw ontslagen omdat zij door problemen in verband met haar zwangerschap niet meer kon werken. In 1998 heeft het Hof verklaard dat dit ontslag in strijd was met het gemeenschapsrecht. Het ontslag van een Verder heeft het Hof in dit arrest gepreciseerd dat, zelfs als het verkrijgen van de nationaliteit van een lidstaat tot doel heeft, voor een onderdaan van een derde staat een verblijfsrecht krachtens het 5 CODE 6.6.3.4 Regelingen en voorzieningen gemeenschapsrecht te verkrijgen, een lidstaat de gevolgen van de toekenning van de nationaliteit DD-NR 0903-348 van een andere lidstaat niet kan beperken. 6