(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
verkeer, vervoer en waterstaat
Datum commissievergadering :
--
DIS-stuknummer
:
Secretaris
:
Doorkiesnummer
:
Behandelend ambtenaar
:
Dienst/afdeling
:
Nummer commissiestuk
:
888269
mr. J.W.L.M. Zwepink
073 6812267
R. Willemse
WMV/V&V
VVW-0671
Status
:
:
:
:
Datum
Bijlagen
ter advisering
ter bespreking
ter kennisneming
ter vaststelling
: 21 januari 2003
: -
Onderwerp:
Personenvervoer van Morgen (PvM-actie 13)
Implementatie Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) voor de regio ’s-Hertogenbosch.
Voorstel aan commissie:
Kennis nemen van bijgevoegde notitie met betrekking tot de (versnelde) openstelling van de huidige deeltaxi
voor WVG-gerechtigden in de regio ’s-Hertgenbosch naar Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) voor
iedere burger.
Eventuele nadere opmerkingen:
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
mr. J.W.L.M. Zwepink, secretaris
Commissie voor verkeer, vervoer en waterstaat
Notitie ten behoeve van de Commissie voor verkeer, vervoer en waterstaat inzake de
versnelde openstelling van het huidige WVG-vervoer door middel van omzetting in
collectief vraagafhankelijk vervoer in de regio
‘s-Hertogenbosch.
Eerdere informatie over dit project
Wij hebben op 3 september 2003 een besluit genomen om samen met de gemeenten in de regio
’s-Hertogenbosch het Collectief Vraagafhankelijke Vervoer (CVV) te ontwikkelen en vorm te geven. Tevens
bent u op 26 september 2002 van ons besluit op de hoogte gesteld om maximaal
€ 27.995,- bij te dragen in de ontwikkelkosten van dit CVV-project uit het PvM-budget.
Toelichting op versnelling openstelling
Met de regionale partners, de gemeenten Boxtel, Haaren, Heusden, ’s-Hertogenbosch, Schijndel, Sint
Michielsgestel en Vught is bestuurlijk overeengekomen om - via het traject van een EU-aanbesteding - op 1
januari 2004 van start te gaan met Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV). Daarmee wordt de laatste stap
genomen naar provinciedekkend CVV.
In de regio’s West-Brabant (met 16 gemeenten), Midden- Brabant (met 8 gemeenten) en Noordoost Brabant
(met 14 gemeenten) functioneren immers op 1 januari 2003 CVV-systemen.
CVV is door het Rijk aanvankelijk mogelijk gemaakt voor een periode van 6 jaar (1998 tot en met 2003).
Afhankelijk van een evaluatie zou besluitvorming plaatsvinden voor de periode na 2003. Er is gestart met de
bekostigingssystematiek op basis van reizigersopbrengsten. Einde 2001 is de evaluatie afgerond. Deze was
uitermate positief en had onder andere de aanbeveling om CVV structureel een plaats binnen het OV te geven
en te zorgen voor langdurige beleidsmatige en financiële zekerheid. Eind maart werd duidelijk dat het
ministerie voornemens was om de historische nullijn voor het OV (per 1 juli 2002) ook voor CVV-projecten
te laten gelden. Dit zou voor drie van de vier regio’s in Brabant, waaronder de regio Den Bosch, en ook in de
rest van het land tot grote problemen leiden bij de bekostiging van het CVV. Tegen dit voornemen zijn
juridische argumenten in stelling gebracht. Immers, er was een experimentperiode tot en met 2003
afgesproken en lag een positieve CVV-evaluatie waarover –zo was de verwachting- separaat besluitvorming
plaats zou vinden. Een tweetal Brabantse CVV-projecten zijn opgestart en in de regio Den Bosch is begonnen
met de ontwikkelfase. Deze aanpak is gekozen vanuit een bepaalde verwachting ten aanzien van de
financiering en deze werd geschonden waardoor schade zou ontstaan. De mogelijke gang naar de rechter was
dichtbij. Dit argument is uiteindelijk gehonoreerd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Op 20 november 2002 heeft het Rijk bekend gemaakt dat “de hoogte van de CVV-opbrengsten in het jaar
2003 zal worden betrokken bij de bepaling van de hoogte van de subsidie in latere jaren” . De brief houdt nog
de slag om de arm dat dit binnen de totale OV-financiering moet passen.
Belang bij ons besluit: de laatste (gouden) kans
Aanvankelijk was voor CVV in de Regio ’s-Hertogenbosch de planning gericht op een start per 1 januari
2004. Nu bekend is geworden dat de CVV-opbrengsten in 2003 structureel meetellen voor de jaren daarna,
zou een start per 1 januari 2003 (in ieder geval de kortst mogelijke termijn) zeer wenselijk zijn. De “start” in
2003 houdt feitelijk alleen in dat iedereen, dus niet alleen WVG-gerechtigden, gebruik kan gaan maken van
de deeltaxi.
Als grondslag voor opgave van de reizigersopbrengsten CVV geldt het door de OV-autoriteiten (gemeente
Den Bosch en provincie) vastgestelde basistarief voor de “vrije reiziger”. Het basistarief voor de vrije reiziger
hebben wij voor deze regio vastgesteld op het “kostendekkend” tarief van € 1,50 per OV-zone. Dit basistarief
ligt dus een stuk hoger dan het tarief dat de WVG-er betaalt (ongeveer € 0,40 per OV-zone). Het “gat” tussen
WVG-tarief en basistarief moet gezien worden als derdesubsidiëring door de gemeenten voor een door haar
aangegeven doelgroep.
Dit betekent dan wel dat de WVG-reizigersopbrengsten, tegen het (hoge) basistarief, als grondslag kan
gelden voor de OV-subsidie. Op basis van de prognose van het verkeersadviesbureau Diepens & Okkema
-2-
betreft het dan een OV-subsidie van omstreeks 1,7 à 1,9 mln. per jaar, afhankelijk van het tarief. Op deze
grondslag is ook in de andere regio’s de aanmelding gedaan.
Het voorstel houdt dan in dat op de kortst mogelijke termijn de huidige WVG-deeltaxi wordt opengesteld
voor iedereen. Immers, alleen de reizigersopbrengsten gerealiseerd in het jaar 2003 tellen nog mee voor de
vaststelling van de OV-suppletie voor de jaren daarna. De gegenereerde OV-suppletie in 2003 stelt de
suppletie voor opvolgende jaren (in ieder geval gedeeltelijk) veilig.
Voor de versnelde openstelling dienen op korte termijn enkele activiteiten verricht te worden. De geplande
EU-aanbesteding loopt gewoon door. Deze versnelde openstelling heeft de betekenis van een overbrugging
totdat de aanbesteding is gerealiseerd.
Kansen:
- de provincie en de gemeente Den Bosch zijn in staat duurzaam CVV in de regio te bekostigen voor alle
burgers. De provincie geeft daartoe, als aanvrager en financieel eindverantwoordelijke voor het OV in de
regio per 2004, een passende garantie af voor de contractsperiode.
- Er komen extra middelen voor investeringen in de kwaliteit van OV en CVV naar de regio. Over de
inzet daarvan kunnen we in regionaal verband afspraken maken.
- Versterking van de regionale samenwerking ten bate van het gehele openbare vervoer.
- Een kleine verlaging van de kosten per rit van het huidige deeltaxivervoer in 2003 kan mogelijk blijken.
In de stuurgroepvergadering van 10 december 2002 is met de regionale partners de versnelde openstelling
besproken. Daarbij is bestuurlijk overeengekomen dat - ondanks de suppletie die misgelopen wordt met
iedere dag vertraging na 1 januari 2003 - de nodige zorgvuldigheid wordt betracht. Dit betekent dat de maand
januari 2003 wordt gebruikt voor cliëntenparticipatie, communicatie en noodzakelijke besluitvorming bij de
diverse colleges.
Omzetting contract
In West-Brabant is een aantal jaren terug hetzelfde aan de hand geweest. Binnen de bestaande contracten met
de vervoerder PZN kan de provincie niet als nieuwe opdrachtgever toetreden, maar wel één van de
opdrachtgevende partijen (gemeente Den Bosch) vragen om voor ons als opdrachtgever voor het vervoer op
te treden. De eis dat het CVV via een EU-aanbesteding is verlopen is voor het Rijk niet hard ten aanzien van
bestaande projecten, temeer nu het huidige deeltaxivervoer al Europees is aanbesteed.
Voor de versnelde openstelling treedt de provincie toe via een bestaande opdrachtgever van vervoer met een
lopend contract met PZN. Dat kan indien aangetoond kan worden dat een nieuwe aanbesteding in
voorbereiding is. Dit is het geval, aangezien parallel aan de versnelde openstelling wordt gewerkt aan een
nieuwe aanbesteding voor het vervoer (volgens EG-aanbestedingsrichtlijn Diensten 92/50/EG) met het oog
op een start op 1 januari 2004.
Financiële consequenties
Met betrekking tot de versnelde openstelling zijn 2 financiële componenten te onderscheiden:
1. de voorfinanciering en de rentelasten van de voorfinanciering;
2. budget voor communicatieactiviteiten.
De hier beschreven financiën hebben betrekking op de daadwerkelijke vervroeging van invoering van CVV. In
de loop van het jaar zal separaat een GS-dossier worden aangeleverd die betrekking heeft op CVV in 2004 en
de jaren daarna. Dit dossier kan pas worden opgemaakt indien de resultaten van de EU-aanbesteding bekend
zijn, vermoedelijk in augustus 2003.
Ad 1. Voorfinanciering
Op de OV-suppletie die vanuit het Rijk wordt ontvangen zit een “vertraging” van ongeveer een jaar. De netto
-3-
kosten voor de vrije reiziger (de gemeenten betalen de WVG-geïndiceerden) zijn geprognosticeerd door het
adviesbureau Diepens&Okkema en ingeschat op € 1.052.662 per jaar. Voor alle duidelijkheid, deze worden
in 2004 (ruimschoots) terugontvangen vanuit het Rijk. Voor een periode van 11 maanden (februari tot en
met december 2003) betekent dit een voor te financieren bedrag van naar schatting € 964.940. De
daadwerkelijke kosten, de rentekosten van de voorfinanciering, bedragen € 53.072 (rekenrente 5,5%).
De rentekosten van de voorfinanciering worden gedekt uit de renteopbrengsten van de reserve vernieuwing
OV.
Ad 2. Communicatiebudget
Zoals onder de kop “communicatie” is aangegeven, betaalt de provincie maximaal € 10.504 (exclusief BTW)
mee aan de communicatieactiviteiten rondom de vervroegde openstelling. Deze kunnen worden gedekt uit
het PvM-actiebudget CVV (03402N02/actie 13).
Samengevat, de kosten en opbrengsten verbonden aan dit voorstel zijn:
Jaar Bedrag
Ten laste/ ten gunste van post
(nr+naam begr.post)
2003
2003
2003
€ 53.072
€ 21.008
€ 12.500
03402Y01 rentekosten voorfinanciering OV
PvM-actiebudget 03402N02/13
Bijdragen derden in acties PvM 13402F02/13
Produkt
(nr+naam produkt)
06.09.01
06.09.02
06.09.02
Met betrekking tot het communicatietraject rondom de versnelde openstelling vervult de provincie de
kassiersfunctie. De begroting dient hiertoe gewijzigd te worden door de uitgavenpost 03402N02/13 met €
10.504 te verhogen en de inkomstenpost 13402F02 met € 12.500 te verhogen. Het verschil wordt
veroorzaakt door de intreding van BTW-compensatiefonds, het afdelingsbudget wordt namelijk exclusief
BTW belast. De kosten kunnen volledig gedekt worden uit het PvM-actiebudget.
’s-Hertogenbosch, 21 januari 2003
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
-4-
Download