JOB 1. Context • Sint-Maarten Bovenschool, Beveren • Derde graad: 5 ASO, 5 TSO en 5 BSO, 6 BSO • Verhaal Job: 5 ASO ‘omgaan met grenzen’ 5 TSO ‘lijden en hoop’ 2. Leerplansituering • 5ASO: Omgaan met grenzen TD1: De vraagstelling bespreken die groeit in en uit grenservaring – I: Het boek JOB en prediker (p. 116) TD6: Aangeven hoe God en Jezus omgaan met zondaars, zonde en kwaad – I: zonde als kwetsuur en aantasting van de relatie God, mens en medemens (p.116) TD7: Omschrijven hoe opkomen voor waarhied eigen vormen van lijden kan meebrengen. (p.116) • 5TSO: Lijden en hoop TD1: Aangeven wat het lijden aan vragen doet stellen – I: Grenzen in mijn leven: wat je overkomt TD5: De benadering van grensvragen in lijden en mislukken vanuit verschillende levensbeschouwingen formuleren – 3I: Job en de godsvraag in het lijden 3. Accenten 1. Reportage ‘Voorbij de grens’ • Bespreking van de reportage: Welke vragen roept dit lijden bij deze mensen op? Hoe reageren deze mensen op hun grenzen, hun beperkingen? Welke moeilijkheden ondervinden zij? Vb. op vlak van relaties (stellingen) Kracht halen uit jezelf Samen zijn we sterk = voorbeeld uit onze hedendaagse (seculiere) samenleving 2. Scheppingsverhaal: (Gen. 1,1 – 2,4) a. Lezing: • Dag 1: licht – duisternis • Dag 2: Hemel • Dag 3: Land - zee planten – bomen • Dag 4: Zon – maan - sterren • Dag 5: Zeedieren – vogels • Dag 6: Landdieren – mens Volgorde klopt niet: Verhaal - geen wetenschappelijke verklaring ontstaan aarde = weerstanden wegwerken! b. ‘Schepping’: BEGINSITUATIE • CHAOS (woest, doods, duisternis, oervloed) SCHEPPING SCHEIDING + van elementen (licht – duisternis…) dag 1-3 CREATIE (planten, dieren en mens) dag 4-6 ORDE c. Leerlingen geven voorbeelden van chaos en (poging tot) orde • binnen hun eigen leven • in de wereld 3. Job • Inleiding: Vergeldingsleer: GOD (= rechter) oordeelt bekijkt de LEVENSWANDEL: bepaalt het LEVENSLOT: Goed Geluk Verkeerd Lijden = onschuldig lijden (voorbeelden) In het geval van onschuldig lijden gaat de vergeldingsleer niet op! • Didactisch: Rolverdeling: elk personage wordt toegewezen aan een bepaalde leerling Lezing van het verhaal aan de hand van stukjes tekst Afbeeldingen • Job 1, 20-22 • Toen stond Job op, hij scheurde zijn kleren, schoor zijn hoofd kaal en wierp zich neer in het stof. En hij zei: ‘Naakt ben ik uit de schoot van mijn moeder gekomen en naakt zal ik in haar schoot terugkeren. De HEER heeft gegeven, de HEER heeft genomen, de naam van de HEER zij geprezen.’ Ondanks alles zondigde Job niet en maakte hij God geen enkel verwijt. • Job 2,13: Elifaz, Bildad en Sofar bij Job • ‘Zeven dagen en zeven nachten bleven ze naast hem op de grond zitten zonder iets tegen hem te zeggen, want ze zagen hoe vreselijk hij leed.’ Uitdieping van concrete uitspraken: Vb. ‘Als God mij eerlijk weegt, moet Hij weten wat ik waard ben’(Job 31,6) ‘Het wegen van de ziel’: de mens beoordeeld op zijn daden Situering binnen de traditie, zowel voor als na het verhaal Job Dodenboek Hunefer 1275 v. Chr. Laatste oordeel – Hans Memling - 1461-1471 • Eerste rede van God tot Job (Job 38,2-11) En de HEER antwoordde Job vanuit een storm. Hij zei: ‘Wie is het die mijn besluit bedekt onder woorden vol onverstand? Sta op, Job, wapen je; ik zal je ondervragen, zeg mij wat je weet. Waar was jij toen ik de aarde grondvestte? Vertel het me, als je zoveel weet. Wie stelde haar grenzen vast? Jij weet dat toch? Wie strekte het meetlint over haar uit? Waar zijn haar sokkels verankerd, wie heeft haar hoeksteen gelegd, terwijl de morgensterren samen jubelden en Gods zonen het uitschreeuwden van vreugde? En wie sloot de zee af met een deur, toen ze uit de schoot van de aarde brak? Ik hulde haar in een gewaad van wolken en omwond haar met donkere nevels. Ik legde haar mijn grenzen op en sloot haar af met deur en grendelbalk, en zei: “Tot hiertoe en niet verder, dit is de grens die ik je trotse golven stel.” Herkenning van het scheppingsverhaal in de eerste rede van God Beeldtaal: de schepping weergegeven aan de hand van het beeld van het bouwen van een huis (orde!) Schoonheid van de poëzie • Tweede rede van God (Job 40,6-41,26) ‘Omgord je als een soldaat; Ik stel vragen, jij leest Mij de les. Wil jij mijn rechtorde werkelijk omverwerpen, Mij schuldig verklaren om zelf vrijuit te gaan? Hebt u een arm, zo sterk als die van God? Hebt u een donderstem, zo luid als die van God? Omhang u dan met de versierselen van uw heerlijkheid, kleed u in glorie en luister.’ Job 9-10 ‘U hoeft maar te kijken en de hoogmoedigen vallen, uw heerlijkheid doet hen ineenkrimpen.’ Job 40,12 ‘Eenmaal wakker gemaakt, is dat beest niet te benaderen, Niemand houdt het bij hem uit.’ Job 41,2 ‘Als hij zich opricht, deinst zelf de zeegod terug, Weten de golven niet waarheen te vluchten.’ Job 41,17 ‘De wateren laat hij koken als in een pot en hij maakt van de zee een ziedende ketel; Een lichtend spoor laat hij na, de oerzee krijgt zilverwit haar. Niemand op aarde kan hem aan, schrik is hem onbekend. Hij kijkt neer al alles wat groot is, want zelfs onder de groten is hij nog koning.’ Job 41,23-26 Beest = chaos, oorzaak van het lijden, onherroepelijk deel van het leven • Verschillende houdingen ten opzichte van het lijden, verschillende visies over het lijden naar voor: a. duivel de aanstoker van het kwaad, daagt God uit om iemand op de proef te stellen omdat hij denkt dat mensen slechts Godvrezend zijn omdat ze van God iets te verwachten hebben (do ut des) b. Job verstaat zelf niet waar zijn lijden vandaan komt blijft aanvankelijk God in zijn lijden loven c. De drie vrienden, Elifaz, Bildad en Sofar Troost wordt beschuldiging (vergeldingsleer) d.De vriend Elihu Dubbele visie op het lijden: het pedagogische belang van het lijden: lijden maakt de mens nederiger God houdt zich niet bezig met het lijden van de mens – God staat daarboven – negeren van de vergeldingsleer e. God Ontkent de vergeldingsleer: de drie vrienden hebben fout over Hem gesproken (vergeldingsleer) Geeft een verklaring van het lijden vanuit het scheppingsverhaal: bij de schepping heeft God de chaos (het beest), oorzaak van lijden, aan banden gelegd en tot orde gebracht. De orde is echter niet volmaakt, chaos blijft als een onderdeel van de schepping aanwezig. • Belang van het verhaal voor de huidige mens: • een oproep aan de (huidige) mens: als (mede)schepper de chaos, oorzaak van lijden, beteugelen en zo mee te werken aan een betere wereld. • Verdere Verwerking van het verhaal: 1. Schrijf hieronder de belangrijkste personages van het verhaal. 2. Plaats bij elk personage zoveel mogelijk emoties. Mogelijke emoties of houdingen zijn: verdriet, boosheid, verbitterd, verwijtend, machteloos, opstandig, stil zijn, toegeeflijk,… 3. Omschrijf ook welke houding de personages uit het verhaal aannemen tov. het lijden. 4. Met welk personage uit het verhaal voel jij je het meest verbonden? Waarom? duivel: aanstoker, veroorzaker van het kwaad a. b. c. d. e. duivel: aanstoker, veroorzaker van het kwaad Job: voelt zich ten onrechte met lijden geconfronteerd Drie vrienden: trooster die al snel begint te beschuldigen Elihu: wijst erop dat we God niet ‘de schuld’ moeten geven van het lijden God: Aanvaardt het lijden als een onderdeel van de schepping. Hij probeert de chaos onder controle te houden en zoveel mogelijk orde aan te brengen 5. Bibliodrama 4. Wat na deze bijscholing? • Ontoereikendheid van menselijk spreken over God (Duw God niet in een systeem) • Idool (spiegel) – icoon (venster): te moeilijk voor secundair onderwijs? • Nieuw perspectief voor Job na antwoord van God (schepping) Nieuw perspectief bij lijden: zeer bruikbaar! • ‘Recht hebben op’ versus ‘Gegevenheid van het leven’ is nieuw perspectief voor onze leerlingen? • Spreken TOT God / relatie opbouwen met God: haalbaar?