Breng ons niet in beproeving….. Overweging 1 & 2 april 2017 Jozef Essing Eerste lezing: Jacobus 1, 12-18 Evangelie Matteüs 20, 17-23 VOORAF Hier in dit stervend bestaan wordt Hij voor ons geloofwaardig. In de woestijn, die het leven soms is, wil God zich ons nabij tonen Breng ons niet in beproeving is de bede in het onze Vader die wij vandaag overwegen. Hij levert ons niet uit aan de beproeving maar is ons in Jezus bevrijdend nabij. OVERWEGING Als een mens beproefd wordt, waar is God dan? Hoe is Hij erbij betrokken? Daarover spreekt de Brief van Jacobus. En het evangelie laat ons horen hoe Jezus zelf beproefd wordt en hoe hij daarmee omgaat. Zeeuwse boeren zeiden bij iedere tegenslag, ook bij de watersnoodramp in 1953, ‘Dominee, het wordt ons door geen vreemde aangedaan.' Je kunt dat afdoen als een uiting van een pikzwart geloof dat van God een despoot maakt die naar willekeur mensen slaat met tegenspoed. Maar er zit ook een andere kant aan: als God de hand heeft in moeilijke situaties waarin we terecht komen dan is hij niet afwezig, dan kan Hij ons helpen, dan ziet Hij een uitweg. Het is wel een aanwezigheid van God die schuurt. Een Kampens hoogleraar zei: 'God gaat met zijn schepsel ruiger om dan ons lief is' God is er wel, maar Hij doet soms net of Hij er niet is. dat stelt ons op de proef: of wij blijven vertrouwen dat Hij toch nabij is. Het klassieke verhaal is de beproeving van Gods volk onderweg in de woestijn. Er is niets bij de hand; de lege maag knaagt. De mensen worden opstandig. 'Waarom heb je ons de woestijn in geleid, Mozes? Waar is die God die ons een behouden reis beloofde?' Dan vinden ze op een morgen witte eetbare neerslag op de grond, als een geschenk uit de hemel. Maar ze mogen maar voor één dag rapen. Ze moeten leren leven bij de dag en vertrouwen dat God morgen ook zorgt. De leegte durven ingaan, de leegte uithouden en niet bij voorbaat zwart invullen: dat is toekomst openhouden: dat is de test die elke gelovige moet doorstaan. De beproeving kan allerlei vormen aannemen: lijfelijk: ziekte, toenemende kwalen, stemmen bij geestelijke ziekte, of maatschappelijk: armoede die uitsluit, een verleden dat je achtervolgt; of als je machteloos moet aanzien hoe oorlog levens van mensen verwoest. Maar het sterkst wordt een mens beproefd door een plotseling verlies: het sterven van een geliefde, het wegvallen van je baan. Je vertrouwde wereld stort in; en dat is heftig, emotioneel; het is crisis. En in deze tijd is het moeilijker dan ooit om dit te accepteren Techniek en medische wetenschap kunnen zoveel meer dan voeger; Via internet en satelliet communiceren wij met verre werelddelen; de uitdrukking ‘Loop naar de maan’ wordt al een tijd niet meer gehoord. Ziekten die tot voor kort dodelijk waren zijn nu te genezen. ‘Hij heeft het gemaakt’ geldt als het hoogste compliment. Ons vooruitgangsgeloof maakt het moeilijk te accepteren dat het leven anders loopt dan wij verwachten. Kun je vertrouwen dat God er is op ogenblikken dat je er niets van merkt - als alles je uit handen is geslagen, als je van binnen leeg bent - kun je dan je eigen plannen en verwachtingen loslaten en het ongewisse ingaan? Kun je Hem dan de ruimte geven om je nabij te zijn zoals Híj het wil - dat er uit onverwachte hoek, langs wegen die je niet voor mogelijk hield, iets naar je toe kan komen dat je goed doet, als een geschenk uit de hemel? Juist in dit verband is het evangelie spannend; Jezus - ook Hij - wordt op de proef gesteld door de moeder van twee leerlingen om op te treden als een machthebber die alles naar zijn hand kan zetten en naar believen ereplaatsen kan verdelen onder zijn aanhangers. Maar hij kiest ervoor ‘de beker te drinken’, dat is volgens het geloofslied vandaag: het lot delen van alle stervelingen, de knecht van allen zijn, ontdaan van alle heerschappij de lasten van anderen dragen, overgeleverd worden en uitgeleverd zijn, je leven uit handen geven - 'Vader, in uw handen leg ik mijn leven', zullen we horen op Goede Vrijdag. Het gaat erom dat ik het centrum van mijn leven verleg dat ik loskom van het standpunt van waaruit ik kijk - en niet zie , en mij verlaat op God die het wel ziet. Dat geeft ruimte. Ruimte aan mijzelf om breder te kijken: dat er toch iets weldadigs kan gebeuren, iets heilzaams waar ik het niet dacht. Ruimte aan het leven: dat niet enkel ondernemen is maar ook ondergáán. Ruimte aan God: om anders te zijn dan ik denk of wens: dat hij zich aan mij nabij kan tonen op de manier die Híj wil. Ruimte ook aan de medemens, die mij tegenvalt of hindert: dat ik hem/haar accepteer in zijn/haar anderszijn. Jezus staat hierin aan onze zijde. Hij heeft zich ons mensenlot aangetrokken, schrijft de Hebreeënbrief, Vandaar dat Hij in alles aan zijn broeders gelijk moest worden Omdat Hij zelf de proef van het lijden doorstaan heeft, kan Hij allen helpen die beproefd worden. De bede Leid ons niet in beproeving en wat Jacobus schrijft: dat God ons niet in beproeving brengt, mogen we dan zo verstaan: God levert ons niet uit aan de beproeving, maar is er zo bij betrokken dat Hij, in Jezus, met ons er doorheen gaat God wil ons niet met het kwade treffen, zegt de brief van Jacobus. In Jezus neemt Hij ons leed in zich op en draagt het mee. Want Hij wil ons aanzijn geven, dat er uit ons iets wordt als een eerste ontluiken. De lente buiten is begonnen. Dat het ook in ons lente mag worden. Amen.