Inhoud 1.Algemene onderwerpsverkenning……………………………………………………………………………………..2 1.1.Vertaal je thema in trefwoorden en zoektermen. .............................................................. 2 1.2.Gebruik de trefwoorden (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, ...) te starten.................................................................................................................................... 2 1.3.Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten. ............................................................ 3 1.4.Beoordeel je zoekresultaten ................................................................................................ 5 1.5.Wat neem je mee uit de zoekopdracht? .............................................................................. 6 1.6.Dien je het thema te verbreden of af te bakenen? ............................................................. 6 2.De basistekst........................................................................................................................... 8 2.1.Context. ............................................................................................................................... 8 2.2.Auteur. ................................................................................................................................. 8 2.3.Structuur. ............................................................................................................................ 8 2.4.Vorm. ................................................................................................................................... 8 2.5.Lijsten. ................................................................................................................................. 9 2.6.Maak een samenvatting. ................................................................................................... 38 2.7.Tot slot. .............................................................................................................................. 41 3.Beschikking krijgen en meer zoeken. ................................................................................... 42 3.1.Publicaties binnen handbereik? ........................................................................................ 42 3.2.Andere werken van auteur aanwezig in de bib? Steracteurs? .......................................... 45 3.3.Zoek ter plaatse in de bib. ................................................................................................. 45 3.4.Zoek verder buiten je tekst ................................................................................................ 46 4.Contextualiseren................................................................................................................... 47 4.1.Organisaties ....................................................................................................................... 47 4.2.Juridische documenten...................................................................................................... 48 4.3.Statistieken ........................................................................................................................ 58 4.4.Politieke context ................................................................................................................ 58 5.Zelfevaluatie ................................................................................................................. ….67 Stap 1: Algemene onderwerpsverkenning 1.1 Vertaal je thema in trefwoorden en zoektermen. Omschrijf hoe je tot die trefwoorden komt. Jongeren en criminaliteit, Jeugddelinquentie, Diefstal door minderjarige, MOF (als misdrijf omschreven feit), Heropvoedingskamp, Jeugdige zedendelinquenten, Jongeren en criminaliteit in Vlaanderen, Probleemjongeren, Misdaad bij jongeren in Antwerpen. Ik heb woorden opgezocht die in me opkwamen en iets met het thema te maken konden hebben. Hierbij dacht ik vooral aan kernwoorden en synoniemen. 1.2 Gebruik de trefwoorden (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, … ) te starten. 1.3 Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten. a. Hoeveel resultaten bekom je? Trefwoord Zoekresultaat Jongeren en criminaliteit 393000 Jeugddelinquentie 22900 Diefstal door minderjarige 127000 MOF (als misdrijf omschreven feit) 152000 Heropvoedingskamp 19500 Jeugdige zedendelinquenten 7350 Jongeren en criminaliteit in Vlaanderen 116000 Probleemjongeren 80900 Misdaad bij jongeren in Antwerpen 174000 b. Welke soorten informatiebronnen bekom je ? Boeken, artikelen uit tijdschriften/kranten, website, wikipedia-Lemma, statistieken, beleidsdocumenten, onderzoeken? Soort bron Aantal Artikel krant 7270 Boek 1190 Website 2705 Tweets 273 Statistieken 265 Magazines 424 Beleidsdocumenten 38700 (https://www.nbb.be/nl/search/gss/criminaliteit) (http://www.gopress.be/info/nl) (http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/organisatie/statbel/geschiedenis/) 1.4. Beoordeel je zoekresultaten. Evalueer de resultaten naar relevantie en betrouwbaarheid. Maak een extra kolom in je net gemaakte tabel om onderstaande informatie aan toe te voegen. Soort bron Aantal Betrouwbaarheid Artikel krant 7270 Heel ruim genomen. Door geavanceerd te zoeken, kan je concretere zoekresultaten bekomen. Boek 1190 Ook hierbij wordt elk mogelijk boek dat met de zoekopdracht te maken kan hebben, bovengehaald. Website 2705 Dit lijkt me betrouwbaar voor het Nederlandstalig gebied. Anders zouden er veel meer hits gevonden zijn. Tweets 273 Ik ben niet actief op Twitter, maar dit lijken me weinig hits voor dit thema Statistieken 265 Een beetje opzoekwerk zegt me dat de eerste statistische informatie wordt bijgehouden sinds 1826. Dit is veel vroeger dan ik had verwacht, dus had hieromtrent misschien toch een groter aantal verwacht mogen worden. Magazines 424 Hierbij lijkt het omgekeerde effect als bij kranten en boeken aanwezig. Ik kan me niet voorstellen dat dit een juiste verhouding is ten opzichte van de bovenste twee soorten bronnen. 1.5 Wat neem je mee uit deze zoekopdracht? a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen. Wanneer ik iets dien op te zoeken, maak ik steeds gebruik van Google. Hierbij typ ik iets in naar waar ik specifiek op zoek ben. Deze opdracht vergt een andere manier van denken, aangezien je dient te concretiseren. b. Zou je andere/extra trefwoorden gebruiken? Welke ? Hoe meer trefwoorden ingeeft, hoe concreter je zoekopdracht wordt. Dit zie je bijvoorbeeld in opdracht 3a, waarbij ik 'Jongeren en criminaliteit' als trefwoord gebruikte. Nadien deed ik hetzelfde, maar voegde ik er 'Antwerpen' aan toe. Dit gaf een verschil van meer dan de helft (wat nog verbazingwekkend veel is). c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit? Naar statistieken heb ik even moeten zoeken. De zoekresultaten in verband met beleidsdocumenten waren niet geloofwaardig: 210000. Ik heb dit gespecificeerd naar België, waarbij ik toch nog steeds aan 38700 treffers kwam. d. Heb je nog bemerkingen? Veel hangt af van de relevantie en waar je precies naar op zoek bent. Er zijn veel hulpmiddelen die je in staat stellen om gericht te zoeken. Zo kan je niet alleen per land of per taal zoeken, maar ook bijvoorbeeld tijdgebonden. 1.6 Dien je het thema te verbreden of af te bakenen? a. Zijn er (reeds) onderzoeksvragen / informatievragen geformuleerd rond het thema ? Neen. b. Welke? Er zijn nog geen onderzoeksvragen geformuleerd. c. Formuleer nu zelf mogelijke onderzoeksvragen. Wat wil je precies weten? – Hoe belanden jongeren in de criminaliteit? – Is dit een kwestie van opgroeien in een slechte omgeving of spelen er andere factoren? – Wat kan er gedaan worden om criminaliteit in te dijken? – Wat maakt dat er in bepaalde regio's veel criminaliteit voor komt en dit bijna niet bestaat op andere plaatsen? – Hoe is het gesteld met de criminaliteit in Vlaanderen ten opzichte van Europa en de wereld? – Is criminaliteit vooral een probleem bij jongeren en valt dit gedrag af te leren? – Is crimineel gedrag eigen aan de menselijke soort of vinden we dit ook terug bij dieren? – Is er een soort van algemeen profiel van 'de crimineel'? Aan welke voorwaarden moet een crimineel voldoen? – Heeft de ene mens van nature meer aanleg om crimineel gedrag te stellen dan de andere? – Bestaat er een risicoleeftijd waarbij de kans groter is om crimineel gedrag te stellen? – Wat zijn de voor- en nadelen van criminaliteit? Stap 2: De basistekst 2.1 Context. Wat is het geheel rond de tekst: uit welk vaktijdschrift/boek/verzamelwerk komt het? Welke organisatie is verantwoordelijk voor de tekst. Voor welke doelgroep / professionelen is het geschreven? De online tijdschriftenportal van Boom Juridische uitgevers bevat ruim 12.000 wetenschappelijke artikelen uit 28 tijdschriften en 5 Open Acces tijdschriften. De praktische en wetenschappelijke artikelen komen tot stand door nauwe samenwerking van toonaangevende auteurs en ervaren redacties. Zij waarborgen een hoge mate van kwaliteit. Het online vaktijdschrift heeft als voornaamste doelgroep iedereen die in aanraking komt met het begrip 'recht'. Dit kan zowel om professionelen als om particulieren gaan. (http://www.bjutijdschriften.nl/pagina/informatie) 2.2 Auteur. Wie schreef de tekst? Geeft de tekst zelf info over de auteur(s)? Wat vind je op internet over de auteur(s)? Google en werk specifiek via de site van zijn werkplek. De tekst is opgesteld door Margo De Koster. Op de site van Bju Tijdschriften zijn van dezelfde auteur vijftien verschillende teksten te vinden. Via Google vind ik volgend curriculum vitae van mevrouw De Koster: Margo De Koster studeerde Geschiedenis en Sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel, waar zij vervolgens van 1998 tot 2006 verbonden was aan de Vakgroep Geschiedenis en in 2003 promoveerde op een proefschrift omtrent meisjescriminaliteit tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Nadien startte ze post-doctoraal onderzoek op naar jongeren, politie en grootstedelijke criminaliteit in 19de- en 20ste-eeuws België. Vanaf 1 januari 2007 is zij als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de KULeuven, waar zij de coordinatie verzorgt van het interuniversitair onderzoeksprogramma “Justice & Populations, 1795-2015”. Vanaf 1 juni 2009 is zij daarnaast ook deeltijds universitair docent op de VU Amsterdam, waar zij verantwoordelijk is voor het vak “Historische criminologie”. (http://www.rechten.vu.nl/nl/organisatie/bureau/strafrecht-en-criminologie/koster-mde/index.asp) 2.3 Structuur. Beschrijf kort, opsommend, hoe de tekst is opgebouwd. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het één lange doorlopende tekst? b. Zijn er tussentitels? c. Is er enkel tekst of vind je andere zaken terug? d. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk in de tekst en in de bronnenlijst? De tekst is chronologisch opgebouwd, van Aristoteles tot en met nu. Er zijn tussentitels aanwezig en het artikel bevat enkel tekst. De referenties staan steeds tussen haakjes en werden achteraan het desbetreffende stuk geplaatst. Deze zijn eveneens achteraan in de bronnenlijst terug te vinden. 2.4 Vorm. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Voorbeeld Onderlijn verwijzingen naar bronnen, specialisten (o.a. belangrijke auteurs, personen met een belangrijke functie, personen uit het werkveld) kleur je rood, begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van regelgeving krijgen een oranje kleur. 2.5 Lijsten. Maak lijsten van het bovenstaande. Noteer alles in je worddocument. Deze lijsten gebruik je bij het zoeken naar extra vakliteratuur (stap 3). Vul ze doorheen de Sadan-opdracht verder aan.2 1. Lijst van organisaties betrokken bij je thema. Zoek via de Sociale kaart de contactgegevens op van deze organisaties, en hun algemene werking en doelgroep. Presenteer deze gegevens, alfabetisch in tabelvorm in Word. 2. Lijst van specialisten. Geef bij elke specialist een korte uitleg, plaats een foto van de persoon als je er een vindt. Presenteer alfabetisch in tabelvorm in Word. 3. Lijst met vaktermen: definities en moeilijke woorden die in je tekst staan. Gebruik ter verduidelijking van deze termen de woordenboeken die VIVES ter beschikking stelt en eventuele handboeken of cursussen. Maak een alfabetische trefwoordenlijst. 4. Lijst met soorten bronnen. Ga na welke soorten in je basistekst worden gebruikt. Pik uit het geheel vijf bronnen die je nog zou willen doornemen. Mix sociaalwetenschappelijke, juridische en statistische bronnen. Noteer hun volledige referentie. 2.5.1 Organisatie Organisatie Contactgegevens Algemene werking Doelgroep Centrum Algemeen Welzijn Grote Steenweg 169 2600 Berchem 03 244 17 90 http://www.cawantwerpen.be CAW Metropool biedt in Antwerpen We helpen volwassenen én jongeren deskundige hulpverlening aan de mensen met vragen en/of problemen verder. die het meest nodig hebben. CM Antwerpen – Dienst Maatschappelijk Werk – Centrale Dienst Molenbergstraat 2 2000 Antwerpen 03 221 95 55 http://www.cm.be Men kan bij het centrum terecht voor o.a.: Jeugdrechtbank Antwerpen Bolivarplaats 20/1 2000 Antwerpen 032578905 Politiezone Antwerpen – (Geweldscriminaliteit) Korte Vlierstraat 6-8 2000 Antwerpen 03 224 13 55 Noodhulp: 101 of 112 Zowel preventie, verkeerseducatie, het opvolgen van de politiecodex, wijkpreventie, slachtofferzorg, aanvraag parkeerverbod, de veiligheid in en rond scholen als wapenadvies zijn kerntaken Iedere burger die in contact komt met criminaliteit en bij uitbreiding alle zaken die verwant zijn met de algemene werking. Sociale dienst voor gerechtelijke Frankrijklei 38 bus 4 De jeugdrechter geeft opdracht tot het Minderjarigen met ernstige De maatschappelijk werker zorgt voor opvang en begeleiding van informatie en advies over sociale rechten, mensen die in een thuissituatie geconfronteerd worden met voordelen en opvangmogelijkheden problemen tengevolge van ziekte, ondersteuning van de thuiszorg en handicap of ouderdom. thuiszorgorganisatie indicatiestelling van zorgbehoefte bij een aanvraag Vlaamse Zorgverzekering opmaken van een dossier voor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap jeugdhulp – Antwerpen 2000 Antwerpen 03 202 73 00 http://www.jongerenwelzijn.be navorsingsverslag. De sociale dienst van de jeugdrechtbank verricht het sociaal onderzoek en geeft een advies aan de jeugdrechter met betrekking tot de maatregel. De sociale dienst staat in voor de opvolging en continuïteit van de begeleiding. opvoedingsmoeilijkheden waarvoor vrijwillige hulpverlening tekort schiet. Minderjarigen die strafbare feiten hebben gepleegd. 2.5.2 Specialisten Naam Alexandre-Bidon Danièle Functie Danièle Alexandekooi is een historicus, een specialist in de iconografie van de jeugd in de Middeleeuwen, een onderzoeker aan de EHESS, School of Advanced Social Science Studies en auteur van talrijke boeken over de Middeleeuwen. Contactgegevens Foto Publicaties Professionele informatie EHESS-CRH CRH-EHESS GAM (Bureau 538) GAM (Office 538) 190-198, avenue de France 75244 Paris cedex 13 75244 Paris cedex 13 alexandr (a) ehess.ftr 01 49 54 26 96 01 49 54 26 96 http://gam.ehess.fr/index.ph p?118 “De dood in de Middeleeuwen” “Kinderen in de Middeleeuwen” “ In de werkplaats van de Apotheker “ Bossy John Brown Sheila John Bossy is een Britse historicus (geboren 1933). . Momenteel is hij emeritus hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit van York . [ English Catholic Community, 1570-1850 (1979) • Christianity in the West, 1400-1700 (1985) • Peace in the PostReformation (1998) • Under the Molehill: An Elizabethan Spy Story (2001) • Giordano Bruno and the Embassy Affair (2002) • Disputes and Settlements: Law and Human Relations in the West (2003) - edited by Bossy Inzicht in de jeugd en criminaliteit - Luisteren naar de jeugd? Melk en Honing: in het geheugen van Herman Christiaens Jenneke Jenneke Christiaens is van opleiding licentiaat in de opvoedkundige wetenschappen- optie orthopedagogiek (1987) en licentiaat in de Criminologische Wetenschappen (1993). Telefoon: +32-2-6293937 E-mail: [email protected]. be Specialiteiten: Jeugdcriminologie, Jeugdrecht, Historische criminologie, Algemene criminologie Zalven of slaan Zij behaalde het diploma van Doctor in de Criminologische Wetenschappen in juni 1998, met een proefschrift getiteld: De geboorte van de jeugddelinquent. België 1830-1930. [email protected] Decker S.H Scott H. Decker is Telefoon: (602) 543-8067 Curator's hoogleraar Criminologie en Strafrecht en Fellow, Centrum voor Internationale Studies aan de Universiteit van Missouri-St. Louis. Wat weten we over bendes en bendeleden en waar gaan we heen? Het leven in de Gang De Koster Margo Postadres Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Margo De Koster studeerde Geschiedenis Rechtsgeleerdheid De Boelelaan 1105 en Sociologie aan de 1081 HV Amsterdam Vrije Universiteit Brussel, waar zij vervolgens van 1998 tot 2006 verbonden was aan de Vakgroep Geschiedenis en in 2003 promoveerde op een proefschrift omtrent meisjescriminaliteit tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Nadien startte ze postdoctoraal onderzoek op naar jongeren, politie en grootstedelijke criminaliteit in 19deen 20ste-eeuws België. Vanaf 1 januari 2007 is zij als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Université catholique de Louvain, “ Delinquente en problematische meisjes in de molen van de jeugdbescherming, Tijdschrift voor Criminologie, 2007 Meisjes in de netten van justitie Dupont Guy historisch onderzoeker, docent, erfenis tolk, archivaris Specialiteiten: historisch en iconografisch onderzoek, innovatie in erfgoedinterpretatie, middeleeuwse en vroegmoderne archieven, stedelijke geschiedenis, middeleeuwse geschiedenis, de geschiedenis van het strafrecht en het strafrecht, de geschiedenis van de prostitutie en de openbare baden. • PORTICO project • Stad Gent Stad Gent • Muntenroute Gent (Coin Trail) Muntenroute Gent (Coin Trail) Werken aan de stad Eliaerts Christian Op 1 januari 2007 ging Prof. Dr. Christian Eliaerts, gewoon hoogleraar aan de vakgroep Criminologie van de Vrije Universiteit Brussel, vervroegd op emeritaat. Prof. Dr. Christian Eliaerts ligt aan de basis van de uitbouw van de vakgroep Criminologie zoals die nu aan de Vrije Universiteit Brussel bestaat. Bovendien was hij wetenschappelijk actief op vele terreinen, zoals mensenrechten, penologie, jeugdcriminologie, politie en veiligheid, waar hij telkens een belangrijke bijdrage leverde aan de ontwikkelingen op het terrein en in de criminologische wetenschap. Telefoon: +32-2-6292634 E-mail: [email protected] Zalven of slaan ? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming. Author: ELIAERTS CHRISTIAN Reference: Tussen dader en slachtoffer.Jongere n en criminaliteit in historisch perspectief, • Gutwirth Serge Contact Serge Gutwirth (1960) is momenteel hoogleraar mensenrechten, rechtsvergelijking, Legal Theory and Methodology aan de Faculteit Recht en Criminologie van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), waar hij studeerde rechten, criminologie en ook behaalde een postgraduaat in technologie en wetenschap studies. Junger-Tas Josine Prof. dr. Josine Law Science Technology & Society (LSTS) Vrije Universiteit Brussel ( Tijdschrift over cultuur en criminaliteit (2015) (met Jenneke Christiaens), Pleinlaan 2 1050 Brussel Blurring als methode, ideologie als resultaat: T +32 2 629 26 42 F +32 2 629 26 62 E [email protected] International Handbook of Juvenile Justice The Many Faces of Youth Crime Prof. dr. Josine JungerTas is op 81-jarige leeftijd overleden. Zij was de grondlegger van de jeugdcriminologie als aparte tak van de criminologie. Als academicus was Junger-Tas een laatbloeier, in haar opvattingen een voorloper. Op haar 43ste promoveerde zij op 'Kenmerken en sociale integratie van jeugddelinquenten'. Junger-Tas werkte twintig jaar bij het WODC , waarvan vijf jaar als directeur. Daarnaast vervulde zij verschillende hoogleraarschappen. Junger-Tas Lett Didier Didier Lett is hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis aan de Universiteit-Denis Diderot (Paris 7). Didier Lett, hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van ParijsDiderot (Parijs VII), is een specialist in de kindertijd, familie, verwantschap en gender relaties. Hij is de auteur van verschillende boeken, waaronder The Child wonderen: Kinderjaren en maatschappij in de Middeleeuwen en Gezin en verwantschap in de middeleeuwse West. • L'enfant Des Miracles Au Moyen-age : Enfances Et Familles Au Moyen Age Broers en zussen Lis Catharina Professor emeritus, die samen met Hugo Soly comparatief en periode-overschrijdend onderzoek verricht omtrent industrialisering en ondernemerschap, armoede en sociale politiek, ambachtsgilden, vormen van ‘deviant gedrag’, en percepties van arbeid. • [email protected] .be • Joseph Ehmer & Catharina Lis (eds.), The Idea of Work in Europe from Antiquity to Modern Times (Aldershot: Ashgate, 2009). • Catharina Lis, Leo Lucassen, Maarten Prak & Hugo Soly (eds.), Craft Guilds in the Early Modern Low Countries: Work, Power and Representation (Aldershot: Ashgate, 2006). • Catharina Lis & Hugo Soly (eds.), Tussen dader en slachtoffer: jongeren en criminaliteit in historisch perspectief (Brussel: VUBPress, 2000). Muncie J Prof John Muncie Emeritus Professor Emeritus hoogleraar Faculteit der Sociale Wetenschappen The Open University De Open Universiteit Walton Hall Walton Hall Milton Keynes Milton Keynes United Kingdom Verenigd Koninkrijk MK7 6AA MK7 6AA Jeugd en Criminaliteit, 4e editie, Sage, 2015 'Jeugd Justitie: In het belang van het kind?' in The SAGE Handbook of Punishment and Society, Sage, 2013 (with B. Goldson). in De SAGE Handbook of bestraffing en Maatschappij, Sage, 2013 (met B. Goldson). • Soly Hugo Professor emeritus, die samen met Catharina [email protected] Lis comparatief en periode-overschrijdend onderzoek verricht omtrent industrialisering en ondernemerschap, armoede en sociale politiek, ambachtsgilden, vormen van ‘deviant gedrag’, en percepties van arbeid. In 2002 kende de Universiteit Antwerpen hem de Belgische FrancquiLeerstoel toe. • Bert De Munck, Steven Kaplan & Hugo Soly (eds.), Learning on the Shop Floor. Historical Perspectives on Apprenticeship (New York & Oxford: Berghahn Books, 2007). • Catharina Lis, Leo Lucassen, Maarten Prak & Hugo Soly (eds.), Craft Guilds in the Early Modern Low Countries: Work, Power and Representation (Aldershot: Ashgate, 2006). • Catharina Lis & Hugo Soly, Disordered Lives: Eighteenth-Century Families and Their Unruly Relatives (Cambridge: Polity Press, 1996). Ernstige jeugddelinquenten gestraft ? P.C. Spierenburg Professor hogere criminologie Steegen Erwin Heeft gewerkt bij Vrije Universiteit Brussel , VUB – KU Leuven en Universiteit Gent +31-104 08 24 92 Spierenburg -at- law. eur. nl From Amsterdam to Auburn: an explanation for the rise of the prison in seventeenthcentury Holland and nineteenth-century America van der Laan Peter Vanneste Charlotte Hoogleraar Peter van der Laan houdt zich bezig met onderzoek op gebied van jeugd, criminaliteit en de zorg ervoor en erna. Charlotte is orthopedagoge. Zij biedt psychodiagnostisch onderzoek aan voor ADHD en autisme, alsook begeleiding/coaching hiervoor, dit zowel voor kinderen, jongeren als volwassenen. Charlott e biedt studiebegeleiding aan , alsook individuele therapie voor kinderen en jongeren met diverse emotionele problemen zoals angsten en depressie. [email protected] Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam “Antisociaal gedrag en jeugdcriminaliteit “ Uitg.: Bohn Stafleu van Loghum • De nieuwe statistiek van de jeugdparketten: een belichting van de eerste analyseresultaten vanuit verschillende invalshoeken Vrints Antoon Universiteit Gent Professor Hoogleraar [email protected] Sint-Pietersnieuwstraat 35 Vakgroep Geschiedenis LW03 Vakgroep Geschiedenis - LW03 9000 Gent 9000 Gent Belgium België Telephone: Telefoon: +32 9 331 02 76 +32 9 331 02 76 Walgrave Lode Zijn contactgegevens: Lode Walgrave is een Fax: 16/32.54.63 jeugdcriminoloog en Email: een emeritus Professor. [email protected] Oorspronkelijk wou hij n.be psycholoog worden. adres: Herbert Hooverplein Pas op het einde van 10 , mailbox 3418 zijn opleiding werd hij 3000 Leuven geïnteresseerd in jeugddelinquentie. Daarna volgde een bijkomende licentie en een doctoraat in de criminologie. Op het einde van de jaren zestig werd een observatiecentrum Het theater van de straat. Publiek geweld in Antwerpen tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw (Studies Stadsgeschiedenis 7; Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011, Institutionalisering van de criminologie in Nederland en Vlaanderen. Tijdschrift voor Criminologie. nr.51 Words on 'Words on Words'. Restorative Justice. Hart Publishing Ltd opgericht voor jonge delinquenten. Walgrave tekende mee voor de begeleiding. Nu, bijna veertig jaar later, moet hij vaststellen dat zijn onderzoeksdomein enorme veranderingen heeft ondergaan. Weijers I Ido Weijers bekleedt sinds 1 juli 2011 de bijzondere, interdisciplinaire leerstoel Jeugdbescherming, ingesteld vanwege de Raad voor de Kinderbescherming en gevestigd aan de Faculteit Sociale Wetenschappen (Pedagogiek) en de Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (Willem Pompe Instituut) van de Universiteit Prof. dr. I. WeijersPedagogiek FSWWillem Pompe Instituut voorUniversiteit UtrechtStrafrechtwetenscha ppen UUHeidelberglaan 1Boothstraat 63584 CS Utrecht3512 BW Utrechttel: 0206703669 mailto: i.weijers@u u.nl Stoppen of Volharden. Portretten van jonge veelplegers JeugdcriminologieAchtergronden van jeugdcriminaliteit 2013) Jeugdwet biedt onvoldoende rechtsbescherming, Nederlands Juristenblad, 2871-2873. Utrecht. Hij hield op 20 januari 2012 zijn oratie. Hoogleraar Wittebrood Karin Karin Wittebrood is senior Telefoon 070 - 340 7808 wetenschappelijk onderzoeker. Zij studeerde Bestuurskunde aan de Universiteit Twente en promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij verricht onderzoek op uiteenlopende beleidsterreinen, met speciale belangstelling voor de evaluatie van beleid. Eerder onderzoek vond plaats in de context van het jeugdbeleid, veiligheidsbeleid, wijkenbeleid en (re)integratiebeleid. Momenteel maakt Karin deel uit van het projectteam dat de komende jaren de drie transities (zorg, jeugd Slachtoffers van criminaliteit : een inleiding in de victimologie Slachtoffers van criminaliteit. Een inleiding in de victimologie en participatie) gaat monitoren. http://www.vandale.nl http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/handle https://books.google.be/books http://www.suggnome.be/include/vzw-herstelrecht.php http://search.proquest.com/openview/ http://works.bepress.com/cgi/viewcontent.cgi?article=1017&context=serge_gutwirth http://www.aic.gov.au/publications/ 2.5.3 Vaktermen Vaktermen Uitleg Heroriëntering Heropvoeden, herpakken Recurrent Teruglopend Probleemjongeren Jongere, veelal kansarme jongere, die met sociale, psychosociale of economische problemen kampt, bv. werkloosheid of criminaliteit Jeugdcriminaliteit Criminaliteit bij de jeugd Slachtofferenquêtes Onderzoek door ondervraging van een groot aantal personen naar bestaande meningen, gewoonten enz. synoniem: opinieonderzoek naar slachtoffer Zelfrapportagegegevens Het uitbrengen van een rapport – synoniem: rapportering - ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid het onderwerp noemt: Medische registraties Geheel van overheidsvoorschriften mbt. de werkzaamheid en veiligheid van een geneesmiddel Statistische blinde vlek (figuurlijk) Iets wat men (m.n. ondanks het feit dat men herhaaldelijk erop gewezen wordt) niet ziet, inziet, begrijpt of iets wat men verkeert interpreteert. van, betreffende, volgens de statistiek of de statistica Hier spreken onderzoekers van een 'statistische blinde vlek' voor de laatste jaren: de laatste publicatie van de officiële statistieken van het Belgische ... slachtoffers of getuigen neemt niet weg dat vele feiten ongemeld en dus onzichtbaar blijven voor het oog van de statistiek. ... Tolerantiedrempel Tolerantiegrens Debet Schuld Punitieve aanpak Straffende aanpak Moreel verval en asociaal gedrag Zedenbederf en niet aangepast of niet in staat zich aan te passen aan het leven in de maatschappij, zonder sociaal besef synoniem: onmaatschappelijk Clownerieën Optreden, gedrag als van een clown . – clownachtige streek Generatieconflict Conflict tussen verschillende (m.n. een oudere en een jongere) generaties Deviant en crimineel gedrag Afwijkend en misdadig gedrag Verpauperde milieu Tot pauper worden, tot armoede vervallen leefklimaat. Arbeidersklasse Maatschappelijke klasse waartoe de arbeiders behoren Immoraliteit Onzedelijkheid moraal: de moraal der burgers bestaat krachtens het tegenwicht der immoraliteit Burgerij De gezamenlijke burgers als groep (al de inwoners van een stad) of als stand (bv. tegenover de militairen)synoniem: burgerdom het hoofd der burgerij : de burgemeester •de kleine burgerij is de lagere middenklasse Basis Dat waarop iets, bv. een ontwerp, een beschouwing, een redenering, steunt synoniem: beginsel, grond (10), grondslag (2) •een slechte basis voor verdere onderhandelingen •op basis van –steunend op –, gesteund door –, uitgaande van synoniem: op grond van – •aan de basis liggen of staan van –er de oorzaak of aanleiding van zijn, eraan ten grondslag liggen Moderne Tot de nieuwere tijd behorend Geneigd tot of vatbaar voor de nieuwste opvattingen op allerlei gebied, met zijn tijd meegaand Problematische opvoedingssituatie Onzeker, twijfelachtig geheel van heersende omstandigheden op het gebied van opvoeding Jeugdbescherming Bescherming wat betreft de rechtspositie van de jeugd Fraternité Broederschap; genootschap. Verbale provocatie Het mondeling uitlokken van iets dat als overtreding beschouwd kan worden om aanleiding te vinden tot maatregelen tegen de andere partij; de omstandigheid dat iem. een misdrijf gepleegd heeft na door daden of woorden van hem, tegen wie dat misdrijf is gepleegd, hiertoe te zijn opgewekt. synoniem: uitdaging, uitlokking Vijandige clans Boos, hatelijk gezinde groep van personen (m.n. familieleden) met een grote onderlinge binding, die nauwelijks buitenstaanders toelaat Riposteren Prompt en gevat antwoorden Criminele gangs Misdadige ( jeugd ) bendes Professioneel crimineel circuit Voortkomend uit koele berekening en daardoor hard, ruw, meedogenloze, misdadige kring. Kleine diefstal Daad van stelen van dingen met beperkte waarde Vele vormen van ‘kleine diefstal’ werden gepleegd door kinderen en jongeren uit arme gezinnen die in complexe overlevingsstrategieën waren verwikkeld: het ging dan om incidentele noodoplossingen, waarnaar werd teruggegrepen wanneer men behoefte had aan bronnen van aanvullend inkomen. Doli incapax Het onvermogen om kwaad te doen Doli incapax betekent een vermoeden dat een kind is "niet in staat om de criminaliteit" op grond van wetgeving of het gemeen recht. Recent Australian reviews (Bradley 2003 and Crofts 2003) have discussed amending the doli incapax presumption, including reversing the onus of proof and changing its application to ages twelve and under. Recente Australische beoordelingen (Bradley 2003 en Crofts 2003) hebben besproken tot wijziging van de doli incapax vermoeden, waaronder het omkeren van de bewijslast en het veranderen van de toepassing ervan op leeftijden twaalf en onder. Lijfstraffen Straf aan het lichaam Foltering Pijniging, kwelling geseling Clementie Welwillendheid, goedertierenheid, genade, zachtmoedigheid Retoriek Het tentoonspreiden van kunstige vormen zonder veel inhoud, lege woordenpraal, vormwelsprekendheid, bombast synoniem: woordenkramerij, bombast Het klassieke strafrechtsysteem Hierin worden de schendingen van het strafrecht uitgevochten voor de rechtbank, waarin het openbaar ministerie, de advocaten van betrokken partijen en hun en de rechters doorgaans een hoofdrol spelen. Heropvoedingsmaatregel Maatregel bij het opnieuw-opvoeden, m.n. van personen of groepen die blijk geven niet aangepast te zijn aan het milieu waarin zij moeten leven synoniem: re-educatie “Beschermingsmodel” de basis van Beoogt de opheffing van de schade, streeft naar tevredenheid van al de betrokkenen en stelt het slachtoffer centraal in de gehele procedure (Walgrave, 2008). de huidige justitiële jeugdbescherming Recidiveren Bij herhaling een misdrijf begaan, recidivist worden “Herstelrechtelijke” beweging Herstelrecht wil het conflict terug geven aan de mensen zelf, en hen de mogelijkheid bieden zelf tot een oplossing te komen. Binnen de herstelrechtelijke beweging zijn er grosso modo twee verschillende visies: een radicale, die door eerder een beperkt aantal mensen wordt gevolgd, en een meer gematigde, die in steeds bredere kringen ingang vindt. De "radicalen" pleiten voor de vervanging van het strafrecht door het herstelrecht. De meer "gematigden" menen dat deze twee complementair zijn en dat ze elkaar wederzijds kunnen beïnvloeden. Responsabiliserende staat De eigen verantwoordelijkheid stimuleren door het verruimen van bevoegdheden Compensatie Het goedmaken, het aanvullen of vervangen van iets dat tekortschiet of uitgevallen is synoniem: vereffening, vergoeding. Restitutie Terugbetaling, teruggave, vergoeding Het goedmaken van aangedaan onrecht door vergoeding van schade, teruggave van goederen e.d. Idyllische visie Bekoorlijk door landelijke eenvoud en lieflijkheid met een brede blik, veel omvattend of bijzonder inzicht 'Traditionele' communauteiten Reciprociteit Gebruikelijke, zoals het gebruik of de gewoonte dat meebrengt, kloostergemeenschappen Gelijke behandeling over en weer synoniem: wederkerigheid Gepercipieerd Waarnemend, begrijpend, vattend Parameters Variabele die aan een (sub)routine wordt overgedragen Infrajudiciële regelingen Verder, in het geding ingenomen standpunt, gevoerde beweringen van een partij Regelingen gericht op compensatie van het slachtoffer en herstel van de veroordeelde- infrajudiciële regelingen tot stand konden komen (Lis & Soly, 2001). Pogingen ondernomen om tot een infrajudiciële conflictbemiddeling te komen? Onderlinge regelingen en dus het verborgen houden van de feiten voor de rechtsgang Restorativistisch initiatief Het restorativisme van Walgrave staat voor een samenleving zonder recht, waarin conflictoplossing en stabilisering van relaties het werk moeten zijn van een ‘gemeenschap’. 2.5.4 Bronnen Soort bronnen Boeken Tijdschriften Verzamelwerk Websites Andere Aantal Boeken Tijdschriften Verzamelwerken Websites Les enfants au Moyen_Age London Review of Books Listen to Youth Journal of Community Wiley Online Library http://classes.bnf.fr/ema/ag Listen to Youth es/index3.htm discutiegroep les enfants au Moyen-Age American Libraries Eindrapport Overlastjongeren uit Antwerpen aan het woord Contact Author Start Your books.google.com Tijdschrift voor Criminologie, Geschillen en Settlements: 2007 Law and Human Relations in het Westen Understanding youth and crime Journal of Social …, 2012 Tussen dader en slachtoffer books.google.com Werken aan de stad Zalven of slaan Meisjes in de netten van justitie Contexten en parcours van illegaliteit en vervolging van jonge vrouwen in Antwerpen. Historica. Tijdschrift van de Belgisch-Nederlandse Vereniging voor Vrouwengeschiedenis http://www.aspeditions.be/ nlbe/book/ERNSTI549Q/ernsti ge-jeugddelinquentiemythe-of-realiteit-christianeliaerts.htm Andere Niets is wat het lijkt in de jeugdbeschermingEen redelijk eigenzinnige kijk op 30 jaar jeugdbeschermingsrech t. Authors: ELIAERTS CHRISTIAN, CHRISTIAENS JENNEKE Ernstige jeugddelinquenten gestraft ? Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit http://www.bol.com/nl/p/er nstige-jeugddelinquentiemythe-of-realiteit/ Boom Lemma uitgevers Ernstige jeugddelinquentie: mythe of realiteit? Tijdschrift over cultuur en criminaliteit (2015) http://works.bepress.com/s erge_gutwirth De toekomst van het Ernstige jeugddelinquenten jeugdbescherminggestraft?Christiaens systeem Jenneke, Eliaerts Christian, Nuytiens An Autor: Eliaerts CHRISTIAN Reference: Tijdschrift voor Strafrecht, issue 4 vol.14 pp.214-221 Uitgegeven door Kluwer https://www.stuvia.com/do c/18798/jeugdcriminologie- Samenvatting: Jeugdcriminologie, achtergronden-vanachtergronden van jeugdcriminaliteit jeugdcriminaliteit Van pionier naar onmisbaar. Panopticon werd in 1980 Over 30 jaar Panopticon opgericht als "Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch welzijnswerk". www.panopticon-net.org International handbook of juvenile justice Junger-Tas http://link.springer.com/book/ Trajecten van uithanden gegeven jongeren in het strafrecht Ernstige jeugddelinquentie: mythe of realiteit?; prevalentie, risicofactoren, justitiële afhandeling en interventies http://www.makluonline.eu/nl/tijdschrift/pano pticon/jaargang-volume28/3-mei-juni-may-june2007/trajecten-vanuithanden-gegevenjongeren-in-het-st/ http://www.bibliotheek.nl/cata logus/titel.296396613.html Christian Eliaerts (red.) Jeugd en Criminaliteit https://books.google.be/books /about/Youth_and_Crime.html John Muncie http://www.wegwijzerjeugden veiligheid.nl/fileadmin/w/weg wijzerjeugdenveiligheid_nl/oud esite/doc/criminele_jongeren/J ustitiele_verkenning_Twaalfmi nners.pdf#page=38 http://dial.academielouvain.be "De cijfers van het debat /handle/boreal:83937 misdaad: Voor een rationele exploitatie van de strafrechtelijke statistieken in de sociale wetenschappen", Louvainla-Neuve 2.6 Maak een samenvatting van 1 pagina. Neem een tekstreferentie op van de basistekst én een bronnenlijstreferentie volgens de APA-richtlijnen. Jongeren en criminaliteit: Een lange geschiedenis van de Middeleeuwen tot heden Tekst van Margo De Koster De meningen over de hedendaagse jeugd zijn verdeeld. Volgens de één zijn ze een brok ellende. Anderen zeggen dat er niets aan de hand is. De auteur ging op zoek naar de oorsprong van een vraag die een antwoord verdient. Media, politiek en publiek spelen een niet te onderschatten rol in de perceptie die vandaag de dag bestaat over de jeugd. De laatste jaren werden we geconfronteerd met extreme vormen van jongerengeweld. Het veroorzaakte steeds een grote ophef, maar is dit in proportie? Over de definitie van het 'jongerenprobleem' zijn de meningen al sterk uiteenlopend. Dan mag het niet verwonderen dat de aanpak ervan evenmin eenduidig is. De meeste belangenorganisaties zijn het erover eens dat jongeren sneller aangepakt moeten worden. Maar hoe? Sommigen pleiten voor strengere bestraffing, anderen voor hulpverlening en begeleiding. Zelfs Aristoteles, Augustinus en Shakespeare beklaagden zich over het gedrag van de jeugd. Het is blijkbaar een probleem van alle tijden. Vanaf de negentiende eeuw zijn verschillende maatschappelijke, politieke en economische veranderingen belangrijk geweest. Het achtergestelde milieu van de stedelijke arbeidersklasse leek een broeihaard te zijn van immoraliteit en criminaliteit, waarmee de burgerij niets te maken wilde hebben. Daarmee werd de basis gelegd van de moderne notie van de jeugddelinquent als slachtoffer van een problematische opvoedingssituatie, en van het twintigste-eeuwse stelsel van de jeugdbescherming met zijn afzonderlijk jeugdstrafrecht. Pas ver in die twintigste eeuw begon de lagere klasse de normen van de hogere klassen over te nemen. Van dan af werd de taal van de vuist almaar minder getolereerd en spreken we van 'zinloos' geweld. Diefstal door jongeren had niet altijd te maken met materiële nood of georganiseerde criminaliteit, integendeel: zowel tijdens de Middeleeuwen als in de twintigste eeuw stalen vooral jonge mannen en vrouwen ook wel eens omdat ze geld nodig hadden om te kunnen uitgaan. Naarmate de moderne commerciële vermaaksindustrie met haar theaters, cafés, bioscopen en dancings groeide, namen gelddiefstallen en conflicten tussen ouders en kinderen over zakgeld toe. Jongeren waren nooit ongevoelig voor mooie kleren en andere luxueuze voorwerpen. Het is meer dan aannemelijk dat in een materialistische samenleving dergelijke diefstallen vooral dienden om een vorm van sociaal kapitaal te verwerven. Aan het eind van de negentiende eeuw werden minderjarigen niet langer gestraft, maar onderworpen aan een heropvoedingsmaatregel tot aan hun meerderjarigheid. Ook de oorzaken werden niet langer bij de jonge dader zelf gezocht, maar bij een omgeving, waartegen de jongere beschermd diende te worden. Tot op de dag van vandaag wordt er gezocht naar een concrete oplossing, waarbij het duidelijk is dat er geen pasklaar antwoord voor handen is. Bronnen: Alexandre-Bidon, D. & Lett, D. (1997). Les enfants au Moyen-Age, Ve-XVe siècles. Parijs: Hachette. Bossy, J. (ed.) (1983). Disputes and settlement. Law and human relations in the West. Cambridge: Cambridge University Press. Brown, S. (2005). Understanding youth and crime. Listening to youth? (2nd ed.). Berkshire: Open University Press. Christiaens, J. (2001). Jeugdcriminaliteit. Een apart probleem? Negentiende-eeuwse jonge daders en hun misdrijven. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 277-298. 318 Tijdschrift voor Criminologie 2010 (52) 3 Dit artikel van BJu Tijdschriften is gemaakt voor M. Vanneste Jongeren en criminaliteit De Koster, M. (2009). Meisjes in de netten van justitie. Contexten en parcours van illegaliteit en vervolging van jonge vrouwen in Antwerpen. Historica, 32(2), 6-12. Dupont, G. (2001). Patronen van jongerencriminaliteit in een laatmiddeleeuwse grootstad (Brugge, 1385-1550). In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 49-82. Eliaerts, C. (2001). Zalven of slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 371-393. Eliaerts, C. (red.) (2006). Ernstige jeugddelinquentie. Mythe of realiteit? Prevalentie, risicofactoren, justitiële afhandeling. Brussel: VUBPress. Gutwirth, S. (2010). Blurring als methode, ideologie als resultaat. In: W. Bruggeman, E. De Wree, J. Goethals, P. Ponsaers, P. Van Calster, T. Vander Beken & G. Vermeulen (red.). Van pionier naar onmisbaar. Over 30 jaar Panopticon. Antwerpen/Apeldoorn: Maklu, 563-576. Junger-Tas, J. & Decker, S.H. (eds.) (2006). International handbook of juvenile justice. Dordrecht: Springer. Laan, P. van der (2008). De meeste jongeren zijn niet crimineel. Jeugdbeleid, 2(1), 75-85. Lis, C. & Soly, H. (2001). Jeugd, criminaliteit en sociale netwerken, veertiende tot twintigste eeuw. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 11-48. Muncie, J. (2009). Youth and crime (3rd ed.). Sage Publications. Soly, H. (2001). Probleemjongeren in Brabantse en Vlaamse steden, zestiende-achttiende eeuw. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 101-142. Spierenburg, P.C. (2000). Jeugdgeweld in historisch perspectief. Justitiële verkenningen, 26(1), 9-20. Steegen, E. (2001). Kinderen van vagebonden in plattelandsbenden tijdens de eerste helft van de achttiende eeuw. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 143-167. Vanneste, C. (2005). De la production a l’exploitation statistique. l’Intervention scientifique dans tous ses etats. In: F. Vesentini (ed.). Les chiffres du crime en débat. Regards croisés sur la statistique pénale en Belgique (1830-2005). Louvain-la-Neuve: BruylantAcademia, 193-216. Vrints, A. (2006). Het theater van de straat. Publiek geweld, respectabiliteit en sociabiliteit (ca. 1910-1950) (ongepubl. doctoraatsverhandeling). Universiteit Gent, Geschiedenis. Walgrave, L. (2008). Restorative justice, self-interest and responsible citizenship. Devon: Willan Publishing. Weijers, I. & Eliaerts, C. (2008). Jeugdcriminaliteit. Wetenschappers over een brandend vraagstuk. In: I. Weijers & C. Eliaerts (red.). Jeugdcriminologie. Achtergronden van jeugdcriminaliteit. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 13-22. Wittebrood, K. (2000). Trends in jeugdgeweld. Justitiële verkenningen, 26(1), 21-34. Tijdschrift (http://sova6.wdfiles.com/local--files/basisteksten/1%20BaMV%20B_Reyntjens_Jarne_IV_stap2.pdf) 7. Tot slot: De tekst verwerk je in een PowerPoint van 10 dia’s. Zoek illustraties en vergeet de bron niet te vermelden. Als je origineel materiaal maakt, wordt dit hoger gewaardeerd. Zorg dat de presentatie vanzelf en logisch loopt bij aanklikken. Zorg voor animaties. Sla je presentatie op als Klas_naam_voornaam_IV_stap2.ppt. Zie aparte powerpoint. Stap 3: Beschikking krijgen en meer zoeken 3.1 Publicaties binnen handbereik Nr Soort bron Referentie Bib Plaats 1 Tijdschrift voor Privaatrecht. Dirk Leestmans interviewt Prof .Lode Walgrave in de gebouwen van Linc, het Leuvense Instituut voor Criminologie. over : “Naar een geïntegreerde aanpak van jeugddelinquentie” http://www.legalworld.be/legalworld/Naar-eengeintegreerde-aanpak-vanjeugddelinquentie.html?LangType=2067 neen 2 Sociaal wetenschappelijk Lode Walgrave ; “Jeugddelinquentie in perspectief “ Uitgeverij Kluwer Mechelen 2012 VIVES Campus Kortrijk Bib. 1° verd. 362.745 3 Sociaal wetenschappelijk Goedseels E. “Jeugdcriminaliteit in Vlaanderen” Kluwer Deurne2000 VIVES Campus Kortrijk Bib. 1°verd. 361 4 Sociaal wetenschappelijk Balthasar Beke BMWA, van Wijk A. Ph, Ferwerda HB “Jeugdcriminaliteit in groepsverband ontrafeld : tussen rondhangen en bendevorming” Amsterdam SWP 2000 Antwerpen Permeke Stadsbibliotheek ZIZO Volwassenen Samenleving 5 Sociaal wetenschappelijk Ria Goris “De weg terug” bekentenissen van (ex)criminele jongens en meisjes uit gewone gezinnen Uitgeverij: Van Halewijck 2010 Antwerpen Permeke Stadsbibliotheek ZIZO Volwassenen Samenleving itGORI 6 Sociaal Wetenschappelijk Trajecten van uithanden gegeven jongeren in het strafrecht Tijdschrift Panopticon (ISSN-771-1409) Jaargang 1 mei 2007 volume 28 neen 7 Sociaal Jeugdcriminaliteit – Michiel Elands Tijdschrift psychologie jaargang 1999 nr.3 pag.48/50 Antwerpen Permeke Stadsbibliotheek ZIZO Volwassenen Psychologie 8 Sociaal Wetenschappelijk Romain Vanlandschoot “Sluit ze op … jongeren in de criminaliteit 1400 tot nu” Uitgeverij : Davidsfonds 2008 Antwerpen Permeke Stadsbibliotheek ZIZO Volwassenen Samenleving 'tVANL 9 Sociale info Het laatste Nieuws – krant van 3/8/15 neen Vandalisme 10 Website Vlaamse Overheid – Departement Welzijn JongerenWelzijn neen Om hulpverlening te bieden aan jongeren in een verontrustende leefsituatie die door de jeugdrechter worden toevertrouwd aan een open of een gesloten inrichting jo-lijn is de luisterlijn Jongerenwelzijn. 0800 900 33 [email protected] 11 Sociaal Wetenschappelijk Catharina Lis “Tussen dader en slachtoffer” jongeren en criminaliteit in Antwerpen Permeke Achtergrond-collectie ZIZO Volwassenen historisch perspectief. Uitgegeven VUB 2001 Misdaad en Geweld Jeugdcriminaliteit LIS Stadsbibliotheek Samenleving 12 Sociaal Wetenschappelijk Tijdschrift Pedagogiek Jaargang 22 ( 2002 )n° 3 pag. 278-280 “Jeugdcriminaliteit in groepsverband – tussen rondhangen Deurne Couwelaar en bendevorming” Stadsbibliotheek auteur : Jan Dirk De Jong en Arjen Leerkens Leeszaal: Tijdschriften (LZ))TS 430.2 PEDAGOGIEK 13 Centre d’Etude de la Délinquance Juvénile, Statistiques et protection de la jeunesse, publication n° 41, Bruxelles, 1977, met bijdragen van G. HOUCHON, B.E. HAUTIER, E. VERHELLEN, X. RENDERS, H. DE BRUYNE en L. WALGRAVE Gerechtelijke statistieken inzake jeugddelinquentie en jeugdbescherming: een (grote) stap vooruit. Eef GOEDSEELS, Charlotte VANNESTE, en Isabelle http://incc.fgov.be/up load/files/ODcriminol ogie/protectiondelaje unesse/productionete xploitationdedonnees statistiques/EG%20CV %20ID%20panopticon %202005.pdf Sociaal Wetenschappelijk “Ernstige jeugddelinquentie gestraft ?” Praktijk van uithandengeving. Auteurs: An Nuytiens – Jenneke Christiaens – Christian Eliaerts 14 DETRY Neen Uitgeverij Academia Press Gent Reeks dienst strafrechtelijk beleid. 3.2. Sterauteurs? Andere werken in de bib Auteur Beschikbaar in de bib Verwantschap J.Jacobs & H. Ferwerda co-auteur Balthasar Beke “Focus op jeugdcriminaliteit “ Ja – Permeke Antwerpen ZIZO – volwassen Samenleving MISDAAD-GEWELD-CRIMINALITEIT 'tFERW Wat is jeugdcriminaliteit? Welke strafbare feiten plegen jongeren en hoe pakken we deze jongeren aan in Nederland. Balthasar Beke – H. Ferwerda 1 Peter H. Van der Haar “De dunnen draad tussen doorgaan en stoppen: allochtone jongeren en criminaliteit “ Uitgeverij SWP – 1998 Ja – Permeke Antwerpen ZIZO – Volwassen Samenleving MISDAAD-GEWELD- CRIMINALITEIT DVNN In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de levensgeschiedenissen van deze jongeren Henk Ferwerda – Balthasar Beke Tijdschrift Didaktief jaargang 1994 n°° 9 pag. 38-39 Niet uitleenbaar Geweld – Scholen – Preventie 3.3. Zoek ter plaatse in de bib Gekozen bron 15 Sociaal wetenschappelijke bron Ria Goris “De weg terug” Uitgeverij Van Halewyck 2010 – 224 blz Bekentenissen van (ex)criminele jongens en meisjes uit gewone gezinnen. Stadsbibliotheek Permeke ZIZO Volwassenen – Antwerpen SamenlevingitGORI Het colofon bevat gegevens over schrijfster, uitgeverij met adres Diestsesteenweg 71a – 3010 Leuven . website : www.vanhalewyck.be Info over ontwikkeling cover : Filip Coopman – foto cover: Lieven Nollet – auteursfoto cover: Stefan Dewickere en Druk: Wilco, Amersfoort. Ook is er een korte beschrijving over Ria Goris. Ze is journaliste en schreef ook al eerder over dit onderwerp in de Knack, De Standaard en Weliswaar. Ze bracht al verschillende boeken uit waaronder “Een mens vermoord” “Nabestaanden en moordenaars vertellen”. Extra trefwoorden en vaktermen Vaktermen Uitleg Sacoche handtas Affiches Child Focus Stichting voor Vermiste en Seksueel uitgebuite Kinderen Speed Is de straatnaam voor drugs die amfetaminen bevatten. Drugs dealen Een drugsdealer is iemand die illegaal drugs verkoopt 3.4 Zoek verder buiten je tekst Type informatiebron Aantal “Jeugdcriminaliteit: feiten en mythen over 1 een beperkt probleem” Auteur: J. van Acker Uitg.: Bohm Staffeu Van Loghem 1998 Referenties http://www.worldcat.org/libraries Stap 4: Contextualiseren 4.1 Organisaties Crisisjeugdhulp Wanneer je zelf geen vat meer lijkt te hebben op bepaalde gebeurtenissen en onmiddellijke hulp aangewezen lijkt, kan er beroep worden gedaan op de crisisjeugdhulpverlening. Via het crisismeldpunt van de regio waarin de minderjarige zich bevindt, kan deze zich aanmelden. Je dient over een account te beschikken om toegang te krijgen. Deze account kan je enkel bekomen als de organisatie je toegang verleent om in deze databank te werken. Een account kan je aanvragen via [email protected] Eind 2012 maakte minister Vandeurzen middelen vrij voor het tweejarige project ‘Libel’. Hierbij wordt bekeken op welke manier de ervaring van het huidige netwerk CJ, de expertise van LUK (Leuvense Urgentiecentrum Kinderpsychiatrie) en het outreachteam sterker kunnen worden gemaakt. Bedoeling is om af te stappen van een probleem gebonden toegang. Verder is het in dit proefproject de intentie te experimenteren met een ‘walk-in model’, waarin naast professionelen ook cliënten zelf zich kunnen aanmelden. Meer informatie kan bekomen worden via Lotte Stoops: [email protected] of 0497946478. C2 is een voorzieningen overstijgend aanbod binnen de geestelijke gezondheidszorg waarbij crisishulp geboden wordt aan minderjarigen met acute psychische/kinderpsychiatrische problematiek en hun context. Een gemeenschappelijke equipe van voorzieningen geestelijke gezondheidszorg en kinder- en jeugdpsychiatrie organiseert deze crisishulp. Een betere afstemming (netwerkvorming) en een mogelijkheid tot gemeenschappelijke mobiele interventie zijn het resultaat van deze samenwerking. Deze samenwerking is momenteel beperkt tot de regio Gent – Eeklo en Zuid- Oost-Vlaanderen. Vanuit het departement Welzijn Volksgezondheid en Gezin werden voor de periode december 2013- december 2014 projectmiddelen voorzien om deze crisiswerking af te stemmen op de crisiswerking vanuit Integrale Jeugdhulp en bijkomende initiatieven te promoten binnen heel de provincie Oost-Vlaanderen. Voor meer informatie hieromtrent kan men zich melden bij Sabine Van den Berge: [email protected] of op het nummer 092106847. Kompas is een instrument dat toelaat een gemeenschappelijke context te gebruiken voor het beantwoorden van crisismeldingen. Het zorgt voor een eenduidige manier van vraaghantering bij crisismeldingen en toeleiding naar de hulpprogramma’s crisis. Met de interventiepartners en de meldpunten loopt een traject om Kompas in hun dagelijkse werking te implementeren. Het instrument Kompas Vraagverheldering werd ontwikkeld door Capri, Universiteit Antwerpen. Het rapport over Kompas kan geraadpleegd worden op de website. Aantal woorden: 358. Bron: http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/ijh/vlaanderen/crisisjeugdhulp/Paginas/default.aspx 4.2 Juridische documenten I BELGISCH STAATSBLAD — 24.07.2006 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C − 2006/00523] 7 JULI 2006.—Ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen Dames en heren Burgemeesters, Recente dramatische gebeurtenissen in ons land zetten mij aan tot het versterken en versnellen van een aantal genomen maatregelen en initiatieven in het domein van de preventie én integrale aanpak van jeugdcriminaliteit. Veiligheid is een zaak voor ieder van ons. Net daarom wens ik de lokale overheden en de lokale politie te sensibiliseren en aan te moedigen om in dit domein en méér in het bijzonder voor de fenomenen geweld, dreiging met geweld en afpersing (beter gekend onder de noemer « steaming ») en wapenbezit door jongeren, bepaalde maatregelen te nemen en/of bestaande maatregelen te versterken. De strijd tegen jeugdcriminaliteit is in ons land gestoeld op twee assen. Een eerste as betreft de sociaal preventieve maatregelen. Via een reeks socio-preventieve maatregelen willen we de sociale cohesie in onze maatschappij verzekeren en versterken. Dankzij een goede sociale cohesie willen we ervoor zorgen dat jongeren over één of meerdere sociale vangnetten beschikken en zó niet afglijden naar de criminaliteit. Een goed sociaal « klimaat » met een aangepaste omkadering voor de jongeren moet hen een beter perspectief bieden dan dat van een « criminele carrière ». Een tweede as is gebaseerd op een brede waaier van eerder ordehandhavende maatregelen, en dit zowel op het vlak van de openbare orde als in het domein van het straf- en jeugdrecht en het administratief recht. In deze omzendbrief zal ik het specifiek hebben over geweld, dreiging met geweld en afpersing (« steaming »), wapenbezit door jongeren en over de maatregelen die in dit kader dienen genomen te worden. Vier soorten maatregelen worden onderscheiden : — uitwerken van een methodologische benadering en aanpak voor deze fenomenen, kaderend in het afgesproken veiligheids- en politiebeleid — voorzien van flankerende maatregelen ter vrijwaring van een veilige schoolomgeving; — verspreiden van bestaande initiatieven en maatregelen op het gebied van de aanpak van jeugdcriminaliteit; — naleven van een strikte timing en procedure. II Steunpunt jeugdhulp Rapport Jeugddelinquentie 2003 In 2003 was het exact vijftien jaar geleden dat de Staatshervorming met de Bijzondere Wet van 1980, gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, zorgde voor een grote ommezwaai in het beleid van de Vlaamse Gemeenschap. Hoe zag dit Vlaamse uitvoeringsbeleid er in die voorbije vijftien jaar uit? Hoe werd het geëvalueerd? En wat brengt de toekomst? Deze vragen staan centraal in het rapport dat Hilde Geudens, OSBJ-stafmedewerkster, opstelde in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. Vlaams beleid inzake de jeugddelinquentie: Synthese INLEIDING 2003! Net 15 jaar geleden zorgde de Staatshervorming met de Bijzondere Wet van 1980, gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, voor een grote ommezwaai in het beleid van de Vlaamse Gemeenschap. Voortaan werden de Gemeenschappen bevoegd voor het uitvoeringsbeleid inzake de jeugddelinquentie. Niettegenstaande de federale wet betreffende de jeugdbescherming van 1965 tot heden het wettelijke kader blijft vormen, is het Vlaamse uitvoeringsbeleid geëvolueerd. Hoe zag dit Vlaamse uitvoeringsbeleid eruit gedurende de voorbije vijftien jaar? Hoe wordt dit geëvalueerd? Welk zijn de toekomstplannen? Voorliggende nota brengt hiervan een synthese. Deze nota bestaat uit twee grote delen. In het eerste deel wordt het basiskader geschetst. De basisregelgeving en drie maatschappelijke ontwikkelingen, die een belangrijke impact hebben gehad op het beleid van de Vlaamse Gemeenschap, worden toegelicht. In een tweede deel wordt ingegaan op de vernieuwingen in het Vlaamse uitvoeringsbeleid. Een aantal kernthema’s wordt eruit gelicht: preventie, hulpverlening, projecten, open en gesloten residentiële voorzieningen. Een besluit rondt het geheel af. Er moet uiteraard benadrukt worden dat een beleid uitbouwen ten aanzien van jongeren in een problematische opvoedingssituatie en jongeren die feiten plegen (uiteraard) ook beïnvloed wordt door globale maatschappelijke ontwikkelingen zoals daar zijn: demografische evoluties, de evolutie naar een prestatiemaatschappij, de dualisering van de samenleving en de hiermee gepaard gaande uitsluitingsprocessen, evoluties in de criminaliteit, enz. Voor een beschrijving van deze globale ontwikkelingen verwijzen we naar een rapport met betrekking tot de omgevingsanalyse dat weldra wordt gefinaliseerd. Telefoon Je kan Steunpunt Jeugdhulp telefonisch bereiken van maandag tot en met vrijdag op het nummer 02 513 15 10 (fax: 02 513 98 28) (van 8u tot 12u30 en van 13u uur tot 16u). Op maandagnamiddag is er geen telefoonpermanentie. III BIJZONDERE JEUGDZORG Kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun gezinnen kunnen begeleid worden door een voorziening, project of dienst binnen de Bijzondere Jeugdzorg. Soms komen deze kinderen, jongeren en hun gezinnen in een moeilijke situatie terecht. De hulpverlening binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg (BJZ) tracht als antwoord op een maatschappelijke verwijzing tegemoet te komen aan noden van minderjarigen en hun ouders wanneer zij zich in een problematische leefsituatie bevinden (vroeger bekend als POS). Dit kan zijn omdat de leefomgeving van de minderjarige een bedreiging vormt voor een optimale ontwikkeling, wanneer ouders om hulp vragen bij de opvoeding van hun kinderen of wanneer er conflicten rijzen tussen minderjarigen en hun ouders. Ook wanneer een minderjarige een als misdrijf omschreven feit (MOF) pleegde, kan de hulpverlening van de Bijzondere Jeugdzorg opgestart of verder gezet worden. Na 18 jaar kan een jongere voortgezette hulpverlening vragen. Dit kan binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg of in andere sectoren (zoals Algemeen Welzijnswerk, Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) of Geestelijke Gezondheidszorg). Onder bepaalde voorwaarden kan verdere hulp verleend worden aan jongeren tot de leeftijd van 20 of 21 jaar. Mogelijke hulp is dan: • • • • de jongere onder toezicht op kamer laten wonen tot 20 jaar; de jongere in een gezin laten verblijven tot 20 jaar; de jongere in een geschikte inrichting laten verblijven tot 20 jaar; de jongere tot 21 jaar onder begeleiding zelfstandig laten wonen. Als misdrijf omschreven feiten (MOF) Omdat minderjarigen – volgens de wet op de jeugdbescherming – geen misdrijf kunnen plegen, hanteert men de term ‘als misdrijf omschreven feit’ (MOF). Deze term verwijst naar feiten of handelingen die, met het klassieke strafrecht als referentiepunt, als misdrijf worden beschouwd. In de gerechtelijke jeugdhulp bepalen het Openbaar Ministerie (parket) en de jeugdrechter of het over een als misdrijf omschreven feit gaat. De jeugdrechter geeft de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp (SDJ) opdracht om een maatschappelijk onderzoek te voeren. Na grondig onderzoek kan de SDJ de jeugdrechter adviseren over het meest wenselijke traject binnen de jeugdhulp. Vervolgens legt de jeugdrechter een maatregel op. Na het uitspreken hiervan, zorgt de SDJ er mee voor dat de maatregel wordt uitgevoerd. De Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming bepaalt welke maatregelen de jeugdrechter kan nemen in geval van een MOF. Kort samengevat zijn dat: • de minderjarige een berisping geven; • de minderjarige en zijn/haar gezin onder begeleiding plaatsen van een consulent van de sociale dienst. Die zorgt ervoor dat het gezin de voorwaarden naleeft die de jeugdrechter heeft opgelegd; • een herstelgerichte maatregel opleggen (herstelbemiddeling of een herstelgericht groepsoverleg); • de jongere plaatsen in een voorziening of in een gemeenschapsinstelling. In uitzonderlijke situaties én als het om een zeer ernstig misdrijf gaat, kan de jeugdrechter beslissen om de jongere uit handen te geven. In dat geval zal een gewone strafrechtbank over de situatie oordelen, [email protected] Binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg kenden we aanvankelijk negen categorieën van private voorzieningen, beter bekend als 'werkvormen'. Met de start van de Integrale Jeugdhulp, is het hele jeugdhulpaanbod herschreven in typemodules. Private voorzieningen Binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg onderscheiden we momenteel 5 soorten van private voorzieningen: de Organisaties voor Bijzondere Jeugdzorg (OVBJ), de Opvang-, Oriëntatie- en Observatiecentra (OOOC), de diensten voor pleegzorg, Diensten Herstelgerichte en Constructieve Afhandeling (HCA) en de Centra voor Integrale Gezinsbegeleiding (CIG). De Organisaties voor Bijzondere Jeugdzorg bieden één of meerdere van volgende typemodules aan: • Module contextbegeleiding • Module contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen (het vroegere BZW) Module dagbegeleiding in groep (de vroegere dagcentra) • Module verblijf (residentieel) • Module Ondersteunende Begeleiding • Module Kortdurend (Crisis)verblijf Jongerenwelzijn subsidieert ook projecten en bijzondere initiatieven die zich richten tot een specifieke doelgroep of op een bijzondere probleemsituatie, of die op een andere manier vernieuwend zijn IV Portaal Belgium.be Informatie en diensten van de overheid Jeugddelinquentie Belangrijke melding over de zesde staatshervorming De informatie op deze pagina behoort geheel of gedeeltelijk tot de bevoegdheden die door de zesde staatshervorming op 1 juli 2014 naar de gemeenschappen, gewesten of gemeenschapscommissies overgedragen worden. De bestaande regelgeving blijft van kracht tot een gemeenschap of een gewest over wijzigingen of nieuwe regels beslist. Algemene informatie over de zesde staatshervorming De beslissingen van het gerecht ten opzichte van een minderjarige die een of meerdere overtredingen heeft begaan, worden genomen op basis van een aantal factoren: de ernst van de feiten, de omstandigheden waarin ze werden gepleegd, de schade en de gevolgen voor het slachtoffer, het gevaar dat de jongere al dan niet vormt voor de samenleving, de persoonlijkheid van de jongere, zijn leeftijd, zijn maturiteit, de familiale en sociale omgeving, het schoolbezoek, de antecedenten ... De doelstellingen die worden nagestreefd zijn opvoeding, responsabilisering en sociale re-integratie. De bescherming van de samenleving is ook een element waarmee rekening wordt gehouden. Op basis van de elementen van het dossier beslist het jeugdparket of het de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig maakt of seponeert. Vooraleer de zaak te seponeren en als de feiten niet zeer ernstig zijn, kan het jeugdparket de jongere een waarschuwingsbrief sturen of hem samen met zijn ouders oproepen voor een mondelinge herinnering aan de wet. Het parket kan ook een bemiddeling voorstellen tussen de jongere, de ouders en het slachtoffer. Het resultaat wordt als positief beschouwd wanneer de jongere tot inzicht komt en tot herstel overgaat: excuses, terugbetaling, enz. Wanneer het parket beslist heeft de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig te maken, dan kan deze maatregelen opleggen zoals bijvoorbeeld prestaties van algemeen belang, een educatieve begeleiding of een therapeutische behandeling. Een herstelgericht aanbod (herstelgericht groepsoverleg) kan ook worden overwogen en aanleiding geven tot een akkoord tussen de partijen. In het kader van dat akkoord kan de jongere verbintenissen aangaan tot herstel. In uitzonderlijke gevallen kan de jongere geplaatst worden (pleeggezin, open of gesloten instelling ...). Wanneer de feiten zeer ernstig zijn en/of de jongere als gevolg van delinquente daden reeds eerder een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd kreeg, kan de jeugdrechtbank onder bepaalde voorwaarden de zaak uit handen geven. Na een uithandengeving wordt de jongere berecht als een volwassene. V Federale Overheidsdienst Justitie Principe De jeugdbescherming wordt in hoofdzaak geregeld door de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. Twee wetten van respectievelijk 15 mei 2006 en 13 juni 2006 hervormen de wet van 1965. Zij omvatten een bredere waaier aan maatregelen die de rechter kan uitspreken of die het parket (procureur des Konings) kan voorstellen ten aanzien van een minderjarige die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd. Door de Zesde Staatshervorming valt de jeugdbescherming voortaan voor een groot deel onder de bevoegdheid van de gemeenschappen. In Brussel is de GGC bevoegd. Sinds 1 juli 2014 zijn de gemeenschappen bevoegd voor: • het bepalen van de aard van de maatregelen ten aanzien van de minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd; • de regels inzake de uithandengeving; • de regels inzake de plaatsing in een gesloten instelling; • de gesloten instellingen, volgens bepaalde uitvoeringsregels. De gemeenschappen kunnen de dwingende maatregelen bepalen die kunnen worden genomen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Dat omvat de bepaling van: • • • • de aard van de maatregelen; de hiërarchie van die maatregelen en de criteria waarmee rekening moet worden gehouden bij de keuze van de op te leggen maatregelen; de maatregelen zelf; de onderliggende beginselen van de maatregelen. De gemeenschappen moeten die nieuwe bevoegdheden uitoefenen met inachtneming van de bevoegdheden die federaal blijven, namelijk: • de organisatie van de jeugdgerechten: de oprichting en samenstelling ervan; • de territoriale bevoegdheid van die rechtscolleges; • de procedure voor die rechtscolleges: de wijze waarop de procedure wordt ingeleid en de termijn. De federale staat blijft ook bevoegd voor de voorlopige hechtenis en de uitvoering van de straffen opgelegd aan uit handen gegeven jongeren. Deze rubriek beschrijft het systeem van jeugdbescherming zoals het momenteel bestaat volgens de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming. Wat kan het jeugdparket beslissen? Op basis van de elementen van het voorgelegde dossier beslist het jeugdparket of het de zaak aanhangig maakt bij de jeugdrechtbank of seponeert. Vooraleer de zaak te seponeren en als de feiten niet zeer ernstig zijn, kan het parket zich soms beperken tot het sturen van een waarschuwingsbrief naar de jongere of hem samen met zijn ouders oproepen om hem te wijzen op zijn wettelijke verplichtingen. Het parket kan ook een bemiddeling voorstellen tussen de jongere, zijn ouders en het slachtoffer. De bemiddeling moet de jongere bewustmaken van de materiële en relationele gevolgen van het misdrijf dat hij gepleegd heeft. De afloop wordt als gunstig beschouwd als de jongere tot inkeer komt en overgaat tot herstel (verontschuldigingen, schadeloosstelling, enz.) Wat kan de jeugdrechter beslissen? Wanneer het parket beslist heeft de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig te maken, kan zij voorlopige maatregelen van bewaring, behoeding en/of opvoeding opleggen aan de jongere. De voorlopige fase duurt maximaal zes maanden. Als de jongere minstens 12 jaar oud is, moet de rechter hem horen. De jongere wordt bijgestaan door een advocaat. De jeugdrechter kan de volgende beslissingen nemen: de jongere vrijspreken hem berispen eerder opgelegde voorlopige maatregelen handhaven nieuwe maatregelen opleggen De rechter moet zijn beslissing motiveren. Daarbij houdt hij rekening met verschillende factoren: de persoonlijkheid van de jongere zijn leeftijd zijn maturiteit zijn familiale en sociale omgeving het schoolbezoek zijn veiligheid de ernst van de feiten de omstandigheden waarin zij gepleegd zijn de schade en de gevolgen voor het slachtoffer het gevaar dat de jongere al dan niet vormt voor de samenleving zijn antecedenten Welke maatregelen kan de jeugdrechter nemen? De jeugdrechter beschikt over een brede waaier aan maatregelen die hij ten aanzien van de minderjarige kan nemen. Hij moet het subsidiariteitsbeginsel in acht nemen, dat wil zeggen dat hij de voorkeur moet geven aan de maatregelen met de minste beperking op de vrijheid van de minderjarige. De wet voorziet in een gradatie van maatregelen: De voorkeur moet in de eerste plaats uitgaan naar een herstelrechtelijk aanbod. Vervolgens moet de voorkeur gegeven worden aan de maatregelen die geen plaatsing impliceren. Ten slotte verdient de plaatsing in een open afdeling de voorkeur boven de plaatsing in een gesloten afdeling. Voor een kind dat op het tijdstip van de feiten jonger dan 12 jaar was, kan de jeugdrechtbank enkel drie maatregelen nemen: berisping sociale follow-up intensieve educatieve begeleiding Ten aanzien van een jongere van 12 jaar of ouder kiest de rechter in de eerste plaats voor het herstelrechtelijk aanbod. Dit omvat bemiddeling en herstelgericht groepsoverleg. Bij bemiddeling helpt de onpartijdige bemiddelaar de jongere, diens sociale omgeving en de slachtoffers om samen een oplossing te vinden voor het herstel van de schade. Wanneer de partijen een akkoord bereiken, wordt een intentieverklaring opgesteld en voorgelegd aan de rechter, die ze officieel zal goedkeuren, behalve als zij in strijd is met de openbare orde. Daarna zal een sociale dienst controleren of de jongere zijn verbintenissen naleeft. De jeugdrechter kan andere maatregelen nemen, bijvoorbeeld: de jongere onder toezicht van een sociale dienst plaatsen de jongere verplichten een prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut met een maximumduur van 150 uur te leveren huisarrest opleggen een ambulante therapeutische behandeling opleggen in uitzonderlijke gevallen de plaatsing bevelen (pleeggezin, gemeenschapsinstelling, enz.) Het behoud in het leefmilieu is soms onderworpen aan voorwaarden; een sociale dienst ziet toe op de naleving ervan. Voorbeelden: naar school gaan, een prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut leveren, niet omgaan met bepaalde personen of bepaalde plaatsen vermijden, het huisarrest in acht nemen. De jeugdrechtbank kan de maatregelen indien nodig verlengen tot de leeftijd van 20 jaar. De gemeenschappen zijn bevoegd voor alles wat betrekking heeft op de uitvoering van de beschermingsmaatregelen genomen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. 4.3 Statistieken Zie werkblad Excel 4.4 Politieke context De politieke context (maatschappelijk / beleid / visie ) Minderjarige jeugddelinquenten kunnen in verschillende centra terecht voor aangepaste begeleiding Jeugdhulpschema Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding Beheerstraat 68, 8500 Kortrijk Tel 056 / 21.60.91 Fax 056 / 20.36.51 [email protected] Algemene Info Het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding is een ambulante voorziening, erkend door de Vlaamse Gemeenschap, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afdeling Bijzondere Jeugdbijstand. Het Centrum heeft 2 erkenningen : Thuisbegeleiding (categorie 5) en Begeleid Zelfstandig Wonen (categorie 6). De capaciteit binnen Thuisbegeleiding bedraagt 40 gezinnen, binnen Begeleid Zelfstandig Wonen 16 jongeren. Ons werkgebied is het bestuurlijk arrondissement Kortrijk. Daarnaast is het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding erkend als HCA - dienst die gemeenschapsdienst, leerproject, bemiddeling en Hergo organiseert. Het werkgebied is het gerechtelijk arrondissement Kortrijk. Het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding is gevestigd in de Beheerstraat 68 te 8500 Kortrijk. Vandaaruit worden de hulpverleningsvormen Thuisbegeleiding en Begeleid Zelfstandig Wonen georganiseerd. Missie Het Centrum Jongeren –en Gezinsbegeleiding organiseert ambulante hulpverlening aan jongeren en gezinnen die in problematische opvoedings –en leefsituaties verkeren. Het Centrum werkt op doorverwijzing van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en van de Jeugdrechtbank. Het gaat over vrijwillige, aanvaarde of opgelegde hulpverlening. Ter ondersteuning van deze hulpverlening en / of inspelend op maatschappelijke evoluties wil het centrum participeren aan samenwerkingsverbanden en vernieuwende initiatieven nemen. Binnen dit kader situeert zich o.a. de H.C.A.-dienst, en een actieve deelname aan het Boothuis en aan de ontmoetingsgroep voor ouders. De H.C.A.- dienst is gehuisvest in de H. Consciencestraat 9 te 8500 Kortrijk en kreeg de roepnaam COHEsie. Wanneer thuisbegeleiding? Iedereen heeft wel eens kleine of grote problemen. Ook jij kan met vragen zitten of hulp nodig hebben. Veel problemen kunnen opgelost worden door erover te praten met je ouders, andere familieleden of eventueel vrienden. Sommige problemen kunnen helaas niet zomaar opgelost worden door een goed gesprek. Dan is er meer hulp nodig, soms zelfs gespecialiseerde hulp. Hiervoor kan je samen met je ouders bij ons terecht. Wie zijn we en wie kan bij ons terecht? Het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding heeft een thuisbegeleidingsdienst voor gezinnen met kinderen tussen 0 en 18 jaar. Als je ondersteuning wenst kun je zelf naar een Comité voor Bijzondere Jeugdzorg stappen met de vraag voor thuisbegeleiding. Daarnaast kan een Jeugdrechter thuisbegeleiding als maatregel opleggen als hij vindt dat je hulp kunt gebruiken en er ook recht op hebt. Wij komen bij jullie aan huis op hun vraag. Wat doen we? Het is niet de bedoeling dat wij de problemen in jullie gezin komen oplossen. Wel dat we samen met jou een weg zoeken doorheen deze moeilijke periode. Ook wanneer er problemen zijn, blijven je ouders verantwoordelijk voor jou, en moeten ze bij jouw opvoeding en ook bij de hulpverlening betrokken worden. Het uiteindelijke doel van de thuisbegeleiding is dat jij samen met je gezin zonder hulp van buitenaf weer verder kan. Hoe pakken we het aan? Jullie gezin krijgt een vaste begeleider. Die komt wekelijks bij jullie aan huis. Er wordt steeds een afspraak gemaakt. Soms spreekt de begeleider met jou alleen, soms met je ouders erbij en van tijd tot tijd met je ouders alleen. Ieders inbreng is belangrijk. De begeleider kan met jou praten en kan samen met jou dingen doen. Hij kan zo nodig bemiddelen bv. op school of op het werk. Dit gebeurt altijd in overleg. Om de 6 maanden wordt samen met jullie gezin een verslag over het verloop van de begeleiding opgemaakt. Dit wordt met de consulent van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of de Jeugdrechtbank bij jullie thuis besproken. Ook hierin heb jij een inbreng. Wat mag en wat moet als je hulp krijgt? Wanneer je hulp krijgt, wordt niet alles boven je hoofd of dat van je ouders beslist. Jij hebt rechten tijdens de hulpverlening. Hieronder willen we op de belangrijkste rechten ingaan. Het dossier In het dossier worden dingen opgeschreven over jou, je gezin en de hulp die jullie krijgen. Bij ons is het dossier een map waarin alle documenten bewaard worden. Jij hebt het recht te weten wat over jou in het dossier geschreven staat. Je mag bepaalde stukken zelfs inlezen. Dit bespreek je best met je begeleider. Wanneer je vraagt om het dossier te mogen bekijken, moet dit binnen de 15 dagen gebeuren. Privacy (en beroepsgeheim) Informatie over jou en je gezin is beschermd! Elke hulpverlener is gebonden aan het beroepsgeheim en mag dus dingen die hij over jou of jullie gezin weet, niet zomaar verder vertellen. Meepraten Wij vinden het belangrijk dat je inspraak hebt . Dat wil zeggen dat je je mening kunt geven over hoe jij het ziet, waar je naartoe wilt en hoe je denkt dit te kunnen bereiken. Inspraak hebben betekent ook dat je mee-werkt en verantwoordelijk bent voor de stappen die je onderneemt. Jouw inbreng is noodzakelijk. Je moet uitleg krijgen Je hulpverlener moet je vertellen wat er allemaal zal gebeuren om jou en je gezin te helpen. Tevreden…of niet? Ben je op een bepaald moment niet tevreden over de thuisbegeleiding? Zeg dit tegen aan de thuisbegeleider! Jullie zoeken dan samen hoe de klacht aangepakt kan worden. Komen jullie er niet uit, dan kan je een klachtenformulier invullen en bezorgen aan de verantwoordelijke van onze dienst. Samen wordt een oplossing gezocht. Met je klacht kan je ook terecht bij Je consulent van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of van de Jeugdrechtbank de JO-lijn op het gratis nummer 0800-90033 Minister Vandeurzen kiest voor integrale jeugdhulp 16 juni 2015 Vindt een gedachtewisseling met minister Vandeurzen plaats in de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement. Daarbij geeft de minister een reactie op de hoorzittingen aangaande integrale jeugdhulp. Hij stuurt aan op vereenvoudiging en bijsturing Allereerst willen we vooral iedereen danken voor de vele inspanningen op het terrein het voorbije jaar. Een doorstart van wat de grootste hervorming van de jeugdhulp is, kan nooit eenvoudig zijn. Het sterke engagement van allen betrokken op de gepaste hulp en zorg voor onze gezinnen en kinderen bleek krachtig doorheen de opstart. De wil om te gaan voor die gepaste zorg in een volledig nieuw landschap, de drang om samen te werken en samen te zoeken naar hoe we binnen die brede principes, waar we allen achter staan, die betere zorg kunnen realiseren, was zeer groot. Dat er veel veranderde, dat is wel duidelijk. Dat konden we niet enkel horen tijdens de hoorzittingen van de voorbije maanden, maar ook in de vele ontmoetingen met hulpverleners en gebruikers op de werkvloer. “Gedeelde zorg is niet te herleiden tot één sector, tot één oplossing, maar is net de reden waarom we het initiatief namen om tot een geïntegreerde intersectorale jeugdhulp te komen. We vertrekken daarbij van een basishouding die gevoelig is voor hoe we omgaan met jonge mensen die om diverse redenen in de problemen geraken, en met gezinnen die geconfronteerd worden met vaak zeer complexe zorgen.” Op 1 maart 2014 ging het decreet integrale jeugdhulp van start. Daarbij werd het jeugdhulpverleningslandschap volledig hertekend in Vlaanderen en Brussel. Verschillende sectoren werken nauw samen om de gepaste jeugdhulp aan te bieden aan kinderen en jongeren. Na één werkjaar boog de commissie zich over de uitvoering van dit decreet door het organiseren van diverse hoorzittingen. Daarbij gaf Jongerenwelzijn een toelichting aan de hand van regionale ervaringen en cijfers en kwamen tal van veldwerkers langs om hun ervaringen met integrale jeugdhulp te delen. Na afloop daarvan kwam de minister vandaag langs om zijn reactie op de verschillende bijdragen te geven. Versterking en uitbreiding crisisjeugdhulp 20 mei 2015 Op 13 mei 2015 is een rondzendbrief voor het versterken van de netwerken voor crisisjeugdhulp en het uitbreiden van de crisishulp aan huis verschenen. Dat kadert in de beleidsnota WVG 2014-2019 en het actieplan jeugdhulp, waar de versterking van de crisisnetwerken expliciet als prioriteit naar voren is geschoven. Zo is er een uitbreiding voorzien van 42 extra begeleidingen Crisishulp aan Huis op jaarbasis. Daarbij worden verhoudingsgewijs die netwerken versterkt waar de kloof tussen vraag en aanbod het grootst is en waar een versterking noodzakelijk is om de continuïteit van de werking te waarborgen. Cijfers integrale jeugdhulp in 2014 21 april 2015 Brussel, 21 april 2015. Op een hoorzitting in het Vlaams Parlement stelt Jongerenwelzijn, in aanwezigheid van minister Vandeurzen, de eerste cijfers en ervaringen van één jaar integrale jeugdhulp voor. Tussen 1 maart en 31 december 2014 is voor 12.600 kinderen en jongeren een vraag naar gespecialiseerde jeugdhulpverlening gesteld en kregen 5.625 kinderen en jongeren crisisjeugdhulp. Ook kinderen en jongeren met een hulpvraag of met nood aan ondersteuning en hun context gebruiken hun mogelijkheden binnen de jeugdhulp. Samen met het werkveld wordt al gewerkt aan verbetering. Vragen of klachten over Jongerenwelzijn? Bel gratis: 0800 900 33 (ma: 09u00 – 13u00; wo & vr: 13u00 – 18u00) Of mail naar [email protected] Ook privaatinstellingen bekommeren zich over opvang jeugd. vzw Jeugdzorg is een private organisatie erkend door het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn.. Wij bieden meerdere hulp- en dienstverleningsvormen aan ter ondersteuning van kwetsbare opvoedings- en leefsituaties in de regio’s Gent en Aalst. Ouders of jongeren kunnen niet voor alle modules rechtstreeks bij ons hulp vragen. Zij hebben daarvoor de toelating nodig van de integrale toegangspoort jeugdhulp. U vindt meer informatie hierover op www.jongerenwelzijn.be Ondernemingsnummer: 439196105 Statuten verschenen in het B.S. van 25 mei 1989 Maatschappelijke zetel: Weefstraat 30, 9810 Eke (Nazareth) Vzw Tehuis Sint-Carolus Wie zijn wij? Wij zijn een residentiële voorziening, erkend binnen de Bijzondere Jeugdzorg. We bieden de modules verblijf en contextbegeleiding aan. Kinderen tussen 0 en 18 jaar (met een maximum verlenging van 2 jaar) en hun gezinnen, vormen onze doelgroep. Capaciteit : * 33 modules verblijf : 11 modules voor meisjes en jongens - 12 jaar 11 modules voor meisjes en jongens 0 - 16 jaar 11 modules voor meisjes en jongens 12 - 18 jaar (verlenging tot 20 jaar mogelijk) * 33 modules contextbegeleiding automatisch gekoppeld aan de modules verblijf * 2 modules contextbegeleiding in functie van autonoom wonen Jongeren worden bij ons geplaatst door Comité Bijzondere Jeugdzorg (vanaf 16 september 2013 zal dit via de toegangspoort zijn aangezien wij binnen de pilootregio vallen) of door Jeugdrechtbank. Sinds 11 februari 2013 zijn wij gehuisvest in splinternieuwe gebouwen. Er zijn binnen de gebouwen voldoende leef-en speelruimten voorzien, die gezellig zijn ingericht. Het gebouw beantwoordt aan de hedendaagse noden. We liggen buiten de stad, maar toch volddoende centraal. Het centrum van Sint-Niklaas ligt op 5 km. Onze voorziening is vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. In de omgeving is er een rijk aanbod aan scholen binnen de verschillende onderwijsnetten. Er zijn ook veel mogelijkheden tot ontspanning en georganiseerde vrije tijd. COMITÉ VOOR BIJZONDERE JEUGDZORG Terug Ministerie van de Vlaamse overheid Departement welzijn, volksgezondheid en gezin Agentschap jongerenwelzijn Contact: Casinostraat 24 9100 Sint-Niklaas België Tel.: 03 778 89 10 Fax: 03 778 89 30 E-mail: [email protected] Stap 5: Zelfevaluatie Deze opdracht verliep heel moeizaam. Gezien de combinatie werk en school was het sowieso een hectisch jaar. Het was dan ook de juiste beslissing om deze taak achteraf te maken, zodat ik me hierin beter kon verdiepen. Het heeft me bloed, zweet en tranen gekost, maar ik ben toch tevreden met het resultaat. Ik heb overal gezocht wat in me opkwam en zou niet direct andere bronnen kunnen bedenken. Ik had totaal geen notie van Excel. Hierin kan ik uiteraard nog groeien. Het boek ‘Excel voor dummies’, dat ik me aanschafte, kan hierin een grote hulp zijn. Het opzoeken op zich is niet zo moeilijk, maar wel tijdrovend. Wat me zal bijblijven bij deze opdracht is dat er veel meer over onderwerpen te vinden is dan dat je op het eerste zicht zou denken. Het is pas wanneer je je in een onderwerp vastbijt en verder gaat zoeken, dat je op veel meer informatie botst. Ik wil dit een beetje vergelijken met de wereld op zich. De mens teert het merendeel van zijn dag op routine. We staan op, ontbijten, maken ons klaar om te gaan werken, lunchen, komen ’s avonds thuis, eten opnieuw, doen nog even iets om te ontspannen en gaan slapen. Wanneer we ons losmaken van deze dagelijkse sleur en onze horizon verbreden, merken we bijvoorbeeld wat voor een interessante buurman we hebben of welke capaciteiten die ‘rare’ collega heeft waar we nooit tegen praten. Er valt zoveel te ontdekken, als we ons er maar voor openstellen.