Geschillen en Settlements: Law and Human Relations in het Westen

advertisement
Inhoud
1.Algemene onderwerpsverkenning……………………………………………………………………………………..2
1.1.Vertaal je thema in trefwoorden en zoektermen. .............................................................. 2
1.2.Gebruik de trefwoorden (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, ...)
te starten.................................................................................................................................... 2
1.3.Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten. ............................................................ 3
1.4.Beoordeel je zoekresultaten ................................................................................................ 5
1.5.Wat neem je mee uit de zoekopdracht? .............................................................................. 6
1.6.Dien je het thema te verbreden of af te bakenen? ............................................................. 6
2.De basistekst........................................................................................................................... 8
2.1.Context. ............................................................................................................................... 8
2.2.Auteur. ................................................................................................................................. 8
2.3.Structuur. ............................................................................................................................ 8
2.4.Vorm. ................................................................................................................................... 8
2.5.Lijsten. ................................................................................................................................. 9
2.6.Maak een samenvatting. ................................................................................................... 38
2.7.Tot slot. .............................................................................................................................. 41
3.Beschikking krijgen en meer zoeken. ................................................................................... 42
3.1.Publicaties binnen handbereik? ........................................................................................ 42
3.2.Andere werken van auteur aanwezig in de bib? Steracteurs? .......................................... 45
3.3.Zoek ter plaatse in de bib. ................................................................................................. 45
3.4.Zoek verder buiten je tekst ................................................................................................ 46
4.Contextualiseren................................................................................................................... 47
4.1.Organisaties ....................................................................................................................... 47
4.2.Juridische documenten...................................................................................................... 48
4.3.Statistieken ........................................................................................................................ 58
4.4.Politieke context ................................................................................................................ 58
5.Zelfevaluatie ................................................................................................................. ….67
Stap 1: Algemene onderwerpsverkenning
1.1 Vertaal je thema in trefwoorden en zoektermen. Omschrijf hoe je tot die trefwoorden komt.
Jongeren en criminaliteit, Jeugddelinquentie, Diefstal door minderjarige, MOF (als misdrijf omschreven feit), Heropvoedingskamp, Jeugdige
zedendelinquenten, Jongeren en criminaliteit in Vlaanderen, Probleemjongeren, Misdaad bij jongeren in Antwerpen.
Ik heb woorden opgezocht die in me opkwamen en iets met het thema te maken konden hebben. Hierbij dacht ik vooral aan kernwoorden en
synoniemen.
1.2 Gebruik de trefwoorden (of combinaties ervan) voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines (Google, Yahoo, Bing, … )
te starten.
1.3 Geef een beknopt overzicht van je zoekresultaten.
a. Hoeveel resultaten bekom je?
Trefwoord
Zoekresultaat
Jongeren en criminaliteit
393000
Jeugddelinquentie
22900
Diefstal door minderjarige
127000
MOF (als misdrijf omschreven feit)
152000
Heropvoedingskamp
19500
Jeugdige zedendelinquenten
7350
Jongeren en criminaliteit in Vlaanderen
116000
Probleemjongeren
80900
Misdaad bij jongeren in Antwerpen
174000
b. Welke soorten informatiebronnen bekom je ? Boeken, artikelen uit tijdschriften/kranten, website, wikipedia-Lemma, statistieken,
beleidsdocumenten, onderzoeken?
Soort bron
Aantal
Artikel krant
7270
Boek
1190
Website
2705
Tweets
273
Statistieken
265
Magazines
424
Beleidsdocumenten
38700
(https://www.nbb.be/nl/search/gss/criminaliteit)
(http://www.gopress.be/info/nl)
(http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/organisatie/statbel/geschiedenis/)
1.4. Beoordeel je zoekresultaten.
Evalueer de resultaten naar relevantie en betrouwbaarheid. Maak een extra kolom in je net gemaakte tabel om onderstaande informatie aan toe te
voegen.
Soort bron
Aantal
Betrouwbaarheid
Artikel krant
7270
Heel ruim genomen. Door geavanceerd te zoeken, kan je
concretere zoekresultaten bekomen.
Boek
1190
Ook hierbij wordt elk mogelijk boek dat met de zoekopdracht
te maken kan hebben, bovengehaald.
Website
2705
Dit lijkt me betrouwbaar voor het Nederlandstalig gebied.
Anders zouden er veel meer hits gevonden zijn.
Tweets
273
Ik ben niet actief op Twitter, maar dit lijken me weinig hits voor
dit thema
Statistieken
265
Een beetje opzoekwerk zegt me dat de eerste statistische
informatie wordt bijgehouden sinds 1826. Dit is veel vroeger
dan ik had verwacht, dus had hieromtrent misschien toch een
groter aantal verwacht mogen worden.
Magazines
424
Hierbij lijkt het omgekeerde effect als bij kranten en boeken
aanwezig. Ik kan me niet voorstellen dat dit een juiste
verhouding is ten opzichte van de bovenste twee soorten
bronnen.
1.5 Wat neem je mee uit deze zoekopdracht?
a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen.
Wanneer ik iets dien op te zoeken, maak ik steeds gebruik van Google. Hierbij typ ik iets in naar waar ik specifiek op zoek ben. Deze opdracht vergt
een andere manier van denken, aangezien je dient te concretiseren.
b. Zou je andere/extra trefwoorden gebruiken? Welke ?
Hoe meer trefwoorden ingeeft, hoe concreter je zoekopdracht wordt. Dit zie je bijvoorbeeld in opdracht 3a, waarbij ik 'Jongeren en criminaliteit' als
trefwoord gebruikte. Nadien deed ik hetzelfde, maar voegde ik er 'Antwerpen' aan toe. Dit gaf een verschil van meer dan de helft (wat nog
verbazingwekkend veel is).
c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit?
Naar statistieken heb ik even moeten zoeken. De zoekresultaten in verband met beleidsdocumenten waren niet geloofwaardig: 210000. Ik heb dit
gespecificeerd naar België, waarbij ik toch nog steeds aan 38700 treffers kwam.
d. Heb je nog bemerkingen?
Veel hangt af van de relevantie en waar je precies naar op zoek bent. Er zijn veel hulpmiddelen die je in staat stellen om gericht te zoeken. Zo kan je
niet alleen per land of per taal zoeken, maar ook bijvoorbeeld tijdgebonden.
1.6 Dien je het thema te verbreden of af te bakenen?
a. Zijn er (reeds) onderzoeksvragen / informatievragen geformuleerd rond het thema ?
Neen.
b. Welke?
Er zijn nog geen onderzoeksvragen geformuleerd.
c. Formuleer nu zelf mogelijke onderzoeksvragen. Wat wil je precies weten?
– Hoe belanden jongeren in de criminaliteit?
– Is dit een kwestie van opgroeien in een slechte omgeving of spelen er andere factoren?
– Wat kan er gedaan worden om criminaliteit in te dijken?
– Wat maakt dat er in bepaalde regio's veel criminaliteit voor komt en dit bijna niet bestaat op andere plaatsen?
– Hoe is het gesteld met de criminaliteit in Vlaanderen ten opzichte van Europa en de wereld?
– Is criminaliteit vooral een probleem bij jongeren en valt dit gedrag af te leren?
– Is crimineel gedrag eigen aan de menselijke soort of vinden we dit ook terug bij dieren?
– Is er een soort van algemeen profiel van 'de crimineel'? Aan welke voorwaarden moet een crimineel voldoen?
– Heeft de ene mens van nature meer aanleg om crimineel gedrag te stellen dan de andere?
– Bestaat er een risicoleeftijd waarbij de kans groter is om crimineel gedrag te stellen?
– Wat zijn de voor- en nadelen van criminaliteit?
Stap 2: De basistekst
2.1 Context. Wat is het geheel rond de tekst: uit welk vaktijdschrift/boek/verzamelwerk komt het? Welke organisatie is verantwoordelijk voor de
tekst. Voor welke doelgroep / professionelen is het geschreven?
De online tijdschriftenportal van Boom Juridische uitgevers bevat ruim 12.000 wetenschappelijke artikelen uit 28 tijdschriften en 5 Open Acces
tijdschriften.
De praktische en wetenschappelijke artikelen komen tot stand door nauwe samenwerking van toonaangevende auteurs en ervaren redacties. Zij
waarborgen een hoge mate van kwaliteit.
Het online vaktijdschrift heeft als voornaamste doelgroep iedereen die in aanraking komt met het begrip 'recht'. Dit kan zowel om professionelen als
om particulieren gaan. (http://www.bjutijdschriften.nl/pagina/informatie)
2.2 Auteur. Wie schreef de tekst? Geeft de tekst zelf info over de auteur(s)? Wat vind je op internet over de auteur(s)? Google en werk specifiek via
de site van zijn werkplek.
De tekst is opgesteld door Margo De Koster.
Op de site van Bju Tijdschriften zijn van dezelfde auteur vijftien verschillende teksten te vinden.
Via Google vind ik volgend curriculum vitae van mevrouw De Koster:
Margo De Koster studeerde Geschiedenis en Sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel, waar zij vervolgens van 1998 tot 2006 verbonden was aan de
Vakgroep Geschiedenis en in 2003 promoveerde op een proefschrift omtrent meisjescriminaliteit tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Nadien
startte ze post-doctoraal onderzoek op naar jongeren, politie en grootstedelijke criminaliteit in 19de- en 20ste-eeuws België. Vanaf 1 januari 2007 is
zij als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de KULeuven, waar zij de coordinatie verzorgt van het interuniversitair onderzoeksprogramma
“Justice & Populations, 1795-2015”. Vanaf 1 juni 2009 is zij daarnaast ook deeltijds universitair docent op de VU Amsterdam, waar zij
verantwoordelijk is voor het vak “Historische criminologie”. (http://www.rechten.vu.nl/nl/organisatie/bureau/strafrecht-en-criminologie/koster-mde/index.asp)
2.3 Structuur. Beschrijf kort, opsommend, hoe de tekst is opgebouwd. a. Kent het een duidelijke structuur, is die logisch; of is het één lange
doorlopende tekst? b. Zijn er tussentitels? c. Is er enkel tekst of vind je andere zaken terug? d. Hoe worden de referenties opgemaakt respectievelijk
in de tekst en in de bronnenlijst?
De tekst is chronologisch opgebouwd, van Aristoteles tot en met nu.
Er zijn tussentitels aanwezig en het artikel bevat enkel tekst.
De referenties staan steeds tussen haakjes en werden achteraan het desbetreffende stuk geplaatst. Deze zijn eveneens achteraan in de bronnenlijst
terug te vinden.
2.4 Vorm. Verlies je niet in de inhoud. Daar is het niet om te doen. Onderlijn of breng kleur aan volgens een eigen logisch systeem. Voorbeeld
Onderlijn verwijzingen naar bronnen, specialisten (o.a. belangrijke auteurs, personen met een belangrijke functie, personen uit het werkveld) kleur je
rood, begrippen, definities en moeilijke woorden kleur je geel, namen van instellingen of organisaties kleur je groen, vermeldingen van regelgeving
krijgen een oranje kleur.
2.5 Lijsten. Maak lijsten van het bovenstaande. Noteer alles in je worddocument. Deze lijsten gebruik je bij het zoeken naar extra vakliteratuur (stap
3). Vul ze doorheen de Sadan-opdracht verder aan.2
1. Lijst van organisaties betrokken bij je thema. Zoek via de Sociale kaart de contactgegevens op van deze organisaties, en hun algemene werking
en doelgroep. Presenteer deze gegevens, alfabetisch in tabelvorm in Word.
2. Lijst van specialisten. Geef bij elke specialist een korte uitleg, plaats een foto van de persoon als je er een vindt. Presenteer alfabetisch in
tabelvorm in Word.
3. Lijst met vaktermen: definities en moeilijke woorden die in je tekst staan. Gebruik ter verduidelijking van deze termen de woordenboeken die
VIVES ter beschikking stelt en eventuele handboeken of cursussen. Maak een alfabetische trefwoordenlijst.
4. Lijst met soorten bronnen. Ga na welke soorten in je basistekst worden gebruikt. Pik uit het geheel vijf bronnen die je nog zou willen
doornemen. Mix sociaalwetenschappelijke, juridische en statistische bronnen. Noteer hun volledige referentie.
2.5.1 Organisatie
Organisatie
Contactgegevens
Algemene werking
Doelgroep
Centrum Algemeen Welzijn
Grote Steenweg 169
2600 Berchem
03 244 17 90
http://www.cawantwerpen.be
CAW Metropool biedt in Antwerpen
We helpen volwassenen én jongeren
deskundige hulpverlening aan de mensen met vragen en/of problemen verder.
die het meest nodig hebben.
CM Antwerpen –
Dienst Maatschappelijk Werk –
Centrale Dienst
Molenbergstraat 2
2000 Antwerpen
03 221 95 55
http://www.cm.be
Men kan bij het centrum terecht voor
o.a.:
Jeugdrechtbank Antwerpen
Bolivarplaats 20/1
2000 Antwerpen
032578905
Politiezone Antwerpen –
(Geweldscriminaliteit)
Korte Vlierstraat 6-8
2000 Antwerpen
03 224 13 55
Noodhulp: 101 of 112
Zowel preventie, verkeerseducatie, het
opvolgen van de politiecodex,
wijkpreventie, slachtofferzorg, aanvraag
parkeerverbod, de veiligheid in en rond
scholen als wapenadvies zijn kerntaken
Iedere burger die in contact komt
met criminaliteit en bij uitbreiding
alle zaken die verwant zijn met de
algemene werking.
Sociale dienst voor gerechtelijke
Frankrijklei 38 bus 4
De jeugdrechter geeft opdracht tot het
Minderjarigen met ernstige
De maatschappelijk werker zorgt
voor opvang en begeleiding van
informatie en advies over sociale rechten, mensen die in een thuissituatie
geconfronteerd worden met
voordelen en opvangmogelijkheden
problemen tengevolge van ziekte,
ondersteuning van de thuiszorg en
handicap of ouderdom.
thuiszorgorganisatie
indicatiestelling van zorgbehoefte bij een
aanvraag Vlaamse Zorgverzekering
opmaken van een dossier voor het
Vlaams Agentschap voor Personen met
een Handicap
jeugdhulp – Antwerpen
2000 Antwerpen
03 202 73 00
http://www.jongerenwelzijn.be
navorsingsverslag.
De sociale dienst van de jeugdrechtbank
verricht het sociaal onderzoek en geeft
een advies aan de jeugdrechter met
betrekking tot de maatregel.
De sociale dienst staat in voor de
opvolging en continuïteit van de
begeleiding.
opvoedingsmoeilijkheden waarvoor
vrijwillige hulpverlening tekort
schiet.
Minderjarigen die strafbare feiten
hebben gepleegd.
2.5.2 Specialisten
Naam
Alexandre-Bidon
Danièle
Functie
Danièle Alexandekooi is een
historicus, een
specialist in de
iconografie van de
jeugd in de
Middeleeuwen, een
onderzoeker aan de
EHESS, School of
Advanced Social
Science Studies en
auteur van talrijke
boeken over de
Middeleeuwen.
Contactgegevens
Foto
Publicaties
Professionele informatie
EHESS-CRH CRH-EHESS
GAM (Bureau 538) GAM
(Office 538)
190-198, avenue de France
75244 Paris cedex 13 75244
Paris cedex 13
alexandr (a) ehess.ftr
01 49 54 26 96 01 49 54 26
96
http://gam.ehess.fr/index.ph
p?118
“De dood in de Middeleeuwen”
“Kinderen in de
Middeleeuwen”
“ In de werkplaats van de
Apotheker “
Bossy John
Brown Sheila
John Bossy is een Britse
historicus (geboren
1933). . Momenteel is
hij emeritus hoogleraar
Geschiedenis aan de
Universiteit van York . [
English Catholic Community,
1570-1850 (1979)
• Christianity in the West,
1400-1700 (1985)
• Peace in the PostReformation (1998)
• Under the Molehill: An
Elizabethan Spy Story
(2001)
• Giordano Bruno and the
Embassy Affair (2002)
• Disputes and
Settlements: Law and
Human Relations in the
West (2003) - edited by
Bossy
Inzicht in de jeugd en
criminaliteit - Luisteren naar de
jeugd?
Melk en Honing: in het
geheugen van Herman
Christiaens
Jenneke
Jenneke Christiaens is
van opleiding licentiaat
in de opvoedkundige
wetenschappen- optie
orthopedagogiek
(1987) en licentiaat in
de Criminologische
Wetenschappen
(1993).
Telefoon:
+32-2-6293937
E-mail:
[email protected].
be
Specialiteiten:
Jeugdcriminologie, Jeugdrecht,
Historische criminologie,
Algemene criminologie
Zalven of slaan
Zij behaalde het
diploma van Doctor in
de Criminologische
Wetenschappen in juni
1998, met een
proefschrift getiteld:
De geboorte van de
jeugddelinquent. België
1830-1930.
[email protected]
Decker S.H
Scott H. Decker is
Telefoon: (602) 543-8067
Curator's hoogleraar
Criminologie en
Strafrecht en Fellow,
Centrum voor
Internationale Studies
aan de Universiteit van
Missouri-St. Louis.
Wat weten we over bendes en
bendeleden en waar gaan we
heen?
Het leven in de Gang
De Koster Margo
Postadres
Vrije Universiteit Amsterdam
Faculteit der
Margo De Koster
studeerde Geschiedenis Rechtsgeleerdheid
De Boelelaan 1105
en Sociologie aan de
1081 HV Amsterdam
Vrije Universiteit
Brussel, waar zij
vervolgens van 1998
tot 2006 verbonden
was aan de Vakgroep
Geschiedenis en in
2003 promoveerde op
een proefschrift
omtrent
meisjescriminaliteit
tijdens de eerste helft
van de 20ste eeuw.
Nadien startte ze postdoctoraal onderzoek op
naar jongeren, politie
en grootstedelijke
criminaliteit in 19deen 20ste-eeuws België.
Vanaf 1 januari 2007 is
zij als postdoctoraal
onderzoeker verbonden
aan de Université
catholique de Louvain,
“
Delinquente en problematische
meisjes in de molen van de
jeugdbescherming,
Tijdschrift voor Criminologie,
2007
Meisjes in de netten van
justitie
Dupont Guy
historisch onderzoeker,
docent, erfenis tolk,
archivaris
Specialiteiten:
historisch en
iconografisch
onderzoek, innovatie in
erfgoedinterpretatie,
middeleeuwse en
vroegmoderne
archieven, stedelijke
geschiedenis,
middeleeuwse
geschiedenis, de
geschiedenis van het
strafrecht en het
strafrecht, de
geschiedenis van de
prostitutie en de
openbare baden.
• PORTICO project
• Stad Gent Stad Gent
• Muntenroute Gent
(Coin Trail)
Muntenroute Gent
(Coin Trail)
Werken aan de stad
Eliaerts Christian
Op 1 januari 2007 ging
Prof. Dr. Christian
Eliaerts, gewoon
hoogleraar aan de
vakgroep Criminologie
van de Vrije
Universiteit Brussel,
vervroegd op
emeritaat.
Prof. Dr. Christian
Eliaerts ligt aan de
basis van de uitbouw
van de vakgroep
Criminologie zoals die
nu aan de Vrije
Universiteit Brussel
bestaat. Bovendien
was hij
wetenschappelijk actief
op vele terreinen, zoals
mensenrechten,
penologie,
jeugdcriminologie,
politie en veiligheid,
waar hij telkens een
belangrijke bijdrage
leverde aan de
ontwikkelingen op het
terrein en in de
criminologische
wetenschap.
Telefoon:
+32-2-6292634
E-mail:
[email protected]
Zalven of slaan ?
Het eeuwige
pendelen tussen
hulp en straf in de
jeugdbescherming.
Author: ELIAERTS
CHRISTIAN
Reference: Tussen
dader en
slachtoffer.Jongere
n en criminaliteit in
historisch
perspectief,
•
Gutwirth Serge
Contact
Serge Gutwirth (1960)
is momenteel
hoogleraar
mensenrechten,
rechtsvergelijking,
Legal Theory and
Methodology aan de
Faculteit Recht en
Criminologie van de
Vrije Universiteit
Brussel (VUB), waar hij
studeerde rechten,
criminologie en ook
behaalde een postgraduaat in
technologie en
wetenschap studies.
Junger-Tas Josine
Prof. dr. Josine
Law Science Technology &
Society (LSTS)
Vrije Universiteit Brussel
( Tijdschrift over cultuur en
criminaliteit (2015) (met
Jenneke Christiaens),
Pleinlaan 2
1050 Brussel
Blurring als methode,
ideologie als resultaat:
T +32 2 629 26 42
F +32 2 629 26 62
E [email protected]
International Handbook of
Juvenile Justice
The Many Faces of Youth
Crime
Prof. dr. Josine JungerTas is op 81-jarige
leeftijd overleden. Zij
was de grondlegger
van de
jeugdcriminologie als
aparte tak van de
criminologie.
Als academicus was
Junger-Tas een
laatbloeier, in haar
opvattingen een
voorloper. Op haar
43ste promoveerde zij
op 'Kenmerken en
sociale integratie van
jeugddelinquenten'.
Junger-Tas werkte
twintig jaar bij het
WODC , waarvan vijf
jaar als directeur.
Daarnaast vervulde zij
verschillende
hoogleraarschappen.
Junger-Tas
Lett Didier
Didier Lett is
hoogleraar
Middeleeuwse
Geschiedenis aan de
Universiteit-Denis
Diderot (Paris 7).
Didier Lett, hoogleraar
middeleeuwse
geschiedenis aan de
Universiteit van ParijsDiderot (Parijs VII), is
een specialist in de
kindertijd, familie,
verwantschap en
gender relaties. Hij is
de auteur van
verschillende boeken,
waaronder The Child
wonderen: Kinderjaren
en maatschappij in de
Middeleeuwen en
Gezin en verwantschap
in de middeleeuwse
West.
•
L'enfant Des Miracles Au
Moyen-age : Enfances Et
Familles Au Moyen Age
Broers en zussen
Lis Catharina
Professor emeritus, die
samen met Hugo Soly
comparatief en
periode-overschrijdend
onderzoek verricht
omtrent
industrialisering en
ondernemerschap,
armoede en sociale
politiek,
ambachtsgilden,
vormen van ‘deviant
gedrag’, en percepties
van arbeid.
• [email protected]
.be
• Joseph Ehmer &
Catharina Lis (eds.), The
Idea of Work in Europe
from Antiquity to
Modern Times
(Aldershot: Ashgate,
2009).
• Catharina Lis, Leo
Lucassen, Maarten Prak
& Hugo Soly (eds.),
Craft Guilds in the Early
Modern Low Countries:
Work, Power and
Representation
(Aldershot: Ashgate,
2006).
• Catharina Lis & Hugo
Soly (eds.), Tussen
dader en slachtoffer:
jongeren en
criminaliteit in
historisch perspectief
(Brussel: VUBPress,
2000).
Muncie J
Prof John Muncie
Emeritus Professor
Emeritus hoogleraar
Faculteit der Sociale
Wetenschappen
The Open University De
Open Universiteit
Walton Hall Walton Hall
Milton Keynes Milton Keynes
United Kingdom Verenigd
Koninkrijk
MK7 6AA MK7 6AA
Jeugd en Criminaliteit, 4e
editie, Sage, 2015
'Jeugd Justitie: In het belang
van het kind?' in The SAGE
Handbook of Punishment and
Society, Sage, 2013 (with B.
Goldson). in De SAGE
Handbook of bestraffing en
Maatschappij, Sage, 2013 (met
B. Goldson).
•
Soly Hugo
Professor emeritus, die
samen met Catharina [email protected]
Lis comparatief en
periode-overschrijdend
onderzoek verricht
omtrent
industrialisering en
ondernemerschap,
armoede en sociale
politiek,
ambachtsgilden,
vormen van ‘deviant
gedrag’, en percepties
van arbeid. In 2002
kende de Universiteit
Antwerpen hem de
Belgische FrancquiLeerstoel toe.
• Bert De Munck, Steven
Kaplan & Hugo Soly
(eds.), Learning on the
Shop Floor. Historical
Perspectives on
Apprenticeship (New
York & Oxford:
Berghahn Books, 2007).
• Catharina Lis, Leo
Lucassen, Maarten Prak
& Hugo Soly (eds.),
Craft Guilds in the Early
Modern Low Countries:
Work, Power and
Representation
(Aldershot: Ashgate,
2006).
• Catharina Lis & Hugo
Soly, Disordered Lives:
Eighteenth-Century
Families and Their
Unruly Relatives
(Cambridge: Polity
Press, 1996).
Ernstige jeugddelinquenten
gestraft ?
P.C. Spierenburg
Professor hogere
criminologie
Steegen Erwin
Heeft gewerkt bij Vrije
Universiteit Brussel ,
VUB – KU Leuven en
Universiteit Gent
+31-104 08 24 92
Spierenburg -at- law. eur. nl
From Amsterdam to Auburn:
an explanation for the rise of
the prison in seventeenthcentury Holland and
nineteenth-century America
van der Laan Peter
Vanneste
Charlotte
Hoogleraar Peter van
der Laan houdt zich
bezig met onderzoek
op gebied van jeugd,
criminaliteit en de zorg
ervoor en erna.
Charlotte is
orthopedagoge. Zij
biedt
psychodiagnostisch
onderzoek aan voor
ADHD en autisme,
alsook
begeleiding/coaching
hiervoor, dit zowel voor
kinderen, jongeren als
volwassenen. Charlott
e biedt
studiebegeleiding aan ,
alsook individuele
therapie voor kinderen
en jongeren met
diverse
emotionele problemen
zoals angsten en
depressie.
[email protected]
Vrije Universiteit Amsterdam
Faculteit der
Rechtsgeleerdheid
De Boelelaan 1105
1081 HV Amsterdam
“Antisociaal gedrag en
jeugdcriminaliteit “
Uitg.: Bohn Stafleu van Loghum
• De nieuwe statistiek
van de jeugdparketten:
een belichting van de
eerste
analyseresultaten
vanuit verschillende
invalshoeken
Vrints Antoon
Universiteit Gent
Professor Hoogleraar
[email protected]
Sint-Pietersnieuwstraat 35
Vakgroep Geschiedenis LW03 Vakgroep Geschiedenis
- LW03
9000 Gent 9000 Gent
Belgium België
Telephone: Telefoon:
+32 9 331 02 76 +32 9 331
02 76
Walgrave Lode
Zijn contactgegevens:
Lode Walgrave is een Fax: 16/32.54.63
jeugdcriminoloog en
Email:
een emeritus Professor. [email protected]
Oorspronkelijk wou hij n.be
psycholoog worden.
adres: Herbert Hooverplein
Pas op het einde van
10 , mailbox 3418
zijn opleiding werd hij 3000 Leuven
geïnteresseerd in
jeugddelinquentie.
Daarna volgde een
bijkomende licentie en
een doctoraat in de
criminologie. Op het
einde van de jaren
zestig werd een
observatiecentrum
Het theater van de straat.
Publiek geweld in
Antwerpen tijdens de
eerste helft van de
twintigste eeuw (Studies
Stadsgeschiedenis 7;
Amsterdam: Amsterdam
University Press, 2011,
Institutionalisering van de
criminologie in Nederland en
Vlaanderen. Tijdschrift voor
Criminologie. nr.51
Words on 'Words on Words'.
Restorative Justice. Hart
Publishing Ltd
opgericht voor jonge
delinquenten.
Walgrave tekende mee
voor de begeleiding.
Nu, bijna veertig jaar
later, moet hij
vaststellen dat zijn
onderzoeksdomein
enorme veranderingen
heeft ondergaan.
Weijers I
Ido Weijers bekleedt
sinds 1 juli 2011 de
bijzondere,
interdisciplinaire
leerstoel
Jeugdbescherming,
ingesteld vanwege de
Raad voor de
Kinderbescherming
en gevestigd aan de
Faculteit Sociale
Wetenschappen
(Pedagogiek) en de
Faculteit Recht,
Economie, Bestuur en
Organisatie (Willem
Pompe Instituut) van
de Universiteit
Prof. dr. I. WeijersPedagogiek
FSWWillem Pompe Instituut
voorUniversiteit
UtrechtStrafrechtwetenscha
ppen UUHeidelberglaan
1Boothstraat 63584 CS
Utrecht3512 BW Utrechttel:
0206703669 mailto: i.weijers@u
u.nl
Stoppen of Volharden.
Portretten van jonge
veelplegers
JeugdcriminologieAchtergronden van
jeugdcriminaliteit
2013) Jeugdwet biedt
onvoldoende
rechtsbescherming, Nederlands
Juristenblad, 2871-2873.
Utrecht. Hij hield op
20 januari 2012 zijn
oratie.
Hoogleraar
Wittebrood Karin Karin Wittebrood is
senior
Telefoon 070 - 340 7808
wetenschappelijk
onderzoeker. Zij
studeerde
Bestuurskunde aan de
Universiteit Twente en
promoveerde aan de
Radboud Universiteit
Nijmegen. Zij verricht
onderzoek op
uiteenlopende
beleidsterreinen, met
speciale belangstelling
voor de evaluatie van
beleid. Eerder
onderzoek vond plaats
in de context van het
jeugdbeleid,
veiligheidsbeleid,
wijkenbeleid en
(re)integratiebeleid.
Momenteel maakt
Karin deel uit van het
projectteam dat de
komende jaren de drie
transities (zorg, jeugd
Slachtoffers van criminaliteit :
een inleiding in de victimologie
Slachtoffers van criminaliteit.
Een inleiding in de victimologie
en participatie) gaat
monitoren.
http://www.vandale.nl
http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/handle
https://books.google.be/books
http://www.suggnome.be/include/vzw-herstelrecht.php
http://search.proquest.com/openview/
http://works.bepress.com/cgi/viewcontent.cgi?article=1017&context=serge_gutwirth
http://www.aic.gov.au/publications/
2.5.3 Vaktermen
Vaktermen
Uitleg
Heroriëntering
Heropvoeden, herpakken
Recurrent
Teruglopend
Probleemjongeren
Jongere, veelal kansarme jongere, die met sociale, psychosociale of economische problemen kampt, bv.
werkloosheid of criminaliteit
Jeugdcriminaliteit
Criminaliteit bij de jeugd
Slachtofferenquêtes
Onderzoek door ondervraging van een groot aantal personen naar bestaande meningen, gewoonten enz.
synoniem: opinieonderzoek naar slachtoffer
Zelfrapportagegegevens
Het uitbrengen van een rapport – synoniem: rapportering - ook als tweede lid in samenstellingen als de
volgende, waarin het eerste lid het onderwerp noemt:
Medische registraties
Geheel van overheidsvoorschriften mbt. de werkzaamheid en veiligheid van een geneesmiddel
Statistische blinde vlek
(figuurlijk) Iets wat men (m.n. ondanks het feit dat men herhaaldelijk erop gewezen wordt) niet ziet, inziet,
begrijpt of iets wat men verkeert interpreteert.
van, betreffende, volgens de statistiek of de statistica
Hier spreken onderzoekers van een 'statistische blinde vlek' voor de laatste jaren: de laatste
publicatie van de officiële statistieken van het Belgische ... slachtoffers of getuigen neemt niet weg
dat vele feiten ongemeld en dus onzichtbaar blijven voor het oog van de statistiek. ...
Tolerantiedrempel
Tolerantiegrens
Debet
Schuld
Punitieve aanpak
Straffende aanpak
Moreel verval en asociaal gedrag
Zedenbederf en niet aangepast of niet in staat zich aan te passen aan het leven in de maatschappij, zonder
sociaal besef
synoniem: onmaatschappelijk
Clownerieën
Optreden, gedrag als van een clown . – clownachtige streek
Generatieconflict
Conflict tussen verschillende (m.n. een oudere en een jongere) generaties
Deviant en crimineel gedrag
Afwijkend en misdadig gedrag
Verpauperde milieu
Tot pauper worden, tot armoede vervallen leefklimaat.
Arbeidersklasse
Maatschappelijke klasse waartoe de arbeiders behoren
Immoraliteit
Onzedelijkheid
moraal: de moraal der burgers bestaat krachtens het tegenwicht der immoraliteit
Burgerij
De gezamenlijke burgers als groep (al de inwoners van een stad) of als stand (bv. tegenover de
militairen)synoniem: burgerdom
het hoofd der burgerij : de burgemeester •de kleine burgerij is de lagere middenklasse
Basis
Dat waarop iets, bv. een ontwerp, een beschouwing, een redenering, steunt
synoniem: beginsel, grond (10), grondslag
(2) •een slechte basis voor verdere onderhandelingen •op basis van –steunend op –, gesteund door –,
uitgaande van
synoniem: op grond van – •aan de basis liggen of staan van –er de oorzaak of aanleiding van zijn, eraan ten
grondslag liggen
Moderne
Tot de nieuwere tijd behorend
Geneigd tot of vatbaar voor de nieuwste opvattingen op allerlei gebied, met zijn tijd meegaand
Problematische opvoedingssituatie Onzeker, twijfelachtig geheel van heersende omstandigheden op het gebied van opvoeding
Jeugdbescherming
Bescherming wat betreft de rechtspositie van de jeugd
Fraternité
Broederschap; genootschap.
Verbale provocatie
Het mondeling uitlokken van iets dat als overtreding beschouwd kan worden om aanleiding te vinden tot
maatregelen tegen de andere partij; de omstandigheid dat iem. een misdrijf gepleegd heeft na door daden of
woorden van hem, tegen wie dat misdrijf is gepleegd, hiertoe te zijn opgewekt.
synoniem: uitdaging, uitlokking
Vijandige clans
Boos, hatelijk gezinde groep van personen (m.n. familieleden) met een grote onderlinge binding, die
nauwelijks buitenstaanders toelaat
Riposteren
Prompt en gevat antwoorden
Criminele gangs
Misdadige ( jeugd ) bendes
Professioneel crimineel circuit
Voortkomend uit koele berekening en daardoor hard, ruw, meedogenloze, misdadige kring.
Kleine diefstal
Daad van stelen van dingen met beperkte waarde
Vele vormen van ‘kleine diefstal’ werden gepleegd door kinderen en jongeren uit
arme gezinnen die in complexe overlevingsstrategieën waren verwikkeld: het ging
dan om incidentele noodoplossingen, waarnaar werd teruggegrepen wanneer men
behoefte had aan bronnen van aanvullend inkomen.
Doli incapax
Het onvermogen om kwaad te doen
Doli incapax betekent een vermoeden dat een kind is "niet in staat om de criminaliteit" op grond van
wetgeving of het gemeen recht. Recent Australian reviews (Bradley 2003 and Crofts 2003) have discussed
amending the doli incapax presumption, including reversing the onus of proof and changing its application to
ages twelve and under. Recente Australische beoordelingen (Bradley 2003 en Crofts 2003) hebben besproken
tot wijziging van de doli incapax vermoeden, waaronder het omkeren van de bewijslast en het veranderen van
de toepassing ervan op leeftijden twaalf en onder.
Lijfstraffen
Straf aan het lichaam
Foltering
Pijniging, kwelling geseling
Clementie
Welwillendheid, goedertierenheid, genade, zachtmoedigheid
Retoriek
Het tentoonspreiden van kunstige vormen zonder veel inhoud, lege woordenpraal, vormwelsprekendheid,
bombast
synoniem: woordenkramerij, bombast
Het klassieke strafrechtsysteem
Hierin worden de schendingen van het strafrecht uitgevochten voor de rechtbank, waarin het openbaar
ministerie, de advocaten van betrokken partijen en hun en de rechters doorgaans een hoofdrol spelen.
Heropvoedingsmaatregel
Maatregel bij het opnieuw-opvoeden, m.n. van personen of groepen die blijk geven niet aangepast te zijn aan
het milieu waarin zij moeten leven
synoniem: re-educatie
“Beschermingsmodel” de basis van Beoogt de opheffing van de schade, streeft naar tevredenheid van al de betrokkenen en stelt het slachtoffer centraal in
de gehele procedure (Walgrave, 2008).
de huidige justitiële
jeugdbescherming
Recidiveren
Bij herhaling een misdrijf begaan, recidivist worden
“Herstelrechtelijke” beweging
Herstelrecht wil het conflict terug geven aan de mensen zelf, en hen de mogelijkheid bieden zelf tot een
oplossing te komen. Binnen de herstelrechtelijke beweging zijn er grosso modo twee verschillende visies: een
radicale, die door eerder een beperkt aantal mensen wordt gevolgd, en een meer gematigde, die in steeds
bredere kringen ingang vindt.
De "radicalen" pleiten voor de vervanging van het strafrecht door het herstelrecht. De meer "gematigden"
menen dat deze twee complementair zijn en dat ze elkaar wederzijds kunnen beïnvloeden.
Responsabiliserende staat
De eigen verantwoordelijkheid stimuleren door het verruimen van bevoegdheden
Compensatie
Het goedmaken, het aanvullen of vervangen van iets dat tekortschiet of uitgevallen is
synoniem: vereffening, vergoeding.
Restitutie
Terugbetaling, teruggave, vergoeding
Het goedmaken van aangedaan onrecht door vergoeding van schade, teruggave van goederen e.d.
Idyllische visie
Bekoorlijk door landelijke eenvoud en lieflijkheid met een brede blik, veel omvattend of bijzonder inzicht
'Traditionele' communauteiten
Reciprociteit
Gebruikelijke, zoals het gebruik of de gewoonte dat meebrengt, kloostergemeenschappen
Gelijke behandeling over en weer
synoniem: wederkerigheid
Gepercipieerd
Waarnemend, begrijpend, vattend
Parameters
Variabele die aan een (sub)routine wordt overgedragen
Infrajudiciële regelingen
Verder, in het geding ingenomen standpunt, gevoerde beweringen van een partij
Regelingen gericht op compensatie van het slachtoffer en herstel van de veroordeelde- infrajudiciële
regelingen tot stand konden komen (Lis & Soly, 2001).
Pogingen ondernomen om tot een infrajudiciële conflictbemiddeling te komen? Onderlinge regelingen en dus
het verborgen houden van de feiten voor de rechtsgang
Restorativistisch initiatief
Het restorativisme van Walgrave staat voor een samenleving zonder
recht, waarin conflictoplossing en stabilisering van relaties het werk moeten zijn
van een ‘gemeenschap’.
2.5.4 Bronnen
Soort bronnen
Boeken
Tijdschriften
Verzamelwerk
Websites
Andere
Aantal
Boeken
Tijdschriften
Verzamelwerken
Websites
Les enfants au Moyen_Age
London Review of Books
Listen to Youth
Journal of Community
Wiley Online Library
http://classes.bnf.fr/ema/ag Listen to Youth
es/index3.htm
discutiegroep
les enfants au Moyen-Age
American Libraries
Eindrapport
Overlastjongeren uit
Antwerpen aan
het woord
Contact Author Start Your
books.google.com
Tijdschrift voor Criminologie,
Geschillen en Settlements: 2007
Law and Human Relations in
het Westen
Understanding youth and
crime
Journal of Social …, 2012
Tussen dader en slachtoffer
books.google.com
Werken aan de stad
Zalven of slaan
Meisjes in de netten van
justitie
Contexten en parcours van
illegaliteit en vervolging van
jonge vrouwen in
Antwerpen.
Historica. Tijdschrift van de
Belgisch-Nederlandse
Vereniging voor
Vrouwengeschiedenis
http://www.aspeditions.be/
nlbe/book/ERNSTI549Q/ernsti
ge-jeugddelinquentiemythe-of-realiteit-christianeliaerts.htm
Andere
Niets is wat het lijkt in
de
jeugdbeschermingEen
redelijk eigenzinnige
kijk op 30 jaar
jeugdbeschermingsrech
t.
Authors: ELIAERTS
CHRISTIAN,
CHRISTIAENS JENNEKE
Ernstige jeugddelinquenten
gestraft ?
Tijdschrift over
Cultuur &
Criminaliteit
http://www.bol.com/nl/p/er
nstige-jeugddelinquentiemythe-of-realiteit/
Boom Lemma
uitgevers
Ernstige jeugddelinquentie:
mythe of realiteit?
Tijdschrift over cultuur en
criminaliteit (2015)
http://works.bepress.com/s
erge_gutwirth
De toekomst van het
Ernstige jeugddelinquenten jeugdbescherminggestraft?Christiaens
systeem
Jenneke, Eliaerts Christian,
Nuytiens An
Autor: Eliaerts CHRISTIAN
Reference: Tijdschrift voor
Strafrecht, issue 4 vol.14
pp.214-221
Uitgegeven door Kluwer
https://www.stuvia.com/do
c/18798/jeugdcriminologie- Samenvatting:
Jeugdcriminologie,
achtergronden-vanachtergronden van
jeugdcriminaliteit
jeugdcriminaliteit
Van pionier naar onmisbaar. Panopticon werd in 1980
Over 30 jaar Panopticon
opgericht als "Tijdschrift
voor Strafrecht, Criminologie
en Forensisch welzijnswerk".
www.panopticon-net.org
International handbook of
juvenile justice
Junger-Tas
http://link.springer.com/book/
Trajecten van uithanden
gegeven jongeren in het
strafrecht
Ernstige jeugddelinquentie:
mythe of realiteit?;
prevalentie, risicofactoren,
justitiële afhandeling en
interventies
http://www.makluonline.eu/nl/tijdschrift/pano
pticon/jaargang-volume28/3-mei-juni-may-june2007/trajecten-vanuithanden-gegevenjongeren-in-het-st/
http://www.bibliotheek.nl/cata
logus/titel.296396613.html
Christian Eliaerts (red.)
Jeugd en Criminaliteit
https://books.google.be/books
/about/Youth_and_Crime.html
John Muncie
http://www.wegwijzerjeugden
veiligheid.nl/fileadmin/w/weg
wijzerjeugdenveiligheid_nl/oud
esite/doc/criminele_jongeren/J
ustitiele_verkenning_Twaalfmi
nners.pdf#page=38
http://dial.academielouvain.be
"De cijfers van het debat
/handle/boreal:83937
misdaad: Voor een rationele
exploitatie van de
strafrechtelijke statistieken
in de sociale
wetenschappen", Louvainla-Neuve
2.6 Maak een samenvatting van 1 pagina. Neem een tekstreferentie op van de basistekst én een bronnenlijstreferentie volgens de APA-richtlijnen.
Jongeren en criminaliteit: Een lange geschiedenis van de Middeleeuwen tot heden
Tekst van Margo De Koster
De meningen over de hedendaagse jeugd zijn verdeeld. Volgens de één zijn ze een brok ellende. Anderen zeggen dat er niets aan de hand is.
De auteur ging op zoek naar de oorsprong van een vraag die een antwoord verdient.
Media, politiek en publiek spelen een niet te onderschatten rol in de perceptie die vandaag de dag bestaat over de jeugd.
De laatste jaren werden we geconfronteerd met extreme vormen van jongerengeweld. Het veroorzaakte steeds een grote ophef, maar is dit in
proportie?
Over de definitie van het 'jongerenprobleem' zijn de meningen al sterk uiteenlopend. Dan mag het niet verwonderen dat de aanpak ervan evenmin
eenduidig is.
De meeste belangenorganisaties zijn het erover eens dat jongeren sneller aangepakt moeten worden. Maar hoe? Sommigen pleiten voor strengere
bestraffing, anderen voor hulpverlening en begeleiding.
Zelfs Aristoteles, Augustinus en Shakespeare beklaagden zich over het gedrag van de jeugd. Het is blijkbaar een probleem van alle tijden.
Vanaf de negentiende eeuw zijn verschillende maatschappelijke, politieke en economische veranderingen belangrijk geweest. Het achtergestelde
milieu van de stedelijke arbeidersklasse leek een broeihaard te zijn van immoraliteit en criminaliteit, waarmee de burgerij niets te maken wilde
hebben.
Daarmee werd de basis gelegd van de moderne notie van de jeugddelinquent als slachtoffer van een problematische opvoedingssituatie, en van het
twintigste-eeuwse stelsel van de jeugdbescherming met zijn afzonderlijk jeugdstrafrecht.
Pas ver in die twintigste eeuw begon de lagere klasse de normen van de hogere klassen over te nemen. Van dan af werd de taal van de vuist almaar
minder getolereerd en spreken we van 'zinloos' geweld.
Diefstal door jongeren had niet altijd te maken met materiële nood of georganiseerde criminaliteit, integendeel: zowel tijdens de Middeleeuwen als in
de twintigste eeuw stalen vooral jonge mannen en vrouwen ook wel eens omdat ze geld nodig hadden om te kunnen uitgaan. Naarmate de moderne
commerciële vermaaksindustrie met haar theaters, cafés, bioscopen en dancings groeide, namen gelddiefstallen en conflicten tussen ouders en
kinderen over zakgeld toe. Jongeren waren nooit ongevoelig voor mooie kleren en andere luxueuze voorwerpen. Het is meer dan aannemelijk dat in
een materialistische samenleving dergelijke diefstallen vooral dienden om een vorm van sociaal kapitaal te verwerven.
Aan het eind van de negentiende eeuw werden minderjarigen niet langer gestraft, maar onderworpen aan een heropvoedingsmaatregel tot aan hun
meerderjarigheid.
Ook de oorzaken werden niet langer bij de jonge dader zelf gezocht, maar bij een omgeving, waartegen de jongere beschermd diende te worden.
Tot op de dag van vandaag wordt er gezocht naar een concrete oplossing, waarbij het duidelijk is dat er geen pasklaar antwoord voor handen is.
Bronnen:
Alexandre-Bidon, D. & Lett, D. (1997). Les enfants au Moyen-Age, Ve-XVe siècles. Parijs:
Hachette.
Bossy, J. (ed.) (1983). Disputes and settlement. Law and human relations in the West. Cambridge:
Cambridge University Press.
Brown, S. (2005). Understanding youth and crime. Listening to youth? (2nd ed.). Berkshire:
Open University Press.
Christiaens, J. (2001). Jeugdcriminaliteit. Een apart probleem? Negentiende-eeuwse jonge
daders en hun misdrijven. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren
en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 277-298.
318 Tijdschrift voor Criminologie 2010 (52) 3
Dit artikel van BJu Tijdschriften is gemaakt voor M. Vanneste
Jongeren en criminaliteit
De Koster, M. (2009). Meisjes in de netten van justitie. Contexten en parcours van illegaliteit
en vervolging van jonge vrouwen in Antwerpen. Historica, 32(2), 6-12.
Dupont, G. (2001). Patronen van jongerencriminaliteit in een laatmiddeleeuwse grootstad
(Brugge, 1385-1550). In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en
criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 49-82.
Eliaerts, C. (2001). Zalven of slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming.
In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit
in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 371-393.
Eliaerts, C. (red.) (2006). Ernstige jeugddelinquentie. Mythe of realiteit? Prevalentie, risicofactoren,
justitiële afhandeling. Brussel: VUBPress.
Gutwirth, S. (2010). Blurring als methode, ideologie als resultaat. In: W. Bruggeman, E. De
Wree, J. Goethals, P. Ponsaers, P. Van Calster, T. Vander Beken & G. Vermeulen (red.).
Van pionier naar onmisbaar. Over 30 jaar Panopticon. Antwerpen/Apeldoorn: Maklu,
563-576.
Junger-Tas, J. & Decker, S.H. (eds.) (2006). International handbook of juvenile justice. Dordrecht:
Springer.
Laan, P. van der (2008). De meeste jongeren zijn niet crimineel. Jeugdbeleid, 2(1), 75-85.
Lis, C. & Soly, H. (2001). Jeugd, criminaliteit en sociale netwerken, veertiende tot twintigste
eeuw. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit
in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 11-48.
Muncie, J. (2009). Youth and crime (3rd ed.). Sage Publications.
Soly, H. (2001). Probleemjongeren in Brabantse en Vlaamse steden, zestiende-achttiende
eeuw. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren en criminaliteit in
historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 101-142.
Spierenburg, P.C. (2000). Jeugdgeweld in historisch perspectief. Justitiële verkenningen,
26(1), 9-20.
Steegen, E. (2001). Kinderen van vagebonden in plattelandsbenden tijdens de eerste helft
van de achttiende eeuw. In: C. Lis & H. Soly (red.). Tussen dader en slachtoffer. Jongeren
en criminaliteit in historisch perspectief. Brussel: VUBPress, 143-167.
Vanneste, C. (2005). De la production a l’exploitation statistique. l’Intervention scientifique
dans tous ses etats. In: F. Vesentini (ed.). Les chiffres du crime en débat. Regards
croisés sur la statistique pénale en Belgique (1830-2005). Louvain-la-Neuve: BruylantAcademia, 193-216.
Vrints, A. (2006). Het theater van de straat. Publiek geweld, respectabiliteit en sociabiliteit
(ca. 1910-1950) (ongepubl. doctoraatsverhandeling). Universiteit Gent, Geschiedenis.
Walgrave, L. (2008). Restorative justice, self-interest and responsible citizenship. Devon: Willan
Publishing.
Weijers, I. & Eliaerts, C. (2008). Jeugdcriminaliteit. Wetenschappers over een brandend
vraagstuk. In: I. Weijers & C. Eliaerts (red.). Jeugdcriminologie. Achtergronden van jeugdcriminaliteit.
Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 13-22.
Wittebrood, K. (2000). Trends in jeugdgeweld. Justitiële verkenningen, 26(1), 21-34.
Tijdschrift (http://sova6.wdfiles.com/local--files/basisteksten/1%20BaMV%20B_Reyntjens_Jarne_IV_stap2.pdf)
7. Tot slot: De tekst verwerk je in een PowerPoint van 10 dia’s. Zoek illustraties en vergeet de bron niet te vermelden. Als je origineel materiaal
maakt, wordt dit hoger gewaardeerd. Zorg dat de presentatie vanzelf en logisch loopt bij aanklikken. Zorg voor animaties. Sla je presentatie op als
Klas_naam_voornaam_IV_stap2.ppt.
Zie aparte powerpoint.
Stap 3: Beschikking krijgen en meer zoeken
3.1 Publicaties binnen handbereik
Nr
Soort bron
Referentie
Bib
Plaats
1
Tijdschrift voor Privaatrecht.
Dirk Leestmans interviewt Prof .Lode Walgrave in de
gebouwen van Linc, het Leuvense Instituut voor
Criminologie. over : “Naar een geïntegreerde aanpak van
jeugddelinquentie”
http://www.legalworld.be/legalworld/Naar-eengeintegreerde-aanpak-vanjeugddelinquentie.html?LangType=2067
neen
2
Sociaal wetenschappelijk
Lode Walgrave ;
“Jeugddelinquentie in perspectief “
Uitgeverij Kluwer Mechelen 2012
VIVES Campus
Kortrijk
Bib. 1° verd.
362.745
3
Sociaal wetenschappelijk
Goedseels E.
“Jeugdcriminaliteit in Vlaanderen”
Kluwer Deurne2000
VIVES Campus
Kortrijk
Bib. 1°verd.
361
4
Sociaal wetenschappelijk
Balthasar Beke BMWA, van Wijk A. Ph, Ferwerda HB
“Jeugdcriminaliteit in groepsverband ontrafeld : tussen
rondhangen en bendevorming”
Amsterdam SWP 2000
Antwerpen Permeke
Stadsbibliotheek
ZIZO
Volwassenen
Samenleving
5
Sociaal wetenschappelijk
Ria Goris
“De weg terug” bekentenissen van (ex)criminele jongens
en meisjes uit gewone gezinnen
Uitgeverij: Van Halewijck 2010
Antwerpen
Permeke
Stadsbibliotheek
ZIZO
Volwassenen
Samenleving
itGORI
6
Sociaal
Wetenschappelijk
Trajecten van uithanden gegeven jongeren in het
strafrecht
Tijdschrift Panopticon
(ISSN-771-1409)
Jaargang 1 mei 2007 volume 28
neen
7
Sociaal
Jeugdcriminaliteit – Michiel Elands
Tijdschrift psychologie
jaargang 1999 nr.3
pag.48/50
Antwerpen
Permeke
Stadsbibliotheek
ZIZO
Volwassenen
Psychologie
8
Sociaal
Wetenschappelijk
Romain Vanlandschoot
“Sluit ze op … jongeren in de criminaliteit 1400 tot nu”
Uitgeverij : Davidsfonds 2008
Antwerpen
Permeke
Stadsbibliotheek
ZIZO
Volwassenen
Samenleving
'tVANL
9
Sociale info
Het laatste Nieuws – krant van 3/8/15
neen
Vandalisme
10
Website Vlaamse Overheid –
Departement Welzijn
JongerenWelzijn
neen
Om hulpverlening te bieden aan jongeren in een
verontrustende leefsituatie die door de jeugdrechter
worden toevertrouwd aan een open of een gesloten
inrichting
jo-lijn is de luisterlijn Jongerenwelzijn.
0800 900 33
[email protected]
11
Sociaal Wetenschappelijk
Catharina Lis
“Tussen dader en slachtoffer” jongeren en criminaliteit in
Antwerpen
Permeke
Achtergrond-collectie
ZIZO Volwassenen
historisch perspectief.
Uitgegeven VUB 2001
Misdaad en Geweld
Jeugdcriminaliteit LIS
Stadsbibliotheek
Samenleving
12
Sociaal Wetenschappelijk
Tijdschrift Pedagogiek
Jaargang 22 ( 2002 )n° 3
pag. 278-280
“Jeugdcriminaliteit in groepsverband – tussen rondhangen Deurne Couwelaar
en bendevorming”
Stadsbibliotheek
auteur : Jan Dirk De Jong en Arjen Leerkens
Leeszaal: Tijdschriften
(LZ))TS 430.2
PEDAGOGIEK
13
Centre d’Etude de la
Délinquance Juvénile,
Statistiques et protection de la
jeunesse, publication n° 41,
Bruxelles, 1977, met bijdragen
van G. HOUCHON, B.E.
HAUTIER, E. VERHELLEN,
X. RENDERS, H. DE BRUYNE
en L. WALGRAVE
Gerechtelijke statistieken inzake jeugddelinquentie en
jeugdbescherming:
een (grote) stap vooruit.
Eef GOEDSEELS, Charlotte VANNESTE, en Isabelle
http://incc.fgov.be/up
load/files/ODcriminol
ogie/protectiondelaje
unesse/productionete
xploitationdedonnees
statistiques/EG%20CV
%20ID%20panopticon
%202005.pdf
Sociaal Wetenschappelijk
“Ernstige jeugddelinquentie gestraft ?”
Praktijk van uithandengeving.
Auteurs: An Nuytiens – Jenneke Christiaens – Christian
Eliaerts
14
DETRY
Neen
Uitgeverij Academia
Press Gent
Reeks dienst
strafrechtelijk beleid.
3.2.
Sterauteurs? Andere werken in de bib
Auteur
Beschikbaar in de bib
Verwantschap
J.Jacobs & H. Ferwerda
co-auteur Balthasar Beke
“Focus op jeugdcriminaliteit “
Ja – Permeke Antwerpen
ZIZO – volwassen Samenleving
MISDAAD-GEWELD-CRIMINALITEIT
'tFERW
Wat is jeugdcriminaliteit?
Welke strafbare feiten plegen jongeren en hoe
pakken we deze jongeren aan in Nederland.
Balthasar Beke – H. Ferwerda 1 Peter H. Van der
Haar
“De dunnen draad tussen doorgaan en stoppen:
allochtone jongeren en criminaliteit “
Uitgeverij SWP – 1998
Ja – Permeke Antwerpen
ZIZO – Volwassen Samenleving
MISDAAD-GEWELD- CRIMINALITEIT
DVNN
In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de
levensgeschiedenissen van deze jongeren
Henk Ferwerda – Balthasar Beke
Tijdschrift Didaktief jaargang 1994 n°° 9
pag. 38-39
Niet uitleenbaar
Geweld – Scholen – Preventie
3.3.
Zoek ter plaatse in de bib
Gekozen bron
15 Sociaal wetenschappelijke bron Ria Goris
“De weg terug”
Uitgeverij Van Halewyck 2010 – 224 blz
Bekentenissen van (ex)criminele jongens en meisjes uit
gewone gezinnen.
Stadsbibliotheek Permeke ZIZO Volwassenen –
Antwerpen
SamenlevingitGORI
Het colofon bevat gegevens over schrijfster, uitgeverij met adres Diestsesteenweg 71a – 3010 Leuven . website : www.vanhalewyck.be
Info over ontwikkeling cover : Filip Coopman – foto cover: Lieven Nollet – auteursfoto cover: Stefan Dewickere en Druk: Wilco, Amersfoort.
Ook is er een korte beschrijving over Ria Goris. Ze is journaliste en schreef ook al eerder over dit onderwerp in de Knack, De Standaard en Weliswaar.
Ze bracht al verschillende boeken uit waaronder “Een mens vermoord” “Nabestaanden en moordenaars vertellen”.
Extra trefwoorden en vaktermen
Vaktermen
Uitleg
Sacoche
handtas
Affiches Child Focus
Stichting voor Vermiste en Seksueel uitgebuite Kinderen
Speed
Is de straatnaam voor drugs die amfetaminen bevatten.
Drugs dealen
Een drugsdealer is iemand die illegaal drugs verkoopt
3.4 Zoek verder buiten je tekst
Type informatiebron
Aantal
“Jeugdcriminaliteit: feiten en mythen over 1
een beperkt probleem”
Auteur: J. van Acker
Uitg.: Bohm Staffeu Van Loghem 1998
Referenties
http://www.worldcat.org/libraries
Stap 4: Contextualiseren
4.1 Organisaties
Crisisjeugdhulp
Wanneer je zelf geen vat meer lijkt te hebben op bepaalde gebeurtenissen en onmiddellijke hulp aangewezen lijkt, kan er beroep worden gedaan op
de crisisjeugdhulpverlening. Via het crisismeldpunt van de regio waarin de minderjarige zich bevindt, kan deze zich aanmelden.
Je dient over een account te beschikken om toegang te krijgen. Deze account kan je enkel bekomen als de organisatie je toegang verleent om in deze
databank te werken. Een account kan je aanvragen via [email protected]
Eind 2012 maakte minister Vandeurzen middelen vrij voor het tweejarige project ‘Libel’. Hierbij wordt bekeken op welke manier de ervaring van het
huidige netwerk CJ, de expertise van LUK (Leuvense Urgentiecentrum Kinderpsychiatrie) en het outreachteam sterker kunnen worden gemaakt.
Bedoeling is om af te stappen van een probleem gebonden toegang. Verder is het in dit proefproject de intentie te experimenteren met een ‘walk-in
model’, waarin naast professionelen ook cliënten zelf zich kunnen aanmelden.
Meer informatie kan bekomen worden via Lotte Stoops: [email protected] of 0497946478.
C2 is een voorzieningen overstijgend aanbod binnen de geestelijke gezondheidszorg waarbij crisishulp geboden wordt aan minderjarigen met acute
psychische/kinderpsychiatrische problematiek en hun context. Een gemeenschappelijke equipe van voorzieningen geestelijke gezondheidszorg en
kinder- en jeugdpsychiatrie organiseert deze crisishulp. Een betere afstemming (netwerkvorming) en een mogelijkheid tot gemeenschappelijke
mobiele interventie zijn het resultaat van deze samenwerking.
Deze samenwerking is momenteel beperkt tot de regio Gent – Eeklo en Zuid- Oost-Vlaanderen.
Vanuit het departement Welzijn Volksgezondheid en Gezin werden voor de periode december 2013- december 2014 projectmiddelen voorzien om
deze crisiswerking af te stemmen op de crisiswerking vanuit Integrale Jeugdhulp en bijkomende initiatieven te promoten binnen heel de provincie
Oost-Vlaanderen.
Voor meer informatie hieromtrent kan men zich melden bij Sabine Van den Berge: [email protected] of op het nummer
092106847.
Kompas is een instrument dat toelaat een gemeenschappelijke context te gebruiken voor het beantwoorden van crisismeldingen. Het zorgt voor een
eenduidige manier van vraaghantering bij crisismeldingen en toeleiding naar de hulpprogramma’s crisis. Met de interventiepartners en de
meldpunten loopt een traject om Kompas in hun dagelijkse werking te implementeren. Het instrument Kompas Vraagverheldering werd ontwikkeld
door Capri, Universiteit Antwerpen.
Het rapport over Kompas kan geraadpleegd worden op de website.
Aantal woorden: 358.
Bron: http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/ijh/vlaanderen/crisisjeugdhulp/Paginas/default.aspx
4.2 Juridische documenten
I BELGISCH STAATSBLAD — 24.07.2006 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
[C − 2006/00523]
7 JULI 2006.—Ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of
bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak
van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt
voor de scholen
Dames en heren Burgemeesters,
Recente dramatische gebeurtenissen in ons land zetten mij aan tot het
versterken en versnellen van een aantal genomen maatregelen en
initiatieven in het domein van de preventie én integrale aanpak van
jeugdcriminaliteit.
Veiligheid is een zaak voor ieder van ons. Net daarom wens ik de
lokale overheden en de lokale politie te sensibiliseren en aan te
moedigen om in dit domein en méér in het bijzonder voor de
fenomenen geweld, dreiging met geweld en afpersing (beter gekend
onder de noemer « steaming ») en wapenbezit door jongeren, bepaalde
maatregelen te nemen en/of bestaande maatregelen te versterken.
De strijd tegen jeugdcriminaliteit is in ons land gestoeld op
twee assen.
Een eerste as betreft de sociaal preventieve maatregelen. Via een
reeks socio-preventieve maatregelen willen we de sociale cohesie in
onze maatschappij verzekeren en versterken. Dankzij een goede sociale
cohesie willen we ervoor zorgen dat jongeren over één of meerdere
sociale vangnetten beschikken en zó niet afglijden naar de criminaliteit.
Een goed sociaal « klimaat » met een aangepaste omkadering voor de
jongeren moet hen een beter perspectief bieden dan dat van een
« criminele carrière ».
Een tweede as is gebaseerd op een brede waaier van eerder
ordehandhavende maatregelen, en dit zowel op het vlak van de
openbare orde als in het domein van het straf- en jeugdrecht en het
administratief recht.
In deze omzendbrief zal ik het specifiek hebben over geweld,
dreiging met geweld en afpersing (« steaming »), wapenbezit door
jongeren en over de maatregelen die in dit kader dienen genomen te
worden. Vier soorten maatregelen worden onderscheiden :
— uitwerken van een methodologische benadering en aanpak voor
deze fenomenen, kaderend in het afgesproken veiligheids- en politiebeleid
— voorzien van flankerende maatregelen ter vrijwaring van een
veilige schoolomgeving;
— verspreiden van bestaande initiatieven en maatregelen op het
gebied van de aanpak van jeugdcriminaliteit;
— naleven van een strikte timing en procedure.
II Steunpunt jeugdhulp
Rapport Jeugddelinquentie 2003
In 2003 was het exact vijftien jaar geleden dat de Staatshervorming met de Bijzondere Wet van 1980, gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8
augustus 1988, zorgde voor een grote ommezwaai in het beleid van de Vlaamse Gemeenschap.
Hoe zag dit Vlaamse uitvoeringsbeleid er in die voorbije vijftien jaar uit? Hoe werd het geëvalueerd? En wat brengt de toekomst?
Deze vragen staan centraal in het rapport dat Hilde Geudens, OSBJ-stafmedewerkster, opstelde in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap.
Vlaams beleid inzake de jeugddelinquentie: Synthese
INLEIDING
2003! Net 15 jaar geleden zorgde de Staatshervorming met de Bijzondere Wet van 1980,
gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, voor een grote ommezwaai in het
beleid van de Vlaamse Gemeenschap. Voortaan werden de Gemeenschappen bevoegd voor
het uitvoeringsbeleid inzake de jeugddelinquentie. Niettegenstaande de federale wet
betreffende de jeugdbescherming van 1965 tot heden het wettelijke kader blijft vormen, is het
Vlaamse uitvoeringsbeleid geëvolueerd. Hoe zag dit Vlaamse uitvoeringsbeleid eruit
gedurende de voorbije vijftien jaar? Hoe wordt dit geëvalueerd? Welk zijn de
toekomstplannen? Voorliggende nota brengt hiervan een synthese.
Deze nota bestaat uit twee grote delen. In het eerste deel wordt het basiskader geschetst. De
basisregelgeving en drie maatschappelijke ontwikkelingen, die een belangrijke impact hebben
gehad op het beleid van de Vlaamse Gemeenschap, worden toegelicht. In een tweede deel
wordt ingegaan op de vernieuwingen in het Vlaamse uitvoeringsbeleid. Een aantal
kernthema’s wordt eruit gelicht: preventie, hulpverlening, projecten, open en gesloten
residentiële voorzieningen. Een besluit rondt het geheel af.
Er moet uiteraard benadrukt worden dat een beleid uitbouwen ten aanzien van jongeren in een
problematische opvoedingssituatie en jongeren die feiten plegen (uiteraard) ook beïnvloed
wordt door globale maatschappelijke ontwikkelingen zoals daar zijn: demografische
evoluties, de evolutie naar een prestatiemaatschappij, de dualisering van de samenleving en de
hiermee gepaard gaande uitsluitingsprocessen, evoluties in de criminaliteit, enz. Voor een
beschrijving van deze globale ontwikkelingen verwijzen we naar een rapport met betrekking
tot de omgevingsanalyse dat weldra wordt gefinaliseerd.
Telefoon
Je kan Steunpunt Jeugdhulp telefonisch bereiken van maandag tot en met vrijdag op het nummer 02 513 15 10 (fax: 02 513 98 28) (van 8u tot 12u30
en van 13u uur tot 16u). Op maandagnamiddag is er geen telefoonpermanentie.
III BIJZONDERE JEUGDZORG
Kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun gezinnen kunnen begeleid worden door een voorziening, project of dienst binnen de Bijzondere
Jeugdzorg.
Soms komen deze kinderen, jongeren en hun gezinnen in een moeilijke situatie terecht. De hulpverlening binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg
(BJZ) tracht als antwoord op een maatschappelijke verwijzing tegemoet te komen aan noden van minderjarigen en hun ouders wanneer zij zich in
een problematische leefsituatie bevinden (vroeger bekend als POS).
Dit kan zijn omdat de leefomgeving van de minderjarige een bedreiging vormt voor een optimale ontwikkeling, wanneer ouders om hulp vragen bij de
opvoeding van hun kinderen of wanneer er conflicten rijzen tussen minderjarigen en hun ouders.
Ook wanneer een minderjarige een als misdrijf omschreven feit (MOF) pleegde, kan de hulpverlening van de Bijzondere Jeugdzorg opgestart of verder
gezet worden.
Na 18 jaar kan een jongere voortgezette hulpverlening vragen. Dit kan binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg of in andere sectoren (zoals Algemeen
Welzijnswerk, Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) of Geestelijke Gezondheidszorg).
Onder bepaalde voorwaarden kan verdere hulp verleend worden aan jongeren tot de leeftijd van 20 of 21 jaar. Mogelijke hulp is dan:
•
•
•
•
de jongere onder toezicht op kamer laten wonen tot 20 jaar;
de jongere in een gezin laten verblijven tot 20 jaar;
de jongere in een geschikte inrichting laten verblijven tot 20 jaar;
de jongere tot 21 jaar onder begeleiding zelfstandig laten wonen.
Als misdrijf omschreven feiten (MOF)
Omdat minderjarigen – volgens de wet op de jeugdbescherming – geen misdrijf kunnen plegen, hanteert men de term ‘als misdrijf omschreven feit’
(MOF). Deze term verwijst naar feiten of handelingen die, met het klassieke strafrecht als referentiepunt, als misdrijf worden beschouwd.
In de gerechtelijke jeugdhulp bepalen het Openbaar Ministerie (parket) en de jeugdrechter of het over een als misdrijf omschreven feit gaat. De
jeugdrechter geeft de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp (SDJ) opdracht om een maatschappelijk onderzoek te voeren. Na grondig onderzoek
kan de SDJ de jeugdrechter adviseren over het meest wenselijke traject binnen de jeugdhulp. Vervolgens legt de jeugdrechter een maatregel op. Na
het uitspreken hiervan, zorgt de SDJ er mee voor dat de maatregel wordt uitgevoerd.
De Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming bepaalt welke maatregelen de jeugdrechter kan nemen in geval van een MOF. Kort
samengevat zijn dat:
• de minderjarige een berisping geven;
• de minderjarige en zijn/haar gezin onder begeleiding plaatsen van een consulent van de sociale dienst. Die zorgt ervoor dat het gezin de
voorwaarden naleeft die de jeugdrechter heeft opgelegd;
• een herstelgerichte maatregel opleggen (herstelbemiddeling of een herstelgericht groepsoverleg);
• de jongere plaatsen in een voorziening of in een gemeenschapsinstelling.
In uitzonderlijke situaties én als het om een zeer ernstig misdrijf gaat, kan de jeugdrechter beslissen om de jongere uit handen te geven. In dat geval
zal een gewone strafrechtbank over de situatie oordelen, [email protected]
Binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg kenden we aanvankelijk negen categorieën van private voorzieningen, beter bekend als 'werkvormen'. Met de
start van de Integrale Jeugdhulp, is het hele jeugdhulpaanbod herschreven in typemodules.
Private voorzieningen
Binnen de sector Bijzondere Jeugdzorg onderscheiden we momenteel 5 soorten van private voorzieningen: de Organisaties voor Bijzondere Jeugdzorg
(OVBJ), de Opvang-, Oriëntatie- en Observatiecentra (OOOC), de diensten voor pleegzorg, Diensten Herstelgerichte en Constructieve Afhandeling
(HCA) en de Centra voor Integrale Gezinsbegeleiding (CIG).
De Organisaties voor Bijzondere Jeugdzorg bieden één of meerdere van volgende typemodules aan:
• Module contextbegeleiding
• Module contextbegeleiding in functie van Autonoom Wonen (het vroegere BZW)
Module dagbegeleiding in groep (de vroegere dagcentra)
• Module verblijf (residentieel)
• Module Ondersteunende Begeleiding
• Module Kortdurend (Crisis)verblijf
Jongerenwelzijn subsidieert ook projecten en bijzondere initiatieven die zich richten tot een specifieke doelgroep of op een bijzondere
probleemsituatie, of die op een andere manier vernieuwend zijn
IV Portaal Belgium.be
Informatie en diensten van de overheid
Jeugddelinquentie
Belangrijke melding over de zesde staatshervorming
De informatie op deze pagina behoort geheel of gedeeltelijk tot de bevoegdheden die door de zesde staatshervorming op 1 juli 2014 naar
de gemeenschappen, gewesten of gemeenschapscommissies overgedragen worden.
De bestaande regelgeving blijft van kracht tot een gemeenschap of een gewest over wijzigingen of nieuwe regels beslist.
Algemene informatie over de zesde staatshervorming
De beslissingen van het gerecht ten opzichte van een minderjarige die een of meerdere overtredingen heeft begaan, worden genomen op basis van
een aantal factoren: de ernst van de feiten, de omstandigheden waarin ze werden gepleegd, de schade en de gevolgen voor het slachtoffer, het gevaar
dat de jongere al dan niet vormt voor de samenleving, de persoonlijkheid van de jongere, zijn leeftijd, zijn maturiteit, de familiale en sociale omgeving,
het schoolbezoek, de antecedenten ...
De doelstellingen die worden nagestreefd zijn opvoeding, responsabilisering en sociale re-integratie. De bescherming van de samenleving is ook een
element waarmee rekening wordt gehouden.
Op basis van de elementen van het dossier beslist het jeugdparket of het de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig maakt of seponeert. Vooraleer de
zaak te seponeren en als de feiten niet zeer ernstig zijn, kan het jeugdparket de jongere een waarschuwingsbrief sturen of hem samen met zijn ouders
oproepen voor een mondelinge herinnering aan de wet.
Het parket kan ook een bemiddeling voorstellen tussen de jongere, de ouders en het slachtoffer. Het resultaat wordt als positief beschouwd wanneer
de jongere tot inzicht komt en tot herstel overgaat: excuses, terugbetaling, enz.
Wanneer het parket beslist heeft de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig te maken, dan kan deze maatregelen opleggen zoals bijvoorbeeld
prestaties van algemeen belang, een educatieve begeleiding of een therapeutische behandeling. Een herstelgericht aanbod (herstelgericht
groepsoverleg) kan ook worden overwogen en aanleiding geven tot een akkoord tussen de partijen. In het kader van dat akkoord kan de jongere
verbintenissen aangaan tot herstel.
In uitzonderlijke gevallen kan de jongere geplaatst worden (pleeggezin, open of gesloten instelling ...).
Wanneer de feiten zeer ernstig zijn en/of de jongere als gevolg van delinquente daden reeds eerder een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd kreeg,
kan de jeugdrechtbank onder bepaalde voorwaarden de zaak uit handen geven. Na een uithandengeving wordt de jongere berecht als een
volwassene.
V Federale Overheidsdienst Justitie
Principe
De jeugdbescherming wordt in hoofdzaak geregeld door de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van
minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade.
Twee wetten van respectievelijk 15 mei 2006 en 13 juni 2006 hervormen de wet van 1965. Zij omvatten een bredere waaier aan maatregelen die de
rechter kan uitspreken of die het parket (procureur des Konings) kan voorstellen ten aanzien van een minderjarige die een als misdrijf omschreven feit
heeft gepleegd.
Door de Zesde Staatshervorming valt de jeugdbescherming voortaan voor een groot deel onder de bevoegdheid van de gemeenschappen. In Brussel is
de GGC bevoegd.
Sinds 1 juli 2014 zijn de gemeenschappen bevoegd voor:
• het bepalen van de aard van de maatregelen ten aanzien van de minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;
• de regels inzake de uithandengeving;
• de regels inzake de plaatsing in een gesloten instelling;
• de gesloten instellingen, volgens bepaalde uitvoeringsregels.
De gemeenschappen kunnen de dwingende maatregelen bepalen die kunnen worden genomen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf
omschreven feit hebben gepleegd. Dat omvat de bepaling van:
•
•
•
•
de aard van de maatregelen;
de hiërarchie van die maatregelen en de criteria waarmee rekening moet worden gehouden bij de keuze van de op te leggen maatregelen;
de maatregelen zelf;
de onderliggende beginselen van de maatregelen.
De gemeenschappen moeten die nieuwe bevoegdheden uitoefenen met inachtneming van de bevoegdheden die federaal blijven, namelijk:
• de organisatie van de jeugdgerechten: de oprichting en samenstelling ervan;
• de territoriale bevoegdheid van die rechtscolleges;
• de procedure voor die rechtscolleges: de wijze waarop de procedure wordt ingeleid en de termijn.
De federale staat blijft ook bevoegd voor de voorlopige hechtenis en de uitvoering van de straffen opgelegd aan uit handen gegeven jongeren.
Deze rubriek beschrijft het systeem van jeugdbescherming zoals het momenteel bestaat volgens de wet van 8 april 1965 betreffende de
jeugdbescherming.
Wat kan het jeugdparket beslissen?
Op basis van de elementen van het voorgelegde dossier beslist het jeugdparket of het de zaak aanhangig maakt bij de jeugdrechtbank of seponeert.
Vooraleer de zaak te seponeren en als de feiten niet zeer ernstig zijn, kan het parket zich soms beperken tot het sturen van een waarschuwingsbrief
naar de jongere of hem samen met zijn ouders oproepen om hem te wijzen op zijn wettelijke verplichtingen.
Het parket kan ook een bemiddeling voorstellen tussen de jongere, zijn ouders en het slachtoffer. De bemiddeling moet de jongere bewustmaken van
de materiële en relationele gevolgen van het misdrijf dat hij gepleegd heeft. De afloop wordt als gunstig beschouwd als de jongere tot inkeer komt en
overgaat tot herstel (verontschuldigingen, schadeloosstelling, enz.)
Wat kan de jeugdrechter beslissen?
Wanneer het parket beslist heeft de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig te maken, kan zij voorlopige maatregelen van bewaring, behoeding en/of
opvoeding opleggen aan de jongere. De voorlopige fase duurt maximaal zes maanden. Als de jongere minstens 12 jaar oud is, moet de rechter hem
horen. De jongere wordt bijgestaan door een advocaat.
De jeugdrechter kan de volgende beslissingen nemen:

de jongere vrijspreken

hem berispen

eerder opgelegde voorlopige maatregelen handhaven

nieuwe maatregelen opleggen
De rechter moet zijn beslissing motiveren. Daarbij houdt hij rekening met verschillende factoren:

de persoonlijkheid van de jongere

zijn leeftijd

zijn maturiteit

zijn familiale en sociale omgeving

het schoolbezoek

zijn veiligheid

de ernst van de feiten

de omstandigheden waarin zij gepleegd zijn

de schade en de gevolgen voor het slachtoffer

het gevaar dat de jongere al dan niet vormt voor de samenleving

zijn antecedenten
Welke maatregelen kan de jeugdrechter nemen?
De jeugdrechter beschikt over een brede waaier aan maatregelen die hij ten aanzien van de minderjarige kan nemen. Hij moet het
subsidiariteitsbeginsel in acht nemen, dat wil zeggen dat hij de voorkeur moet geven aan de maatregelen met de minste beperking op de vrijheid van
de minderjarige.
De wet voorziet in een gradatie van maatregelen:

De voorkeur moet in de eerste plaats uitgaan naar een herstelrechtelijk aanbod.

Vervolgens moet de voorkeur gegeven worden aan de maatregelen die geen plaatsing impliceren.

Ten slotte verdient de plaatsing in een open afdeling de voorkeur boven de plaatsing in een gesloten afdeling.
Voor een kind dat op het tijdstip van de feiten jonger dan 12 jaar was, kan de jeugdrechtbank enkel drie maatregelen nemen:

berisping

sociale follow-up

intensieve educatieve begeleiding
Ten aanzien van een jongere van 12 jaar of ouder kiest de rechter in de eerste plaats voor het herstelrechtelijk aanbod. Dit omvat bemiddeling en
herstelgericht groepsoverleg. Bij bemiddeling helpt de onpartijdige bemiddelaar de jongere, diens sociale omgeving en de slachtoffers om samen een
oplossing te vinden voor het herstel van de schade.
Wanneer de partijen een akkoord bereiken, wordt een intentieverklaring opgesteld en voorgelegd aan de rechter, die ze officieel zal goedkeuren,
behalve als zij in strijd is met de openbare orde. Daarna zal een sociale dienst controleren of de jongere zijn verbintenissen naleeft.
De jeugdrechter kan andere maatregelen nemen, bijvoorbeeld:

de jongere onder toezicht van een sociale dienst plaatsen

de jongere verplichten een prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut met een maximumduur van 150 uur te leveren

huisarrest opleggen

een ambulante therapeutische behandeling opleggen

in uitzonderlijke gevallen de plaatsing bevelen (pleeggezin, gemeenschapsinstelling, enz.)
Het behoud in het leefmilieu is soms onderworpen aan voorwaarden; een sociale dienst ziet toe op de naleving ervan.
Voorbeelden: naar school gaan, een prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut leveren, niet omgaan met bepaalde personen of
bepaalde plaatsen vermijden, het huisarrest in acht nemen.
De jeugdrechtbank kan de maatregelen indien nodig verlengen tot de leeftijd van 20 jaar.
De gemeenschappen zijn bevoegd voor alles wat betrekking heeft op de uitvoering van de beschermingsmaatregelen genomen ten aanzien van
minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
4.3 Statistieken
Zie werkblad Excel
4.4 Politieke context
De politieke context (maatschappelijk / beleid / visie )
Minderjarige jeugddelinquenten kunnen in verschillende centra terecht voor aangepaste begeleiding
Jeugdhulpschema
Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding
Beheerstraat 68, 8500 Kortrijk
Tel 056 / 21.60.91
Fax 056 / 20.36.51
[email protected]
Algemene Info
Het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding is een ambulante voorziening, erkend door de Vlaamse Gemeenschap, Departement
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, afdeling Bijzondere Jeugdbijstand.
Het Centrum heeft 2 erkenningen : Thuisbegeleiding (categorie 5) en Begeleid Zelfstandig Wonen (categorie 6).
De capaciteit binnen Thuisbegeleiding bedraagt 40 gezinnen, binnen Begeleid Zelfstandig Wonen 16 jongeren.
Ons werkgebied is het bestuurlijk arrondissement Kortrijk.
Daarnaast is het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding erkend als HCA - dienst die gemeenschapsdienst, leerproject, bemiddeling
en Hergo organiseert.
Het werkgebied is het gerechtelijk arrondissement Kortrijk.
Het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding is gevestigd in de Beheerstraat 68 te 8500 Kortrijk. Vandaaruit worden de
hulpverleningsvormen Thuisbegeleiding en Begeleid Zelfstandig Wonen georganiseerd.
Missie
Het Centrum Jongeren –en Gezinsbegeleiding organiseert ambulante hulpverlening aan jongeren en gezinnen die in problematische
opvoedings –en
leefsituaties verkeren.
Het Centrum werkt op doorverwijzing van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en van de Jeugdrechtbank. Het gaat over vrijwillige,
aanvaarde of opgelegde hulpverlening.
Ter ondersteuning van deze hulpverlening en / of inspelend op maatschappelijke evoluties wil het centrum participeren aan
samenwerkingsverbanden en vernieuwende initiatieven nemen. Binnen dit kader situeert zich o.a. de H.C.A.-dienst, en een actieve
deelname aan het Boothuis en aan de ontmoetingsgroep voor ouders.
De H.C.A.- dienst is gehuisvest in de H. Consciencestraat 9 te 8500 Kortrijk en kreeg de roepnaam COHEsie.
Wanneer thuisbegeleiding?
Iedereen heeft wel eens kleine of grote problemen.
Ook jij kan met vragen zitten of hulp nodig hebben.
Veel problemen kunnen opgelost worden door erover te praten met je ouders, andere familieleden of eventueel vrienden.
Sommige problemen kunnen helaas niet zomaar opgelost worden door een goed gesprek.
Dan is er meer hulp nodig, soms zelfs gespecialiseerde hulp.
Hiervoor kan je samen met je ouders bij ons terecht.
Wie zijn we en wie kan bij ons terecht?
Het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding heeft een thuisbegeleidingsdienst voor gezinnen met kinderen tussen 0 en 18 jaar.
Als je ondersteuning wenst kun je zelf naar een Comité voor Bijzondere Jeugdzorg stappen met de vraag voor thuisbegeleiding.
Daarnaast kan een Jeugdrechter thuisbegeleiding als maatregel opleggen als hij vindt dat je hulp kunt gebruiken en er ook recht op hebt.
Wij komen bij jullie aan huis op hun vraag.
Wat doen we?
Het is niet de bedoeling dat wij de problemen in jullie gezin komen oplossen. Wel dat we samen met jou een weg zoeken doorheen deze
moeilijke periode.
Ook wanneer er problemen zijn, blijven je ouders verantwoordelijk voor jou, en moeten ze bij jouw opvoeding en ook bij de hulpverlening
betrokken worden.
Het uiteindelijke doel van de thuisbegeleiding is dat jij samen met je gezin zonder hulp van buitenaf weer verder kan.
Hoe pakken we het aan?
Jullie gezin krijgt een vaste begeleider. Die komt wekelijks bij jullie aan huis. Er wordt steeds een afspraak gemaakt.
Soms spreekt de begeleider met jou alleen, soms met je ouders erbij en van tijd tot tijd met je ouders alleen. Ieders inbreng is belangrijk.
De begeleider kan met jou praten en kan samen met jou dingen doen. Hij kan zo nodig bemiddelen bv. op school of op het werk. Dit
gebeurt altijd in overleg.
Om de 6 maanden wordt samen met jullie gezin een verslag over het verloop van de begeleiding opgemaakt. Dit wordt met de consulent
van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of de Jeugdrechtbank bij jullie thuis besproken.
Ook hierin heb jij een inbreng.
Wat mag en wat moet als je hulp krijgt?
Wanneer je hulp krijgt, wordt niet alles boven je hoofd of dat van je ouders beslist. Jij hebt rechten tijdens de hulpverlening.
Hieronder willen we op de belangrijkste rechten
ingaan.
Het dossier
In het dossier worden dingen opgeschreven over jou, je gezin en de hulp die jullie krijgen. Bij ons is het dossier een map waarin alle
documenten bewaard worden.
Jij hebt het recht te weten wat over jou in het dossier geschreven staat. Je mag bepaalde stukken zelfs inlezen.
Dit bespreek je best met je begeleider. Wanneer je vraagt om het dossier te mogen bekijken, moet dit binnen de 15 dagen gebeuren.
Privacy (en beroepsgeheim)
Informatie over jou en je gezin is beschermd! Elke hulpverlener is gebonden aan het beroepsgeheim en mag dus dingen die hij over jou
of jullie gezin weet, niet zomaar verder vertellen.
Meepraten
Wij vinden het belangrijk dat je inspraak hebt . Dat wil zeggen dat je je mening kunt geven over hoe jij het ziet, waar je naartoe wilt en
hoe je denkt dit te kunnen bereiken.
Inspraak hebben betekent ook dat je mee-werkt en verantwoordelijk bent voor de stappen die je onderneemt. Jouw inbreng is
noodzakelijk.
Je moet uitleg krijgen
Je hulpverlener moet je vertellen wat er allemaal zal gebeuren om jou en je gezin te helpen.
Tevreden…of niet?
Ben je op een bepaald moment niet tevreden over de thuisbegeleiding? Zeg dit tegen aan de thuisbegeleider!
Jullie zoeken dan samen hoe de klacht aangepakt kan worden.
Komen jullie er niet uit, dan kan je een klachtenformulier invullen en bezorgen aan de verantwoordelijke van onze dienst.
Samen wordt een oplossing gezocht.
Met je klacht kan je ook terecht bij

Je consulent van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of van de Jeugdrechtbank

de JO-lijn op het gratis nummer 0800-90033
Minister Vandeurzen kiest voor integrale jeugdhulp
16 juni 2015
Vindt een gedachtewisseling met minister Vandeurzen plaats in de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement. Daarbij geeft de
minister een reactie op de hoorzittingen aangaande integrale jeugdhulp. Hij stuurt aan op vereenvoudiging en bijsturing
Allereerst willen we vooral iedereen danken voor de vele inspanningen op het terrein het
voorbije jaar. Een doorstart van wat de grootste hervorming van de jeugdhulp is, kan
nooit eenvoudig zijn. Het sterke engagement van allen betrokken op de gepaste hulp en
zorg voor onze gezinnen en kinderen bleek krachtig doorheen de opstart. De wil om te
gaan voor die gepaste zorg in een volledig nieuw landschap, de drang om samen te
werken en samen te zoeken naar hoe we binnen die brede principes, waar we allen
achter staan, die betere zorg kunnen realiseren, was zeer groot.
Dat er veel veranderde, dat is wel duidelijk. Dat konden we niet enkel horen tijdens de
hoorzittingen van de voorbije maanden, maar ook in de vele ontmoetingen met
hulpverleners en gebruikers op de werkvloer.
“Gedeelde zorg is niet te herleiden tot één sector, tot één oplossing, maar is net de reden waarom we het initiatief namen om tot een
geïntegreerde intersectorale jeugdhulp te komen. We vertrekken daarbij van een basishouding die gevoelig is voor hoe we omgaan met
jonge mensen die om diverse redenen in de problemen geraken, en met gezinnen die geconfronteerd worden met vaak zeer complexe
zorgen.”
Op 1 maart 2014 ging het decreet integrale jeugdhulp van start. Daarbij werd het jeugdhulpverleningslandschap volledig hertekend in
Vlaanderen en Brussel. Verschillende sectoren werken nauw samen om de gepaste jeugdhulp aan te bieden aan kinderen en jongeren.
Na één werkjaar boog de commissie zich over de uitvoering van dit decreet door het organiseren van diverse hoorzittingen. Daarbij gaf
Jongerenwelzijn een toelichting aan de hand van regionale ervaringen en cijfers en kwamen tal van veldwerkers langs om hun
ervaringen met integrale jeugdhulp te delen. Na afloop daarvan kwam de minister vandaag langs om zijn reactie op de verschillende
bijdragen te geven.
Versterking en uitbreiding crisisjeugdhulp
20 mei 2015
Op 13 mei 2015 is een rondzendbrief voor het versterken van de netwerken voor crisisjeugdhulp en het uitbreiden van de crisishulp aan
huis verschenen. Dat kadert in de beleidsnota WVG 2014-2019 en het actieplan jeugdhulp, waar de versterking van de crisisnetwerken
expliciet als prioriteit naar voren is geschoven. Zo is er een uitbreiding voorzien van 42 extra begeleidingen Crisishulp aan Huis op
jaarbasis. Daarbij worden verhoudingsgewijs die netwerken versterkt waar de kloof tussen vraag en aanbod het grootst is en waar een
versterking noodzakelijk is om de continuïteit van de werking te waarborgen.
Cijfers integrale jeugdhulp in 2014
21 april 2015
Brussel, 21 april 2015. Op een hoorzitting in het Vlaams Parlement stelt Jongerenwelzijn, in aanwezigheid van minister Vandeurzen, de
eerste cijfers en ervaringen van één jaar integrale jeugdhulp voor. Tussen 1 maart en 31 december 2014 is voor 12.600 kinderen en
jongeren een vraag naar gespecialiseerde jeugdhulpverlening gesteld en kregen 5.625 kinderen en jongeren crisisjeugdhulp. Ook
kinderen en jongeren met een hulpvraag of met nood aan ondersteuning en hun context gebruiken hun mogelijkheden binnen de
jeugdhulp. Samen met het werkveld wordt al gewerkt aan verbetering.
Vragen of klachten over Jongerenwelzijn?
Bel gratis: 0800 900 33
(ma: 09u00 – 13u00; wo & vr: 13u00 – 18u00)
Of mail naar [email protected]
Ook privaatinstellingen bekommeren zich over opvang jeugd.
vzw Jeugdzorg is een private organisatie erkend door het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn..
Wij bieden meerdere hulp- en dienstverleningsvormen aan ter ondersteuning van kwetsbare opvoedings- en leefsituaties in de regio’s
Gent en Aalst.
Ouders of jongeren kunnen niet voor alle modules rechtstreeks bij ons hulp vragen.
Zij hebben daarvoor de toelating nodig van de integrale toegangspoort jeugdhulp.
U vindt meer informatie hierover op www.jongerenwelzijn.be
Ondernemingsnummer: 439196105
Statuten verschenen in het B.S. van 25 mei 1989
Maatschappelijke zetel: Weefstraat 30, 9810 Eke (Nazareth)
Vzw Tehuis Sint-Carolus

Wie zijn wij?
Wij zijn een residentiële voorziening, erkend binnen de Bijzondere Jeugdzorg. We bieden de modules verblijf en contextbegeleiding
aan. Kinderen tussen 0 en 18 jaar (met een maximum verlenging van 2 jaar) en hun gezinnen, vormen onze doelgroep.
Capaciteit :
* 33 modules verblijf :

11 modules voor meisjes en jongens - 12 jaar

11 modules voor meisjes en jongens 0 - 16 jaar

11 modules voor meisjes en jongens 12 - 18 jaar (verlenging tot 20 jaar mogelijk)
* 33 modules contextbegeleiding automatisch gekoppeld aan de modules verblijf
* 2 modules contextbegeleiding in functie van autonoom wonen
Jongeren worden bij ons geplaatst door Comité Bijzondere Jeugdzorg (vanaf 16 september 2013 zal dit via de toegangspoort zijn aangezien wij binnen de pilootregio vallen) of door Jeugdrechtbank.
Sinds 11 februari 2013 zijn wij gehuisvest in splinternieuwe gebouwen. Er zijn binnen de gebouwen voldoende leef-en speelruimten voorzien,
die
gezellig
zijn
ingericht. Het
gebouw
beantwoordt
aan
de
hedendaagse
noden.
We liggen buiten de stad, maar toch volddoende centraal. Het centrum van Sint-Niklaas ligt op 5 km. Onze voorziening is vlot bereikbaar
met het openbaar vervoer. In de omgeving is er een rijk aanbod aan scholen binnen de verschillende onderwijsnetten. Er zijn ook veel
mogelijkheden tot ontspanning en georganiseerde vrije tijd.
COMITÉ VOOR BIJZONDERE JEUGDZORG
Terug
Ministerie van de Vlaamse overheid
Departement welzijn, volksgezondheid en gezin
Agentschap jongerenwelzijn
Contact:
Casinostraat 24
9100 Sint-Niklaas
België
Tel.: 03 778 89 10
Fax: 03 778 89 30
E-mail: [email protected]
Stap 5: Zelfevaluatie
Deze opdracht verliep heel moeizaam. Gezien de combinatie werk en school was het sowieso een hectisch jaar. Het was dan ook de juiste beslissing
om deze taak achteraf te maken, zodat ik me hierin beter kon verdiepen.
Het heeft me bloed, zweet en tranen gekost, maar ik ben toch tevreden met het resultaat. Ik heb overal gezocht wat in me opkwam en zou niet direct
andere bronnen kunnen bedenken.
Ik had totaal geen notie van Excel. Hierin kan ik uiteraard nog groeien. Het boek ‘Excel voor dummies’, dat ik me aanschafte, kan hierin een grote hulp
zijn.
Het opzoeken op zich is niet zo moeilijk, maar wel tijdrovend.
Wat me zal bijblijven bij deze opdracht is dat er veel meer over onderwerpen te vinden is dan dat je op het eerste zicht zou denken. Het is pas
wanneer je je in een onderwerp vastbijt en verder gaat zoeken, dat je op veel meer informatie botst. Ik wil dit een beetje vergelijken met de wereld
op zich. De mens teert het merendeel van zijn dag op routine. We staan op, ontbijten, maken ons klaar om te gaan werken, lunchen, komen ’s avonds
thuis, eten opnieuw, doen nog even iets om te ontspannen en gaan slapen. Wanneer we ons losmaken van deze dagelijkse sleur en onze horizon
verbreden, merken we bijvoorbeeld wat voor een interessante buurman we hebben of welke capaciteiten die ‘rare’ collega heeft waar we nooit tegen
praten. Er valt zoveel te ontdekken, als we ons er maar voor openstellen.
Download