In een park in de stad Gorkum staat dit bronzen beeld. Monument ‘40-‘45. Een vrouw, fier rechtop, kijkt uit…over het brede water van de Merwede. Haar ene hand beschermend op de schouder van haar kind. De andere hand gebald tot een vuist. Hoe kwetsbaar is een kind dat bedreigd wordt door geweld. Hoe machteloos een moeder die haar kind beschermen wil tegen kwaad. “Standvastig is gebleven, mijn hart in tegenspoed”, staat onder het monument. In tegenspoed spreekt het hart. Langer dan ik leef is er vrijheid in mijn land. Ik liep nooit fysieke risico’s. Oorlog is voor mij een verhaal; het verhaal van boze tijden. Tijden, waarin mensen weten wat kwaad is. Als de menselijkheid opgeofferd wordt aan wat voor doel dan ook, is verzet geboden. In de tijd na de bevrijding, wist men wat de moeite waard was in het leven, in de jaren ’50 werkte men intensief en nadrukkelijk aan de wederopbouw van de maatschappij, men werd zuinig op de eigen gemeenschappen. Ik voelde mijn soort van vrijheid toenemen, toen in de jaren ’70 de verbeelding meer aan de macht kwam. Het leven werd daarna wat gecompliceerder. Wat eerst slecht leek, was soms niet langer slecht. De moraal veranderde. Het werd mogelijk anders te denken, anders te geloven, andere muziek te maken, anders te leven, andere relaties aan te gaan. En andersom, wat vroeger geen probleem leek, kun je nu niet meer maken. Vrouwen vernederen, zwarten discrimineren, homosexuelen uitsluiten – het kan niet meer. Vreemdelingen kregen hun plek onder de zon. Waarheden veranderen. Dat leerde ik. Grenzen verschuiven. Het werd steeds een beetje lastiger, om het met elkaar eens te worden. Waar sta je voor in het leven. Hoe ben je attent op wat de moeite waard is om tegen te vechten. Hoe blijf je alert op wat de moeite waard is om te beschermen. Het werd moeilijker om standvastig te blijven. Standvastigheid is geen halsstarrigheid. Je moet leren loslaten wat niet essentieel is, en vasthouden aan wat je nooit mag opgeven. Durf te veranderen, leer omdenken, hou je niet vast aan waarheden die hun inhoud verliezen. Blijf staan voor waarheden die te maken hebben met rechten van de mens, met eerbied voor het leven, met gerechtigheid en barmhartigheid. Werp je hoofd niet in de schoot, laat je hart niet zwijgen. 1 Op school waar ik werk, houden 15 standvastige vrouwen mij wakker, ze komen uit alle delen van de wereld. Gisele, uit Ivoorkust. Shakila, uit Afganistan. Almaz, Somalië. Luz, Colombia. Lynéa uit Rwanda. Argentina uit Angola. Farah uit Iran. Gevlucht voor geweld, voor onderdrukking, voor armoede, voor corruptie. Als ik naar hun verhalen luister, blijft 4 mei hartverscheurend actueel. Het is niet voorbij, het kwaad. Het goede moet altijd en overal weer stevig beschermd worden. Dorothee Sölle, als Duitse theologe altijd verlegen met het verleden van haar volk, leert me de vraag te stellen: ‘aan welke kant sta jij?’ Aan welke kant sta ik? Nog geen eeuw geleden, waren mijn voorouders als kolonialen overheersend aanwezig in die overzeese landen. De laatste jaren schaam ik mij tegenover de asielzoekers in mijn klas; zij moeten allerlei vernederingen ondergaan, niet alleen op straat, maar zelfs in het parlement. In het hart van de democratie; de democratie - waarnaar zij zo verlangen. Met Vluchtelingenwerk zie ik dat wij hen nieuwe angst voor onveiligheid bezorgen, dat wij hen confronteren met verkilde verhoudingen. Dit zijn veranderingen in de publieke moraal, waarbij de vraag naar de waardigheid van de mens gesteld dient te worden. Waar die in gevaar komt, is standvastigheid geboden. Voor wie is onze beschermende hand? Aan wie tonen wij onze vuist? Wie standvastig wil zijn in tegenspoed, heeft beide handen nodig. De meesten van ons hier, kennen de grote Joodse verhalen. Mozes kon er alleen maar van dromen, hoe de wagens en ruiters van de woedende Farao verdwijnen zouden in de vergetelheid van de zee. Zo verloor hij zijn angst. En hij liep weg van het kwade. Ook al vond het volk dat maar eng, en waren ze bang voor de ongewisse toekomst, ze volgden hem. En ze wérden bevrijd uit het slavenhuis. En hoe ze toen zongen. Free at last. Ze dankten de God van hun dromen. Dat je het kwade overwinnen kan door het goede, dat leerde eeuwen later Jezus van Nazareth. En velen volgden hem na. Nog altijd kun je hun verhalen horen en doorvertellen. En navolgen. Wie standvastig is in haar hart. Blijft staande. Haar ene hand weert het kwade. Haar andere beschermt het goede. Standvastig is gebleven Mijn hart in tegenspoed 1940-1945 . Wilhelminapark te Gorinchem Zij blijft staande, met krachtige hand tegen het kwade, en met beschermende hand voor het goede Wie standvastig wil zijn in tegenspoed, heeft beide handen nodig 2