Bijlage 1 Inkomsten en resultaten SWA

advertisement
PIM ombuigingsthema
Evaluatie SWA:
Evaluatie van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
door de sociale werkvoorziening SWA
november 2010
1
Inhoudsopgave
Samenvatting ..................................................................................................................................... 3
Inleiding ............................................................................................................................................ 4
Hoofdstuk 1
Evaluatie ................................................................................................................ 5
1.1
Kaders ................................................................................................................................... 5
1.2
Uitvoering .............................................................................................................................. 7
1.3
Resultaten ............................................................................................................................ 11
Hoofdstuk 2
Ontwikkelingen .................................................................................................... 14
Hoofdstuk 3
Conclusies en aanbevelingen ................................................................................ 15
Bijlage 1
Inkomsten en resultaten SWA ...................................................................................... 17
Bijlage 2
Factsheet historische bedrijfsopbrengsten ................................................................... 20
Bijlage 3
Verdeling sw-medewerkers naar werksoorten .............................................................. 21
Bijlage 4
Geraadpleegde documentatie ....................................................................................... 22
2
Samenvatting
In het kader van de heroverweging PIM is het gemeentelijk budget voor de SWA als een van de
bronnen genoemd ten gunste van nieuwe structurele projecten PIM.
De evaluatie laat een beeld zien van een sw-bedrijf in ontwikkeling: van een traditioneel
productiebedrijf naar een mensontwikkelbedrijf. De effectiviteit van SWA kan verhoogd worden door
een betere koppeling te maken tussen de gemeentelijke ambities op het arbeidsmarktbeleid en de
mogelijkheden van SWA als bedrijf. Daarbij moeten de verschillende relaties tussen gemeente en
SWA –de gemeente is zowel opdrachtgever, mede-eigenaar en klant van de SWA- helder
gedefinieerd en onderscheiden worden. Dit moet ook tot uitdrukking komen in de begroting en
jaarrekening van SWA. De financiële resultaten van SWA zijn goed. Deze kunnen stijgen als de hoge
huisvestingskosten van SWA omlaag gebracht worden.
De aanleiding voor deze evaluatie was een mogelijke ombuiging op de gemeentelijke bijdrage aan
de SWA zodat geld vrijkomt voor nieuwe structurele projecten. Daarbij werd uitgegaan van een
jaarlijkse ombuiging van € 44.000. Bij voortgang van de huidige jaarlijkse vermindering van de
gemeentelijke bijdrage ontstaat vanaf 2013 meer financiële ruimte dan de geraamde € 44.000.
3
Inleiding
In het kader van de evaluatie PIM wordt onderzocht of de veronderstelling juist is dat jaarlijks een
bedrag van € 44.000 vanuit het gemeentelijk budget voor de SWA ingezet kan worden voor de
heroverweging PIM. Deze evaluatie richt zich op de publieke taken van de SWA, de uitvoering van
de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). De privaatrechtelijke activiteiten die zijn ondergebracht in
de BV, SWA Flex, zijn niet in deze evaluatie meegenomen. Ook de commerciële
re-integratieactiviteiten zijn niet geëvalueerd. In de benchmark worden de reintegratieactiviteiten wel meegenomen.
Onderzoeksvraag
Op welke wijze kan de uitvoering van de Wsw door de SWA effectiever met behoud van de
maatschappelijke doelstelling, te weten zoveel mogelijk Wsw-geïndiceerden aan zinvol werk helpen
en te houden? Wat zijn mogelijkheden om de effectiviteit en efficiency van de SWA te vergroten?
Een aantal belangrijke doelstellingen die geëvalueerd worden zijn:
1.
in welke mate wordt de doelgroep bereikt?
2.
wat is er gedaan om wachtlijst te verkorten/verkleinen,
3.
wat is er aan gedaan om alternatieven in te zetten voor degenen die op de wachtlijst
staan?
Werkwijze
In eerste instantie is het onderzoekskader vastgesteld. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van
diverse documenten (zie bijlage) en van de benchmark van Cedris. Cedris is de brancheorganisatie
voor sociale werkgelegenheid en arbeidsintegratie. De bevindingen zijn in de vorm van specifieke
vragen en stellingen voorgelegd aan de directie van SWA, met als doel enerzijds nadere informatie
te krijgen en anderzijds te toetsen in hoeverre de directie de bevindingen deelt.
4
Hoofdstuk 1
1.1
Evaluatie
Kaders
Het kader waarbinnen de SWA handelt wordt bepaald door wet- en regelgeving, regionaal en lokaal
beleid en gemaakte afspraken binnen het bestuur van de gemeenschappelijke regeling waar SWA
onder valt. Dit is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten in de Rijnstreek, Alphen aan
den Rijn, Nieuwkoop, Kaag en Braassem en Rijnwoude.
Landelijk: wetswijziging Wsw 2008
De wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) heeft tot doel aan personen met een psychische,
verstandelijke of lichamelijke handicap een dienstbetrekking aan te bieden voor het verrichten van
arbeid onder aangepaste omstandigheden. Met de wetswijziging van 1 januari 2008 wordt meer
belang toegekend aan de zogeheten arbeidsontwikkeling: het verhogen van de werk- en
vakbekwaamheid van medewerker met als doel dat deze op de optimale werkplek terechtkomt. In
het verlengde daarvan wordt met de wet nagestreefd dat de sw-bedrijven zich ontwikkelen van
productiebedrijven tot arbeidsontwikkelbedrijven. Om dat te bereiken kent de wetswijzigingen drie
hoofdlijnen, te weten:
1.
gemeenten sturen en regisseren meer dan voorheen de uitvoering van de Wsw;
2.
geïndiceerden hebben zeggenschap over het sw-beleid en in het vinden van werk;
3.
reguliere werkgevers worden meer betrokken bij het vinden van werk voor Wsw-ers.
Doelgroep
De Wsw draait om mensen die – door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen –
zelfstandig niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen. Het UWV WERKbedrijf
bepaalt wie voor de Wsw in aanmerking komt (indicatiestelling). Indicatie en deelname aan de Wsw
gebeurt op vrijwillige basis. De gemeente heeft een zorgplicht voor mensen met een Wsw-indicatie.
Taakstelling
De rijksbijdrage van het ministerie is voor een groot deel gebaseerd op het aantal mensen dat per
gemeente is geïndiceerd voor de Wsw, dus zowel degenen die werken via de Wsw als degenen die
op de wachtlijst staan. Het totale beschikbare budget wordt verdeeld als bedrag per
‘standaardeenheid’ Wsw, de SE. Dit systeem werkt het voldoende op peil houden van de wachtlijst in
de hand, teruglopen van de wachtlijst ten opzichte van andere gemeenten betekent dat de
gemeente de rijksbijdrage ziet teruglopen.
Doelstellingen, taken en bevoegdheden
In artikel 4 van de regeling SWA 2007 zijn de doelstellingen, taken en bevoegdheden door de
deelnemende gemeenten bepaald. De belangrijkste artikelen zijn:
-
SWA heeft tot doel het op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoeren van taken van en voor
de deelnemende gemeenten op het terrein van de gesubsidieerde arbeid.
-
Aan SWA zijn alle taken en bevoegdheden overgedragen die de Wsw oplegt c.q. toekent aan de
deelnemende gemeenten.
-
Aan SWA is de bevoegdheid toegekend om werkzaamheden die inherent zijn aan de taken tegen
marktconforme tarieven ook uit te voeren op andere beleidsterreinen.
5
Over de financiële structuur is vastgelegd: ‘de deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg
voordragen dat SWA over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden
te kunnen voldoen’.
‘Van binnen naar buiten’
Het beleid van de SWA is er op gericht dat sw-medewerkers in een zo gewoon mogelijke
werkomgeving werken. De bedoeling is dat:
-
1/3 van de mensen werkt op een interne (beschutte) werkplek,
-
1/3 werkt buiten het sw-bedrijf groepsgewijs op locatie (groensector, catering, schoonmaak
etc.) en
-
1/3 werkt via een detacheringsplaats dan wel begeleidwerken plek extern bij een andere
werkgever.
Met SWA is afgesproken dat ze er naar streeft dat medewerkers eind 2011 in deze verhouding
werken.
Prestatieafspraken en regie
Aangezien tot 2008 de rijksbijdrage rechtstreeks werd overgemaakt door het ministerie aan de swbedrijven, is er nog geen cultuur ontstaan dat er overleg plaatsvindt tussen gemeenten en SWA over
hoe deze wordt besteed. Uitgangspunt is nog steeds dat de bijdrage in zijn geheel bedoeld is ter
dekking van de loonkosten van de sw-medewerkers en bijkomende kosten als begeleiding. Er is
geen gemeentelijk arbeidsmarktbeleid waarin expliciet is vastgelegd welke rol de SWA heeft, welke
doelstellingen de SWA nastreeft om een bijdrage te leveren aan het arbeidsmarktbeleid en welke
activiteiten/werkzaamheden daarbij horen. Er zijn wel operationele doelstellingen vastgelegd, deze
worden door SWA in het algemeen zelf aangedragen.
Uit ‘Arbeidsontwikkeling Wsw in beeld’ blijkt dat 37% van de gemeenten een prestatiecontract met
het sw-bedrijf hierover heeft afgesloten. In juli 2009 had ongeveer de helft van de gemeenten
beleid ontwikkeld op de thema’s:
-
versterken van beleid van binnen naar buiten,
-
de overgang van productie – naar arbeidsontwikkeling en
-
re-integratie voor andere doelgroepen.
Alphen behoort hier niet toe, alleen de re-integratie voor andere doelgroepen wordt letterlijk
genoemd in het meerjarenbeleidsplan voor de WWB 2009-2012. Het feit dat SWA hier mee bezig is
wordt ondersteund.
SWA geeft aan dat de operationele doelstellingen helder zijn. Voor SWA is echter niet duidelijk wat
de ambities van de gemeente zijn. Een integrale benadering vanuit de gemeente ontbreekt en
activiteiten zijn onderling niet altijd afgestemd. Er is veelvuldig contact tussen gemeente en SWA en
met name de komst van een vaste accounthouder bij de gemeente (senior beleidsmedewerker) is
waardevol volgens SWA.
De banden met de gemeente zijn stevig, maar complex. De gemeente is mede-eigenaar en
tegelijkertijd verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw. Ook is de gemeente daarnaast nog
klant en opdrachtgever.
6
Bevindingen
Alphen aan den Rijn stuurt niet op de publieke taken van de SWA middels
-
prestatiecontracten.
De SWA handelt zelfstandig binnen de ruime kaders van de gemeenschappelijke regeling en
-
van de wet Wsw.
De relatie gemeente - SWA is complex: de gemeente is mede-eigenaar, opdrachtgever en
klant.
-
1.2
Uitvoering
Financiën
Budget
Het budget waar SWA over kan beschikken bestaat uit:
-
rijksbijdrage (een landelijk jaarlijks vastgesteld bedrag per sw-er),
-
gemeentelijke bijdragen,
-
eigen inkomsten uit activiteiten (de verschillende werkvormen) en
-
leningen.
In de bijlage zijn de budgetten van de afgelopen jaren weergegeven. De rijksbijdrage 2009 bedroeg
voor SWA 13.740.000, de bijdrage van Alphen 983.000. De toegevoegde waarde van de eigen
activiteiten bedroeg 5.088.000.
Kenmerkend voor de systematiek van de rijksbijdrage is dat deze is gebaseerd op het aantal Wswgeïndiceerden van het sw-bedrijf. Dat betekent dat als het sw-bedrijf op de taakstelling zit -dat
geldt voor de SWA- dat hoe meer mensen erbij komen op de wachtlijst, hoe meer de taakstelling
groeit en er ruimte komt om mensen te plaatsen. Andersom betekent dat een daling van de
wachtlijst tot gevolg heeft dat een sw-bedrijf sw-plekken moet inleveren (op termijn). Voor 2010
hanteert het rijk een nullijn.
Omzet
De netto-omzet kent in de jaren 2008 en 2009 een daling, maar de verwachting is dat deze in 2010
weer op het niveau van voor de recessie is. Het resultaat is flink gedaald in 2009. Het resultaat 2009
bedroeg € 76.000 positief. Het resultaat 2008 bedroeg € 164.000 positief. Gezien het feit dat de
recessie die in de tweede helft van 2008 zijn intrede heeft gedaan in geheel 2009 van invloed is
geweest, mag dit een goed resultaat worden genoemd.
Het weerstandvermogen is met € 1.167.000 per 1 januari nog niet op het gewenste peil. In de
notitie Reserves en Voorzieningen is vastgelegd dat een egalisatiereserve opgebouwd wordt tot
maximaal 15% van het balanstotaal als noodzakelijk weerstandvermogen voor het bedrijf. Op basis
van 2009 zou dat een bedrag betekenen van ongeveer € 4,4 mln. Daarmee zou de toegevoegde
waarde zoals opgenomen in de jaarrekening, voor ongeveer één jaar als risico gedekt zijn. Het
bestuur van SWA heeft de directie opgedragen aan te geven of het opbouwen van een dergelijk
grote reserve nodig is. SWA is namelijk met de rijksbijdrage en de gemeentelijke bijdragen verzekert
van een stabiele inkomstenbron.
7
De omzet en toegevoegde waarde die de re-integratieactiviteiten genereren is weinig transparant.
Re-integratie is ondergebracht in één van de reguliere werkvormen van de SWA. Daarmee is niet
duidelijk welke financiële meerwaarde deze activiteiten opleveren. Andere sw-bedrijven maken dit
transparant door een scheiding in jaarrekening en begroting aan te brengen tussen enerzijds de
Wsw-activiteiten en anderzijds de re-integratieactiviteiten. Een groot aantal sw-bedrijven heeft deze
laatste activiteiten zelfs ondergebracht in een aparte rechtsvorm met een separate jaarrekening en
begroting.
Benchmark resultaten
Bij SWA wordt 57% van de omzet behaald vanuit de interne productie. De omzet die behaald wordt
vanuit werken op locatie en detacheringen is veel kleiner dan bij andere sw-bedrijven.
De SWA is een atypisch sw-bedrijf dat tot de kleine minderheid behoort die een eigen product
fabriceert (folder- en krantenrekken). Dit heeft tot gevolg dat er relatief veel hooggekwalificeerde
medewerkers binnen de SWA werken, zoals lassers. In de benchmark van sw-bedrijven laat de SWA
hierdoor de volgende verschillen zien:
-
De omzet wordt voor 85% uit de profitsector gehaald, landelijk is dit 50%.
SWA denkt dat het aandeel inmiddels rond de 15% ligt, aangezien er in de periode na de
benchmark veel nieuwe opdrachten bij gemeenten zijn verworven. SWA is bijvoorbeeld preferred
supplier voor Alphen geworden voor schoonmaak, groen en catering.
-
Gerekend naar arbeidsjaren is de netto omzet twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde en
dat van de referentiegroep1, er is dus een relatief hoge productiviteit per uur van de swmedewerkers bij de SWA.
-
Re-integratieactiviteiten dragen relatief beperkt bij aan de omzet.
-
Ook ‘reguliere’ werkvormen zoals werken op locatie en detacheren hebben een relatief lage
bijdrage in de omzet terwijl zij in de pas lopen met het landelijke beeld.
Andere opvallende uitkomsten uit de benchmark:
-
De omzet van de SWA ligt wat lager ten opzichte van de referentiegroep, een indicatie dat
vergelijkbare sw-bedrijven het gemiddeld iets beter doen.
-
De netto-omzet per deelnemer aan de re-integratieactiviteiten aanzienlijk lager liggen dan het
landelijk gemiddelde en de referentiegroep. De verhouding kosten-baten is dus minder gunstig.
-
De overheadkosten voor huisvesting en afschrijving maken bij de SWA een aanzienlijk groter
aandeel van de totale bedrijfskosten uit dan de landelijke gemiddelden laten zien. SWA is in een
relatief nieuw pand is gehuisvest (sinds 2003), dat ruim is opgezet. De grond is door SWA
gekocht. De financiering ervan (30 mln.) is geheel via vreemd vermogen gedaan, omdat in die
periode de SWA geen eigen vermogen had. Dit betekent dat SWA jaarlijks 1,4 mln. uitgeeft aan
rente en aflossing op het pand en nog eens 7 ton voor onderhoud e.d. Deze laatste kosten
zullen in de toekomst stijgen naarmate het pand ouder wordt, hiervoor wordt jaarlijks 120.000
uit de 7 ton gereserveerd als voorziening.
Kwaliteit
Reguliere werkomgeving
De 1/3 – 1/3 – 1/3 doelstelling heeft SWA nog niet gehaald, de economische crisis speelt hierin een
belangrijke rol. Gezien het landelijke beeld blijft de SWA niet achter bij andere sw-bedrijven. Op dit
1
De referentiegroep bestaat uit een aantal sw-bedrijven in de regio west die wat betreft kenmerken vergelijkbaar zijn.
8
moment zijn 100 medewerkers gedetacheerd, dat zouden er 150 moeten zijn eind 2011. Werken op
locatie is wel blijven groeien, mede doordat nieuwe opdrachten van gemeenten zijn verkregen
afgelopen periode voor groen, schoonmaak en catering. Minder dan 1% werkt via begeleid werken,
landelijk is dit ongeveer 5%.
Scholing
SWA is een erkend leerwerkbedrijf voor elektrotechniek, groen, lassen, metaal, schoonmaak en
horeca. De werkleiding in deze werksoorten is gekwalificeerd tot het geven van opleidingen en alle
sw-ers werkzaam in hierin worden dan ook opgeleid. Het programma wordt vormgegeven met het
ROC.
Er worden bijscholingsprogramma’s aangeboden en cursussen als VCA (veiligheidscertificaat) Er
worden budgetcursussen gegeven voor degenen die moeite hebben om met geld om te gaan. Naast
werkgerelateerde scholing worden medewerkers gestimuleerd aan zelfstudie te doen. Ze kunnen
hiervoor een financiële bijdrage van SWA ontvangen, waarbij is afgesproken dat ze de studie niet in
werktijd volgen. Volgens SWA volgt vrijwel iedereen, op de allerzwaksten na, op een of ander
moment scholing.
De inspanningen gericht op de ontwikkeling van sw-ers is gerekend naar formatie aanzienlijk lager
dan bij andere sw-bedrijven: het aantal sw-ers per ontwikkelingsgerichte professional is bijna een
factor 2,5 hoger dan bij andere sw-bedrijven (62 sw-ers versus 27). Volgens SWA wijken de cijfers
af omdat ook leidinggevenden bij de SWA deze ontwikkelingstaken hebben en zij zijn in de
vergelijking niet meegenomen. Niet aan te geven is welk beeld ontstaat als zij wel daartoe gerekend
zouden worden.
Organisatie
De gemeenschappelijke regeling SWA wordt bestuurd door een bestuur waar de directie
verantwoording aan aflegt. Er is geen onderscheid tussen een algemeen en dagelijks bestuur. Het
bestuur bestaat uit de 4 portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten. Jaarlijks wordt de
stemverhouding in de besturen bepaald aan de hand van het aantal geïndiceerde wsw-ers per
gemeente. De Gemeente Alphen aan den Rijn is met een stemverhouding van ruim 70% de grootste
deelnemer en levert de voorzitter.
De SWA is georganiseerd naar een aantal werkvormen, die in lijnafdelingen zijn ondergebracht.
Deze leggen verantwoording af aan de directie, die wordt bijgestaan door een aantal stafafdelingen
(zoals PO, financiën). De staf bestaat uit 60 personen, deels in dienst als ambtenaar, deels in dienst
via de eigen BV, ‘SWA Flex’. De directie bestaat uit 3 directeuren, daarnaast zijn er twee managers.
Uit de benchmark blijkt dat het aandeel inhuurkrachten bij SWA laag is ten opzichte van andere swbedrijven. De directie is in hoge mate verantwoordelijk voor en bevoegd tot het voeren van de
bedrijfsvoering. De directie bepaalt dan ook vrij autonoom de bedrijfsvoering binnen de gestelde
kaders zoals beschreven in hoofdstuk 2. Het bestuur stuurt daar in lichte mate in en controleert.
De SWA haalt evenals andere sw-bedrijven jaarlijks haar taakstelling. Jaarlijks neemt het aantal swers in dienst bij SWA toe als gevolg van de groei van de taakstelling. Deze legt een druk op het
leidinggevend personeel, want de overhead is niet meegegroeid.
Medewerkers van de SWA zijn sinds kort vertegenwoordigd via een regionale Wsw-cliëntenraad, die
veel ambtelijke ondersteuning krijgt vanuit de gemeenten. Gezien de achtergrond van de
medewerkers is het moeilijk om een voldoende zware afvaardiging te realiseren. Met allerlei
trainingen wordt geprobeerd de afgevaardigden op het gewenste niveau te brengen.
9
Informatie
De SWA heeft een vastgestelde verantwoordingscyclus, waarin de jaarrekening inclusief
accountantsverklaring en een meerjarenbegroting wordt opgesteld. Deze wordt aan de
gemeenteraden voorgelegd die hun zienswijze hier op geven. Daarop wordt de begroting definitief
vastgesteld door het algemeen bestuur. Per kwartaal levert de SWA managementinformatie aan
volgens een vast format en een financiële reportage. Sturing vanuit de gemeente op basis van de
informatie vindt plaats via het bestuur. Daarnaast is er regelmatig ambtelijk overleg tussen SWA en
gemeente op verschillende niveaus. In de overleggen komen relevante beleidsontwikkelingen
(landelijk, regionaal, lokaal) aan de orde waar de SWA mee te maken heeft en de ontwikkelingen
binnen de sw-sector die relevant zijn voor de gemeente.
Communicatie
De communicatie met de doelgroep is divers. Er wordt gebruik gemaakt van diverse kanalen: via
leidinggevenden, via de ondernemingsraad, personeelsblaadjes, interne begeleiders etc. De
contacten met de potentiële doelgroep Wsw-ers loopt vooral via het Werkplein. SWA informeert
klantmanagers over de mogelijkheden die de Wsw biedt. De indicatie voor de Wsw vindt vervolgens
op het Werkplein plaats. SWA geeft aan zich op de zwakste doelgroepen te richten, inmiddels is er
een flink regionaal netwerk opgebouwd met instanties MEE, GGZ e.d. die deze doelgroep goed
kennen. SWA zoekt via deze instanties pro-actief de doelgroep op. Ditzelfde geldt voor leerlingen in
het onderwijs met beperkingen: er is een uitgebreid netwerk met onderwijsinstellingen opgebouwd
dat er toe leidt dat jaarlijks 10 tot 20 leerlingen stage lopen bij SWA.
10
Bevindingen
-
Ondanks de economische crisis heeft de SWA de afgelopen jaren afgesloten met positieve
resultaten.
-
Opvallend is dat SWA in vergelijking met andere sw-bedrijven weinig omzet genereert bij de
eigen gemeenten. De laatste tijd zijn wel een aantal opdrachten binnengehaald uit de
gemeente Alphen aan den Rijn.
-
De SWA is een atypisch sw-bedrijf dat relatief veel omzet genereert met de eigen productie
en relatief weinig met externe dienstverlening en detacheren. Dit terwijl de verdeling van de
medewerkers over de werksoorten wel met het landelijk beeld overeenkomt.
-
De resultaten behaald uit re-integratie zijn weinig transparant weergegeven in de
jaarrekening en begroting. Niet duidelijk is in hoeverre publieke taken in het kader van de
Wsw en private activiteiten met betrekking tot re-integratie gescheiden van elkaar zijn.
-
In vergelijking met de gehele Sw-sector is de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen
bij SWA extreem slecht. Dit wordt veroorzaakt door de hoge huisvestingskosten en het
gebrek aan eigen vermogen.
-
Uit de benchmark blijkt dat SWA relatief veel scholingsuren inzet voor de medewerkers.
-
De SWA haalt evenals andere sw-bedrijven jaarlijks haar taakstelling: het door het rijk
bepaalde aantal plaatsingen wordt gerealiseerd.
-
Uit de benchmark blijkt dat SWA een gunstige verhouding staf – uitvoerenden heeft, namelijk
7,6 % ten opzichte van het landelijke gemiddelde (8,1%) en zelfs nog gunstiger ten opzichte
van de referentiegroep (8,7%).
-
De verantwoordingscyclus wordt doorlopen zoals is vastgesteld. De informatieverstrekking
daarbuiten gebeurt nog op te onregelmatige basis.
-
SWA zoekt pro-actief de doelgroep op, met de Wsw-ers wordt via allerlei kanalen
gecommuniceerd.
1.3
Resultaten
Bereik
De SWA heeft 582 Wsw-ers in dienst. Dit aantal kan toenemen als gevolg van een toename in de
taakstelling die landelijk bepaald wordt. Als gekeken wordt naar het relatieve aantal Wswgeïndiceerden (inclusief wachtlijst) is dit voor de SWA lager dan het landelijk gemiddelde, maar wel
hoger dan de referentiegroep. Het aantal Wsw-gesubsidieerden per 1000 inwoners (het aantal Wsw
gesubsidieerde mensen, gerelateerd aan het aantal inwoners van het verzorgingsgebied) bedraagt
landelijk 5%, bij de SWA 4,1% en voor de referentiegroep 3,8%. Als verklaring wordt door de SWA
genoemd dat in de Randstad relatief minder mensen zijn geïndiceerd voor de Wsw dan erbuiten.
Buiten de Randstad is de Wsw in het verleden ingezet als werkgelegenheidsinstrument, bijvoorbeeld
voor WAO-ers. Het niveau van Wsw-ers is buiten de Randstad daarmee ook hoger, wat de
mogelijkheden voor detacheren en begeleid werken vergroot voor de sw-bedrijven daar ten
opzichte van die in de Randstad.
Het beleid van SWA is om continu de taakstelling te halen wat betreft de toegestane formatie wswers. Dit is nodig om aanspraak te kunnen maken op extra formatieplaatsen als het aantal landelijk
beschikbare plaatsen toeneemt. Doelstelling is dat de beschikbare arbeidsplaatsen voor 100% zijn
11
ingevuld. Zodra er een plek vrijkomt, wordt deze opgevuld door iemand van de wachtlijst. Dit is
conform het landelijke beleid dat sw-bedrijven voeren. SWA haalt deze doelstelling.
De benchmark laat zien dat de wachtlijst van SWA in tegenstelling tot de landelijke trend op het
moment van meten is teruggelopen. Voor is SWA is dat zelfs -25%, terwijl landelijk de wachtlijst
groeit met 20,6% en bij de referentiegroep 27%. Uit onderstaande tabel valt op te maken dat dit te
verklaren valt door een relatief lage instroom. SWA geeft aan dat er over de jaren fluctuaties zijn in
het aantal indiceringen. De benchmark is een momentopname die geen recht doet aan het beeld
over een langere periode.
SWA
Gemiddelde landelijk
Gemiddelde referentiegroep
Aantal op wachtlijst
104
195
166
Aantal instroom wachtlijst
77
128
120
Aantal uitstroom wachtlijst
102
107
92
waarvan aantal instroom in Wsw
45
77
76
Verloning van mensen met een WWB uitkering (WWB-ers) op de wachtlijst is ingezet om te
voorkomen dat mensen op de wachtlijst komen en zonder werk een lange tijd moeten wachten op
plaatsing, terwijl er ook geen uitzicht is op regulier werk of een ander aanbod. Op initiatief van
SWA is tussen gemeente en SWA is afgesproken dat de WWB-ers die op de wachtlijst komen een
tijdelijke arbeidsovereenkomst krijgen aangeboden voor de duur van de wachttijd. Ze worden
ingezet bij werkzaamheden van de SWA, intern of extern of kunnen worden gedetacheerd. De
werkgeverslasten worden door de gemeente vergoed aan SWA. Alvorens een dienstverband aan te
bieden kunnen wachtenden ook met behoud van uitkering in de startperiode werken. Zo worden
stages verzorgd voor leerlingen in het speciaal onderwijs die in de toekomst mogelijk in aanmerking
komen voor een Wsw-plaatsing. Uit de benchmark blijkt dat bij de SWA een relatief klein deel van
de mensen passief op de wachtlijst staat, nl. 43% (landelijk 74%, referentiegroep 64%). Meer dan de
helft van alle wachtenden is dus werkzaam met behoud van uitkering dan wel betaald. Omdat de
rijksbijdrage gebaseerd is op het aantal Wsw-geindiceerden loont het niet om de wachtlijst te
verkleinen, dan gaat de rijksbijdrage omlaag.
Effectiviteit
Om te realiseren dat alle sw-ers zinvol aan het werk zijn acquireert Swa opdrachten voor de diverse
werkvormen. Er wordt geadverteerd, deelgenomen aan internationale beurzen om de verkoop van
folderrekken (eigen product) te promoten, actief bedrijven benaderd (o.a. door een actieve rol te
spelen in de VOA) om medewerkers te detacheren, gemeenten benaderd om opdrachten te
verkrijgen voor werken op locatie (groen, schoonmaak, catering). Voor de gemeente Alphen is de
SWA preferred supplier voor opdrachten in groen, schoonmaak en catering. Dit betekent dat
dergelijke opdrachten aan SWA worden aangeboden, met als voorwaarde dat SWA een vergelijkbare
kwaliteit biedt als marktaanbieders en werkt met marktconforme tarieven.
De activiteiten passen binnen hetgeen dat in de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd. Aan de
deelnemende gemeenten wordt in de DB en AB voorgelegd welke bedrijfsvoering wordt gevoerd. De
activiteiten zijn dus afgestemd op de verwachtingen van de gemeenten.
12
Bevindingen
-
De SWA heeft 582 wsw-ers in dienst.
-
De omvang van de doelgroep is bepaald door een landelijke taakstelling, de SWA heeft hier
geen invloed op.
-
De wachtlijst laat over meerdere jaren geen toename zien terwijl dit wel de landelijke trend is.
-
De doelstellingen om wachtlijst te verkorten/verkleinen zijn gehaald, in die zin dat er alles
aan is gedaan om dit te bewerkstelligen.
-
Er wordt veel gedaan om alternatieven in te zetten voor mensen op de wachtlijst zodat zij
actief aan de slag zijn. Bij de SWA is 43% van de mensen op de wachtlijst niet actief. Landelijk
is dit 74%, in de referentiegroep is dit 64%.
-
De doelgroep wordt in hoge mate bereikt. De aanpak is dan ook effectief te noemen.
-
SWA heeft forse inspanningen geleverd om medewerkers zo veel mogelijk ‘regulier’ te laten
werken. Vooral door de economische crisis is de trend hierin doorbroken. De doelstelling
wordt hierdoor waarschijnlijk niet voor einde 2011 behaald.
13
Hoofdstuk 2
Ontwikkelingen
SWA opereert in een dynamische omgeving. Ook de komende jaren blijft dit zo.
Verlaging gemeentelijke bijdrage SWA
De gemeentelijke bijdrage bestaat uit twee componenten. Een deel is een vast bedrag per fte. Wsw,
de ‘SE’, een bedrag dat jaarlijks geïndexeerd wordt. Het bestuur heeft besloten de indexering voor
2011 niet toe te passen, wat voor de gemeente een besparing van € 27.000 betekent. Het andere
deel is een ‘ compensatie SPAK’, een algemene regeling voor loonkostenvermindering voor
werkgevers die de rijksoverheid heeft laten vervallen, waardoor sw-bedrijven ineens met een groot
dekkingstekort in de loonkosten werden geconfronteerd. Afgesproken is dat SWA dit tekort via de
gemeentelijke bijdrage gecompenseerd krijgt, maar dat er wel een afbouw van deze component
plaatsvindt van 50.000 per jaar (voor Alphen ongeveer 36.000) vanaf 2008.
Kabinetsbezuinigingen
Het kabinet heeft besloten om in 2010 geen loon- en prijsbijstelling toe te passen voor de
ontwikkeling van de arbeidskosten in 2009. Dit betekent dat het Wsw-budget niet verhoogd wordt.
De loonkosten zijn in 2010 gestegen met ongeveer 0,5 %. Het kabinet heeft tevens aangekondigd
120 mln. te willen bezuinigen op de wsw per 1-1-2011. Voor de SWA-gemeenten betekent dit dat
ze 7 ton minder aan rijksbijdrage ontvangen.
Pilot tijdelijke wet loondispensatie
De gemeente Alphen is geselecteerd als een van de 32 partners om mee te doen aan de pilot wet
loondispensatie. De pilot houdt in dat voor personen met een arbeidsbeperking de gemeente een
werkgever dispensatie kan geven op de verplichting om het wettelijk minimumloon of cao-loon te
betalen. Via een loonwaardebepaling wordt per persoon vastgesteld hoe groot de dispensatie is, dit
deel ontvangt de WWB-er/WIJ-er als aanvullende uitkering van de gemeente.
De pilot kan belangrijke effecten voor SWA hebben:
1. de SWA heeft al langere tijd de wens om met een loonwaardebepaling te werken, mogelijk voor
alle sw-medewerkers, maar in ieder geval voor degenen die gedetacheerd zijn en via begeleid
werken werkzaam zijn. Met de loonwaardebepaling kan exacter worden vastgesteld welk deel
van de loonkosten de werkgever dient te dragen. Huidige, grove inschattingen vallen in het
voordeel van de werkgever uit.
2. de wijze van verlonen van de Wsw-geïndiceerden kan wijzigen en de kosten van de verloning
(die nu vanuit het participatiebudget worden betaald) kunnen in principe dalen.
Eén regeling onderkant arbeidsmarkt
De meeste politieke partijen zijn er voorstander van om regelingen als de Wsw en Wajong op te
laten gaan in één regeling2. De loonwaardebepaling wordt dan het basisinstrument om te bepalen
welke mogelijkheden mensen met een arbeidsbeperking hebben om te werken. Wordt een
dergelijke regeling ingevoerd, biedt dit kansen en bedreigingen voor de SWA. Het ‘alleenrecht op de
wsw’ zal vervallen, daar staat tegenover dat de SWA zich kan opwerpen als dé partij die iedereen
aan de onderkant van de arbeidsmarkt begeleid naar werk. De implicaties voor de positie van de
SWA in het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid en de werkwijze van SWA kunnen aanzienlijk zijn.
2
Regeerakkoord VVD-CDA ‘Vrijheid in verantwoordelijkheid’ 30 september 2010
14
Hoofdstuk 3
Conclusies en aanbevelingen
Conclusies
Op basis van de evaluaties zijn de volgende conclusies te trekken.
1. Ten opzichte van andere sw-bedrijven behoort SWA tot de middengroep. De SWA bevindt sinds
de invoering van de nieuwe wet Wsw in 2008 in een veranderingsproces van een ‘intern gericht
productiebedrijf’ naar een ‘extern gericht mensontwikkelbedrijf.’ Om meer inzicht te krijgen op
de effecten van een verdere transformatie, met name op de bedrijfsvoering en de financiële
resultaten, is het nuttig het scenario waarbij de SWA de 1/3-1/3-1/3 situatie bereikt nader uit
te werken.
2. Sturing vanuit de gemeente vindt voornamelijk plaats via het bestuur van SWA. De
verantwoordingscyclus wordt doorlopen zoals is vastgesteld. De SWA handelt daarmee binnen
de ruime kaders van de gemeenschappelijke regeling en van de wet Wsw. De
informatieverstrekking daarbuiten gebeurt nog op te onregelmatige basis.
3. Alphen voert nog geen sturing op de publieke taken van de SWA uit middels prestatiecontracten.
Ook vraagt ze SWA geen volledige verantwoordingsinformatie over de volle breedte van de
arbeidsontwikkeling.
4. SWA bereikt de doelgroep goed. Er wordt goed ingezet op het terugdringen van de wachtlijst en
het actief houden van mensen op de wachtlijst.
5. De verdeling van de doelgroep over de verschillende werksoorten passend bij een ‘extern
gericht mensontwikkelbedrijf’ is nog in volle gang.
6. Ondanks de economische crisis heeft de SWA de afgelopen jaren afgesloten met positieve
resultaten. Daardoor is SWA in staat de afbouw van de gemeentelijke bijdragen en mogelijke
financiële tegenvallers op korte en mogelijk middellange termijn zelf op te vangen vanuit de
opgebouwde reserve.
7. De SWA is een atypisch sw-bedrijf, dat relatief veel omzet genereert met de eigen productie en
relatief weinig met externe dienstverlening en detacheren. SWA genereert weinig omzet bij de
eigen gemeenten, recent zijn wel enkele opdrachten in Alphen aan den Rijn gerealiseerd.
8. De resultaten behaald uit re-integratie zijn weinig transparant weergegeven in de jaarrekening
en begroting. Niet duidelijk is in hoeverre publieke taken in het kader van de Wsw en private
activiteiten met betrekking tot re-integratie gescheiden van elkaar zijn.
9. In vergelijking met de gehele sw-sector is de verhouding tussen de huisvestingslasten en de
overige bedrijfskosten (niet zijnde de personele kosten) slecht. De huisvestingslasten zijn
relatief hoog en hebben een behoorlijk negatief effect op de financiële situatie van SWA. Dit
komt omdat de bouw van het pand geheel met vreemd vermogen is gerealiseerd.
Met deze conclusies kan antwoord gegeven worden op de evaluatievraag:
Op welke wijze kan de uitvoering van de Wsw door de SWA effectiever met behoud van de
maatschappelijke doelstelling, te weten zoveel mogelijk Wsw-geïndiceerden aan zinvol werk helpen
en te houden? Wat zijn mogelijkheden om de effectiviteit en efficiency van de SWA te vergroten?
De effectiviteit van SWA kan verhoogd worden door een betere koppeling te maken tussen de
gemeentelijke ambities op het arbeidsmarktbeleid en de mogelijkheden van SWA als bedrijf. Daarbij
moeten de verschillende relaties tussen gemeente en SWA –de gemeente is zowel opdrachtgever,
15
mede-eigenaar en klant van de SWA- helder gedefinieerd en onderscheiden worden. Dit moet ook
tot uitdrukking komen in de begroting en jaarrekening van SWA. De financiële resultaten van SWA
zijn goed. Deze kunnen stijgen als de hoge huisvestingskosten van SWA omlaag gebracht worden.
De aanleiding voor deze evaluatie was een mogelijke ombuiging op de gemeentelijke bijdrage aan
de SWA zodat geld vrijkomt voor nieuwe structurele projecten. Daarbij werd uitgegaan van een
jaarlijkse ombuiging van € 44.000. In onderstaande tabel is te zien dat de gemeentelijke bijdrage
verminderd kan worden.
Afbouw gemeentelijke bijdrage SWA
gemeentelijke begroting 2009-2013
VNJ 2009
€
€
2011
2012
2013
2014
976.000 €
976.000 €
976.000 €
976.000 €
976.000
30.000 €
30.000
30.000 €
30.000 €
30.000 €
2015
beschikbaar gemeente begroting
€
946.000 €
946.000 €
946.000 €
946.000 €
946.000
subsidie aanvraag 2010-2014
€
927.000 €
908.000 €
892.000 €
872.000 €
856.000
overschot per jaarschijf
€
Heroverweging PIM
tekort of overschot per jaar
19.000 €
38.000 €
54.000 €
74.000 €
90.000
- €
44.000- €
44.000- €
44.000- €
44.000-
19.000 €
6.000- €
10.000 €
30.000 €
46.000
€
€
Bij voortgang van de huidige jaarlijkse vermindering van de gemeentelijke bijdrage ontstaat vanaf
2013 meer financiële ruimte dan de geraamde € 44.000.
Aanbevelingen
1.
Stel, gezien de nieuwe fase waarin de SWA belandt (bezuinigingen, één regeling onderkant
arbeidsmarkt), een nieuw regionaal dan wel lokaal arbeidsmarktbeleid vast, waar de
verwachtingen over de rol en taken van de SWA helder in zijn beschreven.
2.
Laat de directie van SWA het scenario uitwerken dat nog meer Wsw-ers worden gedetacheerd
waardoor de situatie van 1/3-1/3-1/3 wordt bereikt. Onderzoek daarbij de effecten voor de
bedrijfsvoering en voor het financiële resultaat.
3.
Laat de directie van SWA, op basis van het vastgestelde arbeidsmarktbeleid, een visie
ontwikkelen in welke richting de SWA zich ontwikkelt, met andere woorden, wat voor soort swbedrijf zij wordt.
4.
Maak, op basis van het arbeidsmarktbeleid en visie van SWA, afspraken met SWA over welke
publieke taken de SWA uitvoert en hoe. Leg dit vast in een prestatiecontract als
gemeenschappelijke regeling. Laat SWA regelmatig volledige verantwoordingsinformatie geven
over de volle breedte van de arbeidsontwikkeling op basis van het prestatiecontract. Laat SWA
een duidelijke scheiding aanbrengen in haar verantwoording tussen publieke en private
werkzaamheden.
5.
Voer als gemeente een actieve rol naar SWA over een aantal essentiële zaken:
a. hoe kan SWA bij de deelnemende gemeenten, in het bijzonder Alphen, meer omzet
genereren, waardoor de rijksbijdrage meer in lijn kan worden gebracht met de werkelijke
(subsidiebehoefte voor) loonkosten e.d.
b. hoe kan de huisvestingsproblematiek, te weten de hoge lasten die de huisvesting met zich
meebrengt, worden opgelost,
c. hoe kan een duidelijke scheiding tussen publiek en privaat worden aangebracht in de
bedrijfsvoering van SWA.
16
Bijlage 1
Inkomsten en resultaten SWA
De jaarrekeningen en begroting 2010 zijn vergeleken op inkomsten en resultaten van de sociale
werkvoorziening. Deze gegevens creëren een beeld van de financiële ontwikkelingen van de laatste
4 jaar. Daarnaast is het aantal Wsw-ers (in personen en in SE) in dienst van de sociale
werkvoorziening vergeleken.
2010
2006
2007
2008
netto omzet
12.971.000
13.412.000
12.454.000
11.598.000
rijkssubsidie
12.635.000
13.050.000
13.386.000
13.740.000
1.264.000
1.343.000
1.401.000
1.372.000
334.000
375.000
396.000
379.000
13.110.000
13.927.000
1.344.000
395.000
542.000
605.000
640.000
604.000
562.000
801.000
933.000
1.036.000
983.000
gemeentelijke bijdragen
reguliere bijdrage gemeente
2009
compensatie
werkgeverslasten
Totale bijdrage gemeente
Alphen
857.000
2
begeleid werken
wachtlijst
100
92
118
68
90
100
509,8
510,4
515,5
125
524
377
389
366,84
363
430
409
412
389
70.947
71.104
72.076
2.550.000
2.176.000
1.997.000
2.176.000
assemblage
675.000
729.000
658.000
444.000
motoren en kunststof
631.000
622.000
508.000
396.000
groen
731.000
721.000
711.000
779.000
schoonmaak
172.000
423.000
319.000
309.000
detachering
aantal Wsw-ers in SE's
105
aantal Wsw-ers in SE's
Alphen
aantal Wsw medewerkers
Alphen ad Rijn
aantal inwoners
toegevoegde waarde
werksoort
metaal
grafisch centrum
84.000
108.000
77.000
91.000
verpakking
318.000
248.000
208.000
186.000
detachering
292.000
458.000
615.000
707.000
5.453.000
5.485.000
5.093.000
5.088.000
779.000
164.000
76.000
927.000
1.091.000
1.167.000
totale toegevoegde waarde
resultaat
Opgebouwd
weerstandsvermogen
147.000
De belangrijkste inkomsten van SWA bestaan uit:
1. inkomsten uit de Rijksbijdrage (via de gemeente),
2. inkomsten voortkomend vanuit het productieproces,
3. vaste bijdrage van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling
(gemeentelijke bijdrage).
Bij het vergelijken van de financiële resultaten zijn meegenomen:
1. de netto omzet: de gefactureerde omzet van aan derden geleverde goederen en diensten.
17
2. de toegevoegde waarde: omzet na aftrek directe productiekosten.
3. resultaat na bestemming: uiteindelijk resultaat ter aflossing van de lening van Alphen aan den
Rijn en voor toevoeging aan de reserve.
4. het weerstandsvermogen: de reserve die de SWA heeft om financiële tegenslagen in de
exploitatie op te vangen.
Trends
Het aantal WSW-ers in SE’s uitgedrukt stijgt elk jaar licht. In de afgelopen 4 jaar is het aantal SE met
7 SE toegenomen. In 2010 verwacht de SWA 517 SE in dienst te hebben, dit zijn ongeveer 582
personen.
Inkomsten
Met betrekking tot de inkomsten zien we dat de rijksbijdrage en de gemeentelijke bijdrage door
deze stijging in SE en door indexeringen een licht stijgende trend vertonen. Wanneer we kijken naar
de toegevoegde waarde heeft de SWA de gevolgen van de recessie ook gemerkt, maar houdt zich
goed staande. In het bijzonder de assemblage-industrie heeft het zwaar te verduren. Veel van deze
activiteiten zijn direct gerelateerd aan de bouw (licht armaturen) of de recreatie-industrie
(dieselmotoren). De metaalafdeling draagt met een substantieel deel bij aan het totale resultaat.
Deze werksoort heeft zich snel hersteld. Na een dip in 2008 is de toegevoegde waarde in 2009 weer
op het niveau van voor de recessie.
De detacheringen tonen zich in hoge mate crisisbestendig doordat er vooral mensen gedetacheerd
worden in de processen in een bedrijf die onafhankelijk van de productie. Denk hierbij aan
schoonmaak van een pand. De groei van de sector dienstverlening heeft zich vooral geconcentreerd
rondom de schoonmaak van gebouwen en de catering van bedrijfsactiviteiten.
Resultaten
De netto-omzet kent in de jaren 2008 en 2009 een daling, maar de verwachting is dat deze in 2010
weer op het niveau van voor de recessie is.
Het resultaat is flink gedaald in 2009. Het resultaat 2009 bedraagt € 76.000,- positief. Het resultaat
2008 bedroeg € 164.000,- positief. Gezien het feit dat de recessie die in de tweede helft van 2008
zijn intrede heeft gedaan in geheel 2009 van invloed is geweest, mag dit een goed resultaat worden
genoemd.
Het 1e halfjaar 2010 sluit met een verlies van € 339.000,--. Ten opzichte van de begrote winst van
€ 37.000,-- betekent dat een nadelig resultaat van € 376.000,--. In het begrote resultaat voor het
1e halfjaar is rekening gehouden met de feitelijk te verwachten kosten in het 1e halfjaar. In de
toelichting op de lasten en baten is dit per onderdeel toegelicht. In het 1e halfjaar van 2009 bedroeg
het verlies
€ 377.000,--.
De bedrijfsopbrengsten bedragen € 5.768.000,-- tegenover een raming van € 6.227.000,--. De
omzet is daarmee € 459.000,-- lager dan de begroting voor het 1e halfjaar. Hierbij is uitgegaan van
een realisatie van de bedrijfsopbrengsten van 47,5% in het eerste halfjaar, conform de
bedrijfsopbrengsten in het eerste halfjaar in de afgelopen jaren.
Het weerstandvermogen is met € 1.167.000 per 1 januari 2010 nog niet op het gewenste peil.
In de notitie Reserves en Voorzieningen is vastgelegd dat een egalisatiereserve opgebouwd wordt
tot maximaal 15% van het balanstotaal als noodzakelijk weerstandvermogen voor het bedrijf. Voor
18
2009 zou dat een bedrag betekenen van ongeveer € 4,4 mln. Daarmee zou de toegevoegde waarde
zoals opgenomen in de jaarrekening, voor ongeveer één jaar als risico gedekt zijn.
Wel dient bij het opbouwen van een zo’n grote reserve een kanttekening gemaakt te worden. SWA is
met de rijksbijdrage en de gemeentelijke bijdragen verzekert van een stabiele inkomstenbron. De
vraag is of het risico dat de SWA loopt zo’n grote reserve rechtvaardigt.
19
Bijlage 2
Factsheet historische bedrijfsopbrengsten
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
1e kw
2.659.000
3.036.000
3.171.000
3.308.000
2.825.000 2.561.000 2.958.000
2e kw
3.064.000
3.286.000
2.945.000
2.539.000
3.154.000 2.598.000 2.810.000
3e kw
3.066.000
2.651.000
2.726.000
3.338.000
2.628.000 2.950.000 2.800.000
4e kw
3.762.000
3.902.000
4.115.000
4.074.000
3.833.000 3.473.000 3.542.000
Tot 12.551.000 12.875.000 12.957.000 13.259.000 12.440.000 11.582.000 12.110.000
€ 14.000.000
€ 13.000.000
€ 12.000.000
€ 11.000.000
€ 10.000.000
€ 9.000.000
€ 8.000.000
€ 7.000.000
€ 6.000.000
€ 5.000.000
€ 4.000.000
€ 3.000.000
€ 2.000.000
€ 1.000.000
€-
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
€ 4.500.000
€ 4.000.000
1e kw
€ 3.500.000
2e kw
3e kw
€ 3.000.000
4e kw
€ 2.500.000
€ 2.000.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
NB: 2010 volgens bijgestelde begroting
20
Bijlage 3
Verdeling sw-medewerkers naar werksoorten
Op het totaal aantal wsw-ers nemen wsw-ers uit Alphen voor ongeveer 72% deel uit.
Bekeken naar de belangrijkste werkvormen valt op dat Alphenaren oververtegenwoordigd
zijn op de ‘traditionele’ werksoorten zoals motoren, electro en metaal (met een aandeel rond
de 85% voor een aantal), terwijl ze maar 60% uitmaken van de detacheringen. Ook bij werken
op locatie zijn Alphenaren enigszins ondervertegenwoordigd.
21
Bijlage 4
Geraadpleegde documentatie
-
Jaarverslagen SWA
-
Meerjarenbegroting SWA 2011-2015
-
Rapportage 1e halfjaar 2010 directie SWA
-
Concept-rapportage Doorlichten programma 7: Economie, Werk en Bijstand (versie 0.5).
-
Benchmark SW-bedrijven: individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris
2009
-
Gemeenschappelijke regeling SWA 2007
-
Arbeidsontwikkeling Wsw in beeld, april 2010, Inspectie Werk en Inkomen, Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
-
Divosa-monitor 2010 – deel1: ‘Scherp aan de wind’, Sociale diensten en
participatiebevordering,
-
Verandering van perspectief verandert de werkelijkheid, Meerjarenbeleidsplan WWB 2009
t/m 2012.
-
SWA, vijfenvijftig jaar (jubileumuitgave 2009)
-
Verordeningen ‘wachtlijstbeheer’, ‘persoonsgebonden budgetten’ en ‘cliëntenparticipatie’,
-
Memo SWA, Huisvesting SWA, dd. 20 september 2010
-
Meerjarenbeleidsplan SWA 2008-2012
Sociaal jaarverslag SWA, 2009 anders bekeken.
22
Download