Inleiding - Gemeente Alphen aan den Rijn

advertisement
Bijlage bij het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van
30 juni 2011, nr. 2011/21143 (raadsbesluit 2011/39).
Tussenrapportage van de regionale raadswerkgroep re-integratie
Inleiding
In de vergadering van 3 maart 2011 heeft de raad het door D66 ingediende initiatiefvoorstel voor
het instellen van een (regionale) raadswerkgroep re-integratie aangenomen.
Deze werkgroep kreeg als taak om een bestuursopdracht aan het college voor te bereiden
met als doel: “komen tot een visie op de toekomst van de SWA en de taak/positie die de gemeente
heeft voor de meest kwetsbare groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt “.
Onderdeel van het voorstel was ook om de gemeenteraden van Kaag en Braassem, Nieuwkoop,
Rijnwoude en Boskoop te vragen raadsleden af te vaardigen in de werkgroep. Alle gemeenten
hebben positief op dit verzoek gereageerd, ook Boskoop die 'nog' geen deel uitmaakt van de
Gemeenschappelijke Regeling SWA. 20% van de mensen met een sw-indicatie uit Boskoop zijn
overigens werkzaam via SWA. 80% via Promen, het SW-bedrijf omgeving Gouda. In de bijlage treft
u de samenstelling van de regionale raadswerkgroep aan.
Ter voorbereiding op dit rapport is de raadswerkgroep gestart met een algemene oriëntatie op het
onderwerp en de actuele ontwikkelingen. De programmamanager Werk heeft voor de werkgroep
een presentatie verzorgd. Verder heeft de werkgroep zich ingelezen rondom de Wet werken naar
vermogen en het Onderhandelaarsakkoord tussen VNG en kabinet. In het bijzonder het onderdeel
over nieuwe taken op het terrein van de arbeidsmarkt en de herstructurering van de Wet sociale
werkvoorziening.
Achtereenvolgens heeft de werkgroep in twee bijeenkomsten gesproken met vertegenwoordigers
van de VOA (commissie onderwijs en werkgelegenheid), SWA, UWV en Rivierduinen (in het
bijzonder over dagbesteding). Samenvattingen van deze bijeenkomsten zijn beschikbaar.
Daarnaast heeft een grote delegatie uit de werkgroep een werkbezoek gebracht aan de MareGroep
in Voorhout. Een re-integratie- en ontwikkelbedrijf en een van de grootste werkgevers in de
Kust-, Duin- en Bollenstreek.
Verder zijn de resultaten van de zogenaamde SZW-dagen van het Ministerie over dit thema
bestudeerd. Omdat de dag voor deze regio samenviel met de herdenkingsbijeenkomst voor de
slachtoffers van het schietincident in de Ridderhof konden helaas geen raadsleden deelnemen aan
deze informatieve dagen.
Tot slot heeft een aantal werkgroepleden een bezoek gebracht aan Zeeman om van gedachten te
wisselen over het Traject Leerwerkplaatsen voor werkzoekende jongeren tussen de 18 en 27 jaar,
die onder de wet WW of WIJ vallen en een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
1
Bevindingen
Naar aanleiding van de informatierondes die de raadswerkgroep heeft gehouden met de
verschillende organisaties, doet ze de volgende bevindingen, de aanbeveling tot de volgende
acties en trekt de volgende (voorlopige) conclusies.
De punten die worden aangegeven worden aan het college meegegeven als kader en als actie voor
de kortere of langere termijn, met het verzoek om daar over te rapporteren aan de raad en aan de
raadswerkgroep.
Werkplein
Het Werkplein is in de laatste jaren een uiterst succesvol concept gebleken. Nu het UWV zich, als
gevolg van de bezuinigingen, terug zal moeten trekken en fysiek op afstand komt te staan, is de
toekomst onzeker. Gezien de goede resultaten is het wenselijk dat het Werkplein en de succesvolle
aanpak voortgezet kan worden. Dat kan als de gemeente de regie over het Werkplein overneemt.
Nu het UWV zich terugtrekt is het noodzakelijk dat er wordt gekeken of er een andere partner(s)
geïntroduceerd kan worden. Daarmee kan ook de versnippering tegengegaan worden.
Het college wordt verzocht de mogelijkheden en de financiële consequenties te onderzoeken en
terug te leggen bij de raad. Deze discussie dient parallel te lopen aan die van de SWA en de totale
re-integratie.
 Het Werkplein is een succesvolle samenwerking gebleken. Deze dient behouden te blijven.
Mogelijk kan er een andere partner ingebracht worden als het UWV zich terugtrekt.
 Het college wordt verzocht de mogelijkheden en de financiële consequenties te
onderzoeken. Deze discussie dient parallel te lopen aan de discussie rondom SWA en reintegratie.
 Inzet volgt pas na zes maanden werkloosheid, tenzij er een indicatie bestaat dat er
problemen zijn, tussentijds wordt er wel opengestaan voor vragen/ enz.
 Indien nodig moet er de mogelijkheid zijn van begeleiding van mensen tijdens het werk en
bij de geleiding naar werk.
 Onderzoek waar de administratieve uitvoering van de Wajong en WIJ in de toekomst het
beste kan worden uitgevoerd.
Re-integratie en werkgevers
Werkgevers zijn bereid om mensen met een beperking of handicap in dienst te nemen.
Maatschappelijk ondernemen leeft bij ondernemers. Toch blijkt dat de aanpak op een aantal
punten beter kan. Cruciaal daarin is het werken aan vertrouwen en vertrouwdheid. Van belang is
dat werkgevers actief en persoonlijk benaderd worden. Niet telefonisch of door een brief maar
door het afleggen van bezoeken. Kortom, maak gebruik van een persoonlijke benadering.
Bovendien moeten werkgevers te allen tijde, ongeacht hoe lang de werknemer al in dienst is, terug
kunnen vallen op begeleiders met vragen en bij problemen.
 Bereidheid van werkgevers om mensen in dienst te nemen vergroten; vertrouwen is daarbij
noodzakelijk, evenals investeren in relaties.
 Werkgevers worden actief benaderd, er wordt gekozen voor een persoonlijke benadering;
 Zorg zoveel mogelijk voor een vaste contactpersoon voor werkgevers.
 Zorg voor duidelijk informatie over de mogelijkheden, zoals loonsuppletie.
 Zorg ervoor dat ondernemers (werkgevers) permanent ergens terecht kunnen met vragen,
ook als de formele begeleidingsperiode afgelopen is.
 Zorg er, als gemeente voor dat werknemers permanent ergens terecht kunnen met vragen,
ook als de formele begeleidingsperiode afgelopen is.
2
Arbeidsmarktbeleid
De kenmerken van de arbeidsmarkt in de Rijnstreek en Boskoop zijn anders dan die van
bijvoorbeeld de regio Leiden of van de Bollenstreek. Kenmerkend is bijvoorbeeld de maakindustrie
(Rijnstreek) en de boomkwekerijen (Boskoop). Het arbeidsmarktbeleid dient daarom ontwikkeld te
worden (blijven) op deze specifieke regio. Een regionaal beleid voor een groter verband levert in
veel gevallen geen meerwaarde op.
 Arbeidsmarktbeleid richten op de Rijnstreek, inclusief Boskoop.
Versnippering
Re-integratie en de bemiddeling naar werk is een breed terrein met veel verschillende doelgroepen
en veel mensen met allemaal verschillende redenen waarom er een afstand bestaat tot de
arbeidsmarkt. Er zijn op dit moment veel verschillende organisatie bezig om deze mensen te
helpen. De inspanningen die daarvoor worden verricht zijn enorm. Bij de rondgang langs die
verschillende organisaties echter, wordt duidelijk dat er veelal hetzelfde soort werk wordt gedaan
en dat de aanpak vergelijkbaar is. Er is sprake van vergaande versnippering. Men vist bovendien
allemaal in dezelfde vijver, benadert 'dezelfde' werkgever, en heeft hetzelfde doel.
Terugdringen van de versnippering kan ten goede komen aan de efficiënte en doelmatigheid en
dus leiden tot een beter resultaat.
 Versnippering zoveel mogelijk tegengaan; er is sprake van een onoverzichtelijke situatie,
veel partijen die het zelfde (soort) werk verrichten met hetzelfde doel.
Minimabeleid
 Het werkveld van de re-integratie raakt ook de categorie mensen die langdurig een
minimuminkomen heeft. Neem het minimabeleid daarom mee in de discussie met als doel
versnippering tegen te gaan.
Dagbesteding
Uit de gesprekken die de raadswerkgroep heeft gevoerd met de verschillende organisaties,
waaronder het UWV, de SWA en Rivierduinen, blijkt dat veelal dezelfde soort aanpak wordt
gevoerd. Het verschil zit in het anders leggen van accenten. Dat zorgt ervoor dat al die
organisaties vissen in dezelfde vijver. In de scenariostudie moet voor al deze groepen bekeken
worden of een gezamenlijke aanpak niet efficiënter en doeltreffender kan. Voor de dagbesteding is
niet gebleken dat een wezenlijk andere aanpak wordt gekozen. Daarom wordt de dagbesteding
onverkort meegenomen in de discussie.
 Ten aanzien van de mensen die gebruik maken van dagbesteding wordt veelal eenzelfde
soort aanpak gekozen als bijvoorbeeld een Werkplein en SWA, daarom wordt de
dagbesteding volledig meegenomen in de scenariostudie.
 Van belang is ook dat de aanwezige expertise ten aanzien van deze groep behouden blijft.
Toekomst SWA/ re-integratie
Ten aanzien van de SWA of de wenselijkheid van een (totale) integratie van de verschillende reintegratie trajecten kan de raadswerkgroep nog geen conclusie trekken. Op dit moment is er
vanuit de stuurgroep opdracht gegeven voor onderzoeken, de raadswerkgroep wil de informatie
die dat oplevert graag meenemen in haar afweging.
In andere SW-bedrijven wordt er gewerkt met een bonus-malus systeem. Gemeenten die (relatief)
veel werk gunnen, betalen een geringere gemeentelijke bijdrage. Daarmee worden twee voordelen
bereikt; een geringere bijdrage en een versterking van het SW-bedrijf. Het is zeker de moeite
3
waard om de wenselijkheid van invoering hier te onderzoeken.
 De raadswerkgroep wacht het onderzoek naar de scenario's af alvorens een conclusie te
trekken over de gewenste vorm en de toekomst van de SWA
 Onderzoek de mogelijkheden, voor- en nadelen van een bonusmalus systeem, waarbij de
gemeentelijke bijdrage (deels) afhankelijk is van de hoeveelheid werk die wordt uitbesteed.
Pand SWA
De huidige huisvesting van de SWA is een zware last. Dat geldt eens te meer nu de economische
situatie verslechterd is en er forse bezuinigingen aankomen. In vergelijking met andere SWbedrijven wordt er onevenredig veel uitgegeven aan huisvesting. Onontkoombaar is daarom om
kritisch te kijken naar deze lasten en de mogelijkheden deze positief te beïnvloeden. Door op
korte termijn naar de mogelijkheden te kijken kunnen de mogelijkheden enerzijds meegenomen
worden in de discussie over de toekomst van de SWA, anderzijds kan er zo snel mogelijk worden
gekomen met een oplossing.
 Het huidige pand van de SWA is een last; onderzoek op zo kort mogelijke termijn de
mogelijkheden om die te verminderen.
Aanbesteden
Er wordt door de gemeenten veel aanbesteed, deels ook werk wat de mensen van de SWA heel
goed zouden kunnen uitvoeren. Het toekennen aan de SWA, of aan een toekomstige nieuwe
organisatie, heeft meerdere voordelen; het verschaft de SWA werk en dus inkomsten, en het geeft
mensen de kans om ervaring op te doen, een vak te leren en daarmee hun kansen in de toekomst
te verbeteren.
Een deel van de aanbesteding kan worden gegund aan de SWA, die deze uitvoert onder dezelfde
voorwaarden als de 'winnaar' van de aanbesteding.
Een uitzondering kan worden gemaakt in het geval dat het duidelijk is dat de SWA niet in staat is
het werk uit te voeren.
 Bij aanbesteden van taken die de SWA redelijkerwijs kan uitvoeren (bijv. van huishoudelijk
hulp) een deel zonder aanbesteding gunnen aan de SWA (tenminste 30%)
 Datzelfde principe toepassen mocht er een nieuwe organisatie ontstaan als 'opvolger'.
Scholing & bieden van kansen
Als we spreken over re-integratie, dan spreken we veelal over een kwetsbare groep mensen. Het is
aan de gemeente om deze mensen te ondersteunen, waar mogelijk te begeleiden naar de
arbeidsmarkt, of een zelfstandig bestaan. Het beleid draait om het creëren en bieden van kansen
aan mensen.
Veel mensen in deze groep bezitten geen startkwalificatie, nog voldoende opleiding om een kans
te maken op de arbeidsmarkt. Scholing en opleiding kunnen hun kansen op werk aanzienlijk
verbeteren.
 Veel mensen hebben geen startkwalificatie; zet in op scholing en ontwikkeling. Vergroot zo
ook de kansen op uitstroom en zelfstandig bestaan. Dit moet een belangrijke pijler zijn
binnen een nieuw te vormen organisatie en beleid.
Voortbestaan van raadswerkgroep
Het oorspronkelijke voorstel bevat een opdracht aan de raadswerkgroep. Inmiddels moet de
raadswerkgroep constateren dat het niet mogelijk is om deze opdracht voor 30 juni, de datum die
werd genoemd in het oorspronkelijke voorstel, af te ronden. Reden is dat er op dit moment nog
meerdere onderzoeken lopen, welke de raadswerkgroep graag wil afwachten alvorens daar een
4
conclusie aan te verbinden. Om toch de opdracht af te kunnen ronden stelt de raadswerkgroep
voor deze in stand te laten tot de opdracht afgerond is. Naar het zich nu laat aanzien tot het einde
van het jaar.
 De raadswerkgroep blijft ook na 30 juni 2011 voortbestaan, totdat de benodigde
onderzoeken verschijnen en de opdracht aan de raadswerkgroep kan worden afgerond.
 Raadswerkgroep wil als coproducent voor het programma Werk opereren in de komende
maanden.
 Het college levert actief informatie aan over de voortgang van de punten uit deze
rapportage aan de raad en aan de raadwerkgroep.
 De raadswerkgroep zal direct na de zomer een informatiesessie houden met de betrokken
cliëntenraden.
Bevoegdheden raad versus college
Uitgangspunt van het oorspronkelijke voorstel waarmee de raadswerkgroep is ingesteld, is de
behoefte bij de raad om een stevige rol te vervullen in de discussie rond re-integratie en alle
ontwikkelingen en keuzes die daarbij horen. Na de zomer verschijnt de scenariostudie voor de
SWA. De raad daar zo snel mogelijk over kunnen debatteren en een uitspraak over kunnen doen.
 De scenariostudie wordt na verschijning voor besluitvorming aangeboden aan de raad
 De raad speelt een actieve rol in het tot stand komen van het nieuwe beleid en wordt in een
zo vroeg mogelijk stadium betrokken en ontvangt alle beschikbare informatie.
Mate van gemeentelijke sturing in toekomstige organisatie
Ongeacht de vorm van een mogelijke nieuwe organisatie (naar aanleiding van de discussie aan de
hand van de scenariostudies) en welke functies daarin wel of niet worden geïntegreerd, deze zal
een belangrijk deel van het sociale beleid van de gemeenten uitvoeren. De gemeenten in het
algemeen en de raad in het bijzonder heeft er behoefte aan om daar een sturende rol in te kunnen
blijven spelen. De nieuwe organisatie, in welke vorm dan ook, wordt niet 'op afstand' geplaatst.
 De gemeenten dienen een stevige(r) sturende rol te (blijven) vervullen op dit belangrijke
sociale terrein.
Betrokkenheid raad in toekomstige organisatie
De rol van de Raad binnen een gemeenschappelijke regeling is uiterst beperkt. De
contactmomenten met de raad zijn zeldzaam. Soms terecht, maar daar waar het gaat om de
uitvoering van een omvangrijk en belangrijk deel van het beleid niet altijd even wenselijk. Reintegratie is een belangrijk deel van het gemeentelijk sociale beleid. De raad zou meer betrokken
moeten worden bij de verantwoordelijke organisatie. Het college blijft verantwoordelijk voor de
uitvoering, maar de raad wordt vaker en beter rechtstreeks geïnformeerd kan beter sturen in de
beleidsmatige aansturing.
De Raad is betrokken en staat dichterbij.
 Het gaat hier niet meer alleen om een uitvoeringstaak, maar ook om een groot deel van het
sociale beleid van de gemeente. De raad wil op de toekomstige organisatie, in welke vorm
dan ook, meer/stevige invloed uit kunnen oefenen / sturing kunnen geven.
 Beoogd wordt een niet vrijblijvende commissie, geformaliseerd, die de mogelijkheden heeft
om advies te geven, in overleg te gaan met de organisatie en een vinger aan de pols te
houden.
5
Vervolgprocedure
Wanneer de verschillende raden akkoord gaan, blijft de raadswerkgroep in elk geval bestaan tot en
met het einde van het jaar.
Bij de raadswerkgroep bestaat tenminste de wens nog in gesprek te gaan met de cliëntenraden,
daarvoor zullen we dan direct na de zomer een datum prikken. Verder zijn er een aantal rapporten
in de maak die in de periode na de zomer gaan verschijnen. De raadswerkgroep zou graag met de
onderzoekers en anderen ingaan op de inhoud van die rapporten om zo een goed beeld te vormen
van die informatie. Ook het al uitgebrachte onderzoek van KplusV is een onderzoek wat de
raadswerkgroep zou willen bestuderen en bespreken met de onderzoekers.
Zodra dat beeld compleet is zal de raadswerkgroep haar eindproduct opleveren met daarin een
antwoord op de oorspronkelijke vragen uit de opdracht en een conclusie. Het streven is om dat te
doen voor het einde van het jaar.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 30 juni 2011,
nr 2011/39.
De griffier,
6
Deelnemerslijst regionale raadswerkgroep regionale re-integratie
Alphen aan den Rijn:
Inge Prins
fractievoorzitter D66
Rob de Vries
fractievoorzitter Trots
Dominique de Roo
fractievoorzitter GroenLinks
Marly de Blaeij
raadslid CDA
Lyda de Jong
raadslid VVD
Matthijs Kortleven
fractievoorzitter ChristenUnie
Jo Schriek
fractievoorzitter SP
Wim Roest
raadslid PvdA
Hélène Oppatja
adviserend lid/ wethouder
Rijnwoude
Mw. Maria Loomans
raadslid D66
Nieuwkoop
Joke van der Poel
fractieondersteuner D66
Jaap Aartman
raadslid MiddenPartijNieuwkoop
Kaag en Braassem
Evert H Henrotte
raadslid PvdA
Anne Betty Bannenberg-ter Horst
raadslid CDA
Boskoop
Herman Henkemans raadslid CDA
Ondersteuning:
Anneke le Duc
raadsadviseur, loco-griffier Alphen aan den Rijn
7
Download