Pedagogisch Beleid SPO Inleiding Dit is het pedagogisch beleid van de Stichting Peuterspeelzalen Opmeer. Het pedagogisch beleid heeft als doel de (toekomstige) ouders van de peuterspeelzalen te informeren over de manier van werken en de omgang met de kinderen. Voor de peuterspeelzaalleidsters dient het als leidraad voor hun werk, als toetsing voor het dagelijks handelen. Voor nieuwe leidsters en stagiaires geeft het inzicht in de gewenste beroepshouding. En voor de overige betrokkenen, zoals het Consultatie Bureau, de basisscholen, de gemeente, de GGD, dient het ter informatie over onze visie en werkwijze. Het pedagogisch beleid bestaat uit twee delen: Het pedagogisch beleidsplan: hierin staan de algemene pedagogische uitgangspunten beschreven, die voor alle speelzalen van de Stichting hetzelfde zijn. Het pedagogisch werkplan: hierin is een concrete vertaling van het pedagogisch beleid per speelzaal vastgelegd, zodat duidelijk is hoe de doelstellingen in de praktijk nagestreefd en gerealiseerd worden. Het pedagogisch beleid wordt één keer per twee jaar geëvalueerd. Nieuwe ontwikkelingen kunnen worden toegevoegd en het beleid blijft op deze manier actueel en levendig. Om het pedagogisch beleid leesbaar te houden, hebben we het over ‘ouders’, terwijl wij hier ook verzorger(s)/ ouder(s) mee bedoelen. Visie De peuterspeelzaal is een laagdrempelige voorziening die als doel heeft om aan alle peuters in de gemeente Opmeer optimale ontwikkelingskansen te bieden door het aanbieden van veelzijdige en passende speelmogelijkheden onder deskundige begeleiding. Doelstellingen: 1. Peuters een veilige en vertrouwde speelplek bieden in de eigen omgeving met individuele en groepsgerichte aandacht. 2. Peuters mogelijkheden bieden om andere kinderen te ontmoeten en samen te spelen. 3. Het stimuleren van de algehele ontwikkeling van de kinderen op hun eigen wijze en in hun eigen tempo. 4. Ontwikkelingsproblemen signaleren en begeleiden en waar mogelijk ouders ondersteunen bij de opvoeding. 5. Kinderen mogelijkheden bieden om zich waarden en normen eigen te maken van de samenleving waar ze deel van uitmaken 1 1. Peuters een veilige en vertrouwde speelplek bieden in de eigen omgeving met individuele en groepsgerichte aandacht. Om het gevoel van veiligheid te bevorderen zijn er een aantal aspecten die het gevoel van veiligheid beïnvloeden: Relaties met de leidsters: het is belangrijk, dat een kind begeleid wordt door vaste leidsters om een vertrouwensrelatie mee op te bouwen. Er wordt dan ook gewerkt met twee vaste en gediplomeerde leidsters op een groep. Leidsters benaderen het kind met respect en dragen zorg voor het welbevinden van het kind. Het welbevinden van de kinderen is een basisvoorwaarde voor verdere ontwikkeling. Als een kind zich lichamelijk prettig voelt, zich veilig en geborgen weet en vertrouwen heeft in de mensen in zijn omgeving, zal het kind gaan spelen, en ‘Spelen is leren’. Relatie tussen ouders en leidsters: voor een kind is het belangrijk dat de ouders goed contact hebben met de leidsters. Zo is er aandacht voor de wenperiode, wordt er door de leidsters tijd vrijgemaakt om met de ouders kennis te maken, is er contact bij de haalen brengmomenten en is er de mogelijkheid om oudergesprekken te laten plaatsvinden. Ook kunnen ouders meedraaien en vinden er koffieochtenden en ouderavonden plaats. Relaties met andere kinderen: bekende leeftijdgenootjes dragen bij aan het gevoel van veiligheid. Er wordt dan ook gewerkt met vaste basisgroepen van maximaal 16 kinderen. De inrichting van de ruimte: een gevoel van geborgenheid hangt samen met de inrichting van de groepsruimte. Tevens zijn alle peuterspeelzalen ingericht op een veilige en verantwoorde wijze. Regels en structuur: structuur in de dagindeling en in de omgeving zorgt ervoor dat een kind weet waar hij aan toe is. Er wordt consequent omgegaan met regels en afspraken, wat zorgt voor duidelijkheid. Het 4 ogen principe: er wordt voor gezorgd dat er altijd een volwassene mee kan kijken of mee kan luisteren met een beroepskracht. 2. Peuters mogelijkheden bieden om andere kinderen te ontmoeten en samen te spelen. De peuterspeelzaal is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot 4 jaar. De kinderen bezoeken de peuterspeelzaal minimaal 2 dagdelen per week. Van nature zijn kinderen gericht op het onderzoeken van hun omgeving en op het communiceren met anderen. In deze leeftijdscategorie gebeurt dit vooral door spel. Kinderen leren door middel van spel. Contacten met leidsters en andere kinderen stimuleren de kinderen spelenderwijs tot verkennen, ontdekken en het ontwikkelen van allerlei sociale vaardigheden. Ook het stimuleren van andere specifieke ontwikkelingsaspecten, zoals de motorische ontwikkeling, taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling e.d. krijgen op een speelse wijze aandacht in het programma van de speelzaal. 3. Het stimuleren van de algehele ontwikkeling van de kinderen op hun eigen wijze en in hun eigen tempo. De Stichting Peuterspeelzalen Opmeer heeft de visie dat ieder kind uniek is. Kinderen hebben hun eigen aanleg, tempo, achtergrond, belangstelling en mogelijkheden. Op alle peuterspeelzalen bieden wij Voor- en Vroegtijdige Educatie, oftewel VVE. Wij werken middels een gerichte VVE-methode. Deze methode heet Startblokken. Deze methode houdt in dat de kinderen gestimuleerd worden in hun totale ontwikkeling d.m.v. spelactiviteiten. De ontwikkeling wordt breed gestimuleerd, zodat alle aspecten van de ontwikkeling van het kind aan bod komen en het kind de kans krijgt zich zo volledig mogelijk te ontplooien. De kinderen worden vanaf hun start tot het moment dat zij naar de basisschool gaan gevolgd en geobserveerd in hun 2 ontwikkeling. Mocht er een (dreigende) ontwikkelingsachterstand zijn, dan wordt het kind, uniek als hij is, op speelse wijze gestimuleerd. Zo wordt het kind vroegtijdig iets extra’s geboden, zonder dat het een uitzonderingspositie krijgt of op dat moment specialistische zorg nodig heeft. Uiteraard worden ouders hierbij betrokken. 4. Ontwikkelingsproblemen signaleren en begeleiden en waar mogelijk ouders ondersteunen bij de opvoeding. Een positieve relatie en communicatie tussen speelzaal en ouders/verzorgers dragen bij aan gevoelens van veiligheid en welbevinden van kinderen. Wij nemen de ouders serieus en respecteren hun mening. We streven naar een open en oprechte communicatie. We vinden het belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in de leidsters. We vinden de uitwisseling van informatie over het kind (gedrag, achtergrond, ontwikkeling e.d.) erg belangrijk om de opvoedingssituatie op de speelzaal te bevorderen, en eventueel ook in de thuissituatie. Gedurende de speelzaalperiode worden kinderen geobserveerd en gevolgd. Deze bevindingen worden met ouders gedeeld en indien er een (dreigende) ontwikkelingsachterstand is, dan worden ouders hierbij betrokken. We doen dit vanuit de visie ‘zorg samen delen’. Samen met ouders wordt er gekeken naar wat het kind nodig heeft en hoe dit kan worden geboden. Eventueel kunnen leidsters de ouders doorverwijzen naar derden (bijvoorbeeld logopedisch centrum of een hulpverlenende instantie). 5. Kinderen mogelijkheden bieden om zich waarden en normen eigen te maken van de samenleving waar ze deel van uitmaken Kinderen moeten de kans krijgen om zich waarden en normen eigen te maken, van de samenleving waarvan zij deel uitmaken. De speelzaal is een bredere samenleving dan het gezin, zodat kinderen in aanraking komen met meer en andere aspecten van onze maatschappij. Jonge kinderen aanvaarden automatisch de waarden, normen en gewoonten van thuis en de omgeving als ‘normaal’. De peuterspeelzaal voert actief beleid op opvoeden zonder vooroordelen en richt zich op goede (sociale) omgangsnormen, zodat kinderen zichzelf en anderen beter leren begrijpen. Door uitleg te geven, grenzen te stellen, voor te doen, open te zijn en met kinderen in gesprek te gaan, leren we hen hoe we met elkaar omgaan en zorg dragen voor elkaar. 3