Civil society organisaties in onderwijs en zorg in zes landen van

advertisement
Civil society organisaties in onderwijs en zorg | november 2005
Programma
Civil society organisaties in onderwijs en zorg in zes landen
van Oost Europa
Samenvatting
Twee-in-één
Het programma Civil society organisaties in onderwijs en zorg in zes landen van Oost Europa
bestaat in feite uit twee projecten, die los van elkaar worden uitgevoerd, maar op onderdelen
ook in gezamenlijkheid. Het programma – dus de twee projecten - wordt getrokken door één full
time coördinator.
Het project Bijzonder Onderwijs in Oost Europa is al in 2003 van start gegaan. Er is inmiddels
een voorbereidend onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken van het bijzonder onderwijs
en het politiek-juridisch framework in de verschillende landen; er is eind 2004 een succesvolle
driedaagse conferentie gehouden in Boedapest, met 60 deelnemers uit de betreffende landen;
er is een verslagboek van de conferentie verschenen; en er worden nu nationale en regionale
plannen voorbereid en in uitvoering genomen.
Parallel hieraan wordt nu een project Bijzondere Zorg in Oost Europa opgezet en in uitvoering
genomen, met name gericht op de zorg voor auditief en verstandelijk gehandicapten en
psychiatrische patiënten.
Het integreren van beide projecten in één programma Civil society organisaties in onderwijs en
zorg in zes landen van Oost Europa biedt grote voordelen, zowel wat betreft kosten en
efficiency, als qua synergie en doeltreffendheid, vooral waar het gaat om het beïnvloeden en
wijzigen van framework-conditions en wet- en regelgeving op het nationale en Europese niveau.
Doelstelling
Het programma beoogt in drie nieuwe en drie toekomstige EU landen particuliere
niet-commerciele initiatieven en organisaties in het onderwijs en in de bijzondere zorg, in casu
de zorg voor auditief en verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patienten, te begeleiden
en te versterken; en tevens beoogt het programma de relevante politieke en juridische
structuren en processen te beïnvloeden en te veranderen, zowel in elk van de landen als op
Europees niveau.
Dat betekent dat het programma werkzaam is en doelen stelt op drie niveaus:
- op het lokale niveau, dat van de concrete non-state non-market initiatieven en organisaties in
het veld. Op het lokale niveau gaat het er primair om, om de bestaande initiatieven en
organisaties van bijzonder onderwijs en bijzondere zorg te versterken en om nieuwe te doen
helpen ontstaan en consolideren;
- op het nationale niveau, dat van het nationale beleid, zowel sectoraal (onderwijs- en
zorgbeleid in de betreffende sectoren) als wat betreft de ruimte en faciliteiten voor particulier
niet-commercieel initiatief. Op dit niveau is de inzet erop gericht om politieke en parlementaire
debatten aan te zwengelen teneinde de nationale wetgeving terzake te veranderen; en tevens,
om politieke en maatschappelijke netwerken en federaties op te richten en te versterken zodat
deze taken gecontinueerd zullen worden;
Socires | Eisenhowerlaan 120-ii | 2517 KM ’s-Gravenhage | t 070 338 3288 | [email protected] | www.socires.nl
1
Civil society organisaties in onderwijs en zorg | november 2005
- op het EU niveau. Op het EU niveau gaat het om iets vergelijkbaars: het genereren en voeden
van politieke en parlementaire debatten teneinde de Europese wetgeving terzake te
veranderen; en tevens, om politieke en maatschappelijke netwerken en federaties op te richten
en te versterken, zodat deze taken ook op Europees niveau gecontinueerd zullen worden, ook
nadat het programma zelf afgesloten is.
Een simultane inzet op de drie niveaus lijkt misschien erg ambitieus; maar is in feite de enige
weg om duurzame, blijvende verbeteringen tot stand te kunnen brengen. Daarbij gaat het op elk
niveau bovendien om zowel concrete verbeteringen (dekking en kwaliteit van onderwijs en zorg;
adequate wetgeving; ..) als om de de meer duurzame persoonlijke, organisatorische en
institutionele capaciteitsopbouw.
Achtergronden: waar gaat het om in dit programma?
Daarmee richt dit programma zich op drie met elkaar samenhangende problematieken.
Dat is, ten eerste, de sterk tekortschietende – naar dekking / kwantiteit en naar kwaliteit – zorg
voor speciale patiënten, in casu auditief en verstandelijk gehandicapten en psychiatrische
patiënten, in de zes landen Oekraïne, Roemenië en Kroatië; en Hongarije, Slowakije en
Tsjechië. (De eerste drie zijn kandidaat-toetreders, de volgende drie zijn nieuwe EU lidstaten.)
Hoewel de aard en ernst van de problematiek per land verschillen, kan gesteld worden dat in
alle landen de situatie in deze speciale sectoren veel ernstiger is dan in de reguliere
gezondheidszorg (WHO data). Er zijn in al deze landen grote stappen voorwaarts te zetten
waar het gaat om de verbetering van de zorg voor gehandicapten en psychiatrische patiënten.
Een tweede problematiek waar dit programma zich op richt is de – nog steeds – verstatelijkte
manier van denken en organiseren in de Midden- en Oost-Europese landen. Het idee dat
burgers zelf en op georganiseerde wijze (mede-) verantwoordelijkheid zouden kunnen dragen
voor publieke taken als zorg en onderwijs, is nog grotendeels absent. In de spaarzame gevallen
waar wèl zulke particuliere, niet-commerciële initiatieven opkomen (bijvoorbeeld vanuit
geloofsgemeenschappen), worden zij gedwarsboomd door tegenwerkende overheden en ook
door inadequate wet- en regelgeving. Initiatieven van maatschappelijke en kerkelijke
organisaties om diensten te verlenen in onderwijs en om zorg te bieden aan de gehandicapten
en psychiatrische patiënten verdienen daarom ondersteuning, zowel logistiek als
organisatie-adviserend en politiek-juridisch; en zij verdienen ook navolging. Ruimte scheppen
voor en ondersteuning bieden aan dergelijke organisaties; dat is het versterken van de civil
society in de Midden- en Oost-Europese landen, en dat is werk maken van een vitale en
verantwoordelijke samenleving.
In het verlengde hiervan speelt, ten derde, de volgende problematiek. In het debat over de
toekomst van Europa, alsook in het andere debat over de inrichting van de publieke
dienstverlening in Europa, verschijnen de burgers vrijwel uitsluitend in hun hoedanigheid van
cliënt of consument; consument, van de staat, of van commerciële partijen op de markt. Het
idee dat er naast de staat en naast de markt ook nog een derde sfeer is, die van de civil society;
en dat in die civil society georganiseerde burgers zelf hun verantwoordelijkheid willen nemen op
het publieke domein, bijvoorbeeld in de zorg of in het onderwijs; dat hele idee dreigt naar de
achtergrond te verdwijnen.
Een Europa-breed initiatief is noodzakelijk, teneinde het non-state non-market alternatief weer
prominent op de Europese agenda te krijgen.
Socires | Eisenhowerlaan 12-ii | 2517 KM ’s-Gravenhage | t 070 338 3288 | [email protected] | www.socires.nl
2
Civil society organisaties in onderwijs en zorg | november 2005
Methode
In dit programma gaat het dus om het bewerkstelligen van concrete resultaten die ook
duurzaam zijn, d.w.z. om resultaten die zullen voortbestaan ook als de steun van buiten al lang
beëindigd is.
Enerzijds, beter onderwijs; en betere zorg voor vergeten patienten; nieuwe bijzondere scholen
en zorginstellingen; maar ook: een effectieve maatschappelijke en politieke lobby, en adequate
wet- en regelgeving op nationaal niveau zowel als op Europees niveau.
Anderzijds, opbouw van duurzame capaciteiten, op persoonlijk, organisatorisch en institutioneel
vlak.
In het uitvoeringstraject zijn de (relatief dure) conferenties belangrijke momenten. Hier komen
de verschillende actoren – vertegenwoordigers van de zorginstellingen en van de lokale en
nationale associaties en federaties, wetenschappers en politici, vertegenwoordigers van
koepels en donororganisaties – bijeen, om te leren en om uit te wisselen, om de agendas en
om ieders én de gemeenschappelijke doelstellingen te bespreken, om middelen te mobiliseren,
en om afspraken te maken voor de hierna volgende trajecten. Aan het eind van de
startconferentie en volgende workshops heeft elke actor, lokaal en nationaal, zijn doelstellingen
en een plan geformuleerd. En in de loop van het traject geeft de coördinator hieraan
begeleiding en ondersteuning in de verschillende landen, hij gaat bij hen op bezoek, helpt bij
uitvoering en met middelen, zorgt voor horizontale bevruchting.
Differentiatie
Natuurlijk is de maatschappelijke, politieke en juridische situatie in elk land weer verschillend.
Daarom heeft dit programma ook alleen maar kans van slagen als de nationale actoren zichzelf
de verantwoordelijke eigenaren weten van hun problemen, hun processen en hun projecten. En
daarom ook zet dit programma zo sterk in op persoonlijke, organisatorische en institutionele
versterking (ownership; capacity building). De directie en coördinatie van het programma, de
conferenties en workshops, de deskundigen en middelen – dat alles dient er slechts voor om
lokale en nationale processen van de mensen en hun organisaties zelf te faciliteren, hen te
ondersteunen bij het uitvoeren van hun projecten en het versterken van hun instellingen. Dat
houdt tevens in, dat het niet zo is alsof Socires hier een programma runt met zes deelprojecten.
Elk land heeft zijn eigen project en eigen verantwoordelijken.
Competenties voor uitvoering
Socires is gespecialiseerd in vraagstukken rond religie in het publieke domein, civil society en
christelijk-maatschappelijke organisaties, en publiek-private niet-commerciele arrangementen.
Daarnaast wordt, in het bijzonder onderwijs project, de vakmatige kennis en ondersteuning op
het gebied van onderwijs-organisatie en -wetgeving geleverd door een drietal gespecialiseerde
hoogleraren (uit Nederland, Belgie en de VS) en door de vertegenwoordigers van de
deelnemende onderwijsorganisaties, de PC Besturenraad en de Nederlandse Katholieke
Schoolraad, alsmede door hun Europese counterparts ECNAIS en CEEC.
Eenzelfde figuur zal gehanteerd worden in het zorg-onderdeel van het omvattende programma.
In vakinhoudelijke kennis en ondersteuning zal worden voorzien door de deelnemende
zorgorganisaties Effatha-Guyot, s-Heeren Loo Zorggroep, Viataal, Philadelphia en MAD,
alsmede door aan deze instellingen gelieerde academici en hoogleraren. Effatha en MAD
hebben reeds enkele hooggekwalificeerde vrijwillige krachten beschikbaar gesteld.
Socires | Eisenhowerlaan 120-ii | 2517 KM ’s-Gravenhage | t 070 338 3288 | [email protected] | www.socires.nl
3
Civil society organisaties in onderwijs en zorg | november 2005
Regionale partners
Voor een deel zullen de relevante netwerken van het onderwijs en de zorg-componenten
samenvallen, maatschappelijk maar vooral politiek gezien. Het onderwijsproject beschikt
inmiddels over een eigen, solide netwerk van partners. Daarnaast zal voor het zorgproject in
eerste instantie aangesloten worden bij de bestaande netwerken van de deelnemende
Nederlandse organisaties. Zo is Effatha werkzaam in Slowakije, Roemenië en Oekraïne, en
heeft zij in elk van die landen ook goede contacten; idem MAD in Roemenië, Philadelphia in
Oekraïne, ’s-Heeren Loo en Viataal in diverse landen. Bovendien zullen in het vooronderzoek
de netwerken onderzocht worden van drie universiteiten (Tilburg, Nijmegen en VU) en van
organisaties als DCDD, Cordaid en ICCO, de Eduardo Frei Stichting en de Konrad Adenauer
Stichting. In alle zes landen wordt begonnen met tenminste één solide partner, vanwaaruit
gewerkt kan worden aan uitbouw en aan de opzet van een nationaal platform.
CvB, november 2005
Socires | Eisenhowerlaan 12-ii | 2517 KM ’s-Gravenhage | t 070 338 3288 | [email protected] | www.socires.nl
4
Download