Het nieuwe FTK en het toeslagen- en kortingenbeleid Meer zekerheid voor nominale pensioenen In het Financieel Toetsingskader (FTK) staan de financieringsregels voor pensioenfondsen. Op 1 januari 2015 veranderen deze financieringsregels ingrijpend. Dan wordt het nieuwe FTK van kracht met nieuwe regels voor bijvoorbeeld premiestelling en beleggingsbeleid. In het nieuwe FTK is ook veel aandacht voor het toeslagen- en kortingenbeleid. Daarover leest u hier meer. Strenger Op dit moment mag nog toeslag worden verleend als de dekkingsgraad hoger is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad van circa 105%. Maar een fonds mag dan niet in dekkingstekort komen als gevolg van de toeslagverlening. Gemiste toeslagen en toegekende kortingen mogen worden ingehaald of hersteld zodra een fonds uit dekkingstekort is. Verder zijn pensioenfondsen verplicht hun toeslagenbeleid te kwalificeren volgens de toeslagenmatrix en er ook zo over te communiceren. In het nieuwe FTK gaat dit veranderen. De regels voor toeslagverlening worden strenger. Dit is in het voordeel van jongere deelnemers, want zo worden de beschikbare middelen niet te snel gebruikt voor de verhoging van de pensioenen. Verder blijft korting van de opgebouwde pensioenen een uiterste redmiddel. Een belangrijk verschil met het huidige FTK is de toepassing van de kortingen. Het wordt mogelijk om de korting over een periode van maximaal tien jaar te spreiden. Dit is in het voordeel van ouderen. Ambitie Ook in het nieuwe FTK blijft het de ambitie om de pensioenen te verhogen met de prijs- of looninflatie, of met een vast percentage. Maar toeslagen mogen pas worden verleend bij een beleidsdekkingsgraad van 110%. Verder moet bij het toekennen van een toeslag rekening worden gehouden met de toekomst. De toegekende toeslag moet ook in de toekomst naar verwachting gerealiseerd kunnen worden. Het aanwezige eigen vermogen boven de beleidsdekkingsgraad van 110% moet voldoende zijn om alle toekomstige toeslagen op hetzelfde niveau te kunnen financieren, rekening houdend met het maximale aandelenrendement van netto 6,75%. Er wordt hierbij dus niet gekeken naar het werkelijke beleggingsbeleid van een pensioenfonds. Gevolgen wijziging regels toeslagverlening Voor een gemiddeld pensioenfonds hebben de nieuwe regels voor toeslagverlening de volgende consequenties. Beleidsdekkingsgraad Indexatie 110% 0% 120%1,0% 130% 2,0% Voor jonge fondsen ligt de dekkingsgraad waarbij volledige toeslagen verleend kunnen worden ongeveer 5% hoger, voor oude fondsen ongeveer 5% lager. Korting Korting blijft een uiterste redmiddel. In twee situaties moet korting plaatsvinden. 1. Korting moet plaatsvinden als een pensioenfonds vijf achtereenvolgende jaren een dekkingstekort heeft. Waarbij na vijf jaar zowel de beleidsdekkingsgraad als de actuele dekkingsgraad lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. 2. Korting moet ook plaatsvinden als een pensioenfonds onvoldoende herstelkracht heeft om in maximaal tien jaar naar de vereiste dekkingsgraad toe te groeien. De kortingen mogen over een periode van maximaal tien jaar worden gespreid. Dit is in het voordeel van ouderen, omdat zij dan langer een pensioen ontvangen zonder korting of met minder korting. Voor een vergrijzend pensioenfonds ligt het voor de hand dat het bestuur kiest voor een kortere kortingsperiode dan tien jaar. Inhaalindexatie en herstel van kortingen Inhaalindexatie en het herstel van kortingen worden moeilijker. Om te beginnen moet er voldoende vermogen aanwezig zijn om in de toekomst alle toeslagen volledig te kunnen blijven verlenen. Verder moet de beleidsdekkingsgraad boven de vereiste dekkingsgraad blijven. Jaarlijks mag slechts een tiende deel van de aanwezige ruimte worden aangewend voor inhaalindexatie. Voorbeeld • Dekkingsgraad om volledig te indexeren: 135% • Vereiste dekkingsgraad: 130% • Beleidsdekkingsgraad: 140% • Maximale inhaalindexatie in een jaar: 10% x (140% -/- 135%) = 0,5% Voor het ongedaan maken van kortingen gelden dezelfde voorwaarden als voor inhaalindexatie. Overige aandachtspunten Toeslagverlening is fiscaal gemaximeerd op de prijs- of loonontwikkeling. Herstel van kortingen is fiscaal gemaximeerd tot de werkelijk toegepaste korting. Dit betekent, dat pensioenfondsen per individuele deelnemer de gemiste toeslag en toegepaste korting moeten registreren. De toeslagenmatrix komt te vervallen. Wettelijk wordt voorgeschreven hoe over de toeslagverlening gecommuniceerd moet worden. Dit wordt behandeld in een apart wetsvoorstel. 2 | Het nieuwe FTK en het toeslagen- en kortingenbeleid Conclusie Door het nieuwe FTK is straks de zekerheid van de nominale pensioenen groter. De vereiste dekkingsgraad gaat omhoog en de regels voor indexatie worden verzwaard. Er wordt minder snel toeslag verleend en het inhalen van gemiste toeslagen of herstel van toegekende kortingen kan alleen als een pensioenfonds zich in een sterke financiële positie bevindt, en dan nog met mate. Dit zal de komende jaren leiden tot een verlaging van de koopkracht. Meer weten? Heeft u vragen over het nieuwe indexatie- en kortingenbeleid en wat dit voor uw pensioenfonds betekent? Neem dan contact op met een van onze consultants of met Mark van de Velde, T 06 514 65 772 of E [email protected]. Het nieuwe FTK en het toeslagen- en kortingenbeleid | 3 1092-01-Index-nFTK-v1