Eco-spruitjes of toch naar de supermarkt? Louise Fresco analyseert ons denken over voedsel Michael Rubinstein Leraren die op zoek zijn naar een invalshoek om het onderwerp voeding aan de orde te stellen, kunnen zich laten inspireren door ‘Nieuwe spijswetten’ van Louise Fresco. Fresco, die eerder een hoge functie bekleedde bij de voedsel en landbouworganisatie van de VN en nu hoogleraar is met als aandachtsgebied de grondslagen van duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief, bespreekt in dit boek de angst die bij velen leeft tegen de invloed van de landbouwtechnologie op ons voedsel en stelt dat we een nieuwe ethische en wetenschappelijke omgang moeten zoeken met voedsel: we moeten nieuwe spijswetten formuleren. Het meest interessante deel van het boek vond ik het lange hoofdstuk waarin Fresco analyseert waar de angst tegen de landbouwtechnologie vandaan komt. Zij onderscheidt er twee hoofdlijnen in: ‘schaduwdenken’ en ‘licht zoeken’. Schaduwdenkers zijn pessimistisch over de vooruitgang, vinden dat er veel verloren gaat, vrezen dat het leven zoals zij dat kennen verdwijnt. Het pessimisme uit zich in angst op allerlei niveaus: bijvoorbeeld dat de productie de groei van de wereldbevolking niet zal bijhouden, dat het ecosysteem verstoord raakt, dat het eten dat we nu krijgen niet gezond is. Fresco ziet een paradox: feitelijk is de situatie voor wat betreft voeding voor de mensheid gunstiger dan ooit tevoren, zo blijkt uit allerlei cijfers – waarom dan toch die angst? Zij denkt dat er sprake is van een soort magisch denken dat zijn oorzaak vindt in het feit dat mensen het gevoel hebben dat ze de controle zijn kwijtgeraakt. Lichtzoekers zijn toekomstgericht en zoeken naar alternatieven. Zij zoeken het bijvoorbeeld in biologisch voedsel, waarvan Fresco opmerkt dat de bewijsvoering dat dit gezonder is eigenlijk ontbreekt. Zij noemt het een ‘bijgeloof dat pretendeert wetenschappelijk te zijn’. Lichtzoekers kun je associëren met begrippen als New Age, utopisme, puurheid. Hoewel Fresco beide denkrichtingen flink aanpakt en eigenlijk wegzet als bijgeloof, is ze wel overtuigd van het maatschappelijk nut van hun kritiek: het leidt tot een beter kwaliteitsbewustzijn en hopelijk tot zelfregulering. Daarom pleit zij voor een soort contract tussen de wetenschap en de samenleving dat de onberedeneerde angsten kan opheffen. Dat (laatste) deel van het boek is wat mij betreft nog wat weinig uitgewerkt. Maar Fresco’s analyse is plezierig nuchter geschreven en daarmee zeer lezenswaardig. Louise O. Fresco: ‘Nieuwe spijswetten’, Bert Bakker, Amsterdam, 2006 ISBN 90 351 3004 9