Borstverkleining en borstlifting

advertisement
BORSTVERKLEINING – BORSTLIFTING
Dr B De Frene
Dr B Casaer
Plastische Heelkunde
Sint-Augustinuskliniek Veurne
Jan Yperman Ziekenhuis, Ieper
Consulent Plastisch Heelkunde AZ St Jan Brugge
Het verschijnsel van borsthypertrofie of (te) grote borsten kan verklaard worden
vanuit familiale aanleg, kan ontstaan zijn tijdens de puberteit en kan samengaan met
overgewicht. Borsthypertrofie geeft niet zelden aanleiding tot persoonlijk leed, zoals
schaamte en een gevoel van verminderde eigenwaarde, maar kan ook functionele
fysieke problemen veroorzaken, zoals rugpijn, huidirritatie onder de borsten, en zo
meer. Een borstverkleining biedt in dergelijke gevallen een welkome en
definitieve oplossing.
Doorhangende borsten (= ‘ptose’) ontstaan vaak na een of meer zwangerschappen
met of zonder borstvoeding, soms ook na belangrijk gewichtsverlies. Dit verschijnsel
kan volledig losstaan van borsthypertrofie (te grote borsten).
Als u nog een kinderwens hebt, verdient het aanbeveling de borstcorrectie uit te
stellen tot na de laatste (geplande) zwangerschap, dit teneinde het blijvend
resultaat te
behouden.
De ingreep gebeurt onder algemene verdoving in het ziekenhuis. Na doorgaans
slechts één overnachting kan u naar huis en een week later bent u in staat om uw
normale activiteiten te hervatten.
De ingrepen om beide problemen (te grote borsten en/of doorhangende borsten) te
corrigeren worden respectievelijk borstreductie (borstverkleining) en mastopexie
(borstlifting)
genoemd.
Beide operaties verlopen ongeveer volgens hetzelfde principe. Enerzijds wordt de
vorm van de borst gecorrigeerd en de tepel opnieuw in een jeugdiger of hogere
positie geplaatst, anderzijds wordt – en dan vooral bij een borstverkleining – een
hoeveelheid borstweefsel weggenomen. Het spreekt vanzelf dat dit niet kan zonder
insnede in de huid. Maar het is nu precies de taak van de plastisch chirurg om de
littekens
zodanig
te
situeren
dat
ze
onopvallend
blijven.
Zowel voor een borstreductie als voor een borstlift zijn verschillende chirurgische
technieken mogelijk. Naargelang van het type borst dat u hebt, zal de ene techniek
beter geschikt zijn voor u dan de andere. Uw chirurg zal dat uiteraard eerst grondig
met
u
overleggen.
Om de tepel naar boven te verplaatsen is een littekentje rondom het tepelhof
onvermijdelijk. In een enkel geval volstaat dat trouwens al om het gewenste
resultaat te bekomen (figuur 3). Meestal echter moet de chirurg ook een
hoeveelheid huid wegnemen aan de onderpool van de borst, en dat kan hij alleen
1
door een litteken te maken van de tepelhof naar de onderzijde van de borst (figuur
2). Al naargelang de hoeveelheid huid die weg moet, komt hier doorgaans nog een
horizontaal litteken bij (figuur 1), dat redelijk goed verborgen blijft in de plooi
onderaan de borst. Bovendien verbleken al die littekens na verloop van tijd en
nemen ze in zoverre de huidskleur aan dat ze enkel nog maar van heel dichtbij te
detecteren zijn.
Omdat de tepel verplaatst moet worden, kan het gebeuren dat een aantal zenuwtjes
naar de tepel onderbroken raakt. Het is dus mogelijk dat de gevoeligheid van de
tepel na borstverkleining of borstlifting verminderd is ten opzichte van ervoor. Na
een borstverkleining kan het ook dat borstvoeding niet meer mogelijk is, als gevolg
van het doorsnijden van de melkkanaaltjes. Dat is echter afhankelijk van de
gebruikte techniek. Sommige technieken laten wél nog borstvoeding toe.
Maar welke techniek ook gekozen wordt, een borstverkleining of een borstlifting
heeft geen enkel nadelig gevolg voor de verdere gezondheid van uw borst.
Vóór de ingreep
Uw chirurg zal bepalen of het nodig is om voorbereidend onderzoek te laten
verrichten (zoals bijvoorbeeld bloedonderzoek, elektrocardiogram, röntgenopname
van de longen). Zo ja, dan gebeurt dat best een tijdje op voorhand.
Bent u ouder dan 30 jaar, dan gebeurt voor de ingreep een mammografie (een
radiologisch onderzoek van het borstklierweefsel), teneinde het bestaan van
mogelijke gezwellen uit te sluiten. Dat onderzoek is niet nodig als u jonger bent dan
30 of recentelijk een mammografie onderging. Een beperkt bloedonderzoek is
sowieso nodig – dat kan u naar keuze bij uw huisarts of in het laboratorium van de
kliniek laten uitvoeren.
Indien U rookt heeft U er alle belang bij om hiermee te stoppen.
Voor een borstreductie of een borstlift is een rookstop zelfs van extreem belang. Om
weefsels (in dit geval de tepel) te kunnen verplaatsen, moeten ze gedeeltelijk van de
onderliggende huid losgemaakt worden. Hierdoor vermindert in geringe mate de
bloedvoorziening naar die weefsels. Wanneer nu als gevolg van het roken de
bloedvaten vernauwd raken, vertraagt dat niet alleen de genezing van de wonde
maar kan dat zelfs, in extreem geval, leiden tot verlies van tepel en tepelhof!
2
Wanneer de ingreep geschiedt onder algemene verdoving, moet u nuchter blijven
vanaf middernacht vóór de ingreep. Dit betekent: niet meer eten noch drinken vanaf
middernacht, behalve voor het innemen van eventuele medicatie.
In het ziekenhuis is inmiddels een kamer voor u gereserveerd. Bij de opnamedienst
regelt u eerst nog enkele administratieve zaken en vervolgens wordt u in afwachting
van de operatie naar uw kamer gebracht. Even voor de operatie maakt u kennis met
uw anesthesist, de arts die u onder verdoving brengt en u gedurende de hele
ingreep begeleidt. Mocht er bij eventuele vorige ingrepen iets abnormaals
voorgevallen zijn, dan kunt u dit best aan de anesthesist melden.
Dan komt uw plastisch chirurg, die met een stift op uw borst de precieze zones
aftekent waar hij straks insneden zal maken. Zijn er nog vragen, dan is dat nu het
moment. Even later krijgt u een middel toegediend om de operatie rustig tegemoet
te gaan. Ten slotte wordt u naar de operatiekamer gevoerd en in slaap gebracht.
De ingreep
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de opdracht en van de individuele details,
duurt de ingreep iets meer of iets minder dan twee uur. De chirurg maakt tepel en
tepelhof vrij en verplaatst hen naar de gewenste positie. Bij een borstverkleining
wordt een hoeveelheid borstweefsel en huid weggenomen aan de onderzijde van de
borst (grijs op de figuur). Beide manoeuvres hebben tot gevolg dat een aantal
zenuwtjes naar de tepel onderbroken wordt. Zoals gezegd kan dat de gevoeligheid
van
de
tepel
verminderen.
Tijdens de ingreep wordt de patiënte in zittende houding gebracht, zodat de chirurg
de positie van de tepel zo ideaal mogelijk kan preciseren en de borsten zo
symmetrisch mogelijk vorm kan geven.
3
Aan het eind van de ingreep plaatst hij in de wonde een tweetal fijne plastic buisjes
(‘drains’), die eventuele nabloeding en overtollig wondvocht naar vacuüm flesjes
geleiden. Zolang de buisjes een significante hoeveelheid vocht ontvangen, mogen ze
niet weggehaald worden en kunt u nog niet naar huis. Die ‘drainage’ duurt meestal
24
tot
48
uur.
De chirurg sluit de wonden inwendig zorgvuldig af met een laag oplosbare
hechtingen en uitwendig met een à twee lagen draadjes die later weer verwijderd
worden. Een steriel kleefverband zorgt in de periode na de operatie voor de nodige
steun. Het verband blijft zitten tot de eerste controle, een week na de ingreep.
Na de ingreep
In de regel blijft u even lang in de ontwaakkamer als de duur van de ingreep. Als u
door de anesthesist van de ontwaakkamer ontslagen wordt, keert u terug naar uw
gewone kamer.
Borstverkleining en borstlifting zijn geen bijzonder pijnlijke ingrepen. In de eerste
uren krijgt u nog pijnstillers toegediend via het infuus (de baxter), maar daarna
volstaat een gewoon paracetamolpreparaat (zoals bijvoorbeeld Dafalgan).
4
Gedurende twee weken voor en twee weken na de operatie neemt u beter
geen pijnstillers als Aspirine, Aspro of Sedergine en raden we ook vitamine
E en het eten van look af, aangezien die stoffen het bloed wat kunnen
verdunnen en bijgevolg nabloeding in de hand kunnen werken.
Een dag later zal de chirurg oordelen of de plastic drainagebuisjes verwijderd mogen
worden. Zo ja, dan mag u al in de namiddag naar huis. Geven ze nog teveel
wondvocht af, dan moeten de buisjes nog een dagje blijven zitten en mag ook u om
redenen
van
steriliteit
nog
niet
naar
huis.
Een week na de ingreep komt u op controle. Het verband en enkele hechtingen
worden dan verwijderd. De huid van uw borsten zal op bepaalde plaatsen blauw tot
paars verkleurd zijn als gevolg van bloeduitstortingen die door de ingreep opgewekt
werden. Geen zorg echter, de kleuren vervagen geleidelijk in de weken die komen.
Verloopt de wondgenezing naar wens, dan hoeft u vanaf nu geen verband meer te
dragen. Wel moet u het litteken nog drie à zes maanden na de ingreep hydrateren
met een crème die zal worden voorgeschreven. Een en ander zorgt er ook voor dat
het litteken sneller ‘uitrijpt’, dat wil zeggen, vlugger bleek en soepel wordt.
Gedurende de eerste maanden zal het litteken nogal rood uitslaan en hard
aanvoelen, maar die naweeën verdwijnen langzaam maar zeker.
In de eerste week na de operatie schaft u zich in een gespecialiseerde lingeriezaak
een ondersteunde, elastische sportbeha aan (zonder beugel). Die draagt u een 3 tal
weken, dag en nacht, om de borst na het verwijderen van het kleefverband
maximaal te ondersteunen. De borst zelf zal ongeveer een maand lang vrij vast en
hard aanvoelen, maar geleidelijk aan herwint ze haar vroegere soepelheid.
Bracht de chirurg tijdens de ingreep enkel een verticaal litteken aan (dus van de
tepelhof naar onderen toe), dan kan het zijn dat de borsthuid daar in het begin nog
wat gerimpeld is. Die rimpeltjes verdwijnen in de eerste zes weken.
Na twee maanden is de borst weer mooi soepel en komt u voor de tweede maal op
controle. Na onderzoek maakt de chirurg foto's die vergeleken kunnen worden met
de opnames van vóór de operatie.
Het herstel van de gevoeligheid van tepel en tepelhof neemt omtrent drie maanden
tijd in beslag.
Tot slot bevelen we aan om een jaar na de ingreep opnieuw een mammografie te
laten uitvoeren, zodat dit rapport gebruikt kan worden om latere mammografieën
mee te vergelijken.
Zo u bijkomende vragen hierover zou hebben, aarzel dan niet om dit met uw arts te
bespreken.
5
Download