De Zelfpsychologie

advertisement
De ontwikkeling van het
psychoanalytisch
referentiekader:
De Zelfpsychologie
Wat?

Analytische concepten Zelf en Narcisme
worden uitgewerkt:
1.
2.
Zelf: problematiek niet verklaren d.m.v. (afweer
van) driften MAAR d.m.v. een zwak of soms
defect Zelf
Narcisme: niet als noodzakelijke tussenfase in
ontwikkelingslijn (auto-erotiek→ narcisme →
objectliefde) MAAR als gescheiden
ontwikkelingslijn (2 onafh. ontwikkelingen)
Ontwikkelingslijn narcisme
Objectliefde
Primair narcisme
Grandioos Zelf
Geïdealiseerd
Ouderobject
Zelfobject (1)

Term om stoornissen in zelfgevoel duidelijk te
kunnen begrijpen.

Zelfobject = objecten/personen die door het kind
gebruikt worden in dienst van het Zelf OF beleefd
worden als deel van het Zelf.
Zelfobject (2)
2 soorten Zelfobjecten:

1.
2.
De archaïsche Zelfobjecten die bij de normale
ontwikkeling in de vroege kindertijd horen
De rijpere Zelfobjecten die iedereen nodig heeft voor het
psychisch welbevinden:
a.
Personen die iemands behoefte aan grootheid en perfectie
bevestigen (spiegeloverdracht; grandioze Zelf)
b.
Personen waar het kind tegen op kan zien als almachtig en
onfeilbaar (idealiserende overdracht; geïdealiseerde ouderobject)
c.
Personen met wie het kind zich als gelijke kan ervaren
(Alterego)
Zelfobject (3)

Dus 3 Zelfobjecten:
ZELFOBJECTEN
Spiegelende zelfobjecten:
grandioze Zelf
Geïdealiseerd zelfobject:
geïdealiseerde
ouderobjecten
Alterego (twinship)
De schuldige en tragische mens

Psychoanalyse → intrapsychisch conflict.
Zelfpsychologie → tekort (aan spiegeling en
geïdealiseerd ouderobject).
Afweerstructuren bedekken de tekorten, vb. splitsing:
1.
Verticaal (in goede en slechte objecten)
2.
Horizontaal (~ verdringen)
Therapie:
►EMPATHIE!!! (~holding, rêverie)
►Transmuting internalisation (~good
enough mothering)
Ontwikkeling van het Zelf (1)


Het Zelf ontwikkelt zich vanuit de interactie van het
kind met zijn Zelfobjecten, door verinnerlijking
ervan. Dus niet aanwezig van bij de geboorte.
Voorwaarden:
 Een rijp en cohesief Zelf van de ouders dat
rekening houdt met de wisselende behoeften van
het kind
 Falende Zelfobjecten om het kind tot introjecteren
aan te zetten
Ontwikkeling van het Zelf (2)

Er kunnen twee dingen gebeuren:
Adequaat verloop
 Niet adequaat verloop

Adequaat verloop

3 polen in het Zelf:



Pool van ambities: verinnerlijking van de
Zelfobjecten die de grootheid en perfectie van het
kind bevestigen
Pool van fundamentele idealen: verinnerlijking van
de geïdealiseerde Zelfobjecten
Pool van specifieke talenten en vaardigheden: °
door spanning tussen ambities en idealen
Niet adequaat verloop

Grandioze Zelf:
door tekort aan Zelfobjecten die grootheid en
perfectie bevestigen

Geïdealiseerde Zelf:
door tekort aan Zelfobjecten die als almachtig en
onfeilbaar kunnen gezien worden

Twinship:
door tekort aan iemand die als gelijke kan ervaren
worden
Stoornissen van het Zelf




Psychose
Borderline
Narcistische gedragsstoornissen
Narcistische PHstoornissen
→ Enkel de 2 laatste groepen d.m.v. psychotherapie op
te lossen
Pathologische vormen van het Zelf




Het ondergestimuleerde Zelf: door voortdurend
gebrek aan stimulerende reacties van de Zelfobjecten.
Het fragmenterende Zelf: door gebrek aan
geïntegreerde reacties van de Zelfobjecten.
Het overgestimuleerde Zelf: door overdadige/niet
faseadequate/niet empatische reacties van de
Zelfobjecten.
Het overbelaste Zelf: door geen kans tot
samensmelting met geïdealiseerd Zelfobject.
Gedragspatronen

O.b.v. de Zelfpathologieën zullen mensen zich
op bepaalde manier gedragen:

Persoonlijkheden die hongeren naar spiegeling
Persoonlijkheden die hunkeren naar geïdealiseerde
objecten
Alterego persoonlijkheden
Naar samensmelting hunkerende persoonlijkheden
Contact vermijdende persoonlijkheden




Download