Loopbanen in de advocatuur NVP Wetenschapsdag 13 september 2007 Paul Jansen Amsterdam Center for Career Research (www.accr.nl) Vrije Universiteit Amsterdam i.s.m. NOVA, Le Tableau en Dialogue Coaching & Consultancy ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Steekproef • N = 892 • 52% Man, 48% vrouw • Gemiddelde leeftijd is 36 jaar • 68% Heeft naast de juridische opleiding met civiel effect nog andere opleidingen gevolgd (m.n. bedrijfskunde, economie, fiscaal recht) • Gemiddeld is men 8 jaar werkzaam in de advocatuur • 41% Heeft kinderen (172 hebben jonge kinderen, 0-3 jaar) ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Leeftijdsverdeling % 70 60 50 40 Mannen Vrouwen 30 20 10 0 <35 35-44 45-54 leeftijdscategorieën >54 ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Functie % 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Mannen Vrouwen Medewerkers Partner Salaried Partner ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Verdeling zorgtaken % 70 60 50 40 Mannen Vrouwen 30 20 10 0 veel > mijn partner > mijn partner = mijn partner < mijn partner veel < mijn partner ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Overweegt u uw kantoor te verlaten? % 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Mannen Vrouwen ja nee ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Overweegt u uw kantoor te verlaten? % 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 <35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar >54 jaar ja nee ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Hoofdreden om het kantoor te verlaten % 70 60 50 40 Totaal 30 20 10 0 Tijdsdruk Huidige leidinggevende Routineus werk Andere reden ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Oudere advocaten… • hebben een hoger bruto inkomen • zijn meer betrokken bij het kantoor waarvoor ze werken, maar minder betrokken bij hun carrière • zijn meer tevreden over hun baan • gaan meer op in hun werk (engagement) • scoren hoger op loopbaanoriëntatie (weten waarom, hoe en wie) • ervaren meer autonomie in hun werk • rapporteren minder steun van hun leidinggevende ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Oudere advocaten… • zijn minder proactief • ervaren meer steun van de organisatie in het afstemmen van werk op privé-leven • scoren lager op leergedrag (instructiegericht, planmatig en gaandeweg leren) • vinden arenacompetenties en -contacten minder belangrijk voor promoties • scoren lager op leiderschapsstijlen (charismatisch, transparant, autonoom en passief) • nemen vaker deel aan beroepsgerelateerde activiteiten ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Vrouwelijke advocaten… • hebben een lager bruto inkomen (gecontroleerd voor functieveld, eerdere functies, etc) • scoren lager op één aspect van loopbaanoriëntatie (weten hoe) • vinden arenacontacten belangrijker voor promotie • scoren hoger op leiderschapsstijlen (charismatisch, transparant, autonoom en passief) • nemen minder vaak deel aan beroepsgerelateerde activiteiten ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Voorlopige conclusies • Ongeveer 25% van deze grotendeels ervaren medewerkers denkt erover om het kantoor te verlaten; waarom? • Vrouwen vinden contacten belangrijker voor promotie maar nemen minder vaak deel aan beroepsactiviteiten dan mannen • Oudere advocaten zijn minder betrokken bij hun carrière; gesetteld? ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research ACCR Onderzoeksmodel Individuele factoren Organisatiefactoren Objectieve carrière-uitkomsten ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Individuele factoren Objectieve carrière-uitkomsten Abosolute loongroei Bonus Leeftijd .44*** .17** Geslacht -.25.*** - Lid studentenvereniging - - Andere beroepen .17** - Andere kantoren - - Proactief - -.24*** ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Man/Vrouw verschillen netwerkgedrag Geen verschil 1. Contacten onderhouden: Actief, als een ‘zender’, en bilateraal (dyade) anderen contacteren in een functioneel/zakelijke context 2. Socialiseren: Passief deelnemen aan collectieve activiteiten in een functioneel/zakelijke context Mannen vaker dan vrouwen 1. Participeren voor werk: Actief, als een ‘zender’, deelnemen aan collectieve activiteiten in een functioneel/ zakelijke context 2. Maatschappelijke betrokkenheid: Deelnemen aan collectieve activiteiten in een maatschappelijke context Participeren voor werk correleert met objectief carrièresucces (loongroei) ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Objectieve en subjectieve carrièreuitkomsten Organisatiefactoren Abosolute loongroei Bonus Leerklimaat - - Steun organisatie - - Steun collega’s - - Steun supervisor - Tijdeisen - -.13* Negatieve gevolgen carrière - - ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Conclusies • Voor objectief carrièresucces zijn de geselecteerde individuele factoren belangrijker dan de organisatiefactoren – Oudere, mannelijke medewerkers die andere beroepen hebben vervuld, die pro-actief zijn, die socialiseren, die veel aan werkgerelateerde activiteiten participeren en die zich zichtbaar maken hebben meer absolute loongroei/bonussen – Medewerkers die weten met wie en hoe zij hun loopbaan moeten organiseren hebben ook meer objectief carrièresucces ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research [email protected] www.accr.nl ∩ CCR Amsterdam Center for Career Research