Discussie over invulling spelregels binnen EU laait op Biologische glastuinbouw de grond uit? De biologische afzetmarkt trekt steeds nieuwe spelers en afzetorganisaties aan. Onder de vlag van PuraNatura worden biologische tomaten, komkommers en paprika’s niet langer in de grond geteeld, maar in natuurlijk substraat. Is dat het nieuwe biologische telen? En: hoe rekbaar zijn de regels? Tekst & Foto’s Leen Janmaat 22 D e huidige biologische normen die in Nederland en de rest van Europa worden toegepast, zijn voornamelijk gericht op teelt in de open lucht en niet binnen een beschermde structuur. Daarmee is er ruimte voor afwijkende invulling van de spelregels die gelden binnen de EU-landen. Enkele jaren geleden stond Denemarken toe dat glastuinders omschakelden zonder dat de tomaten, komkommers of paprika’s in de grond wortelen. Deze producten worden als biologische groenten verhandeld. Buiten Europa staan ook Amerika en Canada toe dat biologische groenten in substraat - dus uit de grond - worden geteeld. Inmiddels worden ook substraattomaten vanuit Nederland naar Amerika geëxporteerd met een USDA bio-logo. Duurzaam geteeld in natuurlijk substraat, zonder kunstmest of bestrijdingsmiddelen, dus ‘100% (USDA) organic!’ aldus stichting PuraNatura, die als doel heeft de grootschalige kasteelt te verduurzamen. Inmiddels zijn aanvullende regels voor biologische glastuinbouw in voorbereiding, de IFOAM EU-groep werkt aan voorstellen voor specifieke productievoorwaarden bij de teelt onder glas. Sommige landen lopen hierop vooruit, zoals het Verenigd Koninkrijk (zie kader). Deze aanvullingen kunnen de ontstane verschillen wellicht weer rechttrekken. Na aanpassing van de EU-verordening ontstaat binnen Europa mogelijk een gelijk speelveld. Maar of het internationaal zover komt, valt te betwijfelen. Technisch of natuurlijk De huidige normen en regels zijn gebaseerd op oorspronkelijke principes. IFOAM onderscheidt vier basisprincipes: 1) gezondheid, 2) ecologie, 3) eerlijk, en 4) zorg. Het ecologische principe gaat uit van levende ecologische systemen en kringlopen. Land4-2011 | EKOLAND Glastuinbouw Nieuwe regels UK bouw in ecologische systemen betekent voor landbouwgewassen dat wortels groeien in een levende bodem. Deze interpretatie wordt ook in Nederland gebruikt bij de beoordeling van teeltsystemen. Skal certificeert alleen glasgroenten die in de grond worden geteeld. Het werken vanuit de basisprincipes, in samenwerking met de natuur zal leiden tot een natuurlijk duurzaam systeem, is de achterliggende gedachte. Aan de andere kant bestaan er teeltsystemen die op meerdere aspecten goed scoren in duurzaamheid. Bijvoorbeeld door duurzaam gebruik van energie, water en/ of mineralen. Meestal zijn dit gesloten teelt­systemen waardoor verliezen naar de omgeving worden uitgesloten. In een gesloten s­ ysteem zijn bemesting en gewasbescherming doorgaans goed te sturen en te beheersen. Telen in een open systeem is meestal minder stuurbaar, hier gaan de wortels op zoek naar mineralen in plaats van dat de mineralen naar de wortels toestromen. Hoewel een gesloten systeem technisch duurzaam kan zijn, is de benadering principieel anders. In zulke systemen wordt biologisch vooral geïnterpreteerd als een systeem waarin gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen zijn verboden en duurzaamheid technisch is ingevuld. Hiertegenover staat een complexer teeltsysteem, waarbij de tuinder ondersteunende maatregelen neemt om het geheel weerbaar te maken. Het schema laat zien hoe processen in elkaar grijpen en hoe complex het biologische systeem is. Dynamisch en statisch evenwicht EKOLAND | 4-2011 ‘PuraNatura: topsport’ Volgens de website deelt PuraNatura dezelfde basisprincipes met IFOAM: Tuinbouw moet gebaseerd zijn op levende ecologische systemen en kringlopen, met hen meewerken, ze versterken en in stand houden.Alleen is de bodem vervangen door kokosmatten of compost in zakken. De biologische grondtelers ervaren PuraNatura als een bedreiging in hun voortbestaan. Een dergelijk teeltsysteem maakt het mogelijk om meer en efficiënter te produceren tegen lagere kosten, is de veronderstelling. In het Verenigd Koninkrijk stelt de Soil Association nieuwe normen vast voor de teelt van biologische gewassen in kassen en tunnels. Zij stelt de volgende aanvullende regels voor: • Vruchtbaarheid: Ieder bedrijf overlegt een plan voor vruchtbaarheidsbeheer, waaruit blijkt dat het systeem het gebruik van nutriënten maximaliseert en de bodemgezondheid en -vruchtbaarheid stimuleert. Het plan laat zien op welke duurzame manieren de teler de bodemvruchtbaarheid stimuleert. • Energie: Wanneer fossiele brandstof wordt gebruikt om de groenten te verwarmen, moet de producent een energieplan opstellen waarin staat hoe hij/zij de komende vijf jaar het gebruik van hernieuwbare energie of warmte-krachtkoppeling wil vergroten. • Vruchtwisseling: Producenten die niet aan vruchtwisseling doen, moeten een plan kunnen overleggen om de bodem- en gewasgezondheid te stimuleren en waarin staat hoe zij omgaan met mogelijke problemen (zoals ziekten- en plaagbeheersing). sen in hun duurzaamheidconcepten. Dat verschillende EU-landen anders aankijken tegen biologische glastuinbouw begrijpen we goed, in ieder land is de situatie anders. Zo hebben ze in Spanje geen kas of verwarming nodig om tomaten te telen.” ‘Niet uit te leggen’ Peter Jens, woordvoerder namens Pura­ Natura, licht toe: “Om binnen ons PuraNatura systeem biologische producten te telen, bedrijven de glastuinders topsport, in die zin verdienen we een speciale plaats in het groenteschap. Ook PuraNatura telers baseren zich op de IFOAM-principes en zij doen dit op een wijze zoals zij vinden dat ze dit moeten doen. Voor ons valt het PuraNatura teeltsysteem binnen de principes en we zijn trots op de 100% USDA organic certificering. De overheid of EU zal beslissen of de teelt straks past binnen de EU-regels of nationale interpretaties. PuraNatura richt zich op supermarkten die ons teeltconcept en USDA-gecertificeerde producten inpas- Leo Verbeek, voorzitter van de productwerkgroep biologische glasgroenten, is bezorgd over de ontwikkelingen: “Als deze ontwikkeling doorgaat, worden we snel verdrongen uit de markt. Dat gebeurt nu al in Amerika. Onze inzet is om het principe van de grondteelt te behouden. Anders blijft er weinig verschil over tussen gangbaar en biologisch. Het verhaal is niet langer uit te leggen aan de consument die nog steeds een hogere prijs betaalt voor biologische tomaten. Op dit moment hebben we de meerprijs hard nodig. Door groter aanbod verdwijnt de meerprijs snel en kunnen we niet langer rendabel produceren. Zolang PuraNatura onder eigen merk producten afzet, hebben wij daar geen problemen mee. Maar als dit met een bio-keurmerk gebeurt, verliest het biologische product aan waarde. In dat geval kunnen we onze biologische kassen wel sluiten.” Leen Janmaat werkt bij het Louis Bolk Instituut 23