2. Nationale uitvoering van het Verdrag De EU zal juridisch advies verlenen aan maximaal zeven belangstellende verdragsstaten. Bijstand kan de vorm aannemen van juridisch advies, kan betrekking hebben op het opstellen van adequate wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen, onder meer van strafrechtelijke bepalingen, en kan ook workshops inzake de nationale uitvoering van het BTWC en handhaving omvatten die gericht zijn op besluitvormende instanties en gouvernementele en niet-gouvernementele belanghebbenden. 3. Bevorderen van vertrouwenwekkende maatregelen (CBM) Doel is te bevorderen dat regelmatiger CBM-verslagen worden ingediend. De projectresultaten omvatten de aanwijzing van nationale contactpunten voor de indiening van CBM-verslagen, verbetering van de elektronische indiening, en versterking van de nationale mechanismen voor het samenstellen van lijsten van vertrouwenwekkende maatregelen. Om te komen tot een grotere participatie aan het CBM-proces, zal in het kader van het EU-project een brochure worden uitgebracht met praktische suggesties die van nut kunnen zijn voor de verdragsstaten en toch oog hebben voor de verschillen in de nationale procedures. Bij de voorbereiding van de eerste CBM-verslagen is landgerichte bijstand voor maximaal zeven verdragsluitende staten mogelijk. Er worden twee workshops voor CBM-contactpunten georganiseerd om ervaringen uit te wisselen, teneinde de verdragsstaten te helpen die soms technische moeilijkheden hebben om hun CBM-verslagen op een complete manier op te stellen. Het gemeenschappelijk optreden van de EU omvat ook een bijdrage aan UNODA om het onderhoud en de verbetering van de bestaande veilige CBM-website te vergemakkelijken en de technische aspecten van de elektronische indiening van bestaande CBM-verslagen te verbeteren. De EU is van mening dat het werk in verband met BTWC-kwesties moet worden voortgezet in de periodes tussen de geregelde vergaderingen van de verdragsstaten. Daarom wordt in het tweede gemeenschappelijk optreden steun uitgesproken voor debatten over onderwerpen die spelen tussen twee vergaderingen, zowel binnen als buiten de EU. Die steun zal de vorm aannemen van workshops waarin vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsleven, de universiteiten en de onderzoeksinstituten en NGO's bij elkaar komen. Zo is de EU bijvoorbeeld voorstander van het voeren van debatten tussen de particuliere en openbare sectoren in de EU over de veiligheids¬problemen waarmee de vooruitgang in biowetenschappelijk en biotechnologisch onderzoek gepaard gaat, en over de maatregelen die op nationaal, regionaal of internationaal niveau moeten worden genomen, zoals de ontwikkeling van een gedragscode. Ook wil de EU de discussie aanwakkeren over de internationale samenwerking op het vlak van de bewaking, opsporing en diagnosestelling van ziekten, om na te gaan waar de concrete behoeften liggen. De ondersteunende eenheid voor de uitvoering (ISU) In december 2006 heeft de zesde toetsingsconferentie van het BTWC besloten om de ISU in te stellen. Deze eenheid is gevestigd in Genève binnen het VN-Bureau voor ontwapeningszaken (UNODA). Tot de taken van de ISU behoren de uitvoering van het verdrag, het promoten van het universele karakter ervan, het ondersteunen van het indienen van CBM-verslagen, en het faciliteren van de uitwisseling van informatie in verband met bijstand. De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden is opgedragen aan de ISU, onder het politieke toezicht van de hoge vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Er worden twee personen aangeworven voor beperkte tijd, gefinancierd door de EU, om de ISU te helpen dit EU-initiatief uit te voeren. Consilium QC-80-09-746-NL-D Doel is ervoor te zorgen dat de staten hun verplichtingen krachtens het verdrag nakomen door middel van nationale wetgeving en administratieve maatregelen, en deze ook effectief toepassen, om inbreuken op het BTWC en tekortkomingen bij de uitvoering te voorkomen. 4. Steun voor het intersessionele proces van het BTWC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EU- MAATREGELEN TER ONDERSTEUNING VAN HET VERDRAG INZAKE BIOLOGISCHE EN TOXINEWAPENS www.consilium.europa.eu/wmd September 2009 DGF - Création graphique 060/09 — RS 053/2009 Het voorkomen van de proliferatie van massavernietigingswapens (MVW) is een prioriteit voor de EU. De basis van onze inspanningen is de Europese veiligheidsstrategie, waarin wordt bepaald dat "de verspreiding van massavernietigingswapens potentieel de belangrijkste bedreiging [is] van onze veiligheid" en dat "door de vooruitgang in de biologische wetenschappen de kracht van biologische wapens de komende jaren [kan] toenemen" en de strategie tegen de proliferatie van MVW waarin het volgende staat: "Ook zal de EU het initiatief nemen voor de ondersteuning van de nationale uitvoering van het BTWC (bijvoorbeeld door technische bijstand te verlenen)". De EU heeft beide strategieën in 2003 aangenomen. Het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC) was het eerste multilaterale ontwapenings- en non-proliferatieverdrag dat de productie van een hele categorie wapens verbiedt. De overeenkomst is op 10 april 1972 opengesteld voor ondertekening en op 26 maart 1975 in werking getreden. Er is geen verificatie-instrument in BTWC-verband. Dat betekent dat er geen organisatie bestaat om na te gaan of de verdragsstaten hun verplichtingen nakomen, zoals wel het geval is op nucleair en chemisch gebied (IAEA en OPCW). Toch is de secretaris-generaal van de VN bevoegd om onderzoek te doen naar beweerd gebruik van biologische en chemische wapens. Momenteel hebben 163 landen het verdrag geratificeerd, hebben 30 landen het ondertekend en zijn 19 landen nog geen partij bij het Verdrag. STATEN DIE PARTIJ ZIJN BIJ HET BTWC, HEBBEN ZICH ERTOE VERBONDEN: • immer biologische agentia en hun verspreidingsmiddelen te n verwerven of in hun bezit te hebben, en nimmer biologische agentia te ontwikkelen, te produceren of in voorraad te hebben voor offensieve doeleinden, • iologische wapens en bijbehorende middelen te vernietigen b of aan te wenden voor vreedzame doeleinden, • de biologische agentia niet over te dragen voor offensieve doeleinden, noch iemand anders op enigerlei wijze te helpen, aan te moedigen of te bewegen om biologische wapens voor dat doel te verwerven of in zijn bezit te hebben, • alle nodige maatregelen te nemen om de bovengenoemde activiteiten te voorkomen, • s taten die aan gevaar zijn blootgesteld ten gevolge van een inbreuk op het BTWC bijstand te verlenen, • het vreedzame gebruik van biologische wetenschap en technologie te bevorderen. GEBIEDEN WAAROP DE EU ONDERSTEUNING VERLEENT AAN HET BTWC De EU ijvert voor het BTWC in zijn geregelde vergaderingen in het kader van de politieke dialoog. Voorts heeft zij een aantal activiteiten gestart ter ondersteuning van het BTWC. De EU-Raad heeft in 2006 het eerste gemeenschappelijk optreden betreffende de ondersteuning van het BTWC aangenomen, dat liep van 2006 tot 2008: —de EU heeft in nagenoeg alle staten die nog niet zijn toegetreden tot het BTWC, regionale stimuleringsactiviteiten ondernomen; —zij heeft vijf regionale seminars georganiseerd om de universele toepassing van het BTWC te propageren; —zij heeft bijstand verleend aan Peru en Nigeria, waar EU-deskundigen actief betrokken waren bij het opstellen van nationale wetgeving ter uitvoering van het BTWC. Als gevolg van het gemeenschappelijk optreden zijn zeven staten toegetreden tot het Verdrag. Op basis van de positieve ervaringen van het eerste gemeenschappelijk optreden, werd op 10 november 2008 het tweede gemeenschappelijk optreden aangenomen. Daarin worden lokaal en regionaal ownership van de projecten aangemoedigd. De EU wil een duurzaam partnerschap met de ontvangende landen opbouwen. De EU zet vooral in op activiteiten die concrete resultaten opleveren met het oog op de toetsing van het BTWC in 2011. De vier gebieden waarop de EU voor 1.400.000 euro ondersteuning zal verlenen, zijn: 1. B evordering van het universele karakter van het Verdrag: Middels dit project worden landen benaderd die nog geen partij zijn bij het verdrag. Het heeft tot doel: —de toetreding tot het Verdrag in alle geografische regio's te bevorderen en —de vrijwillige uitvoering van het BTWC vóór toetreding te bevorderen door de desbetreffende nationale instanties een beter inzicht in het BTWC te geven en de subregionale netwerken te versterken; UNODA - ISU EUROPESE UNIE-MAATREGELEN TER ONDERSTEUNING VAN HET VERDRAG INZAKE BIOLOGISCHE EN TOXINEWAPENS De EU kan landen die wetgeving moeten opstellen om aan het Verdrag te kunnen voldoen, juridische bijstand verlenen. Die EU kan ook middelen verschaffen om belanghebbenden beter bekend te maken met het BTWC, met name de instanties die bevoegd zijn voor ratificatie en uitvoering van het Verdrag. Zij kan hen als waarnemer laten deelnemen aan het BTWC-proces of subsidies verlenen voor opleiding en bewustmakingsbezoeken aan de instanties van de EU-lidstaten die belast zijn met de uitvoering van het BTWC.