Quickscan leraar24

advertisement
Quickscan leraar24
Reflectie en vaststellen leerdoelen voor de POP
na de studie
Jeroen Colijn
1-4-2015
Tijdens mijn LIO stage heb ik een Quickscan gemaakt over de 7 SBL competenties. Per competentie
geef ik een korte reflectie over wat ik nog wil verbeteren en welk leerdoel ik wil opnemen in de POP
voor na de studie. Meegenomen in de reflectie zijn; de feedback van de stagebegeleider op de
stageschool en van de HvA, producten, enquêtes van leerlingen, feedback van docenten van de HvA
en de producten die ik gemaakt heb dit jaar. De leerdoelen voor na de studie zijn opegenomen in een
aparte POP.
Waardering
1. Overall Score
74 %
1. Interpersoonlijk competent
1.
contact maken
Uitleg
1.1 Hij maakt contact met de leerlingen en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen
maken met hem en zich op hun gemak voelen
Mijn score: 83 %
.Gevolgen bij beheersing
U lijkt een goed ontwikkeld vermogen te hebben om een klimaat te scheppen waarin
leerlingen graag contact met u hebben. U weet dus een klimaat te scheppen waarin
leerlingen zich veilig voelen. Dat is de basis om tot leren te komen
2.
leiding geven
Uitleg
1.2 Hij geeft de leerlingen leiding maar geeft ze ook verantwoordelijkheid en een
eigen inbreng
Mijn score: 73 %
U voelt waarschijnlijk goed aan wanneer u als docent een stapje terug kunt zetten en
wanneer het juist nodig is om de touwtjes strak in handen te hebben. Hierdoor kunt u
ervoor zorgen dat uw leerlingen aan het werk zijn en tegelijkertijd belemmert u ze niet
in het ontplooien van eigen initiatieven.
3.
goede sfeer
Uitleg
1.3 Hij schept een goed klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de
leerlingen onderling
Mijn score: 70 %
Gevolgen bij beheersing
U hebt waarschijnlijk een goede relatie met uw leerlingen. U hebt oog voor wat hen
bezighoudt en interesseert en zij weten dat u hen kent en begrijpt. Het kost u geen
moeite om hen aan het werk te krijgen en ook met elkaar te laten samenwerken.
Zowel u als uw leerlingen voelen zich prettig in het samenwerken met elkaar. Een
dergelijk klimaat bevordert de leerprestaties.
4.
opvattingen
Uitleg
1.4 Opvattingen over de kwaliteit van interpersoonlijk handelen
Mijn score: 63 %
Opvatting
Bij het interpersoonlijke aspect van bekwaamheid gaat het om contact, communicatie
en leiding geven in een sfeer die op samenwerken gericht is. De interactie tussen
leraar en leerling en tussen leerlingen onderling moet volgens ons de volgende
kwaliteiten weerspiegelen: - leraar en leerling en leerlingen onderling zijn
gelijkwaardig. Ze gaan met elkaar om met wederzijds respect en op basis van
wederkerigheid ('wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet'); - leiding
geven hoort bij het leraarschap en dat kan op verschillende manieren. In elk geval is
de leraar eerlijk en onpartijdig en hij kan ook duidelijk uitleggen waarom hij doet wat
hij doet; - de leraar gaat actief in tegen negatieve omgangsvormen en vijandigheid.
Reflectie quickscan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
Wat mij opvalt in de quickscan is dat de opvatting wat lager scoort. Ik merk dat ik in de
interpersoonlijke competentie nog veel bezig ben met de relatie tussen mij en de leerling. Door mijn
open complimenterende houding en de wijze waarop ik mimiek, stem en lichaam gebruik merk ik dat
de relatie tussen mij en de leerling al snel veilig en ontspannen is. Waar ik een verbeterpunt zie is dat
ik de interpersoonlijke competentie meer mag inzetten bij de relatie tussen de leerlingen onderling.
In de LIo stage ben ik hier wel bewust mee aan de slag gegaan door de werkvormen die ik gebruik. Ik
trek vaste duo's uit elkaar en haal ze uit hun comfort zone maar ik merk dat mijn observatie en
begeleiding nog wat aangescherpt mag worden. Wat zie ik? Hoe verloopt de samenwerking tussen
de leerlingen bij een opdracht? Accepteren ze elkaars rol ? En hoe speel ik er situationeel nog
concreter op in als docent? Dit soort vragen houden mij bezig. Ik wil hierover meer literatuur lezen en
op zoek gaan naar tips en trucs.
2. Pedagogisch competent
1.
beeldvorming en diagnose
Uitleg
2.1 Hij vormt zich een goed beeld van het sociale klimaat in een groep, van het
individuele welbevinden van de leerlingen en van de vorderingen die zij maken op het
gebied van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
2.1.1 Hij signaleert processen die bedreigend kunnen zijn voor een constructief
groepsproces.
2.1.2 Hij signaleert of leerlingen zich emotioneel goed genoeg voelen om actief te
kunnen meedoen aan leer- en groepsprocessen
Mijn score: 80 %
Gevolgen bij beheersing
U hebt oog voor het welbevinden van leerlingen en voor positieve en negatieve
processen tussen leerlingen. Dit betekent dat u in een vroegtijdig stadium
maatregelen kunt treffen, waardoor het mogelijk blijft voor leerlingen om zich veilig te
voelen in uw groep. Ook kunt u bijtijds inspelen op eventuele emotionele blokkades bij
leerlingen. Omgekeerd kunt u positieve emoties versterken om een betrokken en
plezierige deelname aan leeractiviteiten verder te bevorderen en leerlingen uit te
dagen meer met elkaar samen te werken en verantwoordelijkheid te dragen.
2.
pedagogisch plan
Uitleg
2.2 Hij ontwerpt op basis daarvan een plan van aanpak of een bepaalde benadering
om de leerlingen te begeleiden naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en
om hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling te bevorderen.
Mijn score: 72 %
Gevolgen bij beheersing
U maakt er werk van om een klimaat te creëren waarin leerlingen zich veilig voelen en
waar ze op een harmonieuze wijze samenwerken en samenleven. Zo’n klimaat schept
de basis voor leerlingen om betrokken, actief en met enige durf mee te doen aan een
onderwijsactiviteit. In zo’n klimaat zullen leerlingen eerder geneigd zijn hun nek uit te
steken of het achterste van hun tong te laten zien, voor zichzelf maar ook voor
anderen.
3.
pedagogisch handelen
Uitleg
2.3 Hij voert dat plan van aanpak of die benadering uit.
2.3.1. Hij hanteert methodieken, waardoor hij bijdraagt aan een veilig en constructief
groepsklimaat in de klas (ook kleine groepen)
2.3.2 Hij biedt de leerlingen de gelegenheid om zelfstandig te werken.
Mijn score: 72 %
Gevolgen bij beheersing
Doordat u in uw aanpak gericht let op de veiligheid van het groepsklimaat en zo nodig
gericht bemiddelt (accepteren fouten, bespreken van bedreigende groepsprocessen,
respect voor elkaar benadrukken, stoom laten afblazen) bestaat een grote kans dat
leerlingen zich thuis zullen voelen in de groep en met energie, durf en plezier zullen
deelnemen aan leeractiviteiten. U stimuleert een zelfstandige houding bij de leerlingen
door ze ruimte te geven om zelf initiatieven te nemen en keuzes te maken, en ze te
laten merken dat u deze waardeert. Waar nodig ondersteunt u de ontwikkeling van de
zelfstandigheid door leerlingen aan te spreken op de wijze waarop ze taken plannen.
U weet uw begeleiding zo te doseren dat u niet overloopt én de leerlingen het initiatief
houden, alleen of in groepsverband werkend. Een zelfstandige (leer)houding bij
leerlingen is van belang voor de verdere schoolloopbaan en hun persoonlijke en
maatschappelijke leven.
4.
evalueren en bijstellen
Uitleg
2.4 Hij evalueert dat plan van aanpak of benadering en stelt zonodig bij, voor de hele
groep en ook voor individuele leerlingen
2.4.1 Hij gaat na welke aspecten van zijn pedagogisch handelen gericht op een
positief en harmonieus sociaal klimaat verbeterd of juist geconsolideerd/uitgebouwd
kunnen worden.
2.4.2 Hij gaat na welke aspecten van zijn pedagogisch handelen gericht op individueel
welbevinden verbeterd of juist geconsolideerd/uitgebouwd kunnen worden
Mijn score: 72 %
Gevolgen bij beheersing
U staat bewust stil bij de vraag hoe u uw pedagogische aanpak, gericht op een
positief groepsklimaat en een positief emotioneel welbevinden bij leerlingen, kunt
optimaliseren. Aangezien de tijdgeest steeds verandert, groepen wat betreft
samenstelling en cultuur veranderen (denk aan modes, wat is ‘in’, aan welke eisen
moeten jeugdigen van hun omgeving voldoen?) zullen steeds nieuwe vormen van
emotionele druk ontstaan op leerlingen, die zijn weerslag hebben op het welbevinden
van leerlingen het klimaat in groepen. Een aanpak voor een positief klimaat en een
positief welbevinden is niet standaard maar dient voortdurend te worden bijgesteld op
basis van bevindingen.
5.
pedagogisch problemen
Uitleg
2.5 Hij signaleert problemen en belemmeringen in de sociaal-emotionele en morele
ontwikkeling van leerlingen en stelt, eventueel samen met collega’s, een passend
plan van aanpak of benadering op.
Mijn score: 80 %
Gevolgen bij beheersing
U pakt individuele problemen van verschillende aard aan, die een normale deelname
aan leeractiviteiten in de weg staan. U aarzelt niet om daar professionele hulp bij te
halen als dat nodig is en u weet daarvoor de weg te vinden. Hierdoor krijgen
leerlingen tijdig ondersteuning waardoor het probleem mogelijk niet escaleert en
blokkades voor deelname aan leeractiviteiten worden weggenomen.
6.
opvattingen
Uitleg
2.6 Opvattingen met betrekking tot pedagogisch handelen
Mijn score: 80 %
Opvatting
Bij het pedagogische aspect van bekwaamheid gaat het om recht doen aan de
pedagogische basisbehoeften van leerlingen; bijdragen aan de ontwikkeling van hun
persoonlijkheid, hun sociale competentie, zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid.
Het handelen van de leraar moet volgens ons de volgende kwaliteiten weerspiegelen:
-De leraar moet leerlingen in hun waarde erkennen en in hun waarde laten, hen de
gelegenheid geven te tonen wat ze kunnen en hen daarin waarderen en hen ruimte
geven voor eigen initiatief. -De leraar moet in zijn communicatie aansluiting zoeken bij
de ervaringen, de werkelijkheidsbeleving, de nieuwsgierigheid en het
voorstellingsvermogen van zijn leerlingen. -De leraar moet in zijn omgangsvormen
model staan voor de normen en waarden die in zijn school richtinggevend zijn voor
gedrag.
Reflectie quicksan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
Mijn sterke kant hierin is het positieve coachen. Ruimte geven aan de zelfstandige ontwikkeling en de
leerlingen in hun waarde laten. Waar ik tijdens mijn stage tegen aanliep was het feit dat de plannen
van aanpak bij leerlingen met een pedagogisch probleem al klaar lagen. Ik gaf wel mondelinge
feedback op de benadering van een leerling en hoe die benadering verlopen is en stelde de
benadering zo nodig bij maar had wel het gevoel dat ik erachteraan hobbelde. Het is de consequentie
als de stage niet direct in het begin van het schooljaar gestart kan worden. Voor mijn POP na de
studie wil ik dan ook in het voortraject betrokken worden met de plannen van aanpak zodat ik een
helder vertrekpunt heb in de specifieke benadering van een leerling en mijn eigen ideeën kan
inbrengen.
3.
Vakinhoud en vakdidactiek
1.
beeldvorming en diagnose
Uitleg
3.1. Hij vormt zich een goed beeld van de mate waarin de leerlingen de leerinhoud
beheersen en de manier waarop ze hun werk aanpakken.
3.1.1 Hij vormt zich een goed beeld van de mate waarin de kinderen de leerinhoud
beheersen.
3.1.2 Hij vormt zich een goed beeld van de manier waarop kinderen hun werk
aanpakken.
Mijn score: 79 %
Gevolgen bij beheersing
U kunt inschatten wat leerlingen weten en kunnen en hoe ze taken aanpakken.
Daardoor hebt u een goed uitgangspunt voor de voorbereiding van uw onderwijs en
kunt u ook rekening houden met individuele verschillen.
2.
vakinhoudelijk en didactisch plan
Uitleg
3.2. Hij ontwerpt op basis daarvan leeractiviteiten die voor de leerlingen uitvoerbaar
zijn en die hen aanzetten tot zelfwerkzaamheid.
3.2.1 Kan een globale didactische uitwerking maken van een programma
leeractiviteiten voor korte termijn (les, dag) en langere termijn (week, maand, jaar),
passend binnen een grotere leerlijn en aansluitend op hoe leerlingen zich
ontwikkelen.
3.2.2 Kan een concrete cursorische of thematische invulling geven van een beoogde
leer- en ontwikkelingslijn.
3.2.3 Kan begeleidingsarrangementen met een verschillende sturingsintensiteit (wat
betreft zelfstandigheid) voorbereiden aansluitend op leerling-; taak en situatiefactoren.
Mijn score: 74 %
Gevolgen bij beheersing
U kunt een programma ontwerpen waar voor de leerlingen lijn in zit en dat voor elke
leerling uitvoerbaar en leerbaar is. U bent zó bekend met mogelijkheden voor opbouw
van het leerproces en met materialen en opdrachten die u kunt gebruiken bij een
onderwerp of leerstofonderdeel, dat u bij elke fase en mogelijke problemen daarin,
ondersteunende activiteiten kunt voorbereiden. Bij de voorbereiding van uw
begeleiding houdt u bewust rekening met factoren op leerling- (zoals interesse,
leerstijl, voortgang), taak- (moeilijkheid) en situatieniveau, (actualiteit). U zorgt er in
uw voorbereiding voor dat u kunt differentiëren in de hulp en de sturing die u geeft
zodat uw leerlingen zelf die stappen kunnen zetten die in hun bereik liggen. Daardoor
hebben hun leeractiviteiten een maximaal effect.
3.
vakinhoudelijk en didactisch
Uitleg
3.3. Hij voert die activiteiten samen met de leerlingen uit.
3.3.1 Kan speel- en leeractiviteiten qua inhoud en gevolgde aanpak gebruiken in
alledaagse situaties als basis voor instructie- en begeleidingsactiviteiten.
3.3.2 Kan een doelgerichte instructie geven die bijdraagt aan de verwerving van
inhouden en van een positieve en zelfstandige leerhouding.
3.3.3 Kan aansluitend op wat leerlingen aan het doen zijn passende begeleiding
geven die gericht is op de verwerving van leerinhouden, het gebruik van zelfstandige
leergewoonten en een positieve leerhouding.
Mijn score: 72 %
Gevolgen bij beheersing
Terwijl leerlingen zelf aan het werk zijn, ziet u snel of leerlingen uw hulp nodig hebben
en welke hulp u moet bieden. U kunt de mate en vorm waarin u helpt afstemmen op
de specifieke behoefte van uw leerlingen. Met uw uitleg of instructie activeert u
leerlingen. U sluit aan bij wat ze al weten en wat ze herkennen in hun eigen
leefomgeving. Daarnaast stelt u geregeld vragen waardoor u problemen vroegtijdig
kunt onderkennen. De kans is groot dat leerlingen op basis van zo’n instructie vlot en
zelfstandig (verder) aan de slag kunnen met opdrachten. U slaagt erin uw begeleiding
die ingrediënten te geven (afgewogen commentaar, tips, hulp) waardoor leerlingen
het initiatief houden en waarbij tegelijkertijd het niveau van hun activiteiten wordt
verhoogd. Dit lukt, doordat ze zicht houden op die punten die (vanuit hun eigen
keuzes) goed gaan en die punten die nadere aandacht verdienen.
4.
evalueren en bijstellen
Uitleg
3.4. Hij evalueert die activiteiten en de effecten ervan en stelt ze zonodig bij, voor de
hele groep maar ook voor individuele leerlingen.
3.4.1 Productevaluatie: kan aan de hand van gestandaardiseerde of
methodegebonden toetsen en aan de hand van zelf opgegeven taken een
(betrouwbare en valide) inschatting maken van de beheersing van leerinhouden door
leerlingen.
3.4.2 Procesevaluatie: kan gebruikmakend van een (vak)didactisch en pedagogisch
kader de onderdelen van zijn onderwijsaanpak evalueren en op basis daarvan zijn
aanpak bijstellen.
Mijn score: 70 %
Gevolgen bij beheersing
Het lijkt er op dat u de vorderingen van uw leerlingen betrouwbaar en doeltreffend
beoordeelt. Hierdoor hebt u goed zicht op wat uw leerlingen werkelijk weten en
kunnen. Bovendien evalueert u ook uw eigen onderwijs en u stelt uw onderwijs ook
daadwerkelijk bij op basis van die evaluaties. Daardoor is de kans groot dat uw
aanpak zal zijn afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van uw leerlingen.
5.
leerproblemen
Uitleg
3.5 Hij signaleert leerproblemen en –belemmeringen en stelt, eventueel samen met
collega’s, een passend plan van aanpak of benadering op.
Mijn score: 69 %
Gevolgen bij beheersing
U slaagt erin om problemen die de voortgang van het leren belemmeren, te
signaleren en tijdig aan te pakken. Leerachterstanden en (ernstige) leerproblemen
merkt u snel op en pakt u aan door zelf hulp te bieden of via hulp van buiten.
6.
opvattingen
Uitleg
3.6 Opvattingen met betrekking tot vakinhoudelijk en didactisch handelen
Mijn score: 77 %
Opvatting
Bij het vakinhoudelijke en didactische aspect van bekwaamheid gaat het om het
activeren en stimuleren van leerlingen zodat ze zich kennis eigen maken, kennis leren
gebruiken en leren zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid te leren. Het
handelen van de leraar moet volgens ons de volgende kwaliteiten weerspiegelen: De leraar spreekt leerlingen aan op hun ervaringen, hun werkelijkheidsbeleving,
nieuwsgierigheid en voorstellingsvermogen. Hij zet hen aan het werk met opdrachten
waarmee ze hun kennis en vaardigheden kunnen benutten en uitbreiden. - Hij maakt
bewust gebruik van verschillende manieren van leren en van wat leerlingen al weten
en kunnen. Daarbij maakt hij bewust gebruik van verschillen in talenten, in leerstijlen
en persoonlijke kwaliteiten van leerlingen. Hij stimuleert initiatief en
verantwoordelijkheid en helpt leerlingen ook hun verantwoordelijkheid waar te maken.
Hij streeft er naar dat leerlingen onafhankelijk worden van zijn deskundigheid. - Door
zijn eigen nieuwsgierigheid en enthousiasme laat hij leerlingen zien dat leren lukt en
loont.
Reflectie quickscan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
Ik zie dat uit deze scan het signaleren van leerproblemen iets lager in de scoren zit. Ik kan mij hier
deels in vinden. Ik signaleer het probleem wel. Ik speel er ook op in door een intensievere begeleiding
te geven aan de leerling die het moeilijk heeft. Of ik koppel een expert aan een leerling die het lastiger
vindt. Een verbeterpunt zoek ik in het feit dat er in het differentiëren van mijn lessen nog meer te
verbeteren valt. Met name bij het ontwerpen van de les vind ik het nog wel eens lastig om in de
werkvormen een scheiding aan te brengen. Mijn leerdoel is dan ook om mij te verdiepen in de
materie van differentiatie door middel van literatuur in begeleiding en werkvormen.
4. Organisatorisch competent
1.
procedures en afspraken
Uitleg
4.1 Hij hanteert op een consequente manier concrete, functionele en door de kinderen
gedragen procedures en afspraken.
4.1.1 Hij signaleert en superviseert het functioneren van regels, routines en
procedures. Hij leest dit af aan de continuïteit, doelmatigheid, zelfstandigheid en
zelfredzaamheid waarmee individuele en groepen leerlingen deelnemen aan
(speel)leeractiviteiten.
4.1.2 Hij hanteert tijdens de lessen op een consequente manier concrete, functionele
en door de kinderen gedragen procedures en afspraken.
Mijn score: 81 %
Gevolgen bij beheersing
Omdat u een goed oog heeft voor taakgerichtheid van leerlingen, het nakomen van
afspraken, het volgen van routines, het gebruik van werkruimtes, heeft u een goed
inzicht in het functioneren van uw onderwijsorganisatie. Leerlingen die soepel
meedraaien in een onderwijsorganisatie hebben meer tijd en ruimte om daadwerkelijk
te leren. Door bewust samen met leerlingen een aantal regels en afspraken op te
stellen en deze consequent te hanteren, weten leerlingen waar ze aan toe zijn.
Bovendien kunt u uw tijd vrijhouden voor onderwijsinhoudelijke zaken en hoeft u niet
ad hoc regelingen te treffen met leerlingen, hetgeen ook nog eens ten goede komt
aan de sfeer in de groep.
2.
organisatievormen en middelen
Uitleg
4.2 Hij gebruikt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen die leerdoelen en
leeractiviteiten ondersteunen.
4.2.1 Hij plant het gebruik van organisatievormen die leerdoelen en leeractiviteiten in
organisatorische ondersteunen.
4.2.2 Hij zet organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen zo in dat leerdoelen
en leeractiviteiten in organisatorische zin worden ondersteund.
Mijn score: 75 %
Gevolgen bij beheersing
Uw organisatievormen, leermiddelen en materialen zijn organisatorisch gezien
ondersteunend voor leeractiviteiten. U slaagt erin de leeromgeving zo te organiseren
dat leerlingen daadwerkelijk aan de slag kunnen met de activiteiten die u hebt
gepland. Dit doet u zo dat de grenzen waarbinnen leerlingen werken, zijn afgebakend.
U hebt leermiddelen ordelijk en functioneel georganiseerd en paraat op het moment
dat ze nodig zijn. U maakt leerlingen duidelijk welk gedrag wel en niet tolereerbaar is.
Door op passende momenten een gezamenlijke instructie te plannen zal een daarop
aansluitende periode van zelfstandig leren vloeiend verlopen. Omdat u weet wie,
waar, met wat bezig is, kunt u doeltreffend hulp geven waar dat nodig is.
3.
planning en tijd
Uitleg
4.3 Hij houdt een planning aan die bij de kinderen bekend is en gaat adequaat om
met tijd
Mijn score: 73 %
Gevolgen bij beheersing
U slaagt erin om de verschillende onderwijsactiviteiten binnen tijdsgrenzen te laten
verlopen, waardoor relevante leeractiviteiten aan de orde komen en andere
onderdelen (ook bijv. van collega’s) niet in de knel komen. Door een goede
voorbereiding zult u ook minder lang hoeven nadenken over wat u tijdens de les te
doen staat. Doordat u met leerlingen de planning voor een dagdeel of langere periode
bespreekt en afspraken maakt over de te volgen procedures (welke opdrachten,
wanneer klaar, wat als ze klaar zijn) is de kans groot dat leerlingen over een langere
periode zelfstandig aan de slag gaan, zonder dat uw tussenkomst nodig is. U
bevordert daarmee ook de zelfstandigheid van leerlingen en maakt het mogelijk dat zij
zelf verantwoordelijk zijn voor organisatorische taken.
4.
opvattingen
Uitleg
4.4 Opvattingen met betrekking tot organisatorisch handelen
Mijn score: 68 %
Opvatting
Bij het organisatorische aspect van bekwaamheid gaat het om een balans tussen
ordelijkheid en uitdaging. Tijd, ruimte en middelen moeten doeltreffend gebruikt
worden, maar tegelijkertijd moeten leerlingen dat ook leren. De leraar bevordert dat
door zowel zelf het voorbeeld te geven als leerlingen de gelegenheid te bieden
daarmee te oefenen. Volgens ons moet het handelen van de leraar de volgende
kwaliteiten weerspiegelen: De leraar heeft zijn eigen werk goed op orde en hij laat
zien dat hij overzicht heeft over wat er gebeurt en moet gebeuren. Hij zorgt ervoor dat
ook de leerlingen verantwoordelijk zijn voor de werkorganisatie en spreekt hen daar
op aan. Hij zorgt samen met hen voor duidelijke regels en procedures en zorgt er ook
samen met hen voor dat iedereen zich daar consequent aan houdt. Waar dat kan,
delegeert hij verantwoordelijkheid naar leerlingen. Hij laat ook zien dat ordelijkheid
geen doel op zich is, tolereert dat dingen soms mis gaan en benut die momenten om
te laten zien dat je ook moet kunnen improviseren.
Reflectie quickscan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
Mijn sterke kant is dat ik mijn lessen altijd goed voorbereid. Ik laat in mijn lessen ook rekening met
onverwachte situaties. Ik bedenk vooraf waar in mijn lessen een marge zit om af te wijken van mijn
tijdspad. Tegelijkertijd laat ik de leerlingen zien dat ik ook maar een mens ben en durf ik voor mijn
organisatorische fout uit te komen als dat nodig is. Door mijn informele manier van lesgeven en over
enthousiasme van teveel willen behandelen tijdens de les, wil het soms wel eens voorkomen dat ik
niet uit kom met de tijd. Dit is echter wel vele malen minder dan voorheen maar ik moet hierop
blijven letten. Aanhakend op competentie drie wil ik de lessen organisatorisch beter in gaan richten
zodat er meer tijd en ruimte is voor gedifferentieerd les geven.
5. Samenwerken met collega's
1.
informatie delen
Uitleg
5.1 Hij deelt informatie die voor de voortgang van het werk van belang is met collega’s
en maakt gebruik van de informatie die hij van collega’s krijgt.
Mijn score: 79 %
Gevolgen bij beheersing
U staat midden in de school en u bent goed op de hoogte van wat daar reilt en zeilt. U
wordt goed op de hoogte gehouden door uw collega’s en houdt op uw beurt geen
informatie achter die voor hun functioneren handig of nodig is. Daarmee draagt u bij
aan een open werksfeer en zorgt u ook dat de school als geheel haar doelstellingen
beter kan bereiken.
2.
constructief deelnemen
Uitleg
5.2 Hij levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en
samenwerken op school.
Mijn score: 74 %
Gevolgen bij beheersing
U heeft waarschijnlijk een goed ontwikkeld vermogen om in verschillende overleg- en
samenwerkingsverbanden vruchtbaar te participeren. Mede daardoor wordt u
gewaardeerd om uw inbreng en vinden uw collega’s het prettig om met u samen te
werken.
3.
consultatie en intervisie
Uitleg
5.3 Hij geeft en ontvangt collegiale consulte en intervisie
Mijn score: 75 %
Gevolgen bij beheersing
U geeft te kennen dat u ook in collegiaal opzicht professioneel handelt. U gebruikt
actief de deskundigheid van uw collega’s voor uw eigen ontwikkeling. Omgekeerd
ondersteunt u hen ook vanuit uw deskundigheid. Daarmee verbetert u uw eigen
onderwijs en de kwaliteit van de school als geheel.
4.
schoolontwikkeling
Uitleg
5.4 Hij levert een bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school.
Mijn score: 69 %
Gevolgen bij beheersing
U laat merken dat u behoorlijk investeert in vernieuwingen en verbeteringen.
Vooropgesteld dat u daarbij ook maat kunt houden, levert dat u en uw collega’s
waarschijnlijk veel op. U ziet kansen en bedreigingen en grijpt de mogelijkheden om
uw school en uw onderwijs te verbeteren aan. Daardoor zijn alle veranderingen die
momenteel gaande zijn in het onderwijs voor u waarschijnlijk niet bedreigend. U bent
een stimulerende factor in de pogingen om uw school te verbeteren.
5.
opvattingen
Uitleg
5.5 Opvattingen met betrekking tot samenwerken met collega’s
Mijn score: 76 %
Opvatting
In het samenwerken met collega's gaat het om een goede afstemming van
werkzaamheden, bewust gebruik maken van ieders deskundigheid en een
gezamenlijke aanpak van verbeteringen en vernieuwingen. De leraar zorgt ervoor dat
hij met zijn collega's op één lijn zit, voorkomt isolement van zichzelf of van collega's,
speelt in op veranderingen en werkt voortdurend aan verbeteringen. Het handelen
van de leraar moet volgens ons de volgende kwaliteiten weerspiegelen: De leraar is
gemakkelijk aanspreekbaar voor collega's. Hij spreekt zelf ook collega's gemakkelijk
en constructief aan. Hij staat open voor kritiek en is zelf ook op een constructieve
manier kritisch. Hij werkt er actief aan mee dat de school in beweging blijft en het
onderwijs verbetert en hij kan daarbij maat houden. Hij werkt zichzelf niet over de kop
en let er op dat ook collega's dat niet doen.
Reflectie quickscan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
Mijn sterke kant in deze competentie is het samenwerken met collega's. Ik probeer zoveel mogelijk te
helpen en sta open voor intervisie en geef feedback aan collega's. Waar ik mij in wil verbeteren is om
samen met collega's in te zetten voor digitalisering van het onderwijs. Ik heb tijdens mijn stage
gehoord van een pilot in het gebruik van google docs. leerlingen zouden digitaal hun huiswerk in
kunnen leveren en werkvormen als flipping the classroom zou hier ook in verwerkt kunnen worden.
6. Samenwerken met de omgeving
1.
informatie delen
Uitleg
6.1 Hij geeft op een professionele manier aan ouders en andere belanghebbenden
informatie over de leerlingen en hij maakt gebruik van de informatie die hij van hen
krijgt.
Mijn score: 73 %
Gevolgen bij beheersing
U laat merken dat u niet alleen openstaat voor informatie van buiten de school, maar
daar eventueel ook actief naar op zoek gaat. Daardoor laat u geen mogelijkheden
onbenut om uw leerlingen beter te begrijpen. Bovendien informeert u anderen die ook
verantwoordelijk zijn voor de leerling over uw bevindingen. Daardoor vergroot u de
kans dat uzelf en anderen doeltreffend met de leerling kunnen werken.
2.
constructief deelnemen
Uitleg
6.2 Hij neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg
met mensen en instellingen buiten de school.
Mijn score: 70 %
Gevolgen bij beheersing
Het lijkt erop dat u het belang onderkent van het onderhouden van contacten met
mensen en instellingen van buiten de school. Daardoor bent u vaak goed op de
hoogte van mogelijke oplossingen die deze deskundigheden te bieden hebben voor
de problemen waar u of individuele leerlingen mee kampen.
3.
verantwoorden
Uitleg
6.3 Hij verantwoordt zijn professionele opvattingen over en werkwijzen met leerlingen
aan de ouders en andere belanghebbenden en past in gezamenlijk overleg zonodig
zijn werk met die leerling aan.
Mijn score: 70 %
Gevolgen bij beheersing
U slaagt er vermoedelijk goed in om uw werkwijze met een leerling te verantwoorden
naar ouders of andere belanghebbenden toe. Het gevolg is dat deze personen
vertrouwen hebben in de professionele instelling van de school en/of in die van u.
4.
opvattingen
Uitleg
6.4 Opvattingen met betrekking tot samenwerken met de omgeving
Mijn score: 80 %
Opvatting
In de samenwerking met de omgeving gaat het om een goede afstemming van
verantwoordelijkheden en gebruik maken van de deskundigheden van anderen.
Bovendien gaat het daar ook om het zichtbaar maken van de professionele kwaliteit
van de school. Het handelen van de leraar moet volgens ons de volgende kwaliteiten
hebben: De leraar is gemakkelijk aanspreekbaar en kan zijn inzichten goed
onderbouwd met anderen uitwisselen. Hij staat open voor adviezen en deskundigheid
van anderen en hij aarzelt ook niet daar gebruik van te maken als dat nodig is.
Reflectie quickscan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
De combinatie tussen full time werken en stage heeft als gevolg dat het samenwerken met de
omgeving ietwat onderbelicht is gebleven. Neemt niet weg dat ik niet sterk ben in het leggen van
contacten. In mijn huidige werk als inspecteur bij de NVWA is het leggen van contacten en het maken
van afspraken part of the job. Ik zou wel in mijn POP voor na de studie, als ik dan inderdaad ook
werkzaam ben in het onderwijs, willen inzetten op het leggen van contacten met stagebedrijven. Ik
weet dat het leerklimaat voor de leerling bevordert wordt als het stagebedrijf de docent goed kent en
de contacten hierin soepel verlopen. Ook zou ik bij de sector consumptief mijn collega's van de NVWA
die bekend zijn met drugsexpertise,willen vragen om voorlichting te geven op school. In de Horeca
komt personeel regelmatig in aanraking met gasten die drugs gebruiken en ik vind dat hier meer
voorlichting over gegeven mag worden.
7. Reflectie en ontwikkeling
1.
planmatig ontwikkelen
Uitleg
7.1 Hij werkt planmatig aan de ontwikkeling van zijn bekwaamheid op basis van een
goede analyse van zijn competenties.
Mijn score: 70 %
Gevolgen bij beheersing
U laat merken dat u goed op de hoogte blijft van de ontwikkelingen in uw beroep en
stevig investeert in professionele groei. U beschikt zowel over denkkracht als
daadkracht en kunt die beide waarschijnlijk goed in balans brengen. Daardoor blijft u
met uw onderwijs bij de tijd en kunt u bevrediging halen uit uw professionele groei.
2.
afstemmen met school
Uitleg
7.2 Hij stemt de ontwikkeling van zijn bekwaamheid af op het beleid van de school.
Mijn score: 70 %
Gevolgen bij beheersing
Vermoedelijk bent u zeer alert als het gaat om het tijdig nemen van maatregelen die
ervoor zorgen dat uw bekwaamheid afgestemd blijft op de behoeften van de school.
Op deze manier kunt u een waardevolle bijdrage leveren aan de doelstellingen van de
school.
3.
feedback en hulp
Uitleg
7.3 Hij maakt bij de ontwikkeling van zijn bekwaamheid gebruik van informatie van
leerlingen en collega’s en ook van collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld
intervisie en supervisie.
Mijn score: 75 %
Gevolgen bij beheersing
U heeft vermoedelijk een gezond professioneel zelfvertrouwen. U bent niet bang voor
het oordeel dat anderen hebben over uw functioneren. Daardoor kunt u uw voordeel
doen met feedback van anderen. Het helpt u bij het nadenken over de sterke en
zwakke plekken in uw bekwaamheid. Het stelt u ook in staat te profiteren van de
deskundigheid van uw collega’s.
Reflectie quickscan en vaststellen leerdoelen POP na de studie:
Ik heb een goed beeld van mijn eigen competenties en de sterke en zwakke kanten daarvan. Getuigen
de quickscan de feedback van mijn begeleiders, docenten en de bevestiging van mijn supervisie en
minor. Een verbeterpunt zie ik in het nog daadkrachtiger aanpakken van mijn verbeterpunten. Ik mag
ze soms meer SMART maken. Heb wel eens de neiging om ingewikkelde vraagstukken voor mijn uit te
schuiven en zou het verbeterpunt eigenlijk in een plan op moeten schrijven en uitvoeren.
Download