Coma Limburg - Telenet Users

advertisement
Coma Limburg
18/05/’04
Thema : NAH en gedragproblemen
Spreker : Dr. Liesens.
Verslaggever : Lucia Vangrieken , Ambulante dienst thuisbegeleiding , HANA
Ben van Craenenburg stelt : bij elke aandoening of trauma van de hersenen krijgt men
gedragveranderingen.
Hersenen organisch gezien :
Hersenen zijn goed beschermd : ze zijn omringd door vocht en een stevig bot. Elk gedeelte
van de hersenen hebben een belangrijke functie.
De hersenen bestaan uit een frontale kwab waarin heel belangrijke evidente functies liggen.
Het frontale gedeelte bevat 1/3 tot ¼ van de hersenmassa. Is hier iets gekwetst dan geeft dit
merkwaardige reacties.
Verder hebben we de grote hersenen die vooral zorgen voor de sensorische werking, de kleine
hersenen en de hersenstam. De hersenstam is zeer kwetsbaar. Hier liggen de
levensnoodzakelijke functies. Ernstige verwondingen kunnen de dood tot gevolg hebben.
In het midden van de hersenen hebben we de temporale kwab waarop de schedelbasis leunt.
Hierin bevindt zich het lymbisch systeem dat zorgt voor ons geheugen en het oplossen van
problemen.
Bij de mens is vooral het frontale gedeelte goed ontwikkeld.
Hersenen complexiteit :
 Zeer complex orgaan
 100 miljard neuronen
 10 000 uitlopers per neuron
 10 tot de 15e verbindingen
Deze complexiteit is niet te vergelijken met een computer. Er zijn oneindig veel variaties en
mogelijkheden mogelijk.
Beschadigingen zijn het best te zijn op een NMR. Een CAT-SCAN geeft onvoldoende beeld
van het beschadigde gedeelte.
Om de hersenbeschadiging van een persoon vast te stellen is het belangrijk om kennis te
nemen van wie de persoon voor zijn ongeval was.
Determinanten van gedragsverandering




Plaats van uitgebreidheid van de beschadiging (symptomen zijn gebonden aan de
plaats van de beschadiging).
Revalidatiemogelijkheden
Premorbide persoonlijkheden en gedragskenmerken
Rol van de omgeving
1) Anatomie van gedragsproblemen :
- hersenstam
- linker of rechter hemisfeer
- limbisch systeem en temporale structuur
A) Hersenstam
- levensnoodzakelijke functies
- nauwe passage van alle dalende en stijgende banen
- bewustzijn en alert (reden van coma)
- coma door rechtstreeks letsel of druk van hoger
Als er een oedeem of druk komt op de hersenstam kan dit effect hebben beneden in het
lichaam. Men kan bv. Verlamd geraken.
B) Linker hemisfeer :
- meestal dominante hemisfeer – taal
- rechter zijdige verlamming
Rechter hemisfeer :
- prosodie( gelaatstrekken zonder emoties of gevoel) en gevoel (non-verbale
leerstoornis)
- Linker-zijdige verlamming
- Neglect of hemi-inattentie (vergeten dat hij een linker kant heeft bv. Dit geeft
een groot probleem voor de revalidatie)
C) Limbisch systeem en temporale structuren :
- Hippocampaal systeem ( bv. Alzheimer)
 geheugen
 oriëntatie en plaats
- Amygdala
 emotioneel geheugen (bv. Emoties herinneren maar niet de feiten, vergeten dat de
ouders overleden zijn)
Verbindingen met de frontale cortex
D) Geheugen in de tijd :
- fylosofen :
 intropectie
 logische deductie
 debat
- psychologie :
 ebbinghous
 gedragstherapie
 cognitivisten/ neuropsychologie
- biologie/
2) Geheugen met de verschillende indelingen :
 Neuro-psychologisch
- zintuiglijk geheugen
- kort termijn geheugen
- lang termijn geheugen
 encoding : stocage, opslaan en leren
 retrograde(voor het ongeval opgeslagen) of anterograde amnesie(na het ongeval)
Belangrijk : duur en lengte van de anterograde amnesie (4 maanden geeft ernstige schade,
3 weken minder ernstige schade)
Functie uitvallen :




korte termijn geheugen :
- visuo-spatiële loop
- verbale loop
- centrale kontrole
lange termijn geheugen :
- impliciet motoriek en conditioneringen
- expliciet weten episodisch en somantisch ( wat we nu geleerd hebben).
Amygdala :
- stress hormoon
- gelaatsuitdrukking ( steeds triest kijken)
- verstarren, geconditioneerde reflexen
- sociale interactie
- schrikreacties
- waakzaamheid en opwinding
- ademhaling, hartslag, autonome reacties
Frontale kwab :
- dorso-mediaal syndroom :
- parese
- blikmoeilijkheden ( nodig om te oriënteren)
- neglect, verminderde exploratie
- afasie of agnosodie
- perseveratie ( steeds hetzelfde herhalen)
- moeilijke info verwerken : werkgeheugen
- verminderde zelfreflectie, concreet
- moeite met abstractie: principes en regels
- geheugenstoornissen
- Orbito-frontaal syndroom :
- - anosmie ( niet ruiken)
- gestoorde aanpassing en flexibiliteit
- ongecontroleerd lachen en wenen, kwaadheid, sexueel en roken
(ontremdheden)
- euforie
- veranderde persoonlijkheid
- mediaal of gyruscinguli syndroom :
- parese
- akinesie(nimmer bewegen), mutisme(niets meer zeggen)
- dwanghandelingen
- omgevingsafhankelijkheid
- initiatiefverliezend.
Revalidatiemogelijkheden :




bepaald door acute fysische problemen
bepaald door gedragsmoeilijkheden
bepaald door beschikbaarheid van revalidatie
Multi discipilair:
- medisch, verpleegkundige, psychologe, kinesist, ergotherapeut, logopedist,
sociale interventies enz…



funtioneel
- taalspecifiek, vertrouwd milieu
concrete doelstellingen :
- korte en lange termijn
- Herstel versus adaptatie
- Psychotherapeutisch voor alle betrokkenen
levenslang
Cognitieve stoornissen ziet men vaak jaren later bv.men komt terug in zijn vorige job. Na
verloop van tijd merkt men dat men meer tijd nodig heeft om de verschillende opdrachten,
die vroeger spontaan gingen, in zich te laten opnemen. De job wordt dan op den duur veel
te zwaar.
3) Premorbide persoonlijkheid
a. persoonlijkheidsindelingen :
- afhankelijk of onafhankelijk
- vermijdend of risicozoekend
- aktief of pssief
b. emotionele gevolgen van veranderingen:
- irritatie
- moeheid
- vicieuze cirkels in relatie en werk (ten gevolge van het niet zien van veranderde
situatie)
4) Rol van de omgeving:
a. opvangmogelijkheden
b. aangepaste omgeving of gedragscorrecties
- opvang thuismilie (belangrijk van ondersteuning)
- alternatieven naar dagcentra, homes, tewerkstelling
- medicatie ( vraag is hoeveel wij hier van de omgeving vragen en hoeveel
belang we hechten aan de kwaliteit van het leven.)
- restrictieve maatregel
Basisprincipes bij revalidaties :








teamwerk
fenomenologische (inleven in de situatie) ervaring opzoeken
combinatie van premorbide, persoonlijkheidskenmerken en neuro-psychologische
veranderingen.
Gewicht op stoornis evenals op handicap
Psycho-therapeutische interventies
Hoopvol en respectvol
Wetenschap zowel als gezond verstand
Levenslang.
Download