Muziek in het eerste leerjaar

advertisement
Muziek in het eerste leerjaar
Hoofdkenmerk : speelsheid en benadering van het kind in zijn/haar totaliteit.
1. LUISTEREN
1.1 Richting geluidsbron
Kn in kring, één geblinddoekt. Andere kinderen maken een geluid met
de stem of met een instrument, en het geblinddoekte kind toont waar
het geluid vandaan komt,of wiens stem het meende te herkennen.
Een muziekdoosje of een metronoom wordt verstopt in de klas en de
kinderen gaan die zoeken.
1.2 Toonhoogte
Allerlei voorwerpen of/en instrumenten rangschikken volgens
toonhoogte.
Lkr bespeelt drie instrumenten, die geassociëerd worden met drie
verschillende dieren. Bv. Basxylofoon - krokodil , altmetallofoon - aap
, klokkenspel - vogel. Naargelang de leerkracht op één van die
instrumenten speelt, zullen de kinderen bewegen als één van de drie
afgesproken dieren. Daarna kan de oefening moeilijker gemaakt
worden door op elk van hoger of lager te gaan spelen. De kinderen
moeten dan hoger of lager gaan kruipen, lopen of vliegen.
1.3 Klankduur
Lkr speelt achtereenvolgens op verschillende instrumenten en de
kinderen maken vrije of opgelegde bewegingen zo lang ze het
instrument horen klinken.
De kinderen staan opgesteld in een kring. Elk kind heeft een ander
instrument. Daarop mogen zij om beurt elk één slag geven. En pas
wanneer het vorige instrument volledig is uitgeklonken, komt de
volgende klank. Terwijl de instrumenten blijven waar ze zijn,
veranderen de kinderen regelmatig van plaats, zodanig dat hun
opdracht steeds lichtjes gewijzigd wordt. Na de oefening kunnen de
instrumenten volgens de lengte van hun nagalm gerangschikt worden.
Lkr speelt achtereenvolgens op verschillende instrumenten met een
lange nagalm. Met de kinderen werd er afgesproken voor elk
instrument een andere kleur te gebruiken. (bv xylofoon = blauw, gong
= geel, .. Zolang de bespeelde instrumenten klinken, tekenen de
kinderen in de afgesproken kleuren allerlei eenvoudige figuren.
Dikwijls worden dergelijke oefeningen gedaan in het kader van
aanvankelijk schrijven. (je weet wel : krulletjes, parallelle streepjes, ....
1.4 Klanksterkte
Verlopen in dezelfde zin. Hier komt het erop aan de kinderen allerlei
klankprikkels te laten vertalen in groot-klein-tegenstellingen. Dit kan al
bewegend al tekenend of schrijvend gebeuren. Belangrijk is dat de
kinderen zelf geen geluid maken : zij zijn aan het luisteren !
1.5 Klankkleur
Geblinddoekt de stem van de medeleerlingen of de klank een aantal
gebruiksvoorwerpen herkennen.
Veel toegepast en ook wel leuk is een klankverhaal. De leerkracht
vertelt een verhaal. Bij elk verhaalfragment wordt er een ander
instrument bespeeld, en wel zodanig dat representatief is voor het
fragment in kwestie. Na het hele verhaal voorgelezen te hebben,
bespeelt de lkr nog eens de verschillende instrumenten in een andere
volgorde. De kinderen vertellen dan bij welk fragment het hoort.
Daarna vertelt de lkr het verhaal opnieuw, of vertelt ze het vervolg
ervan of iets dergelijks, en ieder kind speelt op zijn instrument als het
betreffende fragment aal bod komt.
Geluiden - Lottospel : Twee reeksen van kokers, telkens gevuld met
rijst, mais, erwten, steentjes, zand, .... De leerkracht (of een leerling)
neemt twee willekeurige kokers en schudt om beurt met elke koker.
De kinderen zeggen of de geluiden identiek zijn of niet.
Verkennen van de geluidsomgeving
- Met geluiden het verloop van de ochtend weergeven (wekker,
huisgeluiden, opstaan, wassen, eten, babbelen aan tafel, tanden
poetsen, vertrekken, naar school stappen of fietsen...).
- Een geluidenwandeling maken, waarbij geluiden beluisterd,
besproken en eventueel geregistreerd worden. Dit kan een prima
uitgangspunt zijn om een bepaald thema aan te brengen bvb. het
verkeer, de markt, hoe klinkt mijn school ? ...
1.6 Stilte
Stiltespelletjes :
Een gong aanslaan, kinderen sluiten de ogen zolang ze de klank
horen of tellen het aantal slagen
Het ritme van een gekend liedje onhoorbaar tikken met twee vingers of
op elkaars rug tikken
Spelen met de tegenstelling muziek-geen muziek (ritmiekoefening).
Luisteren naar muziek op CD
De methode 'Schrijfdans ' (mediatheek) is in dit verband niet alleen een prachtig middel om kinderen
muziek te laten beluisteren, maar tevens op een ontspannen manier en met een soepele techniek te
leren schrijven.
2. STEMVORMING
2.1 Lichaamsoefeningen :
Hebben als voornaamste doel een juiste houding, en vooral het
ontspannen van de spieren rond de nek en de schouders te bekomen.
Het spreekt voor zich dat oefeningen in dit verband inkaderen in het
thema van de les. Maar in alle gevallen komt het erop neer dat
bovengenoemde spieren gestrekt en ontspannen worden.
Bv. : Romp voorover buigen, armen ontspannen, laten hangen, laten
slingeren, nekrol, schouders draaien, ....
2.2 Ademhalingsoefeningen :
Twee soorten oefeningen kennen we hiervoor :
Bewustmaken van het middenrif kan door oefeningen als : rustig in- en
uitademen en plotseling opschrikken, bepaalde klanken herhaaldelijk
uitspreken en er een ritmisch spelletje van maken (tsj, pfff, ts, .....)
uitademing : allerlei blaasspelletjes: pluimpjes en watjes in de lucht
blazen (sneeuw!), ping-pongballetjes over een lijn blazen, tegen een
kaarsvlam blazen zonder dat ie dooft, papieren bootjes voortblazen op
het water uitademen met toonloos geluid: boter kist in de pan tssjj
krachtige waterstraal uit de kraan kssjj een bromvlieg zoemt zzzz
uitademen met toon: indianenroep (oe-klank onderbreken door hand
voor mond), een stoomfluit nabootsen (boot of trein) toe oe oe oe oet,
laatste klank van een lied lang aanhouden
Inademing : Vooral 'ruik-spelletjes': aan bloemen ruiken, aan parfum,
zeep, pannenkoeken, verse soep...
Zich groot maken als een reus en daarbij diep inademen.
2.3 Zangoefeningen :
Voor een trefzekere stem gaat het vooral over toonovernemen. Een of
meer tonen van een liedje worden apart genomen (dikwijls is dat de
begintoon) en krijgen een bepaalde klank, die in het thema past.(gaat
het over bijen is het “zoem”, gaat het over de trein is dat tsjoek of
tuut,.....). Die klanken worden dan spelenderwijs door de kinderen
overgenomen.
Soepele stem : Spelen met 'stemmetjes' is leuk om soepelheid te
ontwikkelen: de stem van bepaalde figuren nabootsen bvb
poppenkastfiguren, figuren uit verhalen... Glissando-geluiden maken
bvb sirene, een miauwende poes...
Resonans : Geluiden nabootsen van zoemende insecten, kerkklokken
enz.
Liedjes zingen waarin veel -m- en -ng-klanken voorkomen.Bij het
zoemen ook stijgende en dalende melodieën maken (de bij zoemt van
de ene naar de andere bloem en zet zich af en toe neer...)
Liedjes zingen op bepaalde lettergrepen -doe- -la- -bo- -ma- enz.
2.4 Spreekoefeningen :
In een zangles

Een goed artikulerende stem kan je bekomen door oefeningen als :
teksten ritmisch uitspreken, allerlei geluiden - al dan niet ritmisch –
nabootsen, ritmisch spreken van bepaalde klanken tjikke-tjakke /
biedeloebadeloe / pottekeputteke/ enz.
Een expressieve stem kan je bekomen door jabbertalk-oefeningen,
een verhaal vertellen en er met de stem de bijhorende geluiden
bijmaken, een stemontlokspel,....
Tekst van een liedje heel zacht fluisteren of enkel articuleren zonder
klank
Plezierige mondgymnastiek-oefeningetjes met lippen, wangen, tong en
tanden... best via imitatie (is ook voor jezelf goed!)
Zoeken naar rijmwoorden in een versje of liedje
'Lip lap lover, zie ik tover, inneminnemip, je bent een kip,
inneminnemis, je bent een ...vis' enz.
liedje 'Onze kat, wiedewiedewat'
1.
2.
3.
4.
5.
veel afwisseling, gebruik van prenten
opdrachten op niveau van luisteren en stemvorming zijn
onontbeerlijk
zingen kan je op vele manieren : veel is afhankelijk
van de liedkeuze  pragmatisch denken
bv
accent op
juistheid
opbouw via melodietypes
gevoel voor toonhoogte
stemvorming
expressie
combinaties van de vorige
Liedje hoeft nog niet gekend op ‘t einde van de les.
Materiaal is onontbeerlijk
 bepaalt mee de vormgeving (koorden - spin)
 Geeft aanleiding tot een andere soort expressie
dan die met uitsluitend hun lichaam.
Werken met klankeigenschappen

Een leuke werkvorm is een klankverhaal (did p 7). De instrumenten die de kinderen in het
verhaaltje bespeeld hebben kunnen ze eventueel later gebruiken om een liedje te versieren.

prettig is het werken met liedjes die de kinderen al kennen. Je zoekt er een thema achter en je
verzint er een klankverhaal of een klanksituatie bij. Een dergelijke oefening is gauw gemaakt en kan
best als tussendoortje.

klanktegenstellingen grafisch vastleggen. Kinderen van het eerste leerjaar kunnen
makkelijk allerlei grafische notaties begrijpen en uitvoeren. Ze kunnen ze ook zelf hanteren en op die
manier iets komponeren.

Allerlei klanktegenstellingen mogen voor en na elkaar gebruikt worden, maar nog niet
simultaan : dat is iets voor de tweede graad.

Klanktegenstellingen door de kinderen zoveel mogelijk bewegend laten interpreteren. Als je
de kinderen allerlei muzikale tegenstellingen in beweging laat omzetten, ben je bezig met een
ritmiekles.
Stemvorming
Twee goede gebruiken uit de kleuterschool kunnen nog best in het eerste leerjaar (en ook erna).

Toonoverneemspel : bestaat uit 3 fasen :
 kinderen luisteren naar de voorgezongen begintoon van het liedje
en reageren daarop met een beweging.
 lkr zingt de begintoon opnieuw en de kinderen schuiven in met de stem.
 lkr doet de beweging en kinderen zingen nu zelfstandig de begintoon.

Stemontlokspel : elementen die een goede (zang-)stem beïnvloeden zijn o.a. een goede
ademhaling ( inademen, uitademen, ademsteun, bewust zijn van het middenrif,...), een goede
resonantie (correcte houding, juiste plaatsing van het strottehoofd, .... ) , en een goede artikulatie. In
een stemontlokspel worden al die elementen door elkaar geoefend aan de hand van een verhaal.
Doorheen dit verhaal krijgen de kinderen allerlei opdrachten die hun stem ten goede komen :
bewegingen maken met hoofd, schouders .... , roepen, geeuwen, zoemen, glissando’s, jabbertalk,
klanknabootsingen, toonoverneemspel, luisteren naar iemand die goed zingt, .......
(vb Mie de heks)
Goede handleidingen en boeken in de mediatheek :
P.P.Tuin : Het jaar rond met muziek en beweging.
P.P.Tuin : De taal van muziek en materiaal
Idee in muziek, rode boekjes : themaboekje over de herfst.
Muziek voor de Basisschool : dl 3, eventueel ook dl 2
Moet je doen : dl 3, eventueel ook dl 2
Muziek voor het eerste leerjaar, syllabus van Lieve Franssen (speelliedjes)
Cursus Didactiek 1 llo staat vol tekeningen en verwijzingen naar zinvolle activiteiten voor heteerste
leerjaar.
Speelliedjes:
Om een nieuwe letter te leren :
Download