Telegraaf van 17 november 2009 - Lizet van Triet AMSTERDAM -Theater in de huiskamer van een verpleeghuis. Dat verbetert het contact met ouderen met een geheugenprobleem en maakt hun leven prettiger. Ook de zorgmedewerker werkt daardoor met meer plezier. Dat blijkt uit een vooronderzoek in Amsterdam, waar drie zorgkoepels drie jaar lang aan meededen. Door subsidie van het ministerie van VWS kan dit programma, de Verbeeldingsmethodiek, nu landelijk worden ingevoerd. ,,Tijdens een huiskamervoorstelling spreken we het lange termijngeheugen aan. Dit is bij mensen met een geheugenprobleem meestal nog in tact: zij weten zich nog veel van vroeger te herinneren. Door liedjes en gedichten uit onder meer hun lagere schooltijd te zingen en voor te dragen, beïnvloed je het korte termijngeheugen. Mensen onthouden dingen makkelijker en voelen zich daardoor vaak beter. Hierdoor verbetert meestal het contact met andere bewoners en met verzorgenden. Dat gaat doorgaans al snel. En dat is belangrijk, want door toenemende bezuinigingen moet het personeel steeds efficiënter met hun tijd omgaan,” vertelt Marieke Westra, artistiek leider Theater Veder en bedenker van de Verbeeldingsmethodiek. ,,Het gebeurt wel op een waardige manier, waardoor we in korte tijd het vertrouwen van de bewoners winnen.’’ Actrice Helma Snelooper speelt in onder meer verpleeghuis De Wittenberg: ,,We willen contact maken met de bewoners. Als we een lied zingen of een gedicht voordragen, dan kan dat mensen raken. Ze herkennen wat van vroeger (het oh-ja-effect) en voelen weer hoe ze zich toen voelden. Ze zingen en declameren mee terwijl je ze actiever ziet worden. Regelmatig komen er ook verhalen los.’’ Naast de voorstellingen biedt Theater Veder onder meer scholing aan verzorgenden, die leren om theater maken te integreren in het werk met de bewoners. Niet alleen door zelf in een huiskamer toneel te spelen, maar ook door tijdens het werk op een andere manier met mensen met een geheugenprobleem om te gaan. Westra: “Het kan helpen om te vragen naar ervaringen van vroeger. Als een bewoner daarover vertelt, dan verdwijnt vaak de onrust of onwil en vinden dagelijkse activiteiten met meer plezier plaats.” Sinds kort vindt er wetenschappelijk onderzoek naar de Verbeeldingsmethodiek plaats door prof.dr. R.M. Dröes, hoogleraar Psychosociale hulpverlening voor mensen met dementie, werkzaam op de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde en de afdeling Psychiatrie van het VU Medisch Centrum, samen met de afdeling Communicatiewetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Rose-Marie Dröes: ,,Er zijn nu in Nederland 210.000 mensen met dementie. In 2040 zullen dat er zo’n half miljoen zijn. Het is heel belangrijk te weten, of het geld dat besteed wordt aan de verzorging van deze mensen, goed benut wordt. Vandaar dat we willen weten of de methode effectief is. Als dat zo is, dan ben je hiermee zinvol bezig. Dat is niet alleen voor de patiënten van belang, maar ook voor de verzorgers omdat zo het beroep aantrekkelijker wordt en het bijdraagt aan de professionalisering ervan.’’ Uit literatuuronderzoek weet professor Dröes, dat verschillende elementen uit de Verbeeldingsmethodiek een positief effect kunnen hebben: ,,We verwachten dan ook dat deze methode de kwaliteit van leven van bewoners zal verbeteren.’ Voor Jegny Elshot, afdelingshoofd van zorgcentrum De Wittenberg in Amsterdam, is de uitkomst van het onderzoek eigenlijk niet zo belangrijk. Enthousiast: ,,Ik zie dat, sinds we met de methode werken, de bewoners rustiger zijn en dat de verzorgenden makkelijker contact met hen maken. Bovendien luistert het personeel beter naar de bewoners en leven zich meer in hen in. Én ze werken met meer plezier; dat is toch prachtig! ’’ Voor meer informatie: www.theaterveder.nl en www.verbeeldingsmethodiek.nl. Lizet van Triet