hier - CNS Zomerland Stellendam

advertisement
Pestgedrag de school uit !!!!!!
Stappenplan voor de leerkrachten
Februari 2013
Bespreekstuk
Op www.pestweb.nl staat de onderstaande 5-sporenaanpak. Die 5-sporenaanpak is nog verre van concreet
(zie termen als ‘mogelijke oplossingen’, ‘werken aan oplossingen’, een tijdpad ontbreekt enz.) We zouden
deze aanpak kunnen gebruiken voor het opstellen van een heel overzichtelijk praktisch plan, met
gebruikmaking van de aanpak die in het huidige ‘pestprotocol’ wordt genoemd.
Het plan van aanpak
groepsmap.
biedt de leerkracht ondersteuning bij de aanpak van pestproblemen. Dit plan zit in de
Voorkomen is beter dan genezen!!
De volgende aanpak kan preventief werken m.b.t. pestgedrag:
1. De Prima-aanpak: leerlingen leren om alert te zijn op positief gedrag.
2. Gebruik van de Sova-methode
3. Leerlingen positieve eigenschappen, positief gedrag enz. laten opschrijven over medeleerlingen
4. De positieve benadering van de ander voorleven en ook verwoorden: complimenten geven.
5. De gouden zomerlandafspraken en de afspraken van de week levend houden.
Aanpak als er toch pestgedrag voorkomt.
Dit plan is gebaseerd op een 5-sporenaanpak.Deze aanpak is gericht op de verschillende partijen die betrokken
zijn bij pesten: het gepeste kind, de pester, de ouders, de klasgenoten en de school.
1.
Gesprek met het kind dat zegt gepest te worden (aantekeningen maken van het gesprek)
a. Nagaan: is er sprake van pestgedrag of is er sprake van incidenten. Als er sprake is van pestgedrag:
b. Naar het kind luisteren en zijn probleem serieus nemen. Open vragen stellen: wat gebeurt er, waar, hoe
vaak, wie zijn er bij betrokken, wat is jouw rol. Hiervan aantekeningen maken.
c. Met het kind overleggen over mogelijke oplossingen.
d. Het kind advies geven m.b.t. gedrag om de oplossingen uit te voeren.
e. Aangeven wat je volgende stap als leerkracht is (gesprek met de pester, nakomen afspraken nagaan enz.
f. Zo nodig zorgen dat het kind deskundige hulp krijgt, bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining
om weerbaar te worden.
2. Steun bieden aan het kind dat zelf pest. (aantekeningen maken van het gesprek)
a. Nagaan: wordt er bewust gepest en herkent de pester het eigen gedrag.
b. Met het kind bespreken wat pesten voor een ander betekent: duidelijk maken dat het gepeste kind zich rot
voelt door het pestgedrag.
c. Het kind helpen om op een positieve manier relaties te onderhouden met andere kinderen. Goed omgaan
met anderen geeft een goed gevoel.
d. Afspraken maken en het kind helpen om zich aan regels en afspraken te houden.
e. Zorgen dat het kind zich veilig voelt; uitleggen wat jij als leerkracht gaat doen om het pesten te stoppen:
alert zijn als leerkracht op pestgedrag, positief gedrag/positieve samenwerking benoemen en
aanmoedigen, vervolggesprek plannen
f. Stel grenzen en verbind daar consequenties aan. Noem het vervolgtraject: volgend gesprek over het
naleven van de afspraken, bij herhaling van pestgedrag inschakelen van de ouders
3. Vervolggesprekken apart met pester en gepest kind (aantekeningen maken van het gesprek)
a. Bespreken: Hoe ging het? Wanneer ging het goed, wanneer ging het fout, wat waren incidenten, wat deed
je toen, hielp dat?
b. Als er verbetering zichtbaar is, nieuwe periode afspraken.
c. Volgende gesprek plannen om na te gaan of pester en gepest kind zich aan de afspraken hebben
gehouden.
d. Als er geen verbetering in het pestgedrag te zien is, dan de volgende stap:
4. Afzonderlijke gesprekken met de ouders/verzorgers van de pester en het gepeste kind.
Met de ouders van de pester:
a. Informatie over het gedrag van het pestende kind en de gevolgen daarvan voor het gepeste kind.
b. Informatie over de stappen die tot nu toe zijn gezet en de afspraken die tot nu toe zijn gemaakt.
c. Met de ouders nagaan waarom de pester pest?
d. Ouders van de pester steunen o.a. door het geven van tips en informatie (zie info voor ouders “Pestgedrag
de school uit!!!”
e. Afspreken wat ouders thuis kunnen doen om aan pestgedrag een eind te maken.
f. Vertellen wat de volgende stappen (kunnen) zijn op school (groepsgesprek, groepsafspraken, maatregelen
bij voortgaand pestgedrag: tijdens een periode in de pauze binnen, later naar huis, gebruik maken van
suggesties in prima-aanpak)
g. Eventueel verwijzen naar deskundige hulp voor de pester.
Met de ouders van het gepeste kind:
a. Informatie over de gesprekken, de afspraken en het verloop tot nu toe
b. Met de ouders nagaan hoe het komt dat het gepeste kind ‘toelaat’ dat het gepest wordt
c. De ouders van het gepeste kind steunen o.a. door het geven van tips en informatie (zie info voor ouders
“Pestgedrag de school uit!!!”.
d. Afspreken wat ouders thuis kunnen doen om gepest kind te helpen om een eind aan het gepest worden te
maken.
e. Vertellen wat de volgende stappen (kunnen) zijn op school (groepsgesprek, groepsafspraken, maatregelen
bij voortgaand pestgedrag: pester beperken in mogelijkheden, gebruik maken van suggesties uit primaaanpak).
f. Eventueel verwijzen naar deskundige hulp voor het gepeste kind.
5. De middengroep (de rest van de klas) betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem.
a. Met de kinderen praten over pesten, wat is het, wat doet het met de kinderen die er bij betrokken zijn en
welke rollen zijn er te zien (pester(s), gepest kind, meelopers, zwijgende meerderheid, verdedigers van het
gepeste kind.
b. Het koppelen van de diverse rollen aan namen.
c. Uitleggen wat gepest worden betekent voor het gepest kind en wat het gevolg daarvan is / kan zijn.
d. Gemaakte afspraken doorgeven aan de groep
e. Oproepen van de ‘zwijgende meerderheid’ om het gepeste kind te steunen: hoe kun je dat doen, wat zie ik
dan, welke reacties kun je krijgen.
f. Kinderen stimuleren om vooral gericht te zijn op positief gedrag van de ander en dat te benoemen.
g. In het gesprek gemaakte afspraken vastleggen en in het lokaal ophangen.
h. Vervolgbespreking en looptijd regelen.
i. Daarna in het ‘dagelijks werk’ als leerkracht actief opletten op gedrag, complimenten geven, er voor zorgen
dat leerlingen zien dat je er zelf ook actief mee bezig bent.
j. Een algemene informatie naar de ouders van de betreffende groep met de mededeling dat er sprake is van
pestgedrag in de klas en de afspraken die zijn gemaakt.
6. Vervolggesprekken met de groep
a. Terughalen van de gemaakte afspraken
b. Nagaan of en hoe iedereen zich aan de afspraken heeft gehouden in de verschillende rollen: middengroep,
pester, meelopers, gepest kind.
c. Positieve ontwikkelingen benoemen en complimenten geven.
d. Wat kan nog beter? Welk gedrag werkt om pesten de school uit te krijgen
e. Afspraken maken over het volgende tijdvak.
f. Vervolggesprek plannen.
7. Maatregelen
Als de pester(s) na de voorgaande stappen doorgaan met hun pestgedrag, worden er maatregelen genomen
(bijv. gedurende een periode in de pauze binnenblijven, ’s middags later naar huis, bijhouden van een
dagboek, inschakelen externe ondersteuning door bijv. CJG, schoolarts, en in extreme en hardnekkige
gevallen time-out, schorsing of verwijdering).
8. Terugkoppeling naar de ouders van het gepeste kind en de pester
a. Informatie over de gemaakte afspraken.
b. Informatie over het naleven van de afspraken en de bevindingen
c. Vragen naar de ervaringen van de ouders
d. Vragen naar evt. gewenste verdere ondersteuning
e. Afspraken m.b.t. de toekomst (alert blijven, melden, open contact)
.
9. De algemene verantwoordelijkheid van de school
 De school zorgt dat de directie en de leerkrachten voldoende informatie hebben over pesten in het algemeen
en het aanpakken van pesten in de eigen groep en de eigen school.
 De school neemt stelling tegen het pesten.
 De school blijft werken aan een goed beleid rond pesten en veiligheid van leerlingen waar de hele school bij
betrokken is.
Download