Anti pest protocol RK Basisschool Westwoud 2015-2016 Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Algemeen Schoolregels Westwoud Signalen plagen en pesten Kenmerken van een pester en gepeste. Signalen voor ouders en leerkrachten Preventieve maatregelen Consequenties en aanpak Tips 1. Algemeen Het team van Westwoud vindt het belangrijk dat ieder kind zich gewaardeerd en sociaal geaccepteerd voelt. Wij willen dat ieder kind zich in een veilige omgeving kan ontwikkelen. De volgende kenmerken van een gewenste omgeving zetten wij daarom centraal; - Veiligheid en geborgenheid - Aandacht voor ieder individu - Leren samenwerken - Leren zelfstandig te zijn - Duidelijk regels en eisen m.b.t. de omgang met leerlingen en leerkrachten - Verantwoordelijkheid nemen en dragen - Positieve verwachtingen tonen als leerkracht Het anti-pestprotocol is een middel om de volgende doelen te behalen: - Er zorg voor te dragen dat kinderen zich veilig voelen op school en met plezier naar school toe komen. - Stelling te nemen tegen het pesten en duidelijke regels en afspraken te stellen. - De leerkrachten/ouders kunnen het pestgedrag signaleren en onderkennen. Dat kinderen elkaar soms plagen is heel gewoon., maar bij pesten is er een slachtoffer over wie één ander of anderen de baas spelen. Bij pesten gaat het o.a. om schelden, slaan, uitlachen, bezittingen vernielen of geld eisen. Onder pesten kan ook buitensluiten vallen. Pesten hoeft niet altijd gepaard te gaan met fysiek contact. Pesten kan overal voorkomen en dus ook op school. Om hier alert op te zijn hebben wij dit protocol opgesteld. Met behulp van dit pestprotocol willen wij niet alleen pestgedrag aanpakken nadat dit is gesignaleerd, maar tevens voorkomen door alert te zijn op de signalen en veel aandacht te besteden aan het pedagogisch klimaat. 2. Algemene regels Als Westwoud hanteren wij een aantal algemene schoolregels voor alle groepen; 1. Ik ga respectvol met anderen om ( Doe niets bij een ander kind, wat jezelf ook niet prettig zou vinden). 2. Ik kom niet aan een ander of zijn spullen als de ander dat niet wil. 3. Wij noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen bij – of scheldnaam. 4. Bij conflicten, ga ik niet slaan, schoppen (ik kom niet aan de ander). Ik probeer er samen uit te komen en ga anders naar de leerkracht. 5. Ik vertel het als er gepest wordt, want dat is geen klikken. 6. Als ik gepest word, dan vertel ik het aan de leerkracht en thuis. Ik moet het niet geheim houden. 7. Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vind ik niet goed. 8. Ik help iemand als hij of zij hulp nodig heeft. 9. Ik bedreig of chanteer een ander niet. 10. Ik bemoei mij niet met een ruzie door partij te kiezen. 11. Ik beoordeel iemand niet op het uiterlijk. 12. Ik los een ruzie niet fysiek op, maar probeer met diegene in gesprek te gaan. Als dat niet lukt, dan vraag ik hulp aan een leerkracht. Deze regels worden schoolbreed nageleefd. 3. Signalen plagen en pesten Wat verstaan wij onder pesten? Het belangrijkste kenmerk van pesten is dat het bedreigend kan zijn. Daarnaast komt pesten niet éénmalig voor, maar houdt het vaak langere tijd aan. Bij pesten is er in feite sprake van een machtsspel en ongelijkwaardigheid. Pesten kan vele vormen aannemen. Zo is er actief pesten; de pester vertoont agressief en vernederend gedrag en doet dit openlijk. Daarnaast kan pesten ook een passieve vorm aannemen, bijvoorbeeld door iemand buiten te sluiten of te negeren. Dit kan net zo pijnlijk zijn als fysiek geweld. Plagen en pesten; een duidelijk verschil Plagen Onschuldig bedoeld, gaat vaak gepaard met humor. Is van korte duur. Gelijke strijd. Meestal niet vanuit negatieve bedoelingen. Meestal één tegen één. Pesten Gebeurt berekenend om bewust iemand te willen kwetsen. Gebeurt herhaaldelijk en houdt soms langere tijd aan. Ongelijke strijd. Vanuit negatieve bedoelingen. De pester wil de ander kwaad doen. Ongelijke verdeling. Slachtoffer zit vaak in een negatieve spiraal, waardoor pesters zich op hem blijven richten. Plagen en pesten; de gevolgen Plagen Wanneer het gebeurt is het niet altijd leuk, maar wel vaak snel over. Een eventuele ruzie of conflict wordt snel opgelost. Men blijft opgenomen in de groep. De groep leidt er niet echt onder. Het lost zich vaak vanzelf weer op. Pesten Wanneer er niet tijdig wordt ingegrepen kunnen de gevolgen en ontwikkelingen pijnlijk zijn en lang aanhouden. De strijd kan langer aanhouden en uiteindelijk leiden tot een nare verstandhouding. Er kan isolatie en afzondering ontstaan. De groep leidt eronder. Het schaadt het pedagogische klimaat en zorgt voor een onveilige omgeving. 4. Kenmerken van een pester en gepeste Kenmerken pester Je kunt nooit zomaar iemand als pester benoemen, maar er zijn wel kenmerken die wijzen in de richting van pestgedrag. Dit betekent echter niet dat er altijd sprake is van pesten. De volgende kenmerken kunnen opvallen; - Heeft moeite met regels, autoriteit en grenzen. - Is vlugger agressief en gebruikt meer geweld. - Is vrij impulsief. - Vindt het erg lastig om rekening te houden met de gevoelens van anderen. - Hoe onveiliger de persoon zich voelt, des te sneller pestgedrag zal ontstaan. - Heeft moeite met stress en spanning. - Heeft niet veel vriendschappen, maar ‘volgers’. - Schat situaties en de gevolgen van zijn/haar gedrag verkeerd in. Kenmerken gepeste Ook een gepeste zou je aan een aantal kenmerken kunnen herkennen; - Houdt niet van geweld en agressie. - Weet niet hoe om te gaan met geweld en agressie. - Is meer in zichzelf gekeerd. - Voelt zich vaker eenzaam. - Durft niet op te komen voor zichzelf. - Is onzeker in sociale contacten. - Heeft een lage dunk van zichzelf. - Reageert vaak niet op een gepaste manier op druk. - Wil er heel graag bij horen. 5. Signalen voor ouders en leerkrachten Er zijn een aantal signalen die kunnen wijzen op pestgedrag. Het is van belang om alert te zijn en in gesprek te gaan. De volgende signalen kunnen wijzen op pestgedrag; - Heeft vriendjes die hem/haar volgen en wachten op zijn/haar instructies. Vindt het moeilijk om samen te spelen met andere kinderen en is zeer regelmatig betrokken bij conflicten. Sluiten kinderen bewust buiten. Is regelmatig brutaal tegen leerlingen en leerkrachten. Kan moeilijk grenzen aanvaren. Vertoont agressief gedrag tegenover andere kinderen. Is snel boos op anderen. 6. Preventieve maatregelen Ter preventie zijn er een aantal acties die wij kunnen ondernemen: - Veiligheid en geborgenheid creëren( schoolregels) - Projecten catechese (waarden en normen) - Samenwerking tussen leerlingen actief te bevorderen door: coöperatief leren, klassendoorbrekend werken (tutorlezen, voorlezen etc.), kringgesprekken. - Sociogram (het in kaart brengen van de sociale verhoudingen in de groep) om daarmee sociale verhoudingen actief te kunnen beïnvloeden. Wij doen dit met de Kanjervragenlijst. - Kanjertraining geven in groepen; het volgen van scholing in deze training door leerkrachten. - Vragenlijsten voor leerlingen (kwaliteitsvragenlijst die minimaal eens per 4 jaar wordt afgenomen) en met de leerkracht worden doorgesproken. - Voorbeeldgedrag van de leerkrachten. - Nauwlettend in de gaten houden van de sfeer in de klas. - Een open en veilige sfeer stimuleren, waarin kinderen open en eerlijk zijn. - Keuze van bepaalde voorleesboeken; www.stoppestennu.nl/boeken-over-pesten 7. Consequenties en aanpak Als er helaas toch sprake is van pestgedrag worden de volgende acties door de leerkrachten ondernomen: 1. De coördinator sociale veiligheid (Thea van Leijden) wordt op de hoogte gesteld van het pesten en er wordt in de map Pestregistratie een logboek aangemaakt door de leerkracht. 2. De leerkracht(en) van de groep waar gepest wordt, omschrijven in het logboek wat er gebeurd is, welke afspraken er gemaakt zijn en noteren daar in de loop van de volgende dagen/ weken observaties en bijstellingen van afspraken tot het probleem is opgelost. 3. De coördinator houdt wekelijks in de gaten of de afspraken nagekomen worden en houdt een vinger aan de pols om te bezien of de situatie verbetert. 4. Herhaaldelijk wordt in de groep het pestgedrag bespreekbaar gemaakt d.m.v. kringgesprekken, voorleesboeken etc. 5. De kinderen bekend maken met signalen van pesten en met de algemene schoolregels hierover. 6. In het begin van het jaar maken alle leerkrachten samen met de groep afspraken hierover die de kinderen ondertekenen en zichtbaar in de klas opgehangen worden. 7. Mocht het pestgedrag niet veranderen dan gaan we in gesprek met de ouders van beide kinderen. 8. Herhalingen van pestgedrag of het niet nakomen van afspraken worden met ouders en kinderen besproken. 9. Daar waar nodig wordt het pestprobleem besproken in het team, met de interne begeleider en met de directeur. 10. Afspraken worden consequent toegepast. 11. Daar waar nodig wordt begeleiding ( in- of extern) verzorgd voor het gepeste kind en de pester. Wanneer leerlingen elkaar pesten nemen we volgende acties: 1. De leerkracht bemiddelt en probeert de partijen tot elkaar te brengen met als doel het probleem op te lossen. Afspraken tussen de betrokkenen worden hierover gemaakt. De leerkracht zorgt ervoor dat de afspraken worden nagekomen. 2. Bij herhaaldelijk pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling. Er vindt wederom een gesprek met de betrokkenen plaats, maar nu in het bijzijn van de ouders. Leerkrachten, ouders en de betrokken kinderen proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Ook de ‘zwijgende meerderheid’ in de groep wordt actief bij het pestgedrag in de groep betrokken. 3. Eventueel kan (externe) hulp worden ingeroepen om de betrokken kinderen te begeleiden. De leerkracht kan in dat geval eerst de hulp inroepen van de intern begeleider. Ook kan de leerkracht het pestprobleem inbrengen in de boven- of onderbouwvergadering om zodoende de hulp in te roepen van andere leerkrachten. 4. Indien het pestgedrag aanhoudt, wordt de directie ingeschakeld. Samen met de ouders, de betrokken kinderen en de leerkrachten wordt er naar gepaste maatregelen gezocht. Naast de school kunnen ook ouders ertoe bijdragen dat kinderen met plezier naar school gaan: 1. Heb je als ouder de indruk dat je kind pest of gepest wordt, neem dit serieus en meld dit direct bij de leerkrachten/of de coördinator. Ga in overleg met je kind hoe dit op te lossen. Vaak is het voor kinderen moeilijk om te vertellen dat ze gepest worden (een pester zal bijna nooit vertellen dat hij dat doet). Luister daarom vooral en laat het kind zoveel mogelijk zijn/haar verhaal vertellen. Neem stelling tegen pestgedrag. 2. Geef het goede voorbeeld. Pesten met pesten bestrijden helpt niet! Benoem ongewenst gedrag bij kinderen en gevolgen van hun gedrag voor anderen. Reik meer gewenste alternatieven aan. 3. Stimuleer gewenst gedrag bij kinderen vooral door (verbaal) belonen. 4. Werk actief mee aan de door de school geboden oplossingen om het pesten tot staan te brengen. 5. Geef signalen van pesten door op school, ook waar het anderen kinderen betreft. Samen zien we meer. 9. Tips Tips voor ouders van gepeste kinderen Blijf in gesprek met uw kind. Positieve stimulering verhoogt het zelfrespect van uw kind, maak daar nu bewust gebruik van (schouderklopjes, belonen goed gedrag, ed). Stimuleer uw kind tot het doen van activiteiten buiten de school zoals sport, muziek, verenigingen etc. Blijf positief over het idee dat er een einde aan het pesten komt. Steun uw kind daarin. Ga in gesprek met de leerkracht. Tips voor ouders van pestende kinderen Elk kind kan een pester worden, raak dus niet in paniek. Ga op zoek naar de achtergrond van het pestgedrag. Waarom doet hij/zij dat, eventueel met wie. Maak uw kind gevoelig voor wat het pesten een ander aandoet. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag. Maak duidelijk dat u achter de beslissingen van de school staat. Zorg voor een korte lijn met de leerkracht.