Homo discriminatie - Discussieren kun je leren

advertisement
Leskaart 1: te gebruiken door Docenten
Homo­discriminatie
Opdracht 1
Beschikt u over een digibord? Bekijk dan
met de leerlingen de volgende fragmenten op
www.uitdekast.kro.nl/afleveringen
• Bekijk aflevering 3: vanaf het begin t/m
0.44 min
• Bekijk aflevering vanaf het begin t/m
0.50 min
U begint een kort gesprek met de leerlingen
over de betekenis van “uit de kast komen”.
Start het gesprek door de leerlingen de
volgende vragen te stellen: ‘Kennen jullie dit
programma?’ en ‘Wat vinden jullie er van?’.
Opdracht 2
U speelt een stellingenspel. Dit spel gaat als
volgt in zijn werk. U leest de stellingen voor en
zegt: ‘Sta op als de stelling op jou van toepas­
sing is.’ Indien nodig dan staat u bij een stelling
stil. Bij opvallende zaken kunt u de leerlingen
vragen om een conclusie te trekken. U lokt
korte discussies uit en nodigt de leerlingen uit
om op elkaar te reageren:
• I k ken iemand persoonlijk die homo­seksueel is
• Ik zet de tv uit als ik een homo op tv zie
(probeer het gedrag dat zichtbaar
is te bespreken. Hebben we het over
Paul de Leeuw of over intimiteit tussen
twee personen van hetzelfde geslacht?)
• Ik vind het vervelend als twee vrouwen
hand in hand op straat lopen
• Ik vind het vervelend als twee mannen hand
in hand op straat lopen (is er een verschil?)
• Ik vind het belachelijk als twee vrouwen
elkaar een zoen geven
• Ik vind het belachelijk als twee mannen
elkaar een zoen geven
• Ik zeg er wat van als mensen zich homo­
seksueel “gedragen” (bespreek dit gedrag;
waar nemen de leerlingen aanstoot aan?)
• Ik heb wel eens iemand uitgescholden
met “homo”
• Ik ben wel eens uitgescholden met “homo”
• Volgens mijn geloof is
homoseksualiteit een zonde
• Als ik homo zou zijn,
zou ik dat niet erg vinden
• Homoseksualiteit vind ik niet normaal
• Iemand in mijn familie zegt
dat homo­seksualiteit een ziekte is
• Ik denk dat homoseksualiteit een ziekte is
• Als ik homo zou zijn,
zouden mijn ouders dat niet erg vinden
• Vraag de kinderen om de volgende
zin af te maken: ‘Als ik ouder ben en mijn
kind zou homo zijn dan….’ Ga op zoek
naar overeenkomsten en verschillen
Opdracht 3
Bekijk een fragment van het programma
‘Flikker op’. Een speciale uitzending met
Claudia de Breij en Arie Boomsma over homo­
discriminatie: http://flikkerop.tv/ van minuut
3:13 t/m 6:00. U start daarna een discussie
over homodiscriminatie aan de hand van
bij­voor­beeld de stelling: ‘Om discriminatie
te voorkomen, moeten kinderen voorlichting
krijgen over homoseksualiteit’. U kunt hierbij
gebruik maken van het ABC schema op de
achterkant van deze kaart.
Om de leerlingen tijdens de discussie verder
op weg te helpen, kunt u de volgende vragen
stellen. Probeer hierbij zoveel mogelijk uw
eigen mening voor u te houden:
• Waarom zijn lessen of voorlichting
wel/niet belangrijk?
• Wat moet wel/niet verteld worden
in een les of voorlichting?
• Wat is het effect van een les/voorlichting?
• Wat is een geschikte leeftijd?
• Is zo’n les geschikt voor alle leerlingen?
• Wat vonden jullie van de lessen van
Gelijk=Gelijk?
• Is het “gek” om een homo in de klas te hebben?
ABC-schema Naam:
............………………............................................
De stelling is: Om discriminatie te voorkomen moeten
kinderen voorlichting krijgen over homoseksualiteit
Mee eens:
Mee oneens:
1. Argument: Omdat...
1. Argument: Omdat...
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
2. Argument: Omdat...
2. Argument: Omdat...
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
3. Argument: Omdat...
3. Argument: Omdat...
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Conclusie: Ik heb geleerd dat / ik weet nu dat …..….…………………........……
……………………………………………............………………............……………….......................................................
……………………………………………............………………............……………….......................................................
Ik ben het ermee eens / oneens.
Download