Samenstelling: de heer Patrick Janssens burgemeester-lid van rechtswege; de heer Ergün Top voorzitter-raadslid; de heren Johan Van Brusselen, Bob Hulstaert, Filip Dewinter, mevrouw Nahima Lanjri, de heer Jan Penris, mevrouwen Tanja Smit, Ann Coolsaet, de heren Erwin Pairon, Claude Marinower, Gerolf Annemans, mevrouwen Freya Piryns, Caroline Drieghe, de heren Youssef Slassi, Wim Wienen, George Ver Eecke, Hugo Coveliers, mevrouwen Anke Van dermeersch, Fauzaya Talhaoui, de heren Karim Bachar, Bart De Wever, mevrouwen Güler Turan, Annick De Ridder, de heren Bruno Valkeniers, Sener Ugurlu, mevrouwen Greet van Gool, Eva Mangelschots, de heren Frank Hosteaux, Toon Wassenberg, Jo Vermeulen, mevrouw Eva Wuyts, de heren Seppe De Blust, Wim Van Osselaer, raadsleden. Waren ook aanwezig: Staf Wouters, Peggy Pooters, Suzy Lismont-Cools en Suzette Verhoeven, raadsleden zitting van maandag 16 maart2009 Iedereen aanwezig behalve: Verontschuldigd: Erwin Pairon en Greet van Gool, raadsleden; Afwezig: Gerolf Annemans, Eva Mangelschots, Seppe De Blust en Frank Hosteaux, raadsleden Waren eveneens aanwezig: Eddy Baelemans, korpschef LPA; Willy Provinciael, commissaris van Politie; Peter Muyshondt, commissaris van Politie; Tim Van Der Schoot, directeur communicatie LPA; Ann Massei, adviseur; Corinne Scoyer, adviseur; Elle Maes bediende (deelverslag LPA); Tom Meeuws, bedrijfsdirecteur IV; Marc De Block, deskundige (deelverslag IV) Verslag voor marketing en communicatie, sport, coördinatie bovenlokale fondsen en veiligheid Volgende documenten werden op de banken van de raadsleden gelegd: - Personeelseffectief Lokale Politie Antwerpen op 1 maart 2009; - Kopie van presentatie LPA: “Hoe tevreden zijn onze klanten”. Voorzitter-raadslid Ergün Top opent de zitting om 18.35u en schetst het verloop als volgt: - Bespreking van de reguliere agenda ter voorbereiding van de gemeenteraad van 23 maart 2009; - Beantwoorden van de informatieve vragen; - Presentatie door de LPA: “Hoe tevreden zijn onze klanten”. Integrale Veiligheidszorg Beantwoorden van de informatieve vragen Vraag 1 Raadslid Peggy Pooters: In januari werd er opzettelijk brand gesticht aan de voorgevel van het stedelijk kinderdagverblijf Kornuit en de stedelijke basisschool Mozaïek. Gelukkig was er op dat ogenblik niemand meer aanwezig, maar men is door het oog van de naald gekropen. De buurtbewoners zagen dit gebeuren maar durfden de politie niet te bellen omdat de buurt bang is voor represailles van een aantal jongeren die de buurt al geruime tijd terroriseren. Een buurtbewoner heeft wel de conciërge van het parochiehuis opgebeld die dan op zijn beurt de politie verwittigd heeft. De angst van de buurtbewoners was niet ongegrond aangezien de conciërge achteraf mentaal en zelfs fysiek bedreigd is geworden. De overlast van deze rondhangende jongeren werd destijds al meermaals aangekaart bij de bevoegde instanties maar vergeefs. De situatie, die nu al meer dan anderhalf jaar aansleept, is sinds een aantal maanden verder geëscaleerd en heeft uiteindelijk dus al geleid tot die brandstichting. De dienst integratie is nu al anderhalf jaar bezig, met heel veel geduld, om die jongeren aan te pakken maar tevergeefs. Het kinderdagverblijf en de school hebben een aantal maanden geleden ook de cel sluikstort en groenvoorziening gecontacteerd omdat de voortuin vol rommel en afval ligt van die jongeren, waaronder ook drugspuiten en glasscherven van flessen drank. Meteen na de brandstichting werd opnieuw door het kinderdagverblijf en de school aan de alarmbel getrokken en gevraagd om dringende maatregelen van overheidswege om slachtoffers te vermijden. Mijn vragen hieromtrent luiden: 1) Waarom werd er niet vroeger ingegrepen indien de buurt toch meermaals de overlastproblematiek aangekaart heeft? Waarom werd ook het sluikstort in de voortuin van het kinderdagverblijf niet opgeruimd? 2) Is de aanpak van de dienst integratie, die zich al anderhalf jaar met veel geduld met de jongeren bezighoudt, niet te zacht gebleken rekening houdend met de brandstichting? 3) Wat zijn de onmiddellijke acties geweest na de genoemde brandstichting? 4) Heeft men de jongeren kunnen vatten die achter de brandstichting zaten? 5) Werd de buurt, het kinderdagverblijf en de school ingelicht over de ondernomen acties en evt. mogelijke preventieve maatregelen? 6) Gaat men verhoogd toezicht uitoefenen in deze buurt? Burgemeester Patrick Janssens: Wij weten dat daar al een hele tijd effectief problemen zijn met een aantal jongeren, die het op zijn zachtst uitgedrukt op systematische manier nogal uithangen. Het is niet zo dat daar nu pas is tegen opgetreden. Dit zal ook blijken uit het antwoord van de directeur integrale veiligheid. Ik wil toch ook nog even zeggen dat het niet zo zeer over de dienst integratie gaat maar over doelgroepregie. De dienst integratie heeft eigenlijk weinig met deze problematiek te maken. Het is zeker niet zo dat daar niet is tegen opgetreden en dat er gewacht is tot men daar aangeboden papieren en dergelijke in brand heeft gestoken. Wij zullen niet ontkennen dat daar de problemen nog niet definitief van de baan zijn. Het beeld dat u schetst, dat wanneer de jongeren worden aangepakt het een tijdje kalmer wordt en daarna terug de kop opsteekt, dat klopt inderdaad. Maar het is niet zo dat die situatie niet is aangepakt en dat er gewacht is tot het moment dat daar met lucifers is gespeeld. Bedrijfsdirecteur Tom Meeuws: Alle acties van onze diensten zijn steeds in nauwe samenwerking met de lokale Politie gebeurd, zowel met de lokale wijkagent als de cel jongerencriminaliteit. De feiten die u aanhaalt zijn ons gemeld via diverse wegen in de zomer 2008. Hierbij waren een aantal jongeren, tegen de grens van de meerderjarigheid en die zijn ondertussen meerderjarig. Dit is van belang om te weten welke rechtsmiddelen we kunnen inzetten. Een harde kern van jongeren, ondertussen meerderjarig; hebben mekaar daar als bij toeval ontmoet en zoals dat gaat met jongeren afkomstig uit kwetsbare gezinnen, mekaar gevonden en niet meer losgelaten. Zij terroriseren daar de buurt en plegen daar allerhande feiten die bijzonder storend zijn: sluikstort en pesten van mensen. Zij doen dat in de publieke ruimte: in de buurt van de school het parochiecentrum en het kinderdagverblijf. Zij hebben zich aldaar de straat wat toegeëigend. Een aantal minderjarigen van vaak maar 8, 9 of 10 jaar worden door dergelijke groep aangezogen en vaak ook vooruitgestuurd. Wij hebben die situatie grondig met de politie geanalyseerd. De klachten van zowel de school, het parochiecentrum als het kinderdagverblijf werden ernstig genomen. Met de doelgroepregie hebben we al de minderjarigen thuis bezocht. Eén van de betrokken ouders heeft ons bijzonder geholpen met een zeer uitgebreide brief over de karakterisering van de vriendengroep van zijn zoon. Maar vooral met een vreselijk beeld van de kwetsbare sociale achtergrond waaruit die jongeren komen, soms geen vader of moeder, één slaapt regelmatig op straat. Van een aantal ouders hebben we een heel goede medewerking gehad. Alle ouders kregen het signaal dat het zo niet verder kon. Voor een aantal werd een gestructureerde vrije tijd gezocht. Anderen werden aangemeld bij bepaalde diensten. In de loop van het najaar is wat betreft de minderjarigen, de overlast en het overlastgedrag drastisch gedaald. Een aantal zijn ook verhuisd, buiten de stad, dat helpt altijd. Voor de jongeren op de grens van de meerderjarigen zijn door initiatieven die door de buurt werden georganiseerd, met de beste bedoelingen door een aantal klagers, een brief rondgestuurd waarin zij “burgerwachtsgewijs” opriepen om alle overlast te melden bij de Politie. Dit is heel slecht gevallen bij de jongeren. Dit heeft een pervers en omgekeerd effect gehad, waardoor die gasten, op die manier in de kijker gespeeld, zich gesterkt voelden in hun tergend terreurgedrag. Nadat er op sociaal vlak iets ernstig fout liep in één van de gezinnen van die gasten: (het gezin is op straat gezet), heeft dit geleid tot die brandstichting. In de periode daarna is hun status opnieuw gaan stijgen en hebben zij opnieuw een aantal minderjarigen aangetrokken. De dienst integratie was hier maar zijdelings betrokken. Het was de dienst sociale cohesie die een buurtbemiddeling heeft opgezet als één van de vele maatregelen die we daar hebben genomen. Dit met de bedoeling om tussen de terechte klagers en de jongeren een gesprek op te zetten. Dit is op dit moment niet gelukt, maar een aantal andere maatregelen zijn gelukkig wel gelukt. We hebben gezocht naar een duidelijke ruimtelijke ingreep, met name een hangplek, die er ook is verderop in de straat, waar de jongeren, om het zo maar te zeggen “de aap kunnen uithangen” zonder dat ze daarvoor buurtbewoners moeten storen. Maar tot dusver hebben we die jongeren nog niet kunnen overtuigen om daar ook gebruik van te maken. Er zijn nog andere ruimtelijke ingrepen uitgevoerd: er zijn poortjes geplaatst hier en daar, het sluikstort is zoveel mogelijk opgeruimd. Maar het blijft ook de verantwoordelijkheid van de slachtoffers om dit te blijven melden aan de sluikstortcel, die hier telkens alert op reageert. Op vandaag stellen we vast dat er met een andere groep jongeren, buiten die harde kern, opnieuw problemen zijn. Opnieuw zijn er aanmeldingen en opnieuw gaan we daar huisbezoeken doen. Opnieuw hopen we daarmee minstens een tijdelijk effect te hebben. Voor wat betreft de kerngroep, maar daarover kunnen we vandaag niets verder meedelen, is het gerecht buiten die brandstichting ook andere zaken op het spoor. Het gerecht voorziet hier passende straffen en maatregelen. Eén van die gasten zit ondertussen vast in de Begijnenstraat. Samengevat kan ik zeggen dat wat u meld aan straatproblemen wat soms omslaat in terreur, dat wij ons daar zeer van bewust zijn, dat daar door een aantal diensten heel nauw en hard is op gewerkt en dat ouders daar op hun verantwoordelijkheid zijn gewezen. Dat heeft voor een aantal effect gehad. Helaas voor een aantal op dit moment nog niet. Korpschef Eddy Baelemans: Deze problematiek is reeds langer gekend en wordt wat LPA betreft opgevolgd door de territoriale afdeling Oost (gerichte wijkwerking) en de cel jongerencriminaliteit van de lokale recherche. Er wordt ook nauw samengewerkt met mensen die aangestuurd worden door integrale veiligheid. Deze problematiek betreft een bijzonder aandachtspunt op de dagelijkse operationele briefings. Inzake de brandstichting (het in brand steken van enkele kranten en karton naast het portaal van het kinderdagverblijf) op 05 januari 2009 werden de nodige ambtsplichten vervuld. Vier verdachten (waaronder 2 minderjarigen en 2 meerderjarigen) werden geïdentificeerd en er werd proces-verbaal opgesteld. Het onderzoek loopt nog en is nog niet volledig afgerond maar daar zijn tot op vandaag alle nodige politionele ambtsplichten die mogelijk waren volbracht. Naar aanleiding van de recentste ontwikkelingen werd tijdens de maand februari 2009 het toezicht nog verhoogd, zowel door de cel jongerencriminaliteit als door de gerichte wijkwerking van de territoriale afdeling Oost. We zijn ook van plan om dit verder te zetten, zeker nu het wat beter weer wordt en het later licht blijft. Er zijn GAS-pv’s uitgeschreven door buurtregie en de beëdigd ambtenaren voor het achterlaten van vuil door de jongeren. Repliek raadslid Peggy Pooters: Ik denk dat u het met mij eens zal zijn dat dit een situatie is die niet langer kan aanhouden. Ik heb een aantal voorbeelden van zachte aanpak gehoord, ik heb ook gehoord dat er een aantal interventies zijn geweest met resultaat: toch al het opsluiten van minstens één van de jongeren, en dat er nu ook twee minderjarigen en twee meerderjarigen verdacht worden van die brandstichting. Ik hoop ook dat men daar hard tegen gaat optreden want ik denk dat het nu wel tijd is om die zachte aanpak achterwege te laten. Als men een buurt anderhalf jaar lang terroriseert is dat voor die mensen niet meer leefbaar. Die mensen durven niet meer op straat komen en durven zelfs de politie niet meer bellen. Ik vind dat het nu echt wel genoeg is. En wat mij toch ook wel een beetje stoorde is dat er een hangplek gevonden is voor de minderjarige jongeren waar ze “de aap” kunnen uithangen. Kan u dat een beetje toelichten want dat vind ik toch iets heel eigenaardig. Bedrijfsdirecteur Tom Meeuws: Ik zal wat meer op mijn taalgebruik letten, maar wat ik bedoelde is dat jongeren daar gewoon zichzelf kunnen zijn en daar rondhangen, dat is een recht voor jongeren.