www.researchportal.be - 18 jul 2017 21:04:10 Onderzoeksprojecten (1 - 500 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: Systematische plantkunde, taxonomie, morfologie, fytogeografie, chemotaxonomie. Fysiologie van niet-vasculaire planten, Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H) Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBL'Université Paris 13, Bashwira Ngabo Justin Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-L'Université Paris 13, Bashwira Ngabo Justin Organisaties: • Internationaal en Europees recht Onderzoekers: • STEFAAN SMIS Ruusbroec, Opera Omnia Universiteit Antwerpen Abstract: Kritische uitgave van alle werken van Ruusbroec, met moderne Engelse vertaling, Latijnse vertaling (1552) en woordenlijst. Organisaties: • CENTRUM VOOR SPIRITUALITEIT(RUUSBROECGENOOTSCHAP) • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap Onderzoekers: • Paul Mommaers • Guido De Baere • Thomas Mertens De evolutie van het Franse taalkundig denken, 1400-1850 : constanten envariabelen, determinanten, argumentatieschema's. KU Leuven Abstract: Deze studie van de Franse grammaticale traditie tussen 1400 en 1850 omvat : 1) een studie van de ontwikkeling van de Franse grammaticografie; 2) een studie van de relatie tussen taalbeschrijving, taalonder- wijs en de analyse van het Frans. Organisaties: • OG FranItalCo Leuven Onderzoekers: • Pierre Swiggers Epigrafische poëzie in Italië. Universiteit Gent Abstract: De socio-culturele herkomst en funktie van de epigrafische poëzie (250vC-600nC) zowel in Italië als in de provincies. Een nieuwe corpus van de CLE uit een reeks provincies met vertaling, uitvoerig commentaar en met een index verborum. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Johnny Devreker • Dorothy Pikhaus Laatmiddeleeuwse geestelijke literatuur : vorm en functie Universiteit Antwerpen Abstract: De studie van literaire aspecten van laatmiddeleeuwse geestelijke literatuur in functioneel perspectief. Organisaties: • CENTRUM VOOR SPIRITUALITEIT(RUUSBROECGENOOTSCHAP) • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap Onderzoekers: • Thomas Mertens MeSH Termbase Project Hogeschool Gent Abstract: Het project beoogt de omwerking van de uitgebreide medische trefwoordenlijst “Medical Subject Headings” tot een tweetalige termenbank volgens de GenTerm-methode en het beschikbaar stellen van de gegevens in elektronische vorm. Vanaf 2002-2003 worden ook (enkele) Franse equivalenten toegevoegd.De opzoekingen gebeuren in het kader van masterproeven. De studenten gebruiken een uniform fiche aangereikt door het Centrum voor Terminologie van het Departement Vertaalkunde. Zij baseren zich zowel op primaire als op secundaire bronnen en werken tevens met informanten. Via het MeSH Termbase Project wordt ook steun gegeven aan andere projecten rond medische terminologie binnen het departement Vertaalkunde. Infrastructuur - Het project gebruikt bestaande infrastructuur binnen het Departement Vertaalkunde. Extra informatie - Zonder subsidie. De eerste werkingsjaren werden door het VHI onkosten terugbetaald. Dit budget is ondertussen al opgebruikt. Momenteel (2011) wordt onderhandeld om de onderzoeksresultaten via een licentiesysteem te verzilveren. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Joost Buysschaert Electronic dictionary of communication terminoloy Hogeschool Gent Abstract: Doelstelling van het project is het maken van een termenbank rond het thema “communicatie binnen bedrijf en pers”. Volgende interessegebieden komen daarbij in aanmerking: public relations, marketing, reclame, journalistiek en perswezen, grafische sector.De behandelde talen zijn Engels, Frans, Duits, Spaans, Nederlands en vanaf 2001-2002 ook Russisch. Een externe verzorgt Hongaarse aanvullingen. De gebruikte methode is die van GenTerm, de departementale termenbank. De gegevens worden in eerste instantie verzameld via masterproeven en daarna bewerkt. Voor die bewerking wordt onderzoek gedaan naar geschikte software voor termenopslag. Het afgeleide ELeCT-lexicon maakt bv.van een software die in samenwerking met BIKIT en daarna Vartec is ontwikkeld.Twee subprojecten zijn geassocieerd met EDiCT: 1. Subproject “Human Resources”Dit subproject spitst zich toe op de terminologie van het personeelsbeheer en gaat uit van een lijst met termen toegeleverd door De Witte & Morel. Het subproject bestrijkt de talen NL-FR-EN. Subproject “Sociale Zekerheid”. Dit subproject spitste zich toe op de terminologie van de sociale zekerheid en kaderde in een Tempusovereenkomst. Het subproject bestreek dezelfde talen als EDiCT (behalve Spaans en Hongaars). Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Joost Buysschaert Concept - Ontwerp - Uitvoering : een analyse van het creati eve proces in de Vlaamse schilderkunst van de 16e en de 17d e eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De concrete historische situatie waarin kunst tot stand kwam ligt hier ter studie: op basis van bronnenonderzoek en analyse van de voorwerpen zelf moet het volledige scheppingsproces beschreven worden en moeten verklarende verbanden gelegd worden. Deze problematiek wordt opgedeeld in drie onderwerpen, die elk door een andere ploeg zullen onderzocht worden. De V.U. Brussel (C. Van de Velde) buigt zich over elementen in de cultuur van de tijd die bepalend zijn voor de manier waarop een kunstenaar zijn taak opvat: de interactie tussen opdrachtgever en kunstenaar zowel als de rol van de vrije markt. De R.U. Gent (A. Balis) zal de eerste phasen van het eigenlijke scheppingsproces documenteren, gaande van voorbereidende schets, over detailstudie naar het modello. De K.U. Leuven (H. Vlieghe), tenslotte, zal de verschillende vormen van taakverdeling bij de uitvoering van het schilderij op de definitieve drager onderzoeken. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • CARL VAN DE VELDE Sociale recrutering, Studie- en carriereverloop van vrouwelijker VUB-afgestudeerden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het projekt beoogt het studie- en carrièreverloop van afgestudeerde VUB-studenten te bestuderen. Hierbij wordt betracht de vraag te beantwoorden of de toename van het aantal studenten zich ook vertaald heeft in een toegenomen proportie vrouwen in kaderfunkties. Meer in detail zal onderzogd worden welk het effekt is van geslacht, sociale achtergrond, studiekeuze en - resultaten, partnerkeuze en alg. levensloop op het carrièreverloop van universitair gediplomeerden. Daarbij wordt de vraag gesteld of er zich verschillen voordoen in carrièreverloop tussen de verschillende cohortes en in welke mate men deze kan toeschrijven aan veranderingen in de ekonomische en sociaal-kulturele kontext. Organisaties: • Sociologie • Geschiedenis Onderzoekers: • MARK ELCHARDUS • MACHTELD DE METSENAERE Evolutionaire constructie van kennissystemen: een theoretische en empirische studie in het kader van het Principia Cybernetica Project. Vrije Universiteit Brussel Abstract: We gaan ervan uit dat het mogelijk is om de opbouw van nieuwe kennissysteem te verklaren vanuit een evolutionair-systeemtheoretische benadering, gebaseerd op de recombinatie en selectie van bestaande concepten. Wij willen zulk model ontwikkelen op basis van een integratie van bestaande, partiële theorieën: Holland's classifiers en genetische algoritmes, de memetica, heuristische modellen van discovery en- kennis herformulering, en Campbell's evolutionaire epistemologie. Dit model zal empirisch getest worden door zijn voorspellingen te vergelijken met de resultaten van een computerondersteund proces van systeembouw, zoals voorgesteld in het Principia Cybernetica Project. Hierbij zal, via o.a. electronic mail en het World-Wide Web gedistribueerd hypermedia netwerk, intensief samengewerkt worden met buitenlandse collega's die deel uitmaken van het PRINCIPIA CYBERNETICA netwerk. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • FRANCIS HEYLIGHEN • FRANK VAN OVERWALLE • JEAN VAN BENDEGEM Multidisciplinair onderzoek naar Scytho-siberische graven in het Altai-gebergte (Siberie). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De essentie van het voorgestelde project, in samenwerking met de Universiteit Gent (Vakgroep Archeologie en Oude Geschiedenis van Europa, Vakgroep Geologie/Bodemkunde), hetGeografisch Instituut van de Vrije Universiteit Brussel en de Siberische afdeling Archeologie van de Akademie der Wetenschappen van Rusland, beoogt de verdere uitwerking, in diepgaand interdisciplinair verband, van het archeologisch'onderzoek naar deze bijzonder merkwaardige grafheuvels. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geografie Onderzoekers: • JEAN BOURGEOIS • HUGO DECLEIR Kinderfilosofie in Vlaanderen ? Theoretische haalbaarheid en praktische uitwerking van kind erfilosofie in de context van het Vlaamse onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Begin jaren '70 ontwikkelde Matthew Lipman de opvatting om met kinderen van zeer jonge leeftijd (4-tot 6-jarigen) te filosoferen als voorbereiding op universitaire studies. Daartoe heeft hij een centrum (IAPC) opgericht van waaruit onderzoek wordt verricht naar materiaal, leermethodes en opleidingen voor leerkrachten. Lipmans basisidee vertrekt van een maatschappelijk- normatief standpunt, waar een onbetwistbare waarde wordt gehecht aan logica en de rede. Aansluitend hierbij hebben in Nederland K. Van Der Leeuw en B. Heesen 'Het Centrum voor Kinderfilosofie 'opgericht. Het kind creatief leren denken als persoonlijke verrijking is hier het hoofdmotief. In Vlaanderen is de ontwikkeling van kinderfilosofie nog in een beginstadium zoniet onontgonnen. Dit project zal de mogelijkheid op theoretische grond en de praktische haalbaarheid onderzoeken wat betreft kinderfilosofie in Vlaanderen, rekening houdend met de specifieke Vlaamse schoolcontext. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM De verwerving van historisch besef als voorwaarde tot waardenonderwijs: ontwikkeling van een analyse-instrument. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ontwikkeling van een analyse-instrument. Organisaties: • Centrum voor Westers Hellenisme Onderzoekers: • WERNER GOEGEBEUR Coöperatief elektronisch kennisbeheer: een gevalsanalyse in het domein van de Toegepaste Kennisleer Hogeschool Gent Abstract: Het proefschrift brengt een oplossing voor het ontbreken van efficiënte kennisbeheermethodes om de diverse soorten expertises in organisaties duurzaam te beheren. De oplossing die we in het proefschrift hebben uitgewerkt, is gebaseerd op het automatisch concept-gebaseerd indexeren van elektronische documenten. We gebruiken thesauri om automatisch trefwoorden en concepten te extraheren uit de ‘full text’ van de beschikbare elektronische documenten. Een algoritme is uitgewerkt om automatisch belanggewichten toe te kennen aan de concepten. Daarnaast genereren we automatisch causale relaties die de verbanden tussen de concepten aanduiden. Het geheel is uitgebouwd als een zoekmachine, gebaseerd op een modulaire architectuur. Daarbij wordt tevens een netwerk-gebaseerde methode ontwikkeld om in groep over afstand een elektronische thesaurus te onderhouden. Alle ontwikkelde oplossingen werden uitgetest op een collectie engels-talige onderzoeksrapporten in het domein van de metallurgie. Deze resultaten werden gevalideerd door metallurgie-experten van het labo voor Metallurgie van Universiteit Gent en experten van het staalbedrijf Sidmar nv en Ocas vzw. Organisaties: • Departement Vertaalkunde Onderzoekers: Multimediaal archief- en documentconsultatiesysteem voor de Muntschouwburg en andere culturele instellingen (nr.8). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het operationaliseren van een multimediaal interactief archied en documentatiesysteem dat een antwoord biedt aan de accute informatieen communicatiebehoeften van de KMS, en dit zowel intern, inter en extern. Het systeem dient gebruiksvriendelijk te zijn, en daarom worden gebruikers vanaf de vroegste fases van ontwikkeling bij het project betrokken. Het systeem zal in een pilootopstelling gedemonstreerd worden aan een selectie gebruikersgroepen in de KMS, wetenschappelijke en culturele instellingen en publieksgroepen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer • Communicatiewetenschappen Onderzoekers: • JUUL VERHELST • JEAN-CLAUDE BURGELMAN The Use of the progressive in Dutch learner English Hogeschool Gent Abstract: Het onderzoek betreft een foutenalyse van het Engels van Nederlandstalige studenten m.b.t. gebruik van aspect (de progressive). De foutenanalyse is gebaseerd op vier corpora van zowel schriftelijk als mondeling taalgebruik van eerstejaarsstudenten, met een totaal van ongeveer 100.000 woorden. Een eerste theoretisch hoofdstuk poogt een bevredigende en bruikbare beschrijving te geven van de progressive bij native speakers. De progressive wordt gedefinieerd als de enige grammaticale weergave van imperfectiviteit in het Engels, en is beperkt tot dynamische situaties. Ik leg de nadruk op de aanwezigheid van een referentiepunt in de tijd, dat ik Rm (mid-interval point of reference) noem, en vanwaaruit de situatie als 'bezig zijnde' gezien wordt. Telkens als de progressive gebruikt wordt draagt hij tevens de betekenis van 'heightened temporal relevance': de locatie van het gebeuren op Rm krijgt extra belang. Dat kan bv. betekenen dat de progressive uitdrukt dat een situatie van tijdelijke aard is. Het theoretische gedeelte van het proefschrift wordt gevolgd door een korte contrastieve analyse waarin de Nederlandse equivalenten van de progressive vergeleken worden met het Engels. Het gaat hier om stilistische categorieën: in het Nederlands bestaat de progressive als grammaticale categorie niet. De constructie 'aan het + infinitief + zijn' is wel een exacte weergave van progressieve betekenis, maar wordt zelden gebruikt. Een (naïeve) hypothese gebaseerd op contrastieve analyse zou dus voorspellen dat Nederlandstaligen de Engelse progressive te weinig zullen gebruiken. Statistisch komt de progressive in hun intertaal inderdaad minder voor dan in het Engelse van native speakers, maar dit leidt zelden tot fouten, eerder tot nuancegevallen. Wat de eigenlijke fouten betreft zijn er meer foute progressives dan foute non-progressives, en dit is vooral te wijten aan het feit dat in hun intertaal blijkbaar geen Rm nodig is. Zij gebruiken de progressive als een aanduiding van duur, die echter niet zozeer van de 'heightened temporal relevance' in de context afhangt, maar veeleer van de visualiseerbaarheid van die duur, zonder dat daarbij naar Rm gekeken wordt. Indien voor hen de duur van de situatie als een belangrijk inherent kenmerk van het werkwoord ervaren wordt, vooral bij concrete, dus visualiseerbare, situaties, komt de progressive in aanmerking. De visualiseerbaarheid is eerder een rem op het gebruik van de progressive ; het wegvallen van Rm daarentegen zal tot gebruik van de progressive leiden in contexten waar hij niet op zijn plaats is. Er zijn in het materiaal geen bewijzen te vinden dat het gebruik van de progressive van de studenten beïnvloed wordt door de Nederlandse 'aan het + infinitief + zijn' constructie, die nochtans precies dezelfde betekenis heeft als de Engelse progressive. Blijkbaar is deze constructie stilistisch en formeel tè gemarkeerd om gebruikt te worden in hun hypothesevorming over het gebruik van de Engelse progressive. In het Engels van native speakers blijft Rm wel belangrijk, terwijl de afzwakking van het criterium 'dynamic' daar zal leiden tot een toenemend gebruik van de progressive met minder concrete (en dus minder visuele) situaties, waarbij het resultaat vaak een grotere 'tentativeness' is (bv. in 'I was hoping to come and see you tomorrow'). Uit een vergelijkende studie van Engelse corpora uit de jaren zestig en de jaren negentig blijkt ook een toename van de progressive met complexe werkwoordgroepen, vaak 'non-finite' (bv. 'You ought not to be doing that'). Dergelijke gevallen komen in mijn eigen materiaal niet voor. Het gebruik van de progressive bij leerders geeft aanleiding tot relatief weinig echte fouten, maar de combinatie van overgebruik enerzijds en 'underrepresentation' anderzijds toont aan dat het nodig is hen meer bewust te maken van de rol van context in het taalgebruik. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Paul Robberecht Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000. Universiteit Antwerpen Abstract: De voornaamste doelstelling is een nieuw licht te werpen op globale transformatieprocessen die zich sedert de 16de eeuw op het vlak van arbeidsprocessen, arbeidsverhoudingen en arbeidsvormen hebben voltrokken. Het accent ligt op fasen van vermelde maatschappelijke transformatie en het onderzoek van stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • CENTRUM ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé • Alfons Thijs De politieke aanwezigheid van de Vlamingen in Brussel-19 op gemeentelijk en gewestelijk vlak, 1946-1989. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opzet van het onderzoek is te komen tot een analyse van de politieke situatie van de Nederlandstalige Brusselaars in de 19 gemeenten van de agglomeratie van 1946 tot 1995. De 9 gemeenteraadsverkiezingen die sinds 1946 plaatsvonden, zullen samen met de 3 'Brusselse' verkiezingen (Agglomeratieraadsverkiezingen in 1971 en de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989 en 1995) als raamwerk dienen voor de rekonstruktie van de gemeentelijke en gewestelijke politieke situatie van de Vlamingen. Het spreekt voor zich dat we met dit onderzoek niet kunnen voorbijgaan aan de wisselwerking lokale-nationale politiek, omdat de betrokken periode bij uitstek wordt gekenmerkt door het zoeken naar oplossingen voor de kommunautaire problemen op wetgevend vlak. Brussel, omwille van haar ligging pal op deze konfliktlijn, heeft daarin steeds een centrale plaats ingenomen. Zoveel mogelijk gegevens, die relevant zijn om de Vlaamse vertegenwoordiging in de gemeente- en gewestpolitiek te verklaren, zullen worden bijééngebracht. Verkiezingsuitslagen, gegevens over het kiezerskorps, de politieke partijen, de drukkingsgroepen en de zuilorganisaties, de kieskampognes en over koalitievorming in Brussel zullen onder de loep worden genomen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen • Germaanse Talen • Geschiedenis • Metajuridica Onderzoekers: • HUGO BAETENS BEARDSMORE • CHRISTIAN DESCHOUWER • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE Arbeid, Arbeidsverhoudingen en Arbeidsmarkten in WestEuropa, 1500-2000. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel is een nieuw licht te werpen op de veranderingen die sedert de zestiende eeuw hebben plaatsgevonden op het gebied van arbeidsprocessen, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten, met bijzondere aandacht voor (1) perioden van globale maatschappelijke transformatie, en (2) stedelijke loonarbeiders en zelfstandige ambachtslieden/winkeliers. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • HUGO SOLY Het probleem van de verandering en de synthese - profilering van CLEA op de internationale scene en binnen de VUB (opvolging 2e jaar) Vrije Universiteit Brussel Abstract: CLEA wil het probleem van de verandering en de synthese benaderen vanuit 7 verschillende basisbewegingen, waarbij dit project vooral de omkadering van deze bewegingen verzorgt, om zo een synthese mogelijk te maken. In een eerste fase werden actuele problemen met wetenschappelijke kennis daaromtrent geconfronteerd (zie o.m. lezingenreeks "foundations", lessen- en lezingenreeks "stemmen"). De verschillende basisbewegingen zijn: (1) Het Socio-Cultureel Aspect, (2) Het Socio- Economisch Aspect (SEA), (3) Het wereldbeelden Aspect (WEA), (4) Het Biologisch-Ontologisch Aspect (BOA), (5) Het Fysisch-Ontologisch Aspect( FOA), (6) Het Historisch-paradigmatisch Aspect en (7) Het Algemene Systeemtheorie Aspect (ASA). Sinds het succesvolle congres "Einstein meets Magritte" (1995) en de publicatie van 8 volumes erover (1997-1998), heeft deze omkadering een dynamiek gekregen die zich nog steeds manifesteerd : (1) in het onderzoek naar similariteiten en ontgrenzing van kunst en wetenschap, en de historische wereldbeelden in kunst en wetenschap (onderzoek Ernest Mathijs), (2) in de internationale onderzoeksgemeenschap, gecoördineerd door CLEA, (3) in het interuniversitair onderzoeksproject (VUB-KUL-RUG) naar de gelaagde structuur van de realiteit, (4) in publicaties (special volume "foundations of science" 1998), in de onderzoeken die in de verschillende werkgroepen worden gevoerd, (6) in de verderzetting van de "foundations"-reeks, (7) en in verdere internationale contacten. CLEA streeft aldus naar de verdere uitbouw van een expertise die op efficiente wijze de problematiek van de verandering en de synthese onderzoekt. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • FRANCIS HEYLIGHEN • Diederik AERTS (1961110060 werd vervangen door OZR78). Cyprische ceramiek met terracotta figurines en/of zomorfe en antropomorfe protomen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de realisatie van een totaalstudie over de Cyprische ceramiek met antropoforme en zoömorfe protomen (ca. 3000 v. chr.- 3de eeuw v. chr.). Hierbij zullen de volgende punten onderzocht worden: oorsprong en evolutie van dergelijke objecten, de produktiecentra, het dubbel aspect ceramiek-terracotta, de situering van vazen met antropoforme en zoömorfe protomen binnen de volledige Cyprische ceramiektraditie, de verwantschap tussen de vaasprotomen en andere terracottaprodukties, zoals de miniatuurmaskers, de Cyprische handelsrelaties, de acculturatieprocessen en tenslotte de Cyprische chronologie. Daarenboven wil deze studie verhelderende inzichten leveren inzake religieuze gebruiken en sociale structuren binnen de Cyprische samenleving. Het betreft een zeer multidisciplinair project, waar naast de archeologische invalshoek ook beroep wordt gedaan op verscheidene hulpwetenschappen. Door de ruime geografische en chronologische kader, dient dit onderzoek over meerdere jaren gespreid te worden. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • FRIEDA VANDENABEELE Oprichten lectoraat Catalaans Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de groeiende belangstelling voor de internationale, universitaire wereld voor de Catalaanse taal en literatuur wordt de oprichting en conolidatie van lectoraten van het Catalaans aan de universiteiten buiten Catalonië noodzakelijk geacht. Organisaties: • Instituut voor Taalonderwijs Onderzoekers: • MARIE-REINE BLOMMAERT Cultuur- en taalpolitiek als elementen van taalplanning: het Westvlaams particularisme. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling is een (socio)linguïstische beschrijving van de l9de-eeuwse standaardizeringsmechanismen mogelijk te maken, aan de hand van een case study van Brugse teksten uit de tweede helft van de l9de eeuw. De analyse van een uitvoerig corpus geschreven teksten uit drie verschillende domeinen (de bestuurstaal; de burgerlijke taal van de Vlaamse Beweging en van de taalactivisten; de taal die in arbeidersverenigingen werd gebruikt door of voor de arbeiders) maakt het mogelijk nieuwe inzichten over de linguïstische ontwikkeling van het Nederlands en over de rol van de particularistische beweging te verkrijgen. Daardoor kan de aandacht worden gevestigd op een andere en totdusver ondergewaardeerde dimensie van ons inzicht in taalevolutie en taalplanning in (West-)Vlaanderen, met name de invloed van het religieus fundamentalisme, gebaseerd op de principes van het ultramontanisme. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS Onbepaaldheid en onderschikking. Onderzoek naar het grammaticalisatieproces van de Franse voornaamwoordelijke constituenten qui- que- quoi- ou- quand- comme(nt) en naar hun rol in de verschillende strategieen van onderschikking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wil een beter inzicht verwerven in de diverse modellen van onderschikking in de werking van de verschillende verbindende woorden, zowel wat betreft hun ontstaan als wat betreft de strategieën van onderschikking die zij in beweging zetten. Wij menen dat een gezamelijke benadering van de werking van de voornaamwoorden en bijwoorden QUI, QUE, QUOI, OU, QUAND, COMME (COMMENT, COMBIEN) hieraan een wezenlijke bijdrage zal leveren. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Socrates en Jeugd Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitwisseling van expertise op het vlak van het vreemdetalenonderwijs Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aandacht voor de geschiedenis van de Europese mijnen is de laatste tijd groot. Wat België en Limburg betreft, blijven verschillende aspecten echter onderbelicht, met name de geschiedenis van de werkomstandigheden, arbeidsverhoudingen en syndicalisme in de 20ste eeuw. aan regionale en bedrijfsgebonden specifiteiten werd vrijwel geen aandacht besteed, hoewel deze zeer relevant zijn op het nationale niveau. Dit project wil deze lacunes opvullen. Komen aan bod : gedragingen en aspiraties van de arbeiders, hun onderlinge belangenverschillen, de werkomstandigheden (en meer in het bijzonder de loonvorming en de conflicten daarrond), de syndicalisatie en de arbeidsverhoudingen. de centrale vraagstelling is het nauwe verband tussen de arbeidsomstandigheden en de arbeidverhoudingen : zij werken wederzijds op elkaar in. Organisaties: • Geschiedenis • Metajuridica Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK LUYTEN De wetenschap van het zien en de kunst van het weergeven: computergeillustreerde cognitieve en wetenschapshistorische analyse van de wisselwerking tussen wetenschap, kunst en cultuur in de studie van de visuele waarneming. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Naast de interne dynamiek die de evolutie van wetenschappen en kunsten kenmerkt en die door de disciplines wetenschaps- en kunstgeschiedenis wordt bestudeerd zijn er omniskenbare punten van wisselwerking. In een interdisciplinair project zal mede aan de hand van computer reconstructies voor een aantal Vlaamse kunstwerken en wetenschappelijke ontdekkingen worden geillusteerd in welke mate zij de expressie zijn van bovenvermelde wisselwerking en aldus synergisch bijdragen tot een gezamelijke cultuur. Het wetenschapsgebied dat zich hiertoe bijzonder leent is de optica als studie van de visuele waarneming en de schilderkunst die niet alleen door de wetenschap van het zien wordt beinvloed maar zelf ook inspirerend werkt ten aanzien van de wetenschap. De periode 1 waarin we de wisselwerking zullen illustreren is het tijdsinterval waarbinnen zich in de | wetenschap de overgang voltrekt van het perspectivistsich waarnemingsmodel naar het retinaal beeld (Kepler) en die tevens de bloeitijd omvat van de Vlaamse schilderkunst van Van Eyck tot Rubens en Jan Bruegel de Oude. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • MARIA GOSSELIN Een methodologische en wetenschappelijke analyse van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek over secessiebewegingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek over secessiebewegingen handelt over beslissingen en handelingen die van ethische aard zijn. Een ethische dimensie is eveneens aanwezig in de vooronderstellingen en concepten van het gehanteerd theoretisch referentiekader. Uiteindelijk heeft het onderzoek over secessiebewegingen gevolgen voor politieke mobilisatie- en legitimatieprocessen. De onderlinge verbondenheid van deze drie dimensies zou bij het wetenschaps- filosofisch onderzoek over het empirisch onderzoek over secessiebewegingen op de voorgrond komen te staan. Organisaties: • Politieke Wetenschappen Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS Vlaamse Renaissance- en Barokkunst. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling is te komen tot coördinatie van binnen- en buitenlandse onderzoeksprojecten betreffende de geschiedenis van de Vlaamse kunst uit de 16de en 17de eeuw. Tevens ligt het in de bedoeling op een interdisciplinaire wijze het artistieke fenomeen in de betreffende periode te interpreteren binnen zijn ruimste contextualiteit. Om die reden wordt ook samengewerkt met onderzoekseenheden op het gebied van de cultuur- en sociaal-economische geschiedenis. Anderzijds bleek het nodig aan de traditioneel stilistisch-iconologische benadering van het kunstwerk ook een sterkere ondersteuning te laten verlenen door onderzoeksresultaten behaald dankzij het materiaaltechnisch onderzoek. Het is de verwachting dat aldus een op interdisciplinaire leest geschoeid forum zou ontstaan dat het mogelijk zal maken informatie uit te wisselen en methodologische benaderingswijze onderling te vergelijken en beter op elkaar af te stemmen. Organisaties: • CENTRUM ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Jan M F Wouters • Arnout Balis • Katlijne J.J.L. Van der Stighelen In welke mate is de receptie van literaire werken afhankelijk van geslachtsspecifieke verschillen ? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling de receptie van enkele literaire teksten van schrijfsters vanuit het gender-perspectief te analyseren. Ook populaire literatuur wordt bij het onderzoek betrokken. De onderzoeksgroep is interdisciplinair en interuniversitair. Hij is een aantrekkelijk forum voor jonge onderzoekers Duitse taal- en letterkunde uit het hele land. De deelnemers geven om de beurt lezingen over resultaten van hun onderzoek die gevolgd worden door discussies over de gevolgde metodologie. Graag zou de onderzoeksgroep het onderzoek in de komende jaren verder willen uitdiepen. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL VANHELLEPUTTE • MADELINE LUTJEHARMS • Margrit MULLER Heidy De politieke aanwezigheid van de Vlamingen in Brussel - 19 op gemeentelijk en gewestelijk vlak, 1946-1995 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De opzet van het onderzoek is te komen tot een analyse van de politieke situatie van de Nederlandstalige Brusselaars in de 19 gemeenten van de agglomeratie van 1946 tot 1995. De 9 gemeenteraadsverkiezingen die sinds 1946 plaatsvonden, zullen samen met de 3 'Brusselse' verkiezingen (Agglomeratieraadsverkiezingen in 1971 en de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989 en 1995) als raamwerk dienen voor de rekonstruktie van de gemeentelijke en gewestelijke politieke situatie van de Vlamingen. Het spreekt voor zich dat we met dit onderzoek niet kunnen voorbijgaan aan de wisselwerking lokale-nationale politiek, omdat de betrokken periode bij uitstek wordt gekenmerkt door het zoeken naar oplossingen voor de kommunautaire problemen op wetgevend vlak. Brussel, omwille van haar ligging pal op deze konfliktlijn, heeft daarin steeds een centrale plaats ingenomen. Zoveel mogelijk gegevens, die relevant zijn om de Vlaamse vertegenwoordiging in de gemeente- en gewestpolitiek te verklaren, zullen worden bijééngebracht. Verkiezingsuitslagen, gegevens over het kiezerskorps, de politieke partijen, de drukkingsgroepen en de zuilorganisaties, de kieskampognes en over koalitievorming in Brussel zullen onder de loep worden genomen. Organisaties: • Politieke Wetenschappen • Germaanse Talen • Geschiedenis • Metajuridica Onderzoekers: • HUGO BAETENS BEARDSMORE • CHRISTIAN DESCHOUWER • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE Voor een efficient beheer van de archieven : interne organisatie en behoorlijk bestuur.Records management. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Beginselen van dynamisch archiefbeheer, meer bepaald inzake dossiervorming, ordening en verhuizing van het archief. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • JUUL VERHELST Ethische aspecten van geassisteerde procreatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De technieken voor medisch geassisteerde voortplanting roepen tal van ethische vragen op. Er zal worden onderzocht of en hoe de toepassingen ervan kunnen worden gerechtvaardigd. De funderingssystemen van de aangehaalde redenen en motieven worden geëxpliciteerd en kritisch geanalyseerd. Hiervoor zal een theoretisch vergelijkend onderzoek van de verschillende bio-ethische benaderingen worden uitgevoerd.Er zal tevens worden onderzocht in hoeverre een meer empirische en context-gerichte moraal kan worden ontwikkeld voor de klinische praktijk. In plaats van de medische handelingen te evalueren op grond van fundamentele ethische principes zal worden getracht te komen tot een ethisch systeem vertrekkende van en rekening houdend met de medische praktijk. Bij het zoeken near oplossingen voor de ethische problemen zal uitgegaan worden van de opvatting dat moraal een integraal deel vormt van de sociale en culturele context. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JOHAN STUY Een historische reconstructie van de bijdrage van Ernest Mandel to het naoorlogs politiek en economisch denken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil bijdragen tot een meer systematische studie en inventarisering van de heterodoxe stromingen binnen het naoorlogse politiek en ekonomisch denken en raakt tegelijk een belangrijk deel van de intellektuele geschiedenis van de VUB in de jaren 70 en 80. Een belangrijke en specifieke plaats binnen de heterodoxe stroom wordt immers ingenomen door het omvangrijk oeuvre van Ernst Mandel (19231995),emeritus van de VUB.Mandels bijdragen bestrijken tal van terreinen en problematieken zoals de algemene bewegingswetten van het kapitaal, de geschiedenis van het wereldsysteem , de problematiek van de arbeidersbureaukratie...De historische rekonstruktie waar het project werk wil van maken streeft in de eerste plaats een geannoteerde bibliografie na van het totaal-werk van Mandel .Een volgende stap in het onderzoek is het ontwerpen van het bibliografisch materiaal aan een taxinomische analyse om te komen tot een cartografie van de (verhoudingen tussen de) meerdere ruimtesn die door het behandeld totaal-werk worden bestreken. In een volgende onderzoeksfase wordt bibliografisch gepeild naar zowel de teksten die " rond " (de "kon-tekst") als naar die die " achter " ( de " intertekstualiteit ") de teksten van Mandel zitten en wordt een schets ondernomen van het kompleks denk-resp.representatiesysteem dat door deze teksten wordt verwoord en gedragen.Tenslotte wordt een begin gemaakt van een bibliografische studie van de receptie van het werk van Mandel en wordt nagegaan hoe het zich veroudt tot het polymorf bevrijd marxisme dat in de huidige periode het licht ziet. Organisaties: • Geschiedenis • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Metajuridica Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • DIRK FRANTZEN • SERGE GUTWIRTH • ELS WITTE Corporaties, compromissen en conventies. Ambachten van de 18e eeuw: een bijdrage tot "andere" sociale geschiedenis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door de studie van ambiguïteit, conventies en (conflict)situaties in de 18de eeuwse ambachtswereld (in Brabant en Vlaanderen), kan een fundamentele bijdrage geleverd worden tot projecten en actuele debatten over nieuwe vormen van sociale geschiedenis, in dialoog met recente stromingen in de sociologie en de economie (zie onder meer L. Boltanski, L. Thevenot, A. Orlean, N. Dodier, M. Callon en anderen). Deze beweging wordt binnen de geschiedenis momenteel vooral gestimuleerd door een netwerk rond het tijdschrift Annales. Histoire, Sciences Sociales. In het project zullen de in deze stroming centraal staande modellen en concepten ('compromis', 'conventies', 'regimes', ...) worden uitgetest op empirisch materiaal over ambachten in de Zuidelijke Nederlanden in de 18de eeuw, in het bijzonder op processen, opleidingscontracten en gegevens gegenereerd door "enquêtes". Conventies rond arbeid en behandeling van minderjarigen in corporatief gestructureerde sectoren van de arbeidsmarkt (in de 18de eeuw) worden speciaal onder de loep genomen. Ook de gender-problematiek zal bijzondere aandacht krijgen, onder meer door een studie van de mogelijkheden, beperkingen en acties van vrouwen in diverse ambachten.Verlenging:Door bijzondere aandacht te schenken aan historiciteit, conventies en modelvorming kan de studie van de 18de-eeuwse ambachtswereld een fundamentele bijdrage leveren aan een door onderzoekersnetwerken rond Annales. Histoire, Sciences Sociales en Quaderni storici voorgesteld innovatieprogramma van sociale geschiedenis, in dialoog met recente stromingen in de sociologie, economie en historische antropologie. Het project is een vervolg op OZR-project "Corporaties, compromissen en conventies. Ambachten van de 18e eeuw : een bijdrage tot een "andere" sociale geschiedenis.". Enerzijds lijkt het aangewezen het oorspronkelijke project beperkt doch strategisch uit te breiden om de nieuwste ontwikkeleingen op een adequate en verantwoorde manier te integreren, zoals werken van Koselleck, Ricoeur en een aantal Italiaanse historici. Anderzijds wordt een verlenging met één jaar gevraagd om de presentatie van de belangrijkste resultaten van het ambitieuze project in de vorm van internationale publicaties te verzekeren.Verlenging: Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • MARC JACOBS • HUGO SOLY De houding van een liberale politieke filosofie tegenover de technische rationaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert de zeventiende eeuw wordt het westerse denken beheerst door cartesiaanse grondslagen. Dit denken gaat uit van vaste fundamenten, streeft naar zekerheid en beheersbaarheid, meent de menselijke geest als een spiegel van de natuur te kunnen beschouwen en is zo in wezen technisch georiënteerd. De teloorgang van marxistisch geïnspireerde maatschappijmodellen en het in vraag stellen van de westerse verzorgingsstaat naar sociaal-democratisch model maken de vraag naar een liberale politieke filosofie meer dan ooit actueel. Kan een denken worden geformuleerd dat kritisch staat tegenover deze technische rationaliteit, die immers de pluraliteit uitsluit en die veronderstelt het wezen van mens en maatschappij te kennen en het denken en handelen te moeten richten op een voorafgegeven model? Als mogelijke oplossing kan worden gedacht aan een liberale - in de Angelsaksische betekenis -, participatorische politiek, waarin de burgerlijke maatschappij (civil society) opnieuw een rol zou kunnen spelen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Metajuridica Onderzoekers: • JOHAN STUY • JOZEF VAN BELLINGEN • MAURICE WEYEMBERGH Het hedendaagse theater in Vlaanderen : een nieuwe periode. Een onderzoek naar de voorzichtige pogingen naar een vernieuwd maatschappelijk engagement en de theatrale vormen die daarbij gebruikt worden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek situeert zich op twee vlakken. Enerzijds is er de vraag of het nog mogelijk is om van hedendaags Vlaams theater te spreken. Internationale coproducties met Nederland ,Franstalig België , Duitsland en de USA zijn schering en inslag. Wat is de weerslag hiervan voor de functie en de plaats in de maatschappij in Vlaanderen. Anderzijds nemen theatermakers vandaag weer graag hun maatschappijkritische rol op. Meer en meer verwijzen ze expliciet naar de rol die theater in de maatschappij speelt , waarbij -niet onbelangrijk voor ons onderzoekBrussel opnieuw een belangrijke rol schijnt te spelen. Merkwaardig hierbij is ook dat door de overheid het toch wel zeer " multiculturele " Vlaamse theaterlandschap uitgespeeld wordt als een belangrijk en representatief facet van de Vlaamse cultuur. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • BART VERVAECK In welke mate is de receptie van literarire werken afhankelijk van geslachtsspecifieke verschillen ? Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de literatuurwetenschap werd tot nu toe niet veel aandacht besteed aan de vraag, of genderspecifieke concepten van belang zijn voor de receptie van literaire werken. Het triadische communicatiemodel (auteur-tekst-lezer) maakt geen verschil tussen mannelijke en vrouwelijke lezers. Het is de bedoeling, in het kader van het projectonderzoek na te gaan, of en op welke manier geslachtsspecifieke verschillen de receptie van literaire teksten mede bepalen. Het empirisch onderzoek van reacties van vrouwelijke en mannelijke lezers op literaire teksten zal centraal staan. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL VANHELLEPUTTE • MADELINE LUTJEHARMS • Margrit MULLER Heidy Evaluatie en begeleiding van tweetalig onderwijs in het lager onderwijs in Brussel, Wallonie en Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds vorig jaar is het project ingeschakeld in de 'European Language Council' gecoördineerd in Berlijn . Aan het project is een subproject van het thematisch netwerk over taal gewijd namelijk sub-groep 6 genaamd : "Bilingual Education and Teacher Training". Het onderzoek werd bijgevolg op Europees niveau getild . Vanaf vorig jaar wordt de aandacht volledig toegespitst op versterkt en tweetalig onderwijs . Het jaar 1999 wordt gewijd aan curricula opbouw . Tweetalig of versterkt taalonderwijs heeft nood aan specifieke curricula met name omdat binnen de methode die wordt voorgestaan, 'Content and Language Integrated Learning' (CLIL), vakonderricht in een andere taal wordt onderwezen met ingrijpende curricula-aspecten tot gevolg . Deze curriculaproblematiek hangt bovendien samen met de cognitieve aspecten van het taalonderwijs die in functie van de gewijzigde curricula worden onderzocht . Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN • HUGO BAETENS BEARDSMORE • Alexis HOUSEN De houding van een liberale politieke filosofie tegenover de technische rationaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert de zeventiende eeuw wordt het westerse denken beheerst door cartesiaanse grondslagen. Dit denken gaat uit van vaste fundamenten, streeft naar zekerheid en beheersbaarheid, meent de menselijke geest als een spiegel van de natuur te kunnen beschouwen en is zo in wezen technisch georiënteerd. De teloorgang van marxistisch geïnspireerde maatschappijmodellen en het in vraag stellen van de westerse verzorgingsstaat naar sociaal-democratisch model maken de vraag naar een liberale politieke filosofie meer dan ooit actueel. Kan een denken worden geformuleerd dat kritisch staat tegenover deze technische rationaliteit, die immers de pluraliteit uitsluit en die veronderstelt het wezen van mens en maatschappij te kennen en het denken en handelen te moeten richten op een voorafgegeven model? Als mogelijke oplossing kan worden gedacht aan een liberale - in de Angelsaksische betekenis -, participatorische politiek, waarin de burgerlijke maatschappij (civil society) opnieuw een rol zou kunnen spelen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JOHAN STUY • JOZEF VAN BELLINGEN • MAURICE WEYEMBERGH Houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. Een empirisch onderzoek aan de hand van een schriftelijke bevraging van een representatieve steekproef van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord : geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt ? Deze studie heeft als doel HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • LUC DELIENS Houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. (Co-financiering NFWO-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In België komt het onderzoek over 'Handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten' (HALP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd. Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig. Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen. Bovendien zijn een aantal bio-ethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord. Geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patiënt voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt ? Deze studie heeft als doel de HALP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Medische Sociologie Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX De taalkundige en cognitieve ontwikkeling van kinderen in tweetalig basisonderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sids vorig jaar is het project ingeschakeld in de "European language council" gecoordineerd in Berlijn. Aan het project is een sub-project van het thematische netwerk over taal gewijd namelijk subgroep 6 genaamd "bilingual education and language teaching training". Het onderzoek werd bijgevolg op Europees niveau getild. Vanaf vorig jaar wordt de aandacht volledig toegespitst op versterkt en tweetalig onderwijs. Het jaar 1999 wordt gewijd aan currucula opbouw. Tweetalig of versterkt taalonderwijs heeft nood aan specifieke curricula met name omdat binnen de methode die wordt voorgestaan, "content and language integrated learning" (CLIL), vakonderricht in een andere taal wordt onderwezen met ingrijpende curricula-aspecten tot gevolg. Deze curriculaproblematiek hangt bovendien samen met de cognitieve aspecten van het taalonderwijs die in functie van de gewijzigde curricula worden onderzocht. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN • HUGO BAETENS BEARDSMORE • Alexis HOUSEN Frans en Engels als vreemde taal in Vlaamse scholen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studie betracht een systematische vergelijking van het onderwijs van het Franse-vreemde-taal en het Engels-vreemde-taal onderwijs in Vlaamse secundaire scholen. De volgende aspecten zullen onderzocht en vergeleken worden; de institutionele vereisten, de leerplannen, de (expliciet en impliciet) beoogde vaardigheden, de evaluatiecriteria, de pedagogische methodes en technieken, het didactisch materiaal, en de concrete resultaten. Het vertrekpunt van de vergelijking wordt gevormd door een descriptief-theoretisch model dat in eerste instantie zal geformuleerd worden op basis van een studie van de bestaande literatuur over taalonderwijs, taalvaardigheid en taalverwerving, om vervolgens getoetst te worden aan de realiteit van het vreemde-talen onderwijs in Vlaanderen. De bedoeling van het voorgestelde onderzoek is tweevoudig; enerzijds het ontwikkelen van een theoretisch gefundeerd descriptief instrument waarmee het onderwijs van vaardigheden in een vreemde taal objectief geëvalueerd worden; anderzijds een comparatieve analyse realiseren van het onderwijs Frans en Engels als vreemde taal in Vlaanderen. Organisaties: • Germaanse Talen • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN De verschuiving van het metafysisch raamwerk rond reproductie en schaarste in de transitie van classicisme naar neoclassicisme in de 19de-eeuwse Britse politieke economie, met de eenheid in het denken v. W. Stanley Jevons als ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De zogenaamde transitie van classicisme naar neo-classicisme in de 19-de eeuwse politieke economie vormt reeds lang een vraagstuk binnen de geschiedenis van het economisch denken. Het onderzoek is gericht op Wiliam Stanley Jevons, één van de hoofdtenoren van de nieuwe wetenschap in Groot-Brittannië, die opmerkelijk genoeg ook in domeinen als metereologie, logica en wetenschapsfilosofie zeer actief was en er ten dele zelfs baanbrekend werk in verrichtte. Hedendaagse commentatoren leggen sterk de nadruk op de analytische verschuivingen die plaatsvonden ,terwijl deze volmgens de werkhypothese eerder van secundaire aard waren. Vanuit de gangbare invalshoek ontwaart men veelal een eerder Klassieke vroege Jevons die later naar het neo-classicisme evolueert.De studie wil de eenheid van Jeons' denken aantonen , zowel binnen de economische wetenschap als in verhouding tot zijn andere activiteitsdomeinen , en dit vanuit een gewijzigde kijk op het schaarstebegrip. De transitie moet worden gezien in de context van een verschuiving van een reproductiemodel met interne schaarste naar een nonreproductiemodel met externe schaarste, een metafysische omwenteling geïnduceerd door maatschappelijke ontwikkelingen. De figuur Jevons wordt zo opgevat als voorbeeld om dit proces te illustreren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Economisch, Monetair en Financieel Beleid Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN • JEAN VAN BENDEGEM Variatie en standaardizering in 19de-eeuws Nederlands. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling is een (socio)linguïstische beschrijving van de 19 de-eeuwse standaardizeringsmechanismen mogelijk te maken, aan de hand van een case study van Brugse teksten uit de tweede helft van de 19de eeuw.Devolgende"domains" zullen in het onderzoek betrokken worden: de bestuurstaal; de burgelijke taal van de Vlaamse Beweging ; de taal van de taalactivisten ( bv.De particularisten ) en natuurlijk ook de rol van het Frans.Zowel taalstructuurgeschiedenis als taalgebruiksgeschiedenis , taalcontactgeschiedenis en taalbewustzijnsgeschiedenis zullen voldoende aan bod komen.Een indeling in een linguïstisch en een sociollinguïstisch deel is dus noodzakelijk. De analyse zal rond een viertal zwaartepunten gebeuren ,met name : lexicale analyse, studie van tekstlinguïstische aspecten , het thema " Taal en Maatschappij " en het normaspect. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS Bijdrage tot de geschiedenis van de grammaticale theorieen : de Franse schoolgrammatica's en handboeken in Belgie van 1830 tot 1914. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is het beschrijven, analyseren en typologiseren, op basis van een exhaustief corpus, van de Frans schoolgrammatica's en handboeken die tussen 1830 en 1914 in België gepubliceerd werden (de afbakening in de tijd beantwoordt aan intern- en externgefundeerde criteria). Het onderzoek bestaat voornamelijk uit twee luiken: 1) het opstellen van een operationeel, analytisch repertorium van al de grammatica's en handboeken die in België gepubliceerd werden tussen 1830 en 1914, 2) een grondige analyse en typologie van deze grammatica's en handboeken, met bijzondere aandacht voor de taalkundige theorieën en de didactische implementatie. Het project zal de eigenheid van de 'Belgische' grammaticaal-didactische traditie aan het licht brengen en verklaren. Het domein dat hier bestreken wordt is nieuw, zowel wat de afbakening in de tijd betreft (1830-1914) als de nationale begrenzing (Franse grammatica's en handboeken gepubliceerd in België) en de benadering (t.t.z. analyse van de inhoud, typologie van de grammatica, de instandhouding van ons cultureel patrimonium en de vorming van de taalleraars. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL BERRE • ANNIE BOONE Vieringen en natievorming: een historisch onderzoek naar de politieke en culturele rol van feestdagen, 1945 - heden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De studies van Benedict Andersen Imagined Communiuties: reflections on the origins and spread of Nationalism (1983) , Ernest Gellner Nation and Nationalism (1983) en Ernest Hobsbawn Nation and Nationalism since 1780. Programme , Myth , Reality ( 1990 ) hebben reeds de complexe relaties tussen naties , staten en nationalisme onderzocht. Verder specifiek onderzoek is vereist om na te gaan op welke wijze deze samenleving door diverse politiek-culturele bewegingen worden ingevuld en gehanteerd. Zo een onderzoek kan ons inzicht verschaffen in de uiteenlopende visies ten aanzien van de Belgische samenleving , Vlaamse , Waalse en Brusselse identiteit en de eigen natie en/of gemeenschap.Via deze studie willen we aan de hand van een analyse van de toespraken en de gehanteerde symboliek op de Vlaamse 11 juli-, de waalse september - en de Belgische 21 juli-vieringeen onderzoekenin welke mate de eigen natie vormwordt gegeven. De cruciale rol van Brussel als strijdplaats zal in het onderzoek centraal staan . Deze studie zal diverse relevante historische , sociologische en antropologische studies en methodes integreren.De centrale vraag is in welke mate ( politieke-culturele ) vieringen gebruikt worden om de eigen gemeenschap, natie , en /of identiteit vorm te geven. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Geschiedenis Onderzoekers: • ELS WITTE • ANJA DETANT 'kredeieten aan navorsers' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Selectie en gradatie van grammaticale inhouden in F2 handboeken (Frans als tweede taal) Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Interdisciplinaire kunsthistorische-archeologische studie van beeldsnijwerk van de Zuidelijke Nederlanden in de zestiende eeuw. (zie verder ook FWONL29 en FWOAL177 vanaf 2001 + bijv. ov tss Kon. Musea vr Kunst en Gesch. en VUB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: een interdisciplinaire benadering -materieel-technologisch, kunsthistoroischen historisch- van de zestiende-eeuwse beeldsnijproduktie in de Zuidelijke Nederlanden kan leiden tot nieuwe criteria om deze kunstwerken correcter te situeren in tijd en plaats. Een proefonderzoek van twee jaar op een beperkt aantal stukken gaf hiervoor de indicaties. Een doorgevoerd onderzoek op een groter aantal stukken, gekoppeld aan een uitgebreide bronnenstudie, moet deze criteria grondig funderen, vervolledigen en bijsturen, en leiden tot de opbouw van een referentiekader voor de totaliteit van de beeldsnijproduktie van deze periode en dit gebied. Met behulp van de volledige geïnformatiseerde verwerking van deze gegevens zullen de resultaten zo systematisch mogelijk toegepast kunnen worden. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • CARL VAN DE VELDE Argumentatie en creatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunt van het onderzoek is de vaststelling dat semiotische en poëtische benaderingswijzen van de creativiteit in plaats van elkaar aan te vullen, elkaar uitsluiten. De werkhypothese bestaat derhalve in het ontwerpen van een hermeneutisch model voor het lezen van de poëtische teksten, waarbij rekening gehouden wordt met alle aspecten die volgens de semiotiek en de Poëtica aan de oppervlakte treden bij het creatie-receptie proces. Tijdens het eerste jaar worden de vier interpretatieperspectieven - pragmatisch, mimetische, intertextuele en imago- morphologisch - theoretisch afzonderlijk benaderd. Daarna zal men overgaan tot de studie van hun interactiviteit bij het bekomen van het hermeneutisch model. Tijdens het tweede jaar wordt het hermeneutisch model voor de poëtische tekst voorgesteld, waarbij het operationeel karakter ervan getoetst wordt aan de hand van toepassingen in de literatuur: Bonnefoy, Pound, Hölderlin, Zola,.. Tijdens het derde jaar zal het hermeneutisch model voor de poëtische tekst en diens operationaliteit ook getoetst worden in toepassingen op andere kunstvormen: de schilderkunst, de beeldhouwkunst, de architectuur en de muziek. Organisaties: • Esthetica, Verbeelding en Creatie • Romaanse Talen Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS • Daniel ACKE • MARC DOMINICY Bijdrage tot de geschiedeis van de grammaticale theorieen: de Franse schoolgrammatica's in Belgie van 18OO tot 1914. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hoofddoel van dit onderzoeksproject is het beschrijven, analyseren en typologiseren, op basis van een exhaustief corpus, van de Frans schoolgrammatica's en handboeken die tussen 1830 en 1940 in België gepubliceerd werden (de afbakening in de tijd beantwoordt aan intern- en externgefundeerde criteria). Het onderzoek bestaat voornamelijk uit twee luiken: 1) het opstellen van een operationeel, analytisch repertorium van al de grammatica's en handboeken die in België gepubliceerd werden tussen 1830 en 1940, 2) een grondige analyse en typologie van deze grammatica's en handboeken, met bijzondere aandacht voor de taalkundige theorieën en de didactische implementatie. Het project zal de eigenheid van de "Belgische" grammaticaal-dialectische traditie aan het licht brengen en verklaren. Het domein dat hier bestreken wordt is nieuw, zowel wat de afbakening in de tijd betreft (1830-1914) als de nationale begrenzing (Franse grammatica's en handboeken gepubliceerd in België) en de benadering (t.t.z. analyse van de inhoud, typologie van de grammatica, de instandhouding van ons cultureel patrimonium en de vorming va nde taalleraars. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • ANNIE BOONE De Belgische academicus, 1920-1950: een historische analyse van het sociaal en politiek profiel van de professoren uit de faculteiten letteren en wijsbegeerte van vier Belgische universiteiten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een analyse van de academici uit de faculteiten letteren van de 4 grote Belgische universiteiten van 1920 tot 1950. Vooreerst moet deze groep worden bestudeerd o.b.v. haar sociaal, intellectueel en universitair "kapitaal". Door prosopografisch onderzoek moeten de interne classificatiemechanismen van dit specifieke academisch veld en hun reproduktie worden onderzocht. Elementen van gender, sociale en geografische origine, carrière, diverse indicatoren van institutionele en intellectuele macht moeten worden bestudeerd. Anderzijds moet het politiek profiel van deze academici in kaart worden gebracht. Interbellum, bezetting en de onmiddellijke naoorlogse periode lenen zich daartoe, gezien het grote aantal relevante indicatoren van internationale betekenis (fascisme, Spanje, collaboratie, verzet etc.) of van typisch Belgische inslag (voertaal van universiteiten, koningskwestie etc.). Vervolgens moeten de correlaties tussenn beider reeksen data worden geanalyseerd. Concurrerende hiërarchiën en politieke attitudes, reproduktieve mechanismen en de specifieke belangenbehartiging van academici moeten worden onderzocht om de veranderende maatschappelijke positie van de sociale groep der intellectuelen beter te doorgronden. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • JEFFREY TYSSENS Empirisch onderzoek uit te voeren aan de hand van een schriftelijke bevraging van huisartsen en specialisten in Vlaanderen betreffende houdingen en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van patienten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In Belgie komt het onderzoek over de handelswijzen rond het levenseinde van patienten(HLP) maar langzaam op gang. Verschillende bevragingen van artsen laten zien dat hun attitudes t.a.v. passieve en actieve levensverkorting zijn gewijzigd.Ook de houding van de bevolking is aan verandering onderhevig.Berichten uit de medische praktijk leren dat er thans ook levensverkortend wordt gehandeld. Valide en betrouwbare gegevens inzake attitudes en handelwijzen van artsen rond het levenseinde van hun patienten ontbreken evenwel geheel in Vlaanderen . Bovendien zijn een aantal bioethische vragen bij deze praktijk onbeantwoord:Geschieden deze praktijken wel met inachtneming van voldoende zorgvuldigheidscriteria ? Is de patient voldoende voorgelicht over deze beslissingen ? Gebeuren al deze beslissingen op uitdrukkelijk verzoek van de patient ? Deze studie heeft als doel de HLP's in kaart te brengen voor Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS Handboek van de Europese Gotische boekschriften, met een inleiding over de codicologie der Laatmiddeleeuwse handschriften. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de voortzetting en voltooiing van datgene waarvoor begin 1993 door de Nationale Loterij een eerste subsidievan 150.000, - BF in het kader van de "Fundamentele menswetenschappen" toegekend werd. Het gaat om de uitbouw van eenrepertorium, dat unaniem als fundamenteel beschouwd wordt voor de studie van het cultuurleven in onze gewesten in de Mliddeleeuwen: een repertorium van alle handschriften en drukken voor 1500 die in de Middeleeuwen hebben deel uitgemaakt van een bibliotheek op het grondgebied van het huidige België en die tot ons gekomen zijn. Samen met de Middeleeuwse boekenlijsten moet dit repertorium een antwoord verstrekken op vragen als: Wat las men bij ons in de Middeleeuwen? Welke teksten waren in die bepaaldekloosterbibliotheek beschikbaar? Zijn er handschriften uit die bepaalde kerk bewaard, en zo ja, waar bevinden ze zich? Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • ALBERT DEROLEZ De ambigue relatie tussen individualisme en intersubjectiviteit. Een historisch-systematisch filosofisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vanuit een filosofische invalshoek wordt het verband onderzocht tussen de begrippen individualisme - het centraal stellen van het individu en zijn autonomiteit - en de intersubjectiviteit - de intermenselijke relaties op het microniveau. Meer bepaald wordt gezocht naar de factoren die verantwoordelijk zijn voor de nu eens gunstige dan weer ongunstige invloed van het individualisme op de kwaliteit van de intersubjectieve relaties, uitgaande van de vaststelling dat het individualisme zowel kan leiden naar een absolute erkenning als naar een radicale negatie van de ander. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS • HUBERT DETHIER Filosoferen met kinderen in Vlaanderen. Raakpunten tussen het 'filosoferen met kinderen'-project en het 'kritisch denken'project in de context van het Vlaamse Onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Begin jaren '70 ontwikkelde M. Lipman de opvatting om met kinderen te filosoferen. Hij richtte een centrum (IAPC) op waar onderzoek wordt verricht naar materiaal, leermethodes en opleidingen voor leerkrachten. Lipman gebruikt de logica en de rede als belangrijkste criteria om te komen tot een oplossing van filosofische vragen en heeft zo een normatief maatschappelijk model uitgewerkt.Eind jaren '80 hebben in Nederland K. Van Der Leeuw en B. Heesen een model ontwikkeld waar het hoofdmotief is om het kind creatief te leren denken als persoonlijke verrijking maar waar een duidelijk maatschappelijk doel ontbreekt. Hier worden logica, gevoelens en schoonheid op gelijke voet behandeld als criterium in een filosofisch gesprek.Momenteel zijn in Vlaanderen initiatieven opgestart maar wordt ondanks de grote interesse van de leerkrachten nog te weinig aan wetenschappelijk onderzoek gedaan. Dit project onderzoekt de theoretische haalbaarheid en praktische implementatie om via filosoferen kinderen aan te zetten tot kritisch denken, rekening houdend met de specifieke Vlaamse schoolcontext. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Computationele psycholinguistiek : natuurlijke en artificiele taalverwerving en -verwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Zijn taalverwerving en (volwassen) taalgebruik mogelijk zonder aanname van abstracte linguïstische representaties? Deze vraag wordt bestudeerd aan de hand van een nieuwe methodologie: technieken uit drie verschillende disciplines worden gebruikt, nl. het taalverwervingsonderzoek, de psycholingu'stiek en de Artificiële intelligentie. De eerste twee disciplines bestuderen de reële taalleerder/-gebruiker, terwijl de laatste de Artificiële taalleerder/-gebruiker bestudeert. In het verleden werden Artificiële leermodellen gebruikt om effecten te simuleren die in het reÙle taalgebruik werden geobserveerd. Hoewel simulaties de computationele kracht van het leersysteem demonstreren en interessante hypothesen suggereren omtrent de eigenlijke taalgebruiker, werden ze nooit gebruikt om hypothesen te falsifiÙren uit (ontwikkelings)psycholinguïstische studies. In het voorgestelde project willen we Artificiële taalleerders/-gebruikers niet enkel inzetten om het reÙle taalgebruik te simuleren maar tevens om factoren te isoleren die het gedrag van het model beïnvloeden en vervolgens de effecten van diezelfde factoren te bestuderen in psycholinguïstische experimenten en in taalverwervingsonderzoek. Als de effecten bij de Artificiële leerder/gebruiker verschillen van die bij de reÙle leerder/gebruiker, kan het leermodel worden aangepast om uiteindelijk zijn gedrag in overeenstemming te brengen met dat van de taalgebruiker. Deze methode waarbij de resultaten omtrent taalverwerving en psycholingu'stiek worden gerelateerd aan computationeel werk en omgekeerd is dus een heuristiek om eigenschappen te ontdekken van de representatie van taal in de reÙle taalleerder/gebruiker. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Georges C De Schutter • Walter Daelemans • Dominiek Sandra Archeologische luchtfotografie in de provincie Oost-Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: Bedoeling van dit project is de verderzetting van het luchtfotografisch onderzoek, met archeologische inslag, in de provincie OostVlaanderen. Deze prospectietechniek heeft reeds duidelijk haar degelijkheid bewezen, ook als instrument voor het beheer van het archeologisch patrimonium. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Jean Bourgeois De industriële geschiedenis van Oost-Vlaanderen. Een werkinstrument. Universiteit Gent Abstract: Samenstelling en publicatie van een werkinstrument voor de studie van de industriële geschiedenis van Oost-Vlaanderen. Dit bevat : een bibliografie, een kritisch bronnenoverzicht, een adressenlijst. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Eric Vanhaute Sociale geschiedenis van de Limburgse Mijnen (1917-1985). Arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden, lonen, syndicalisme. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de studie van de sociale geschiedenis van het Limburgse mijnbekken. Er wordt vertrokken van het micro-niveau: de afzonderlijke zetels. Daarbij worden zowel de arbeidsomstandigheden met nadruk op het loon als op de arbeidsverhoudingen en het syndicalisme bestudeerd. Nagegaan wordt op welke wijze arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen op elkaar inwerken. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS Het belang van de impliciete lezer voor de beeldvorming in de literatuur Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling van de werkgroep, "gender"-gebonden denkbeelden in literaire teksten te analyseren. Voor het onderzoek van denkbeelden en stereotypen in de literatuur is het van groot belang, naast de auteur en de literaire personages ook met de dimensie van de impliciete lezer (W. Iser) rekening te houden, want deze is vatbaar voor manipulatorische ingrepen en voor "gender"-gebonden projecties.Omdat de verhouding tussen verteller en de (denkbeeldige) lezer in autobiografisch vertelproza bijzonder duidelijk naar voren komt, zal het onderzoek worden toegespitst op autobiografisch vertelproza. De eerste onderzoeksresultaten zullen in juli 1998 worden bekendgemaakt naar aanleiding van een internationaal congres over autobiografisch vertelproza van Duitstalige schrijfsters aan de universiteit van Manchester. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy Aansprakelijkheid op de informatiesnelweg : recht in aanvaring met de digitale maatschappij. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het projectvoorstel betreft een grondig onderzoek van het aansprakelijkheidsrecht in de sector van de informatienetwerken waar zich een aantal nieuwe actoren (access en service providers, beheerders van servers, telecommunicatieleveranciers, aanbieders van netwerken) hebben aangeboden waardoor het aansprakelijkheidsrecht een nieuwe dimensie krijgt binnen het post-industriele informatietijdperk. De groeiende popularisatie van het wereldwijde informatie- en communicatienetwerk Internet heeft in het bijzonder aan de oppervlakte gebracht dat het grensoverschrijdend karakter van dit netwerk diverse problemen stelt van uiteenlopende aard. Er zijn immers nadelen en risico's verbonden aan het gebruik van digitale snelwegen: criminaliteit, laster en eerroof, negationisme, schending van de rechten van de mens, problemen van beveiliging, onzekerheid dat informatie correct is of dat het effectief ontvangen wordt, confidentialiteit van gegevens, enz... De focus van het onderzoek zal meer bepaald gericht zijn op de juridische voorwaarden waaronder de diverse categorieën van ISP's aansprakelijk kunnen gehouden worden voor onrechtmatige daadsacties en illegale inhoud die via hun servers en infrastructuur gepleegd worden en verspreid worden. Het vernieuwende aspect van dit onderzoek is derhalve dat het een antwoord zal trachten te geven op de vraag of en in welke mate de diverse Internet-actoren aansprakelijk zijn. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Rechtsontwikkeling - Rechtsvergelijking - Europees Recht Onderzoekers: • BARTHOLOME DE SCHUTTER • JEAN-CLAUDE BURGELMAN Een onderzoek naar de determinanten van de Belgische fiscale Politiek.(1830-ca 1970) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door dit project wensen de promotoren inzicht te verwerven in de manier waarop de Belgische fiscale politiek tot stand gekomen is in de periode 1830 tot ca 1970. Ze willen de krachtlijnen van het fiscaal beleid blootleggen an nagaan welke maatschappelijke krachten daartoe hebben bijgedragen. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis • Geschiedenis Onderzoekers: • JUUL HANNES • GUY VANTHEMSCHE Secessie als een ethisch en wetenschapsfilosofisch probleem. Italië en de Lega Nord. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wetenschappelijk onderzoek rond nationaliteit en secessie heeft een ethische dimensie, vanwege de betekenis van dergelijk (historisch, sociaal-economisch) onderzoek voor het ontstaan en de ontwikkeling van secessiebewegingen. De methodologische problemen van weteschappelijk onderzoek, namelijk het bepalen van objectieve criteria van wetenschappelijkheid, krijgen daarom in het beoordelen van onderzoek oversecessie ook een normatieve dimensie, omwille van de politieke consequenties van dergelijk onderzoek. Vooralsnog is er echter weining aandacht besteed aan deze band tussen normatieve en methodologische problemen in onderzoek over secessiebewegingen en etnische conflicten. Dit project bestudeert het wetenschappelijk debat in Italië rond het secessionisme van de Lega Nord, en meer bepaald de samenhang tussen de normen en waarden die wetenschappers in dit debat hanteren enerzijds, hun methodologische opties anderzijds. Organisaties: • Politieke Wetenschappen Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS Verbale pedagogische interactie in het vreemdetalenonderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is het leggen van een verband tussen de verbale pedagogische interactie in het vreemdetalenonderwijs enerzijds en het taalverwervingsproces van de leerlingen anderzijds. Hiervoor worden er in eerste instantie klassenopnames gemaakt van de lessen Duits in het ASO-type van de Vlaamse gemeenschapsscholen. Op deze opnames wordt er vervolgens een socio- cognitieve analyse van de verbale pedagogische interactie toegepast. Er zal worden nagegaan of, en zo ja, welk verband er bestaat tussen deze verbale pedagogische interactie tussen leerkrachten en leerlingen in de klas enerzijds en de taalleermogelijkheden en -beperkingen van de leerlingen anderzijds. Belangrijk is dat de link wordt gelegd tussen de praktijk van het vreemdetalenonderwijs en het taalverwervingsproces van de leerling. De ontwikkeling van Duits-alsvreemde-taal bij de leerlingen wordt bestudeerd aan de hand van analyses van de linguïstische 'output' die de leerlingen produceren. Dit project gebeurt in samenwerking met leerkrachten Duits uit het secundair onderwijs, die reeds enkele jaren ervaring hebben in het geven van Duits aan Nederlandstaligen (in het ASO-schooltype). Met dit project willen we graag een bijdrage leveren tot het onderzoek naar de aard van vreemdetaalverwerving in een institutionele context. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • MADELINE LUTJEHARMS Onderzoek naar Partikelgebruik in Nederland en Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het ontbreekt in de Nederlandse taal aan een algemene beschrijving van de modale partikels: weliswaar zijn er detailstudies verricht, maar een algemeen beeld ontbreekt. Dit is bijzonder jammer, want het belang ervan voor zowel de taalsystematiek als de taalgebruikssystematiek is groot. Ook de algemene woordenboeken en grammatica's laten het afweten, juist op het gebied van functiewoorden in het algemeen en modale partikels in het bijzonder. Met de uitvoering van dit project hijst het Nederlands zich op het gebied van partikelonderzoek op de hoogte van het Duitse taalgebied waar al eerder een overzichtsstudie verscheen dienaangaande (zie vooral Helbig 1988 en Thurmair 1989). verder ontgint dit project het terrein van de variatie tussen Nederland en Vlaanderen. Tenslotte wordt voor het eerst in het Nederlandse taalgebied een poging ondernomen om vat te krijgen op partikelgebruik. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN Sociaal-economische context en verspreiding van de Vlaamse schilderkunst van de zeventiende eeuw (1585-1700). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opzet van het project is aan de hand van een samenwerking tussen kunsthistorici en sociaal -economische historici enkele aspecten van de Vlaamse schilderkunst te belichten die totnogtoe onvoldoende belangstelling hebben gekregen: de omstandigheden, collectieve en individuele, waarin de productie georganiseerd en tot stand is gekomen. (A) ; de contemporaine kunstmarkt in zijn meest brede betekenis: een studie van de opdrachtgevers en van de manier waarop het kunstobject functioneert in de verschillende maatschappelijke ''niches" (B) ; de verspreiding vanaf de 17de eeuw van de vlaamse schilderijen over europa, later de wereld en de partiële hergroepering ervan in muscale en andere collecties, waarvan de mechanismen dienen te worden onderzocht. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geschiedenis Onderzoekers: • HUGO SOLY • CARL VAN DE VELDE Strafuitvoering in Vlaanderen 1796-1940 : een sociologische, criminologische en historische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het historisch-ciminologisch onderzoek kent de laatste jaren een bloeiperiode in de ons omringende Angelsaksische landen. Binnen dit onderzoeksveld neemt de 19de en 20ste eeuw een steeds nadrukkelijkere plaats in. In België staat het onderzoek naar de geschiedenis van de straftoemeting, de strafuitvoering, het strafrechtelijk beleid in zijn geheel, echter nog in de kinderschoenen. Over het sociaal en criminologisch profiel van de (19de-eeuwse) gedetineerdeis zogoed als niets gekend. Op een ogenblik dat de archieven van de penitaire instellingen en tehuizen voor bijzondere jeugdzorgop systematische manier geprospecteerden aan de rijksarchieven worden overgedragen is de tijd rijp om deze voor het historisch criminologisch onderzoek uitermate belangrijke bronnen toegankelijk te maken en te betrekken in een onderzoek naar de strafuitvoering. Organisaties: • Criminologie Onderzoekers: • SONJA SNACKEN Tensionele ruimte en creativiteit Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt wat men een archeologie van de 'tensionele' ruimte zou kunnen noemen in de literatuur en de poëzie in het bijzonder, maar ook in de creatieve en artistieke expressievormen in het algemeen. Het eerste jaar wordt het concept ruimte bestudeerd volgens de fenomenologie en meer bepaald in het werk van Husserl, Heidegger, Bachelard, Merleau-Ponty en Ingarden. Het tweede jaar komen de taalopvattingen i.v.m. ruimtebeleving aan de orde in de semiotische theorieën van Eco, Greimas en Fontanille. Het derde jaar wordt het onderzoek naar de 'tensionele ruimte' toegepast en de kenmerken ervan bepaald aan de hand van het poëtisch werk van Verhaeren, Maeterlinck en Cocteau. Het laatste jaar worden de resultaten van de vorige studies vergeleken met een analyse van de 'tensionele' ruimtelijkheid in de kunstkritiek van Verhaeren, in de illustraties van Minne en Spilliaert van het werk van Maeterlinck en in het grafisch werk van Cocteau. Organisaties: • Esthetica, Verbeelding en Creatie Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS Concept Design of Electric Vehicles Acceptable into the Universal Society Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving Onderzoekers: • Dirk van Gogh Vlaamse luik van het project Corpus gesproken Nederlands. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Nederlands-Vlaamse programma Corpus Gesproken Nederlands heeft tot doel een verzameling van ongeveer 10 miljoen gesproken woorden samen te stellen. Op technologisch vlak is een dergelijk corpus essentieel voor de verdere ontwikkeling van Nederlandstalige automatische spraakherkenning, en helpt op deze manier de toekomst van het Nederlands als cultuurtaal in het veeltalig Europa veilig te stellen. Het Corpus Gesproken Nederlands is ook voor andere onderzoeksgebieden van bijzonder belang. Voorbeelden zijn lexicografie, taalonderwijs, spraak- en taalontwikkeling bij kinderen, sociolinguïstiek, psycholinguïstiek, fonetiek/fonologie en conversatieanalyse. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis Een dramaturgie van het geheugen. de herinnering, een analyse van het beeld in het theater en de performance(kunsten) en een toepassing ervan op Wielopole Wielopole van tadeusz Kantor Hogeschool Gent Abstract: de bedoeling is om een dramaturgie te ontwikkelen die het mogelijk maakt om het proces van de maker en de kijker (in casu ik) van een theater en/of performance te analyseren op basis van de gemeenschappelijkheid van het geheugen en de herinneringen en dit toe te passen op het werk van Kantor en specifiek Wielopole Wielopole. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Kunstpedagogiek Onderzoekers: • André Lefèvre De ballingschap in het werk van Augusto Monterroso vanuit intertextueel perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt het thema van de ballingschap onderzocht in het volledige werk van de Guatemalteekse auteur Augusto Monterroso die reeds vijftig jaar in Mexico verblijft. Daarbij wordt dieper ingegaan op verwante begrippen zoals diaspora, verschuiving, dislocatie, 'rizomatische identiteit', hybride cultuur en het Spaanse 'desexilio'. Het onderzoek behandelt de ballingschap in verschillende fases of aspecten: nationale identiteit, vervreemding (nostalgie en melancholie), 'perpetuum mobile', acculturatie en terugkeer. Studies over intertextualiteit vormen de methodologische basis van dit onderzoek. Organisaties: • Spaans • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Rita De Maeseneer • An Van Hecke Ondernemersschap en ondernemers-strategieën te Antwerpen tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project stelt zich tot doel inzicht te verschaffen in het belang van diverse (aan ruimte, tijd en persoonlijke elementen gebonden) factoren in het economische ontwikkelingsproces van de stad Antwerpen tijdens de negentiende eeuw. Dit gebeurt aan de hand van de studie van een groep ondernemers, geselecteerd op basis van welstand in het begin van de negentiende eeuw, wiens loopbaan in de loop van de negentiende eeuw wordt gevolgd. Organisaties: • CENTRUM VOOR BEDRIJFSGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Hilde Greefs Exegi monumentum. Lokale en nationale identiteit in de kunst-en handelsmetropool Antwerpen (1830-1914). Universiteit Antwerpen Abstract: De oprichting van publieke monumenten en de inhuldigings- en herdenkingsfeesten die hiermee gepaard gingen, worden als uitgangspunt gebruikt voor de studie van de identiteitsvorming in Antwerpen in de periode 1830-1914. .Het onderzoek wil concreet nagaan welk zelfbeeld de Antwerpse stedelijke samenleving in deze periode ontwikkelde, hoe dit identiteitsvormingsproces gestalte kreeg, hoe het evolueerde en welke verklaringsgronden hiervoor kunnen aangehaald worden. Organisaties: • CENTRUM ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Alfons Thijs • Ben Croon De linkse Nietzscheanen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel Nietzsche als conservatieve en zelfs reactionaire denker op politiek vlak en als elitist op cultureel vlak doorgaat, en terecht, heeft hij een niet te onderschatten invloed op linkse denkers uitgeoefend. Ons project wil die paradox analyseren en een onderzoek naar de identiteit van die denkers doorvoeren. Wij beschouwen als linkse Nietzscheanen de linkse denkers die positief op Nietzsche reageren en bepaalde van zijn thema's opnemen. Daarbij zal de notie links gedefinieerd en de confrontatie tussen de linkse positieve en negatieve receptie van Nietzsche ontleed moeten worden. De linkse Nietzscheanen zullen verder diachronisch en synchronisch met elkaar vergeleken worden. De vraag zal ook gesteld worden of postmoderne interpretaties van Nietzsche zijn perspectivisme hernieuwd of verrijkt hebben. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • MAURICE WEYEMBERGH Een studie van de personificaties in de poëzie van Guido Gezelle. Universiteit Antwerpen Abstract: Van alle tropen in Guido Gezelles poëzie, komt de personificatie het vaakst voor. Deze studie beoogt een grondig onderzoek van de functie van de verschillende soorten personificaties in Gezelles poëtica. Daartoe wordt een theoretisch kader ontwikkeld dat toelaat de personificatie te definiëren, de verschillende vormen van de personificatie (prosopopeia, apostrofe, allegorie) te detecteren, literair-historisch te situeren en op te nemen in de hermeneutiek. Via dat kader wordt Gezelles poëzie (opnieuw) gelezen en wordt onderzocht wat er het vaakst wordt gepersonifieerd en waarom, wat het belang is van de personificatie, welke de intertekstuele en historische referenties ervan zijn en of de stijlfiguur aan bod kan komen om Gezelles oeuvre literair-historisch te situeren. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Bart A.G. Vervaeck • Piet Couttenier Etniciteit en conflict in Centraal-Afrika (BVO 1998-project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds ca. 1990 wordt zwart Africa geteisterd door een golf van gewelddadige coflicten: Somalia -, Liberia, Sudan, Rwanda,.. De oorzaken van deze conflicten kunnen verklaard worden door diverse factoren, maar over het algemeen worden daarbij begrippen in de mond genomen zoals 'etniciteit' , 'taal', 'religie'. Etniciteit, taal en relegie verwijzen naar zeer complexe concepten, die zelf de resultante van variêrende of variabele verhoudingen zijn. Bovendien vertonen zij onderlinge relaties die van geval verschillend kunnen zijn. Deze interacties zijn vaak bepalend voor het intensifiëren of neutraliseren van conflictsituaties. Zo kan het gebruik van lingua franca in bepaalde omstandigheden etnisch conflict neutraliseren, terwijl het gebruik van een bepaalde taal eveneens kan dienen om een identiteit te affirmeren. Etniciteit vormt op zichzelf meestal geen rechtstreekse oorzaak van conflicten. Etniciteit is veelal een element dat gebruikt wordt om in een conflict van economische, sociale of andere aard krachten te verzamelen en actie te voeren. In gebieden, waar zich een aanzienlijke vermenging tussen volkeren met uitéénlopende socio-culturele en economische organisatievormen heeft voorgedaan kunnen tegenstellingen en belangenstrijd gemakkelijk in termen van 'etnie' worden vertaald om politieke doelstellingen te dienen. Zo slaagden de Rwandese tegenelites er op het einde der jaren '50in , hun klassebelangen en sociale strijd voor emancipatie als de etnische beweging van heel een volk voor te stellen, en aldus het machtsmonopolie van een elite onder de Tutsi's te breken. Anderzijds kunnen dergelijk etnisch discours en de aan etnie toegeschreven tegenstellingen ook getemperd worden door een aantal factoren, zoals: 1) economische ontwikkeling of het bieden van econmische waarborgen. 2) het onderkennen van een gemeenschappelijke vijand of uitwendige bedreiging.3) een terk machtsapparaat dat de homogenisering van de samenleving bevordert, 4) het gebruik van taal, meer bepaald een neutraliserende lingua france. Taal is mede één van de belangrijkste elementen van identificatie van sociale groepen. Identificatie gebeurt in de regel adhv criteria, die onderling verschillen naar gelang de context waarin zij worden aangewend. Een individu heeft verschillende identiteiten, die relevant zijn in bepaalde contexten: falilie,clan,...; Taal is echter evenzeer een communicatiemiddel tss verschillende groepen en in deze hoedanigheid kan zij, naargelang van de omstandigheden, zowel een conflictsversterkende als een temperende rol spelen. Organisaties: • Metajuridica Onderzoekers: • JAN GORUS Taal, macht en identiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: De relatie tussen taal, macht, en identiteit wordt onderzocht met het oog op de sociale, politieke, en ideologische fenomenen verbonden aan observeerbare discursieve patronen, taalregimes, en taalhierarchiën, in het bijzonder in diverse institutionele contexten. Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Jozef Verschueren Grondslagen van Kunst en Wetenschap. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project willen we de samenhang tussen kunst en wetenschappen zowel filosofisch, cultuursociologisch, historisch als economisch onderzoeken. Het project bestaat uit vier luiken, die evenwel samen een onlosmakelijk geheel vormen: (1) Ontgrenzing van kunst en wetenschap, waarin we peilen naar de mogelijkheidsvoorwaarden om kunsten en wetenschappen te zien als gelijkaardige intellectuele en creatieve activiteiten; (2) De relatie tussen beeld en realitiet, waarin we onderzoeken welke "modes" kunsten en wetenschappen hanteren om de werkelijkheid te representeren; (3) Historische wereldbeelden, waarin we de historische samenhang tussen kunsten en wetenschappen willen conceptualiseren; en (4) Kunst en economie, waarin we de samenhang tussen economische wetenschap en esthetica enerzijds, en economie en de kunstensector anderzijds, aan een onderzoek onderwerpen. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN 'Biografieloosheid als levenshouding'. Autobiografie als zelfenscenering in het proza van Friederike Mayröcker. Een poststructuralistische tekstanalyse en haar theoretische consequenties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek concentreert zich op het werk van de Oostenrijkse schrijfster Friederike Mayröcker, over wie nauwelijks serieus secundair materiaal bestaat. Het project heeft twee doelstellingen: een literatuurwetenschappelijke analyse maken van haar prozawerk sinds 1988, en een bijdrage leveren tot de theorievorming over autobiografisch schrijven. Na een grondige studie van de bestaande feministische en poststructuralistische theorieën, wordt een close reading uitgevoerd van vijf prozawerken van Mayröcker. Daarbij worden volgende elementen onderzocht: de subjectvorming van het schrijvende ik; het lichaam als epistemologische kracht; ( deconstructie van de ) autobiografie als biecht; het retorische spel met de lezer. De bevindingen van dit onderzoek leiden tot een aanvulling op en een verfijning van de bestaande theorieënover autobiografisch schrijven. Het geheel wordt geconcipieerd als een monografie over Friederike Mayröcker. Uitgaand van de titel van het project werd tot nu toe voornamelijk aandacht besteed aan de betekenis van het begrip Selbsterfindung voor het proza van Friederike Mayröcker. Ik concentreerde mij daarvoor in de eerste plaats op het boek mein Herz mein Zimmer mein Name. Tijdens het onderzoek vond een voortdurende wisselwerking plaats tussen de lectuurervaringen bij het lezen van dit boek en het theoretische kader dat ik opstelde. Er werd gestart met een onderzoek naar de relatie tussen de narratieve structuur van het boek en de manier waarop het subject vorm aanneemt doorheen de tekst. Al snel werd duidelijk dat beide componenten eigenlijk samenvallen: de opbouw van de tekst vormt tegelijk de contouren van het ik dat die tekst uitspreekt/schrijft. De tekst is met andere woorden een portret, een gelaats- of lichaamsafdruk als het ware, van het ik. Deze bevinding vertoont overeenkomsten met het begrip prosopopoeia, dat volgens Paul de Man ('Autobiographie als Maskenspiel') in het centrum van de autobiografie staat. De afdruk is een afdruk van een afwezig lichaam, een dodenmasker. Deze bevinding, gekoppeld aan de interpretatie dat het boek een - weliswaar illusionaire - poging onderneemt om het tijdsverloop, en daarmee de komende dood, op te heffen, kan ertoe leiden dat we voor dit prozaboek van Mayröcker de term autobiografie vervangen door thanatografie. Het illusionaire karakter van de poging om het tijdsverloop op te heffen vormde het uitgangspunt van het onderzoek sinds maart 2000. In Mayröckers tekst lijken twee tegenovergestelde krachten, gekoppeld aan twee uiteenlopende poeticale opvattingen, aan het werk. Enerzijds hanteert de auteur een vorm van experimenteel schrijven, met haast mechanische productiemethodes waarin de uniciteit van de auteur verdwijnt; anderzijds hangt de auteur een idee van auctoriele inspiratie, van 'bevlogenheid' aan. Het resultaat is een narratieve structuur waarin een strijd woedt tussen metafysica-kritiek en een metafysisch verlangen. Maar het blijft niet bij een strijd, Mayröckers schriftuur ontwerpt ook alternatieven die deze dichotomie opheffen en die zich niet laten definiëren met de aan deze dichotomie inherente kenmerken. Het analyseren zowel van de voornoemde tegenstelling als van haar alternatieven nam een flink stuk van het jaar 2000 in beslag. Samengevat ligt de belangrijkste opdracht voor de komende twee jaar in de analyse van vier andere prozaboeken van de auteur. De voorbije anderhalf jaar werd voornamelijk besteed aan de uitbouw van een theoretisch kader dat zich kon plooien naar de specifieke eigenschappen van Mayröckers schriftuur, zoals die in haar boek mein Herz mein Zimmer mein Name tot uiting komen. Zoals blijkt uit de vorderingsstaat van het onderzoek bleek de confrontatie tussen dit boek en het theoretische kader uiterst vruchtbaar te zijn voor het openen van toegangswegen tot Mayröckers eigenzinnige werk. Daarom wordt dit kader grotendeels meegenomen voor de analyse van de vier andere werken (Reise durch die Nacht, Das Herzzerreißende der Dinge, Stilleben en Lection). Echter, vermits deze werken onderling grote structurele verschillen vertonen (waar mein Herz mein Zimmer mein Name als één doorlopende zin is geconcipieerd, bestaat bijvoorbeeld Das Herzzerreißende der Dinge uit een opeenvolging van korte genummerde fragmentarische hoofdstukken; Stilleben op zijn beurt onderscheidt binnen de verschillende hoofdstukken nog eens aparte momentopnames, enz.), zal ook dit kader naar gelang van het onderzochte boek gemodificeerd moeten worden. Het gehele verdere onderzoek zal blijven draaien rond de begrippen 'ik', 'zelf', 'subject'. Daarom zal tot slot teruggekoppeld worden naar de, al dan niet feministische, poststructuralistische theorievorming rond de autobiografie en zal de vraag beantwoord worden in hoeverre het zinvol is om voor Mayröckers specifieke manier van Selbsterfindung de term autobiografie te behouden. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy The Quseir al-Qadim Project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Quseir al-Qadim project is een 4-jarig multidisciplinair Brits project van de University of Southhampton in samenwerking met het "centrum voor de studie van de Griekse en Latijnse documenten" van de VUB. Het doel is het archeologisch onderzoek van de antieke site van Myos Hormos, één van de belangrijkste havens uit de Grieks-Romeinse oudheid. Het was, samen met Berenike, het knooppunt van de handel van Rome met het Oosten: import van parels, peper, zijde, geneesmiddelen en exotische kruiden in ruil voor glas, textielen, luxe-ceramiek en edele metalen, maar ook menselijke cargo's, zoals zingende knapen en meisjes, bestemd voor Indische Potentaten. De site werd summier onderzocht in 1978, 1980 en 1982. Nieuwe opgravingen zijn dringend nodig wegens - en als onderdeel van - de razendsnelle ontwikkeling van Quseir. De opgravingen zullen in februari 1999 sarten en telkens twee weken duren. Op basis van vroegere beperkte campagnes kunnen we verwachten een massa geschreven Griekse en Latijnse documenten, papyri, en ostraka, te vinden in verband met de organisatie van de handel met Indië. De behandeling en de studie hiervan en van de munten zijn toevertrouwd aan het VUB-centrum GRLD. Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • WILFRIED VAN RENGEN Weerbaar, weerspannig of crimineel? Meisjes en jonge vrouwen tussen emancipatie en delinquentie in het interbellum. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit interdisciplinair onderzoek stelt een kwalitatieve aanpak van de problematiek van meisjescriminaliteit tijdens het Interbellum voor en heeft tot doel clichés ivm. de aard, omvang en vermeende stabiliteit van vrouwelijke delinquentie te toetsen. Drie werkhypothesen worden in functie hiervan centraal gesteld. Allereerst wordt niet alleen gekeken naar het officiële, institutionele kader, het optreden van politie en justitie, maar ook naar alternatieve correctiecircuits en de rol van ouders en aanverwanten. Daarnaast moeten de nodige nuances worden aangebracht ivm. de aard van de gepleegde misdrijven (aandacht voor bvb. verbaal geweld en het "backstage" opereren van vrouwen, differentiatie van vermogenscriminaliteit), en de sociale dimensies en de specifieke sectoren waarin jonge vrouwen kunnen terechtkomen in kaart worden gebracht. Tenslotte wordt naar verklaringen gezocht voor fluctuaties in de tijd, rekening houdend met de veranderende percepties en verwachtingspatronen enerzijds en de sociaal-economische en culturele evoluties tijdens het Interbellum anderzijds. Ook op het methodologische vlak wordt een nieuwe invalshoek gehanteerd omdat systematischgekeken wordt naar alterbatieve correctiemechanismen van formele en informele aard en omdat alle fasen van de werking van politie en justitie in kaart worden gebracht. Door middel van een steekproef zullen een aantal geïndividualiseerde dossiers, die worden samengesteld op basis van politionele en juridische stukken (vonissen, getuigenverslagen) m.b.t. Antwerpen, gevangenisarchieven, weerhouden en verwerky worden zodat een multidisciplinaire aanpak verzekerd wordt. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Criminologie Onderzoekers: • CHRISTIAN ELIAERTS • CATHARINA LIS De Belgische opgravingen in Lehun. Een vroege bronstijdnederzetting in Centraal-Jordanië Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het multidisciplinair en internationaal onderzoek in dit project wordt geleid naar de geschiedenis en ontwikkeling van de Jordaanse nederzettingen in de vroege bronstijd. Hiertoe zullen de resultaten van de opgravingen van Lehun (district Madaba) vergeleken worden met deze van de enige reeds opgegraven nederzettingen te Jawa (N-Jordanië) en Bab edh Dhra (Lisan vlakte). Lehun is de enige bekende nederzetting uit de vroege bronstijd IA-B (3200 - 3000v.Chr.) voor het bijbelse Moab-gebied. De voorbereidende werkzaamheden (prospectie van het plateau, gedetailleerde topografische plannen en geomorfologisch onderzoek) hebben uiteindelijk aangewezen dat de sectoren C1 (nederzetting) en B3 ( necropool) uitermate veelbelovend zijn. De opgravingen van deze sectoren zou een baanbrekende bijdrage zijn van onze universiteit tot de kennis van de vroege bronstijd in Jordanië op chronologisch, cultureel en paleo-ecologisch vlak. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • DENYSE FREDERICQ De morele implicaties van de ontologische status van personen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft tot doel een grondslagenonderzoek uit te voeren naar de verschillende percepties en benaderingswijzen in de literatuur betreffende het probleem van niet-bestaande personen. Alle ethische theorieën blijken tekort te schieten op het ogenblik dat domeinen worden benaderd waarin ook niet-bestaande personen als moreel relevant worden beschouwd. De belangrijkste doelen van dit project zijn: (1) het aanbrengen van een structuur zowel in de verschillende modale categorieën ( mogelijk, toekomstig, potentieel, gewezen, enz.) als in de criteria waarmee de categorieën worden onderscheiden; (2) het zoeken naar een gemeenschappelijk kader door de inconsistenties in de verschillende benaderingen te elimineren; en (3) het verduidelijken van de principes en concepties die ten grondslag liggen aan de verschillende filosofische perspectieven. Drie filosofen zijn toonaangevend in deze discussie: Derek Parfit, Jan Narveson en Joel Feinberg. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de problematiek, zullen alle domeinen waarin wordt gewerkt met niet-bestaande personen worden bestudeerd: (1) milieuproblematiek; bevolkingsproblemen en toekomstige generaties; (2) prenatale diagnose en "wrongful birth" situaties; (3) bestaansinducerende handelingen en medisch geassisteerde voortplanting; (4) postmortale schade en rechten. Het onderzoek zal worden uitgewerkt m.b.v. de methode van het brede reflectieve evenwicht (J. Rawls, N. Daniels, K. Nielsen). Het is een dynamisch coherentiemodel waarbij wordt gestreeft naar een integratie van drie grote componenten: morele oordelen en intuïties, morele principes en relevante achtergrondtheoriën. De methode vergroot de mogelijkheid om een rationele keuze te maken tussen concurrerende morele concepties. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JOHAN STUY Oorlog, gerecht en sociaal-economische consensus : België na de eerste en na de tweede wereldoorlog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt het proces van consensusvorming rond sociaal-economische politiek tijdens een vijandige bezetting en de weerslag daarvan op de repressie van de economische collaboratie na de oorlog. Speciale aandacht gaat uit naar de rol van de sociaal-democratie en de opstelling en de politiek van de magistratuur. Deze problematiek wordt benaderd aan de hand van een analyse van de Eerste en Tweede Wereldoorlog en de naoorlog in België. Hierbij wordt een internationaal vergelijkend perspectief gehanteerd. De hoofdvraag daarbij is in hoeverre de ervaring van de Eerste Wereldoorlog de opstelling van de industriëlen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de repressie heeft beïnvloed. Organisaties: • Metajuridica Onderzoekers: • MICHEL MAGITS Strafuitvoering in Vlaanderen 1796-1940 : een sociologische, criminologische en historische benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bedoeling van dit project is een historisch-criminologisch langetermijn onderzoek te verrichten naar het ontstaan en de ontwikkeling van de strafuitvoering in Vlaanderen sinds de Franse Tijd tot aan de vooravond van de repressie periode (1944-1945).Het project steunt daarbij in belangrijke mate op de steekproefgewijze bevraging van het Belgisch penitentair archief voor dezelfde periode. Drie concrete onderzoeksvragen structureren het onderzoek : (1) welke ideeën worden er in het negentiendeeeuwseBelgië ontwikkeld ten aanzien van criminelen-delinquenten en hun (strafrechterlijke) bestraffing?; (2) wie is de 19de eeuwse gedetineerde of wat is het profiel van deze gedetineerde en hoe verandert dit?; (3) hoe wordt er gestrafd of hoe ontwikkeld de penitentiare praktijk zich in de loop van de 19de eeuw en hoe verhoudt de ideale en verkondigde gevangenis zich tot de penitentiare praktijk? Deze aanvraag betreft een co-financiering van een toegekend FWO-project, waarvan een copie in bijlage wordt toegevoegd. Organisaties: • Criminologie Onderzoekers: • SONJA SNACKEN De logica van Willem Stanley Jevons (1835-1882) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een vorig OZR-project (1971131490) leverde (onder meer) een schat aan ongepubliceerd materiaal op met betrekking tot de logica van William Stanley Jevons. Dit project is gericht op de verwerking van dit materiaal, en dient onder meer ter financiering van een nieuw bezoek aan de Jevons-archieven. Meer bepaal komen volgende thema's aan bod in dit project: (1) De conceptie en werking van Jevons' logische abacus, (2) De rol van Jevons bij het prioriteitsdebat omtrent de kwantificatie van het predicaat, (3) Jevons' kritiek op de logica van Mill, (4) Jevons en Boole over probability theory, (5) Universality of method bij Jevons en Boole, (6) De relatie tussen Jevons en Peirce. Met dit project willen we enerzijds nog meer ongepubliceerd materiaal verzamelen, en anderzijds dat materiaal verwerken in internationale publicaties. Organisaties: • Economisch, Monetair en Financieel Beleid Onderzoekers: • DIRK FRANTZEN Status van de intellectuele vrouw in de 17de eeuw: de correspondentie van Anna Maria van Schurman (1607-1678). Editie, vertaling en commentaar. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Anna Maria van Schurman was de eerste vrouw die semi-officieel les volgde aan een Universriteit, te weten de Utrechtse Hogeschool (de UNiversiteit Utrecht). Als jong meisje beheerste 12 talen (o.a. Latijn, Grieks, Hebreeuws,...) en ze bezat een diepgaande kennis over de klassieke en eigentijds literatuur. Haar brieven, die nooit gepubliceerd werden in een moderne kritische uitgave - heel wat van haar brieven werden helemaal niet gepubliceerd, nooit vertaald of zelfs maar geïnventarizeers - bevatten essentiële informatie over deze geëngageerdeschrijfster en haar tijdgenoten. Tal van haar brieven bevatten belangrijke passages m.b.t. de sociale en culturele context, filosofische essay's of wetenschappelijke uiteenzettingen en kunnen beschouwd worden als de spiegel van haar tijd, als de belangrijkste bron voor de studie van de positie van de intelectuele vrouw in de 17de eeuw. Anna Maria van Schurman was een humaniste. Haar intellectuele erfenis kan niet beperkt worden tot één enkel wetenschapsgebied. Dit kan een verklaring bieden voorhet interdisciplinair karakter van de uitgave van haar correspondentie en het belang ervan binnen het domein van de vrouwenstudies. Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • RUDOLF DE SMET Jongeren tussen opleiding en werk in Brabantse en Vlaamse steden, 1500-1800: sociale, culturele en economische aspecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vele stedelijke jongeren - vooral maar niet uitsluitend jongens - verlieten tijdens de vroegmoderne periode het ouderlijk huis om in het atelier van een ambachtsmeester een opleiding te krijgen, met als doel zelf een geschoolde ambachtsman te worden en in de hoop zich ooit als zelfstandige meester te kunnen vestigen. Het is evident dat het leerlingstelsel impact had op vele verschillende gebieden van het sociale en culturele leven, en dat ht tevens belangrijke consequenties had voor het functioneren van stedelijke economieën. Doel van de promotors is licht te werpen op de sociale, culturele en economische dimensies van het leerlingstelsel en de veranderingen die daarin plaatsvonden tijdens de vroegmoderne periode, met bijzondere aandacht voor de vraag welke de consequenties waren van het samenvallen, zowel ruimtelijk als temporeel, van leren, werken en wonen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Pedagogiek en Orthopedagogiek • Geschiedenis Onderzoekers: • FRANKY SIMON • CATHARINA LIS • HUGO SOLY • Bert DE MUNCK De levensavond van Justus Lipsius : werken en briefwisseling van de latere Leuvense periode (1601-1606) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De concrete resultaten beoogd met het ingediende project : a) Een synthetische biografie van de oudere Lipsius, zoals reeds omschreven ; b) Een uitgave met vertaling en commentaar van beide onuitgegeven en onbestudeerde traktatenvan Lipsius, en een synthetische studie van deze werken in de context van Lipsius' oeuvre ; c) De publicatie in de ILE-reeks van de correspondentie van het jaar 1601 en volgende . Concreet plannen wij drie volumes persklaar te maken . Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • RUDOLF DE SMET De levensavond van Justus Lipsius: werken en briefwisseling van de latere Leuvense periode (1601-1606) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De concrete resultaten beoogd met het ingediende project : a) Een synthetische biografie van de oudere Lipsius, zoals reeds omschreven ; b) Een uitgave met vertaling en commentaar van beide onuitgegeven en onbestudeerde traktatenvan Lipsius, en een synthetische studie van deze werken in de context van Lipsius' oeuvre ; c) De publicatie in de ILE-reeks van de correspondentie van het jaar 1601 en volgende . Concreet plannen wij drie volumes persklaar te maken . Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • RUDOLF DE SMET Moderniteit en de onttovering: het filosofische debat over de secularisatie in Duitsland tussen 1920 en 1985 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project onderzoekt de betekenis van het begrip "secularisatie" aan de hand van de werken van Hegel en M. Weber, met de bedoeling de hoofdthesen af te zonderen en de actualiteit ervan te thematiseren. Aan de hand van een zestal Duitstalige auteurs wordt het secularularisatiedebat in Duitsland tussen 1925 - 1985 systematisch en vergelijkend gereconstrueerd. Daarbij komen belangrijke onderwerpen aan bod, zoals de legitimiteit van de moderne geschiedenis, van de lekenstaat en van een maatschappij gebaseerd op wetenschap en techniek. Het ideeënhistorische onderzoek is een voorbereiding op de actualisering van de secularisatie-these naar de toekomst toe: welke betekenis hebben de ideeënhistorische filosofische begrippen voor ons hedendaags wereldbeeld waarin ruimte wordt gecreëerd voor wetenschappelijk synthese, zingeving en moraliteit? Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JOHAN STUY Van strategische competentie naar autonoom leren. Vreemdetaalverwervingsprocessen en taalbewustheid Vrije Universiteit Brussel Abstract: De klemtoon op gebruik van strategieën bij processen van vreemdetaalverwerving en -verwerking heeft geleid naar belangstelling voor de graad van bewustheid bij die processen. Als de taalverwerver haar/zijn strategische competentie wil beïnvloeden moet er tenminste een fase van bewustheid zijn, om de eigen compententie te kunnen beoordelen (intro- en retrospectie) en eventueel te optimaliseren. Uit het onderzoek tot nu toe blijkt, dat men niet zonder meer van 'ideale' strategieën kan uitgaan. De persoonlijkheid van de leerling, haar/zijn motivatie, de situatie en de taak spelen steeds mee. Als het verwervingsproces gedeeltelijk (of na de verwerving van een zekere basiskennis helemaal) autonoom wordt georganiseerd, kan de leerling het verwervingsproces beter aan de eigen persoonlijkheid aanpassen en krijgt zij/hij meer verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Dat verhoogt de motivatie. Bij het onderzoek gaat het enerzijds om het verder ontwikkelen van lesmateriaal voor het autonoom leerproces, waarbij de nadruk op bewustmaking van het eigen strategiegebruik ligt, en anderzijds om een onderzoek naar hoe leerlingen dat eigen leerproces organiseren en ervaren. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • MADELINE LUTJEHARMS De Vlaamse Beweging(en) in Brussel/de Vlaamse beweging(en) én Brussel (1945-1993) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek naar de politieke vertegenwoordiging van de Brusselse Vlamingen op lokaal vlak-dat binnen het Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel wordt uitgevoerd en door het FWO werd gehonoreerd - zal eind 1998 worden afgerond. De Brusselse Vliaminge, een groep die inde pers en ook in de wetenschappelijke literatuur tot dan toe vooral kwantitatief benaderd werd, zal dan wat hun aanwezigheid in de lokale verkiezingen betreft, een duidelijk gezicht hebben gekregen. Een reconstructie van de Vl. politieke aanwezigheid in Brussel kan echter pas volledig genoemd worden, wanneer ook de drukkingsgroepen en politieke partijen bij het onderzoek worden betrokken. Bij de opmaak van de 'Nieuwe Encyclopedie van de Vl. Beweging' is tevens gebleken dat een degelijke analyse van de Vl. Drukkingsgroepen en politieke formaties in en om Brussel voor de naoorlogse periode nagenoeg ontbreekt. Met deze aanvraag willen we een onderzoeksproject voorstellen om deze leemte in te vullen. Op basis van een analyse van enerzijds de Vl. buitenparlementaire verenigingen en anderzijds de Vl. politieke partijen zal getracht worden de positie van de Vl. Beweging(en) ten opzichte van de Brusselse problematiek na te gaan voor de periode van 1945 tot 1993. Vragen naar de wisselwerking tussen de partijen en de niet-partijgebonden organisaties, naar de ideologische invulling die zij gaven aan hun beweging(en) en naar het referentiekader waarbinnen hun perceptie werd gevormd zijn daarbij aan de orde. Ook de invloed en de houding van deze Vl. Bewegingen ten aanzien van het beleid en de reacties op Franstalige straegieën ten aanzien van Brussel maken deel uit van de vraagstelling. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis Onderzoekers: • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE • ELS WITTE Linguistische en psycholinguïstische determinanten van de doeltreffendheid van expliciete instructie in tweedetaalverwerving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek tracht op een experimentele wijze na te gaan in welke mate en onder welke omstandigheden expliciete instructie over grammaticale structuren van een tweede taal de verwerving van impliciet kennis van die taal (gunstig) beïnvloedt. Om deze invloed na te gaan zal een algemene hypothese getest worden. Daarna zullen wij ons toespitsen op de structuren en regels. Hiervoor zullen wij gebruik maken van een aantal onafhankelijke linguïstische en psycholinguïstische variabelen. Voor de te leren structuren zijn dat (a) de linguïstische-typlogische gemarkeerdheid en (b) de contrastieve gemarkeerdheid. Voor de te leren regel zijn dat (a) haar betrouwbaarheid en (b) haar psycholinguïtische complexiteit. Voor elk van de vier variabelen hebben wij een hypothese geformuleert die d.m.v. een experimenteel design zullen onderzocht worden in een klascontext waarbij het type expliciete instructie constant gehouden wordt. Er zullen dus 6 groepen van 20 personen elk getest worden die twee controle conditites en 4 experimentele condities vertegenwoordigen. Organisaties: • Germaanse Talen • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN Intermedialiteit in literatuur en podiumkunsten Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project theoretiseert in eerste aanleg de multimediale interacties binnen en tussen teksten en voorstellingen, op thematisch/discursief, narratief, dramaturgisch en theatraal niveau, met oog zowel voor de productieve als receprieve kant. Omdat deze interacties vooral draaien rond tekst, beeld en lichaam, dienen literairwetenschappelijke methodes en semiotiek aangevuld te worden met een gemengde fenomenologie van het lichaam en het beeld, in een poging om het multimediale onderzoeksvoorwerp vollediger te vatten. Afgezien van de noodzaak van een beter aangepaste en deels vernieuwde methodologie, vormen de kwestie van aard en graad van participatie en kritische maatschappelijke interventie via een door de media beheerste kunst voorlopige knelpunten van het onderzoek. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • JOHAN CALLENS In welke mate zijn gesprekken in literaire teksten afhankelijke van gender-specifieke variabelen? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling dialogen tussen mannen en vrouwen in recente literaire teksten vanuit het gender-perspectief discoursanalytisch te analyseren. In 1999 - in het eerste jaar van het project - hebben de leden van de werkgroep zich vertrouwd gemaakt met de recente literatuur over (feministische) discoursanalyse. In 2000 hebben zij gesprekken in vertelproza van vrouwelijke Zwitserse auteurs uit de jaren 1970 tot 2000 geanalyseerd. Er bleek dat niet alle werken van het tekstcorpus optimaal geschikt zijn voor dit onderzoek omdat er maar relatief weinig dialogen in voorkomen en omdat vele gesprekken op monologen lijken. In 2001 heeft de groep zich op de analyse van populaire literatuur geconcentreerd en ook literaire werken van mannen bij het onderzoek betrokken. Over dialogen in literaire prozawerken is er nog niet veel gender-specifiek onderzoek verricht; dankzij de steun van de OZR kan de werkgroep pionierswerk verrichten. De onderzoeksgroep is interuniversitair en biedt een wetenschappelijk forum aan doctorandi Duitse taal- en letterkunde uit het hele land. Het project is interdisciplinair: taal- en letterkundigen werken actief mee in deze onderzoeksgroep. Op die manier kan de groep bijdragen tot het overbruggen van de kloof tussen taal- en literatuurwetenschap. In 2000 heeft de groep driemaal vergaderd. Er werden teksten van Zwitserse schrijfsters geanalyseerd. S. Bossaert gaf een lezing over de resultaten van haar licentieverhandeling over 'Taal en gender. Linguïstische analyse van de interactie in de schoolklas en bij een vrouwelijke arts'. In de tweede helft van het jaar 2000 bleek het noodzakelijk het tekstcorpus uit te breiden en wat meer te variëren dan oorspronkelijk gepland. Er is meer tijd nodig om meer teksten van uiteenlopende aard te analyseren. De tot nu toe behaalde resultaten zijn interessant en veelbelovend. Bovendien biedt de onderzoeksgroep een goed forum aan jonge onderzoekers Duitse taal- en letterkunde uit het hele land. Graag zou de onderzoeksgroep het onderzoek in de komende jaren verder willen uitdiepen en de resultaten in 2002 openbaar bekend maken in het kader van een colloquium en een wetenschappelijke bundel van de proceedings. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy Het Nederlands in Brussel: een kwalitatief onderzoek op basis van netwerkanalyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is een voortzetting van het onderzoek "taalverhoudingen, taalverschuivingen en (taal)identiteit in Brussel" (BRUT), dat, onder leiding van prof. dr. Baetens Beardsmore en prof. dr. De Metsenaere in 1996 werd gehonoreerd via onderzoeksprogramma humane wetenschappen (zgn. Van Den Brande gelden), maar waarvan het micro-linguistische deelonderzoek door personeels- en administratieve problemen pas in januari 1998 aangevat is en reeds eind december afloopt. Het hier voorgestelde project beantwoordt aan de grote nood die er heerst om de Brusselse taalstructuren in kaart te brengen. Het onderzoek bestaat uit een kwalitatieve analyse van het gebruik van het Nederlands in Brussel. Omdat taalgedrag, vooral linguïstische variatie in een twee- of meertalige gemeenschap, sociaal gemotiveerd is, vertrekken we van dagelijkse interacties tussen individuen binnen een relevante communicatieve context. Daarom wordt een beroep gedaan op sociale netwerkanalyse aangezien deze aanpak ons in staat stelt het gebruik van het Nederlands te verklaren vanuit de onderliggende dynamiek die sprekers ertoe aanzet taal op een specifieke manier te hanteren. Door de sociale netwerk variabelen te correleren aan de typerende taalkundige variabelen ontstaat een duidelijk beeld van de sociolinguïstische systematiek die het gebruik van het Nederlands ondersteunt. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN Methodisch kunsthistorisch en materieel onderzoek van de Brabantse gesneden retabels in de vijfftiende en zestiende eeuwen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde onderzoek bouwt verder op de documentatie en de resultaten van het OZR-project "Interdisciplinaire kunsthistorischearcheologische studie van beeldsnijwerk van de Zuidelijke Nederlanden in de Zestiende eeuw" dat van 1.11.94 tot 30.11.98 wordt uitgevoerd onder leiding van dezelfde promotor. De expansieve productie van gesneden retabels die in een aantal Brabantse steden (Antwerpen, Brussel en Mechelen) gedurende de 15de en 16de eeuwen tot stand is gekomen, is één van de meest indrukwekkende fenomenen van de laatgothische kunst in West-Europa. De centrale vraag van het onderzoek is hoe deze retabelproductie technisch, socio-economisch en cultureel heeft gewerkt. Door intensieve samenwerking vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, door permanante uitwisseling van historische, kunsthistorische, materiële en natuurwetenschappelijke onderzoeksgegevens, willen wij de kenmerken, de verspreidingspatronen en het evolutiepatroon van de Brabantse retabels nader definiëren. Concreet betekent dit (1) kunsthistorisch-materieel onderzoek naar de kenmerken van het Brusselse versus het Antwerpse laatgothische retabel; (2) houtstudie en dendrochronologie op een aantal stukken uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel, en in samenwerking met het laboratorium voor Houtbiologie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Tervuren; en (3) bronnenonderzoek naar chronologie en socio-economische context van de Brabantse Laatgotische retabelproductie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • CARL VAN DE VELDE (De ontwikkeling van ) taalbeheersing en attitudes van Franstalige en Nederlandstalige leerlingen in het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vele Franstalige Brusselaars sturen hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs. Deze tendens stuit op verzet vanuit zowel Franstalige als Nederlandstalige politieke kringen en onderwijsmiddens. Dit project beoogt een grondige analyse van (a) de ontwikkelingen het uiteindelijke niveau van de moedertaal Frans en de tweede taal Nederlands bij Franstalige leerlingen in het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel, en (b) de ontwikkeling van percepties van en attitudes t.o.v. beide talen en hun sprekers bij deze leerlingen. Het is de bedoeling op nauwkeurige en genuanceerde wijze de gevolgen te onderzoeken van deze vorm van "wilde immersie" op de kennis en de perceptie van beide talen. Organisaties: • Germaanse Talen • Lerarenopleiding • Romaanse Talen Onderzoekers: • NADINE ENGELS • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN Bijkomende OZR-toekenning bij FWO-project : Jongeren tussen opleiding en werk in Brabantse en Vlaamse steden, 15001800: sociale, culturele en economische aspecten.(projectnummer FWOAL114) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vele stedelijke jongeren - vooral maar niet uitsluitend jongens - verlieten tijdens de vroegmoderne periode het ouderlijk huis om in het atelier van een ambachtsmeester een opleiding te krijgen, met als doel zelf een geschoolde ambachtsman te worden en in de hoop zich ooit als zelfstandige meester te kunnen vestigen. Het is evident dat het leerlingstelsel impact had op vele verschillende gebieden van het sociale en culturele leven, en dat het tevens belangrijke consequenties had voor het functioneren van stedelijke economieën. Doel van de promotors is licht te werpen op de sociale, culturele en economische dimensies van het leerlingstelsel en de veranderingen die daarin plaatsvonden tijdens de vroegmoderne periode, met bijzondere aandacht voor de vraag welke de consequenties waren van het samenvallen, zowel ruimtelijk als temporeel, van leren, werken en wonen. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek • Geschiedenis Onderzoekers: • FRANKY SIMON • HUGO SOLY • Bert DE MUNCK Vrouwen en repressie. Een genderanalyse van de repressie van de collaboratie van vrouwen na de Tweede Wereldoorlog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wenst de repressie van de collaboratie ne de Tweede Wereldoorlog vanuit een genderperspetief te analyseren. Via een analyse van de strafdossiers van het Archief van het Hoog Commissariaat voorde's Lands Veiligheid en de archieven van gevangenissen en interneringscentra, aangevuld met informatie uit de pers en met iconische materiaal, zal de specificiteit van de repressie ten aanzien van vrouwen onderzocht worden. Daartoe zullen alle facetten van de repressie en de relatie van de repressie tot de collaboratievormen, waarin vrouwen actief waren, onderzocht worden. De prosopografische analyse van de strafdossiers, aangevuld met biografische gegevens over de internerings-en gevangenistijd, laat toe het profiel van de vrouwen te schetsen, de aard van de collaboratie en de repressie te vatten en na-oorlogse netwerken te reconstrueren. Anderzijds dienen de beeldvorming over collaborerende vrouwen en de bij de berechting van vrouwen gebruikte criteria's onderzocht. Organisaties: • Metajuridica Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE Jongeren tussen opleiding en werk in Brabantse en Vlaamse steden, 1500-1800: sociale, culturele en economische aspecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vele stedelijke jongeren - vooral maar niet uitsluitend jongens - verlieten tijdens de vroegmoderne periode het ouderlijk huis om in het atelier van een ambachtsmeester een opleiding te krijgen, met als doel zelf een geschoolde ambachtsman te worden en in de hoop zich ooit als zelfstandige meester te kunnen vestigen. Het is evident dat het leerlingstelsel impact had op vele verschillende gebieden van het sociale en culturele leven, en dat ht tevens belangrijke consequenties had voor het functioneren van stedelijke economieën. Doel van de promotors is licht te werpen op de sociale, culturele en economische dimensies van het leerlingstelsel en de veranderingen die daarin plaatsvonden tijdens de vroegmoderne periode, met bijzondere aandacht voor de vraag welke de consequenties waren van het samenvallen, zowel ruimtelijk als temporeel, van leren, werken en wonen. Organisaties: • Centrum voor de Pre-industriële Productieprocessen en Arbeidsverhoudingen • Pedagogiek en Orthopedagogiek Onderzoekers: • FRANKY SIMON • CATHARINA LIS • HUGO SOLY Etnografische studie van meertaligheid bij migrantenleerlingen in een Vlaamse middelbare school, en de rol van de meerderheidstaal daarin. Universiteit Antwerpen Abstract: In deze studie wordt een etnografische beschrijving gemaakt van het meertalig taalgebruik van migrantenleerlingen uit 2 klassen van de hogere cyclus van het (technisch) middelbaar onderwijs. In een eerste luik worden historische en sociologische antecedenten van (im)migratie en anderstaligheid geschetst. Een tweede luik gaat in op de specifieke lokatie waarin ik mijn onderzoek doorvoer (de school) en de mensen waarmee ik werk (leerlingen en leerkrachten). In het derde, belangrijkste luik wordt het actuele taalgebruik in die lokatie beschreven: eerst komen de frequentie en de lokale, personele en funktionele distributie van andere talen aan bod. Daarna wordt een verklaring aangeboden voor dit taalgebruik, en wordt ingegaan op taalhoudingen, ideologie, de hegemonie van het Nederlands op school en eventuele mechanismen van verzet daartegen. Organisaties: • INTERONDERZOEKSGROEP TAALKUNDE (IOTa) • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Jozef Verschueren God's Holy One: A Redaction-Critical Analysis of the Confession of Peterin John 6:69. KU Leuven Abstract: This work undertakes to continue a study we began as an STL candidate. Our investigation at that time, focused solely on Jesus# self-consecration - hagiazo emauton - in 17:19a, which sought come to some initial understanding of what John meant by consecration. In order to undertake the doctoral research, the work of the initial STL project will need to be critically re-evaluated and updated. Initial findings showed that predominant among the positions of the commentators we had surveyed1 was the view that Jesus# death was sacrificial. How this is so, is not always spelled out clearly, but many of those surveyed2 drew links with the LXX 1 W. HENDRIKSEN, Exposition of the Gospel according to John, Vol. II, Grand Rapids, Michigan, USA, 1954, pp. 374ff. C.K. BARRETT, The Gospel according to St. John: An Introduction with Commentary and Notes, London, UK, 1972, Second edition, p. 511. X. LÉON-DUFOUR, Lecture de L#Evangile sélon St. Jean, Tome III Les adieux du Seigneur, Paris, Fra Organisaties: • OE Bijbelwetenschap Onderzoekers: • Reimund Bieringer • Debra Snoddy "Il viaggiatore-scrittore italiano contemporaneo come critico culturale" Universiteit Antwerpen Abstract: "Il viaggiatore-scrittore italiano contemporaneo come critico culturale" Organisaties: • Italiaans • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Walter Geerts • Kirsten Wolfs Bijdrage tot een retorica van de revoluties. Een discoursanalytische benadering tot de taal van de revoluties in de Duitstalige pers en literatuur tussen 1880 en 1939. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie beoogt een analyse van de taal en de historische receptie van de Franse Revolutie in de Duitse pers en literatuur tussen 1880 en 1939. Daarbij wordt zowel van literaire als ook van niet-literaire teksten uitgegaan om een zo breed mogelijke tekstcorpus als uitgangsbasis voor het onderzoek te kunnen gebruiken. Het doel is aan de hand van deze historische discoursanalyse de rol van de Franse Revolutie en hun belangrijkste vertegenwoordigers in het Duitsland van de eeuwwisseling en van de Weimarer Republiek na te gaan. Waar liggen in deze receptie de verbanden met de Russische Revolutie, hoe uiten zich deze verbanden in de gebruikte taal? Wat zijn de kenmerken van 'revolutionaire taal', hoe evalueren deze kenmerken in de vreemde taal en in een verschillende culturele context? Organisaties: • INTERFACULTAIRE ONDERZOEKSGROEP VERGELIJKENDE LITERATUURWETENSCHAP • Internationale bedrijfscommunicatie Onderzoekers: • Diana Phillips • Grazia Berger De audiovisuele media als factor in de relatie tussen de publieke opinie en het politieke apparaat. De dubbele gatekeeping functie van de vierde macht. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project onderzoeken we de rol van de politieke journalist in de relatie tussen het electoraat en de politieke wereld. We gaan uit van de hypothese dat de verhouding tussen beide ingrijpend is veranderd gedurende de laatste decennia, als gevolg van sterk uiteenlopende factoren die voortspruiten uit zowel de gewijzigde realiteit van de journalistieke practijk als uit de gewijzigde benadering van de media door de politieke klasse. Er wordt een historische reconstructie gemaakt van de manieren waarop contacten tussen politici en journalisten worden (en werden) georganiseerd, gebaseerd op diepte-interviews met een representatieve reeks betrokken pertijen, (vroegere en huidige politieke journalisten en hoofdredacteuren, woordvoerders en stafmedewerkers politici). De nadruk ligt in dit onderzoek op een uitgebreide inhoudsanalyse met als object de imagovorming van politici in de audoi-visuele media en editorialen in de geschreven pers op korte en middellange termijn. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • ELS WITTE Taalvaardigheden en attitudes van Nederlandstalige, Franstalige en allochtone leerlingen in het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel. (Progr : Beleidsgericht onderzoek 98/Beleidsdomein : Brusselse Aangelegenehden) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wordt geconfronteerd met een heterogene schoolpopulatie. De leerlingpopulatie bestaat namelijk niet enkel uit Nederlandstalige kinderen maar ook voor een groot deel uit kinderen uit Franstalige gezinnen. Deze situatie kan verstrekkende gevolgen hebben, zowel voor dagelijkse werking van de scholen, als voor de talige, sociale, psychologische en cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. Zij zal dan ook een belangrijke invloed hebben op de verdere relatie tussen de Vlaamse Gemeenschap en de multi-culturele Busselse realiteit. Het project wil de impact van deze niet-geïnstitutionaliseerde vorm van immersieonderwijs bestuderen op: a) de ontwikkeling van kennis en vaardigheden in het Nederlands en hett Frans; b) de ontwikkeling van percepties van en attitudes tav beide landstalen en hun respectievelijke gemeenschappen; bij de Nederlandstalige en de Franstalige jongeren i het secundair Nederlandstalige onderwijs in Brussel. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een cross-sectionele studie met een quasi experimenteelonderzoeksdesign. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Grens en grenservaring in het denken van Heidegger. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzocht zullen worden de verschillende momenten waarop Heidegger in zijn denken grenzen aftast en overschrijdt. Centraal daarbij zal staan wat ik de 'transgressiviteit van de sprong in het denken van de afgrond' noem, een ervaring die 'drieledig' is: 1) de transgressiviteit van de sprong, 2) de sprong in het denken, 3) het denken van de afgrond. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Ethiek Onderzoekers: • Johan Taels • Koenraad Verrycken Organisatie internationaal congres over jeugdliteratuur aan de VUB op 25 en 26 augustus 2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit congres wil cultuurhistorisch en mentaliteitskritisch onderzoek leveren over het jeugdboek. De jeugdliteratuur, als tekstmedium dat vertaald wordt in vele talen, is een belangrijk forum voor interculturele contacten. In de lezingen staat de vraag centraal op welke manier de jongeren in recente en oudere jeugdliteratuur geconfronteerd worden met migratie, vluchtelingenproblematiek, racisme en andere componenten van de hedendaagse multiculturele samenleving en Europa. Hoe komen de verschillende mentaliteiten en diverse cultureke achtergronden in jeugdboeken tot uitdrukking? Maar de doelstelling van het congres beperkt zich niet tot thematisch gebonden motiefonderzoek. Jeugdliteratuur is het voorwerp van uiteenlopende interessen. Verschillende bijdragen houden dan ook rekening met de impact van economische en vertaaltechnische factoren en met de inbreng van uitgevers en illustratoren. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy Re-documentaire. Migranten, 25 jaar later Hogeschool Gent Abstract: Het project onderzoekt de specifieke beeldtaal van de fotografie, meer bepaald van de documentaire fotografie. Het doel is een onderzoek naar de evolutie van de heersende artistieke consensus binnen de communicatieve velden van de documentaire fotografie over een periode van 25 jaar. Het hedendaagse beeldmateriaal voor het vergelijkend onderzoek vindt aansluiting bij het fotografisch project Immigranten – Een poging tot benadering (1980), een documentaire studie over de toenmalige Gentse migrantengemeenschap. Dit onderwerp is in de loop van 2005-2006 opnieuw gefotografeerd (Re-documentaire) door de studenten fotografie die aan het project meewerkten. Dit levert voor het onderzoek een actueel beeld op van een deel van de migrantengemeenschap in Vlaanderen. Er werken een twintigtal studenten mee op vrijwillige basis, binnen hun keuzevak of aanverwante vakken, naast het AMSAB, het Masereelfonds, de Hogeschool Gent, het Fotomuseum Antwerpen en een aantal professoren van de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel mee. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie Onderzoekers: • Godelieve Colruyt Een syntactische atlas van de Nederlandse dialiecten (SAND). Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een theoretisch onderbouwde syntactische atlas maken van de traditionele Nederlandse dialecten van Vlaanderen en Nederland in vier afleveringen, corresponderend met de vier inhoudelijke thema's: woordvolgordevariatie in de rechterperiferie van de zin, woordvolgordevariatie in de linkerperiferie van de zin, variatie in pronominale verwijzing en variatie in negatie en kwantificatie. De atlas zal bestaan uit ongeveer 400 kaarten, met bij elke kaart een uitvoerige toelichting, een bespreking van de bestaande literatuur en een schets van de taalkundige theoretische relevantie. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera Het prothetisch denken. Lichaam en techniek in het (post)modernistische tijdperk. Universiteit Antwerpen Abstract: Rond de eeuwwisseling zijn de epistemologische condities van de omgang met het menselijk lichaam radicaal gewijzigd. Zowel in de humane als in de exacte wetenschappen is er een nieuw mensbeeld opgetreden dat heeft geleid tot een herziening (herformulering) van de functies van het menselijk lichaam: men beschouwt dit lichaam niet langer meer als een omhulsel van de ziel, maar als een autonoom gegeven dat kan interageren met de nieuwe technologieën. Modernistische schrijvers en kunstenaars zijn gefascineerd door de vermenging (of interactie) tussen het levende en het mechanische, tussen de mens en de machine. Een nieuw hybride wezen wordt leven ingeblazen: de mens-machine, de technologische of prothetische mens. Deze evolutie wordt ondersteund door een nieuw soort denken, nl. het prothetische denken, waarbij alle extensies van het menselijke lichaam (zowel werk- als zintuigen) aanzien worden als prothesen. De problematiek van het prothetische lichaam kan dus niet losgekoppeld worden van een grondige historisch-epistemologische fundering die de hele twintigste eeuw bestrijkt, en dient gestaafd te worden zowel met theoretische als met concrete bijdragen. Organisaties: • Italiaans • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Walter Geerts Het uitgevershuis A. Manteau en het literaire veld in Vlaanderen (1938-1953). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt gereconstrueerd hoe 'uitgeverij A. Manteau' in een nog sterk verzuilde cultuur kon uitgroeien tot een waarmerk van 'literaire kwaliteit'. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de uitgeverspolitiek van directrice Angèle Manteau tijdens de Tweede Wereldoorlog. Centraal staat de figuur van Louis Paul Boon, die in 1943 bij het uitgevershuis A. Manteau debuteerde en in de vroege jaren vijftig overstapte naar de Amsterdamse uitgeverij De Arbeiderspers. Organisaties: • L.P. Boon Centrum • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap computerlinguistiek, taal- en spraaktechnologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (met roepnaam CLIF: Computational Linguistics in Flanders) is het samenbrengen van de Vlaamse expertise in het domein van de taal- en de spraakverwerking. Voor de handhaving van het Nederlands als gelijkwaardig met grotere talen in Europa is deze bundeling van expertise essentieel. De samenwerking tussen de deelnemende onderzoeksgroepen zal verlopen volgens een aantal krachtlijnen: 'Het samenbrengen van de fundamentele onderzoeksinspanningen op het vlak van de taal- en spraakverwerking in Vlaanderen. 'Het faciliteren van de onderzoeksactiviteiten van de deelnemende onderzoeksgroepen met het oog op een zo ruim mogelijke (her-)bruikbaarheid van gegevensbestanden voor gesproken en geschreven taal. 'CLIF wil zich in de nabije toekomst heel specifiek toespitsen op de uitwerking van de integratie van fundamenteel onderzoek in de taal- en de spraaktechnologie in een Vlaamse context. 'CLIF wil zich ook inzetten bij dienstverlening door advies en specifieke onderwijsaktiviteiten. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans Oprichting van een Short-Title Catalogus Vlaanderen (STCV) Universiteit Antwerpen Abstract: Het ontbreekt in Vlaanderen nog steeds aan een volledig overzicht van de publicaties die er het licht zagen in de periode van het handgedrukte boek (gross modo tot 1800). Dankzij verschillende bibliografische naslagwerekn is de gedrukte productie van de 15de en 16de eeuw goed in kaart gebracht. Maar onze kennis over aard en aantal drukwerken uit de 17de en 18de eeuw blijft zeer gebrekkig. Historici, literatuurhistorici, kunsthistorici, taalkundigen, volkskundigen, bibliografen en catalografen moeten zich behelpen met soms heel oude lokale bibliografieën en met verspreide studies die gewijd zijn aan de typografische productie van 1 drukkersatelier. Tijdverlies en een gebrek aan vaste grond zijn er het gevolg van. Door het ontbreken van een systematische inventaris van het gedrukte erfgoed in Vlaanderen verstoken van een essentieel wetenschappelijk instrument. Tot voor 15 jaar worstelde men in Nederland met hetzelfd probleem. Als oplossing werd in 1982 het STCN-Bureau opgericht: een team van bibliografen die vanuit de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag systematisch en via elektronische weg een nationale bibliografie tot 1800 samenstellen ( STCN= Short-Title Catalogue Netherlands). Dat werk is ver gevorderd. Het grote nut ervan wordt algemeen erkend. Ook in andere buurlanden liepen of lopen verschillende projecten voor inventarisering van de nationale boekproductie. Het STCV-project heeft tot doel de Vlaamse achterstand terzake in te halen. Het zal worden uitgevoerd in overleg met het Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk (VOWB), dat het als één van zijn actiepunten voor de komende jaren beschouwt. Organisaties: • VAKGROEP GESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Lodewijk Simons • Pierre Delsaerdt Memoria in de middeleeuwen//..De rol van het geheugen in een semi-orale cultuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project 'Memoria in de middeleeuwen' onderzoekt in hoeverre de vorm, inhoud en presentatie van Nederlandse en Franse teksten uit de late middeleeuwen verklaard kunnen worden vanuit de belangrijke rol die het geheugen speelde in de productie en receptie van literatuur. Tot nu toe is de middeleeuwse ars memorativa vooral met betrekking tot de geleerde, Latijnse traditie bestudeerd. Er zijn echter vele aanwijzingen dat de MEMORIA en het memoriseren ook in de volkstalige literaturen een grote rol hebben gespeeld. De keuze van de Franse en de Nederlandse literatuur als onderzoeksterrein creëert de mogelijkhedi om teksten en bronnen te bestuderen die in dezelfde geografische ruimte, met name de Lage Landen, zijn ontstaan of er hebben gecirculeerd. Bovendien kunne op deze wijze twee onderzoekstradities, die aan de Antwerpse universiteit een sterke maar gescheiden ontwikkeling hebben gekend, op een vruchtbare wijze met elkaar in dialoog worden gebracht. //..De diverse MEMORIA-gerelateerde technieken en presentatievormen zullen vanuit complementaire invalshoeken benaderd worden: thematisch(1), genologisch(2-3) en linguïstisch (4). In een eerste, thematische monografie zal MEMORIA nader worden onderzocht vanuit twee vertogen, waarin dit concept wordt getehematiseerd: het medische discours en het religieuze discours. Daarna zal een typologie worden gegeven van belangrijke mnemotechnische technieken indiverse genres en werken (1). In de twee genrestudies zullen tekststructurerende principes in Oud- en Middelfranse eschatologische reisverhalen (2) en in Middelnederlandse preken (3) worden bestudeerd, die de boodschap in het geheugen moeten vasthouden. In de linguïstische monografie ten slotte zal bestudeerd worden hoe in het gamma tekstsignalen (waarvan er vele mnemotechnisch aangewend werden) dat uit Oudfranse narratieve teksten bekend is, gebruikt wordt in het verhalend proza van de kronieken uit de veertiende en vijftiende eeuw (4). Het project zal niet aleen resulteren in vier monografieën, een aantal artikelen en een congresbundel, maar ook een krachtige stimulans zijn voor de interdisciplinaire beoefening van de mediëvistiek in de Universiteit Antwerpen. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Herman Braet • Frank Willaert • Theofiel Venckeleer • Thomas Mertens Historisch-kritische editie van de nagelaten en ongebundelde lyrische poëzie van Guido Gezelle Universiteit Antwerpen Abstract: Historisch-kritische editie van de nagelaten en ongebundelde lyrische poëzie van Guido Gezelle (1830-1899) , bestaande uit een kritische uitgave van de leestekst van de gedichten, een variantenapparaat met de volledige teskstontwikkeling van de gedichten, woordverklaring en commentaar over de ontstaans- en publicatiegeschiedenis van de gedichten. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Piet Couttenier Het Guido Gezellearchief: ontsluiting en valorisatie. Inventaris van het volledige corpus poëziehandschriften en brieven en een archiefeditie van de briefwisseling. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontsluiting en valorisatie van het Guido Gezellearchief, in depot aanwezig in de historische collectie van de Openbare Bibliotheek te Brugge, ten nauwste gekoppeld aan het wetenschappelijk Gezelleonderzoek bij het Centrum voor Nederlandse Literatuurgeschiedenis (CNL) aan de UFSIA. De ontsluiting creëert via Internet een vlotte, multimediale en permanente toegang tot de bestanden van het Gezellearchief en biedt ook de mogelijkhedi de resultaten van het wetenschappelijk Gezelleonderzoek langs elektronische weg aan te bieden. Rekening houdend met de stand van het onderzoek en de haalbarheidsfactor bestaat het resultaat in de ontsluiting van het corpus van de poëzie en de brieven van Gezelle, waarbij van elke documentaire bron in het archief een digitale kopie, een inventarisbeschrijving en een wetenschappelijk verantwoorde teksteditie in de vorm van een archiefeditie aangeboden wordt. //..Het project biedt (1) de sleutel tot een adequate raadpleging, zowel voor de geïnterseerde gebruiker als voor de navorser, (2) de ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek en (3) een verantwoorde en veilige conservering van 19de eeuwse archiefbestanden. //..Over de noodzaak van de systematische ontsluiitng van en vlotte toegankelijkheid tot het overgeleverde archiefmateriaal van Gezelle, een van de belangrijkste auteurs van de Nederlandse literaire canon, bestaat al lang eensgezindheid. Dat Gezelle centraal staat in het Vlaams cultureel erfgoed staat buiten kijf. De collectie poëziehandschriften is van zeer groteliteraire en cultuurhistorische waarde, maar ook andere onderdelen vanhet archief zijn belangrijk voor onderzoek op het gebied van literatuurgeschiedenins, cultuurgeschiedenis, geschiedenis van de Vlaamse Beweging, de taalkunde, sociologie, volkskunde en antropologie. Het archief vormt de essentiële bron voor het wetenschappelijk Gezelleonderzoek. De poëziehandschriften en de brieven vormen het sluitstuk hiervan en de ontsluiting hiervan is absoluut prioritair. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Piet Couttenier Medewerking aan het Taalunieproject voor en nieuwe literatuurgeschiedenis, waarbij de projectverantwoordelijke als coauteur zal instaan voor het deel over Romantiek (19de eeuw) Universiteit Antwerpen Abstract: Co-auteur van een zevendelige nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis die in opdracht van de Nederlandse Taalunie ('s Gravenhage) in de periode 1998-2003 door negen auteurs en een redactiecomité uit Nederland en België zal worden geschreven. In samenwerking met Wim van den Berg (Universiteit van Amsterdam) wordt deel 5 verzorgd, gewijd aan de periode van de 19de eeuw (romantiek). De opzet is een actueel synthetiserend overzichtswerk te bieden vanuit een functionalistische, contextuele optiek voor een breed geïnteresseerd publiek. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Piet Couttenier Systemisch functionele wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van deze WOG is om, door intensieve workshops en de gecoördineerde publicaties die eruit voort zullen komen, de Systemisch Functionele taalbenadering kritisch te doordenken en verder uit te bouwen op het gebied van theoretische grondslagen, methodologie en beschrijving van taalfeiten. Meer specifiek zal deze WOG zich toespitsen op verheldering van de 'representatieve' en de 'interactieve' functie van de taal, d.w.z. op de 'ideationele' en de 'interpersoonlijke' component van het taalsysteem. Organisaties: • VAKGROEP TAAL EN COMMUNICATIE • Internationale bedrijfscommunicatie Onderzoekers: • Christian Braecke Cartularia, "Libri traditionum" en de organisatie van het archivalisch geheugen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek van de vroegste cartularia in West-Europa, van het ontstaan van het genre in de 9de eeuw tot omstreeks 1100 Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • GEORGES DECLERCQ Geschiedenis van het postmoderne Nederlandstalige proza: een intertekstuele en contextuele benadering Vrije Universiteit Brussel Abstract: In een vorig OZR-project heb ik een tekstuele analyse gemaakt van het Nederlandstalige postmoderne proza, wat resulteerde in een boek dat in maart 1999 bij de VUBPress verschijnt. Daarbij werd geen aandacht besteed aan de literature en culturele context waarindie teksten ontstonden. Het nieuwe project dat ik nu voorize, wil deze lacune opvullen. Zoals min eerder project de eerste overzichtsstudie van postmodern proza in ons taalgebied was, zo zal dit project de eerste intertekstuele, contextuele en historische benadering van dat proza opleveren. Het intertekstuele aspect van het onderzoek bestaat uit de bestudering van de verhouding tussen het postmodernisme en de belangrijkste literaire teksttradities van na de tweede wereldoorlog: het existentialisme van de jaren vijftig, het andere proza van de jaren zestig en zeventig, de herontdekking van de vertelkunst in de jaren tachtig en negentig (vooral in het werk van A.F. Th. van der Heijden), de autobiografische hausse en de 'popularisering' van de literatuur onder invloed van de media en de multimedia. De culturele context wordt bestudeerd aan de hand van twee complementaire theorieën. enerzijds de sociologische benadering van Pierre Bourdieu die toelaat het literaire veld van de laatste vijftig jaar in kaart te brengen. Die theorie wordt aangevuld met de eveneend sociologische opvatting van Adorno, waardoor de nadruk komt te liggen op de cultuurindustrie en de negativiteit van de verschillende literaire strominegn. Anderzijds gebruik ik ook de expliciet politiek geïnteresseerde poststructuralistische benaderinen van Lyotard en Jameson. Deze intertekstuele en contextuele benadering moet mogelijk maken een historisch overzicht te geven van de ontwikkeling en de positionering van het postmoderne proza in Nederland en Vlaanderen. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • BART VERVAECK Een methodologische en wetenschapsfilosofische analyse van het sociaal- wetenschappelijk onderzoek over secessiebewegingen: Italië als case-study. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De recente opleving van secessiebewegingen is onder mer gekenmerkt door het gebruik van argumentatie ontleend aan sociaalwetenschappelijk onderzoek in de legitimatie en delegitimatie van deze bewegingen. Dit gebuik confronteert sociale wetenschappers enerzijds met het wetenschapsmethodologische probleem van de objectiviteit van hun onderzoek, anderzijds met ethische problemen. Het project "Een methodologische en wetenschapsfilosofische analyse van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek over secessiebewegingen: Italië als case-study" bestudeert deze vraagstelling aan de hand van het sociaal-wetenschappelijk debat dat naar aanleiding van het op de voorgrond treden van de secessionistische beweging Lega Nord in Italië gevoerd wordt. Organisaties: • Politieke Wetenschappen Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS Verschuivende nationale identiteiten. Een vergelijkende studie van Taiwan. Québec en Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studies over nationalisme onderscheiden twee ideaaltypes van nationalisme: een etnische (of cultuur) nationalisme en een civiek nationalisme. Het essentiële onderscheid tussen deze twee types treedt duidlijk op de voorgrond bij het stellen van de volgende vragen:1)wie maakt er deel uit van de natie?;2)waarop steune de legitimiteit van de nationalistische eisen? Etnisch nationalisme impliceert dat naties uit etnische groepen zijn samengesteld, en dat lidmaatschap van de natie berust op ascriptieve criteria zoals gemeenschappelijke afstamming, taalen religie; civiek nationalisme aanziet een natie als een groep individuen die vrijwillig een gemeenschap vormen, met als bindende kracht gemeenschappelijke waarden, instituties en sociale interactiepatronen. Wanneer onderzoekers van antionalisme dit onderscheid gebruiken, benadrukken ze echter steeds dat de twee concepten ideaaltypes zijn, m.a.w. het etnisch of civiek nationalisme bestaat niet in een zuivere vorm. In de praktijk zullen de concrete nationale zelf-identificaties van natie-staten zich situeren als punten in een spectrum tussen die twee ideaaltypes. In het natiebegrip van natie-staten zullen etnische en civieke elementen onvermijdelijk in aelkaar overlopen, zelfs wanneer etnisch en civiek nationalisme conceptueel onderscheiden worden. Een aantal auteurs maken een verdere differentiatie tussen verschillende vormen van etnisch of civiek nationalisme(bvb.Greenfeld,1992). Er bestaat heel wat comparatief empirisch onderzoek naar etnisch en civiek nationalisme. De meeste gebruikte methode is een vergelijking van de oorsprong, de ontwikkeling en de inhoud van nationalisme en van het nationaal bewustzijn in twee(of meer) naties in een welbepaalde tijdsspanne. In één bepaalde natie gaat men het etnisch nationalisme en in de andere het civiek nationalisme onderzoeken. Brubaker(1992) heeft bijvoorbeeld het Duitse met het Franse begrip van de natie geconfronteerd. Hij aanziet deze opvattingen over de nationale identiteit als gegroeid uit een diepgewortelde culturele en juridische praktijk. Verwoordingen van de nationale identiteit hebben hun specifieke karakteristieken naargelang deze achtergrondsfactoren, en die zijn ofwel meeretnisc ofwel mer cuviek van aard. Deze initiële karakteristieken neigen te blijven voortbsetaan gedurende het gehele natievormingsproces. Substantiële veranderingen vinden plaats op een heel lange termijn. Indien we echter de aandacht toespitsen oop het begrijpen van nationale identiteit op een kleinere schaal, bv. in federale staten of in verdeelde naties, stele zich de vraag of de evolutie van de nationale zelfperceptie en identiteit een gelijkaardig coherent en persistent patroon zal vormen. Onze belangstelling gaat uit naar de veranderingen die kunnen optreden in het nationale bewustzijn op het niveau van deelstaten in federaties, en op het sub-nationale niveau in verdeelde naties. Veranderingen en verschuivingen in het nationaal bewustzijn zijn op dit niveau vooral te wijten aan factoren die immanent zijn aan de bstaande staatsstructuur. In tegenstelling tot veranderingen in het nationaal bewustzijn op het niveau van de staat zijn dergelijke wijzigingen op het niveau van de delstaten of van gedeelde naties grotendeels het gevolg van processen binnen de gemeenschappelijke staat of natie. Het proces van natievorming op dit niveau heeft o.a. tot doel om de eisen van de deelstaten binnen de bestaande staat of natie te realiseren. De vorming van een nieuwe institutionele omgeving, die oorspronkelijk voorzien werd als antwoord op het modrenisering-en democratiseringsproces,wijzgt de politieke praktijken en attitudes van de politieke actoren. Met het verkrijgen van autonomie is er minder reden om nationalistische eisen op etnische critria te laten steunen. Het zoeken naar legitmiteit van de nieuwe politieke autoriteiten vereist een meer'assimilationistisch', 'inclusief' en 'universalistisch' begrip van nationale identiteit (tegenover een 'differentialistisch','exclusief'en 'particularistisch' bewustzijn). Civiek nationalisme-dat in het verleden vaak door de staat gedragen werd- zou beter geschikt kunnen zijn dan het etnisch nationalisme om prblemen va, collectieve actie op te lossen, om etnische minderheden te neutraliseren, en om sociale integratie te verzekeren. gegeven het feit dat de concentratie van nationale idntiteit beïnvloed wodt door veranderende omstandigheden en door de wisselende zelfperceptie van de leden van de gemmenschap, stellen we als hypothese voorop dat op het deelstaatniveau in federale staten, en op het sub-nationale niveau in verdeelde naties een zekere verschuiving van etnisch naar civiek nationalisme zal optreden als gevolg van de vorming van nieuwe instituties. Zulk een verschuiving zou in de eerste plaats nagegaan moeten worden in de nationalistische bewegingen, in de politieke partijen in het algemeen en in de politieke praktijk van de nieuwe gezagsdragers. Ten tweede zou dit merkbaar moeten worden in het wetenschappelijk vertoog rond het natievormingsproces. Drie cases verschijnen als bijzonder relevant om deze te toetsen, Vlaaderen, Québec, en Taïwan. In wat volgt beperken we ons rtoe de twee laatste gevallen uiteen te zetten. Québec: Enkele recente onderzoeken over de nationalistische bewegingen in Québec suggereren dat er bij nationalistische groepen en de provinciale autoriteiten een verandering is opgetreden in het zelfbegrip van de natie, van een etnische/culturele definitie van Frans-Canadezen naar een 'Québecois' identiteit, gebaseerd op het territorium en de instituties(Balthazar,1992;Keating,1996). Rudin heeft in een studie van Frans)Canadese historici vastgesteld dat deze verschuiving ook in de geschiedschrijving van Québec waar te nemen valt. De 'kritische' periode voor deze verschuiving is de 'Révolution tranquille' in de jaren zestig, gedurende dewelke nationale instituties werden opgericht ten dienste van alle inwoners van Québec(Rudin,1997). Volgens deze ayteurs is de kern van de nationale identiteit geëvolueerd van cultureel-linguïstisch bepaald(Frans-Canadees) naar territoriaal en institutioneel(Québecois). Deze observatie wordt echter door vele critici tegengesproken. Taïwan: De moderne nationalistische beweging in Taïwan is in het Westen minder gekend dan de overige twee case studies. De Kuomintang(KMT)-regering van de Chinese repunliek vestigde haar gezag over hat eiland in 1949. Haar nationalistisch prgramma, dat de eenheid van China tot doel had, Werd in Taïwan door een onafhankelijkheids-beweging bestreden. De afgelopen decennia hebben onafhankelijkheidsgezinde wetenschappers uit verschillende disciplines actief bijgedragen tot een nationalistisch vertoog over Taïwan.Een diachronische analyse van hun geschriften brengt een interessante evolutie in de perceptie van de natie aan het licht. Tot de jaren zeventig was hat Taïwanese nationaal bewustzijn van de intellectuelen sterk etnisch getint. Ras en taal werden gebruikt om Taïwanezen van Chinezen te onderscheiden. Naar het einde van de jaren zeventig toe kende het nationalisme echter een verschuiving naar een territoriaal bepaalde civieke identiteit (Huang Shao Tang,1993;Shi Zhen)feng,1994en1995). Tegelijkertijd kende Taïwan een transitie van een autoritair bewind naar een democratische staat, met fundamentele wijzigingen in de politieke instituties. Dit proces oefende een sterke invloed uit op de KMT, die in 1991 haar stelling opgaf dat ze enige legitieme regering van China is. DeKMT spreekt nu in naam van de 'levende gemeenschap van Taïwan' en gebruikt termen als een 'burgerlijke maatschappij' in haar nationalistisch betoog. Er bestaat een uitgebreide literatuur over de ontwikkeling van het nationale bewustzijn in Vlaanderen, Québec en Taïwan, maar er is geen comparatief onderzoek van deze drie cases. Tevens zijn er veel nijdragen in de normatieve politiele theorie over de noties van cuviek en etnisch nationalisme. Er werden echter heel wat minder inspanningen geleverd om na te gaan in hoeverre en op welke wijze deze ideaaltypes praktisch toepasbaar zijn. De analyse van case studies die tot verschillende beschavingen behoren(de Westerse tegenover de Chinese beschaving) is zeker nuttig om het universeel karakter van deze ideaaltypes te toetsen. Het onderzoek zal zich toespitsen op de elitecultuur: ten eerste op de politieke leiders en beleidsverantwoordelijken in nationale bewegingenn in politieke partijen, in de administratieve en in de regering; ten tweede op het intellectuele vertoog rond natievorming. We zijn geïnteresseerd in de wisselweking tussen de betekenis van een nationale identiteit en het proces van staatsvorming. De overeenstemming tussen een nationalistische doctrine en poltieke attitudes betekent dat zulk een doctrine gebruikt kan worden in het openbaar beleid over onderwerpen die de kern van antionale identiteit raken, zoals immigratie, opvoeding, of taalpolitiek. Een nieuw beleid en nieuwe instelling kunnen op hun beurt de nationale identiteit gaan bepalen. Het project tracht drie onderzoeksvragen te beantwoordn. Ten eerste zal worden omschreven welke specfieke poltieke domeinen en vertogen dienen te worden geanalyseerd en vergeleken om na te gaan in welke mate het natiebegrip etnische of civieke karakteristieken bevat. Ten tweede dient te worden nagegaan of er, als gevolg van staatsvormingsprocessen op het niveau van deelstaten of op sub-nationaal niveau, een verschuiving is opgetreden of aan het plaatsgrijpen is naar een meer civiek natiebegrip. Ten derde dienen de factoren die deze verschuiving van een etnisch naar een civiek nationaal zelfbegrip tewegbrengen, te worden geïdentificeerd. Zulk een identificatie is eveneens nodig indien er op de tweede onderzoekingsvraag een negatief antwoord zou komen. In het eerste jaar van het project(Oktober1999-Oktober2000) heeft de vorser zich in de eerste plaats bezig gehouden met de literatuustudie. Bij het uitwerken van het theoretisch gedeelte heeft ze vooral gebruik gemaakt van de literatuur van de zogenaamde 'constructivistische school'. Hiervoor heeft ze ook literatuurstudie verricht in het buitenland(Harvard University en the School of Oriental and African Studies (SOAS) of the University of London). Ze heeft twee bijdragen geschreven voor boeken over secessie en antionalisme(zie de lijst van publicaties). Een bijdrage over Taïwan werd aanvaard voor de North America Taïwan Studies Annual Conference, die in juni 2001 in Seatle zal plaatsvinden. Twee studiereizen werden voor 2001 gepland:(1)één maand bibliotheekonderzoek en interviews in gespcialiseerde onderzoeksinstellingen over Taïwan in Peking en Shangai(april2001)en(2) één maand bibliotheekonderzoek en interviews in Taïwan aan de Chengchi University(oktober2001). Organisaties: • Politieke Wetenschappen Onderzoekers: • PATRICK STOUTHUYSEN Evolutie van het amateurtoneel te Brussel in de na oorlogse peroide en onderzoek naar de educatieve en maatschappelijke politieke functies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorliggend onderzoeksvooorstel heeft een dubbele doelstelling. Ten eerste zal het nederlandstalig amateurtoneel te Brussel na WO II in kaart worden gebracht. Ten tweede zal er onderzoek gedaan worden naar twee belangrijke functies van deze tak binnen het volksontwikkelingswerk. Enerzijds vervult het amateurtoneel een educatieve functie die inspeelt op de persoonlijke invloedssfeer van de mens. Hierin onderscheiden we het sociaal-culturele aspect (de ontplooiing van de mens als individueel en sociaal wezen)en het aspect van de kunstzinnige vorming (mensen vormen in het begrijpen van kunst). Anderzijds heeft het amateurtoneel te Brussel steds een ruime maatschappelijke-politieke functie gehad inzake de uitbouw van het nederlandstalige identiteitsgevoel. Organisaties: • Agogiek Onderzoekers: • WILLEM ELIAS De morele implicaties van de ontologische status van personen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project bestaat uit een filosofische analyse van de verschillende interpretaties en benaderingshoeken in de literatuur betreffende het probleem van de 'niet-bestaande personen'. Alle morele theoriën bevatten een zekere opvatting van het individu en deze lijkt niet in staat om situaties waarin de betreffende persoon een niet-bestaand persoon is te structureren . De belangrijkste doelstellingen zijn : 1) De verschillende modaal categoriën van een persoon structureren en de criteria gebruikt om deze categoriën te onderscheiden, 2) gezien vanuit een overkoepelend en algemeen kader d.m.v. het elimineren van mogelijke onregelmatigheden in de benaderingen en 3) de onderliggende principes en opvattingen van de verschillende filosofische uitgangspunten te onthullen . Drie filosofen kunnen als hoofdrolspelers in het debat genoemd worden nl. : Derek Parfit, Jan Narveson en Joel Feinberg . Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Gynecologie - Urologie Onderzoekers: • JOHAN STUY • PAUL DEVROEY Publicatie van Ptolemaeïsche papyri uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven : 1) Een volledige inventaris van de Brusselse teksten dwz dat er een materiële beschrijving dient te worden opgesteld: afmetingen, staat van bewaring, beschrifting recto en verso, kwaliteit van de schriftdragers, factuur van de papyrus, diplomatieke en bibliologische kenmerken . 2) Gezien de slechte toestand waarin de papyri zich bevionden moeten deze gerestaureerd worden , waarbij het meer leesbaar maken van de teksten zeer belangrijk is . Dit zal gebeuren adhv de modernste technieken , zoals de infrarood CCD camera en image enhancing via computer, maar ook door artisanale technieken . 3) Een survey maken van de andere uit dezelfde bron afkomstige teksten in zeer uiteenlopende collecties . Gezien de reeds behaalde resutaten is de kans reëel dat er nieuwe 'links' gevonden zullen worden naar andere papyri, zowel fysisch als inhoudelijk-archivaal . Dit zal gebeuren door studiebezoeken ter plaatse, door gegevensuitwisselingen meet de aldaar werkende papyrologen en door consultatie van visuele databases op het Internet . 4) De materiële studie van de teksten moet toelaten een beter inzicht te krijgen in de technieken die werden toepast in de fabricage-ateliers van de mummiecartonages bij het vervaardigen van papyri en het recycleren van niet bruikbare teksten tot funeriare objecten . 5) De uitgave en becommentariëring van de teksten zal in voortdurend samenspel met teksten uit andere collecties gebeuren . Niet alleen zullen nieuwe toevoegingen van fragmenten leiden tot een beter begrip van de individuele teksten, maar even belangrijk is de reconstrutie van dossiers en archieven . Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • WILFRIED VAN RENGEN Vrouwen en de repressie. Een genderanalyse van de repressie van de collaboratie van vrouwen in België na de Tweede Wereldoorlog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wenst de repressie van de collaboratie na de Tweede Wereldoorlog vanuit een genderperspectief te alyseren. Via een analyse van de straidossiers, van het Archief van het Hoog Commissariaat voor 's Lands Veiligheid en alle archieven van gevangenissen en interneringscentra, aangevuld met informatie uit de pers, uit interviews en met:onografisch materiaal, zal de specificiteit van de repressie ten aanzien van vrouwen onderzocht worden. Daartoe zullen alle facetten van de repressie en de relatie van de repressie tot de vormen van collaboratie, waarin vronwen actief waren,onderzocht worden. De prosopografische analyse van de staLdossiers, aangevuld met biografische gegevens over de internerings- en gevangenistijd, laat toe het profiel van de vronwen te schetsen, de aard van de collaboratie en de repressie vatten en naoorlogse netwerken te reconstrueren. Anderzijds dienen de beeldvorming over collaborerende vrouwen en de bij de berechting van vrouwen gebruikte criteria onderzocht. Organisaties: • Metajuridica Onderzoekers: • DIRK LUYTEN • MICHEL MAGITS • MACHTELD DE METSENAERE Het prothetische denken. Lichaam en techniek in het (post)modernistische tijdperk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dir project heeft in eerste aanleg tot doel de epistemologische condities, de cultuurhistorische context en de verschijningsvormen van de modernistische topos van de technologische of prothetische mens-machine te bestuderen. In tweede aanleg wordt deze drievoudige problematiek geactualiseerd, naar de na-oorlogse periode en het postmodernisme toe. belangrijk zijn hier de transnationale kanalen en netwegen waarlangs het desbetreffende ideeëngoed van de historische avant-garde doorgegeven werd. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • JOHAN CALLENS Mannelijk en vrouwelijk communicatiegedrag in Nederlandstalige en Duitstalige jeugdtijdschriften Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het verschil tussen het vrouwelijke en het mannelijke communicatieve gedrag binnen onze maatschappij is sedert het begin van de tweede vrouwenbeweging, dus sinds de jaren zeventig onderwerp van linguïstisch onderzoek. Het recente onderzoek staat inmiddels ver weg van het oorspronkelijke, door het feminisme beïnvloede concept van 'de vrouw als slachtoffer' en gaat zich steeds meer concentreren op de verschillen en overeenkomsten van seksegebonden taalgedrag, dat fundamenteel als gelijkwaardig wordt gezien. Bij het voorgestelde sociolinguïstische onderzoek gaat het over hoe en in welke mate gender wordt geconstrueerd in een Nederlandstalig (Vlaanderen) en een Duitstalig (BRD) jeugdtijdschrift, hoe verbale communicatie tussen jongens en meisjes wordt weergegeven en welke rol jeugdtijdschriften spelen bij de overdracht van seksesterotypen. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • MADELINE LUTJEHARMS Houdingen en handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten. Een empirisch onderzoek aan de hand van een schriftelijke bevraging van een representatieve steekproef van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1) Wat is de frequentie van voorkomen van handelswijzen rond het levenseinde van patiënten HALP (niet opstarten van een behandeling of staken van een behandeling intensivering van pijn- en /of symptoombestrijding, en toedienen, verstrekken of voorschrijven van levensbeëindigende middelen.2) Omstandigheden van de handelswijzen (bio-etische kwalificaties van deze HALP's) 3) Sociologisch profiel van de betrokken actoren De onderzoeksmethode wijkt fundamenteel af van de methode in de oorspronkelijke aanvraag. Hierdoor werden de kosten ok drastisch verhoogd. Oorspronkelijk was er een "artsenbevraging" voorzien met een steekproefomvang van N=2000. Door een positief advies van de Orde van Geneesheren was het mogelijk een meer betrouwbare en meer valide methode te gebruiken, nl. een "sterfgevallenoderzoek". De handelswijzen van artsen rond het levenseinde van hun patiënten worden dan onderzocht aan de hand van concrete overlijdens. Om de schattingen van de hogervermelde handelswijzen binnen aanvaardbare betrouwbaarheidsintervallen te kunnen realiseren. Dienen we een "gerealiseerde" steekproefomvang van ongeveer 2000 enquêtes te bereiken. Aan een verwachte respons van ongeveer 50% betekende dit een steekproefomvang van 4000 sterfongevallen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Medische Sociologie Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS Vrouwen en de repressie. Een genderanalyse van de repressie van de collaboratie van vrouwen in België na de Tweede Wereldoorlog. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wenst de repressie van de collaboratie na de Tweede Wereldoorlog vanuit een genderperspectief te alyseren. Via een analyse van de straidossiers, van het Archief van het Hoog Commissariaat voor 's Lands Veiligheid en alle archieven van gevangenissen en interneringscentra, aangevuld met informatie uit de pers, uit interviews en met:onografisch materiaal, zal de specificiteit van de repressie ten aanzien van vrouwen onderzocht worden. Daartoe zullen alle facetten van de repressie en de relatie van de repressie tot de vormen van collaboratie, waarin vrouwen actief waren, onderzocht worden. De prosopografische analyse van de strafdossiers, aangevuld met biografische gegevens over de internerings- en gevangenistijd, laat toe het profiel van de vrouwen te schetsen, de aard van de collaboratie en de repressie vatten en naoorlogse netwerken te reconstrueren. Anderzijds dienen de beeldvorming over collaborerende vrouwen en de bij de berechting van vrouwen gebruikte criteria onderzocht. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Metajuridica • Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering Onderzoekers: • CHRISTOPHE JANS • Severine JANS • DIRK LUYTEN • MICHEL MAGITS • MACHTELD DE METSENAERE De morele implicaties van de ontologische status van personen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project bestaat uit een filosofische analyse van de verschillende interpretaties en benaderingshoeken in de literatuur betreffende het probleem van de 'niet-bestaande personen'. Alle morele theoriën bevatten een zekere opvatting van het individu en deze lijkt niet in staat om situaties waarin de betreffende persoon een niet-bestaand persoon is te structureren . De belangrijkste doelstellingen zijn : 1) De verschillende modaal categoriën van een persoon structureren en de criteria gebruikt om deze categoriën te onderscheiden, 2) gezien vanuit een overkoepelend en algemeen kader d.m.v. het elimineren van mogelijke onregelmatigheden in de benaderingen en 3) de onderliggende principes en opvattingen van de verschillende filosofische uitgangspunten te onthullen . Drie filosofen kunnen als hoofdrolspelers in het debat genoemd worden nl. : Derek Parfit, Jan Narveson en Joel Feinberg . Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Gynecologie - Urologie Onderzoekers: • JOHAN STUY • PAUL DEVROEY Focus, kolon en script in het Oudgrieks. (F. Scheppers) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorliggend project betreft de volgende aspecten: - op het gebied van de taalkundige beschrijving van het Oudgrieks: de reconstructie van focus (d.i. de pragmatisch-cognitieve prominentie van individuele woorden) en tekst-articulatie in het klassiek Attisch; - op het gebied van de algemene taalkunde: de theorie van beide genoemde taalkundige fenomenen. Als methodologisch-heuristisch criterium wordt uitgegaan van de regels voor de plaats van de zgn. 'postpostiva' (Wackernagels Gesetz) op basis waarvan de grenzen van zgn. 'kola' (cf. 'intonationunits', 'idea units'etc. in de hedendaagse taalkunde) en de prominentie van bepaalde woorden vastgesteld. aansluitens bij recente literatuur op het gebied van de 'Partikelforschung' en de 'discourse analysis' en aan de hand van een extensief corpus-onderzoek, zal aangetoond worden dat de macrostructurele articulatie van het discours, de articulatie op het niveau van de kola én de pragmatisch-cognitieve functie van gefocaliseerde woorden op onderling samenhangende wijze kunnen beschreven worden aan de hand van het begrip 'script' dat toelaat de articulatie en de coherente van het discours grafisch weet te geven. Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • CECILIA SAERENS The Myos Hormos Project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Quseir al-Qadim Project is een 4-jarig multidisciplinair Brits project van de University of Southampton in samenwerking met het Centrum voor de Studie van de Griekse en Latijnse documenten van de VUB. Het doel is het archeologisch onderzoek van de antieke site van Myos Hormos, één van de belangrijke havens uit de Griekse-Romeinse oudheid. Het was, samen met Berenike, het knooppunt van de handel van Rome met het Oosten: import van parels, peper, zijde, geneesmiddelen en exotische kruiden in ruil voor glas, textielen, luxe-ceramiek en edele metalen, maar ook menselijke cargo's, zoals zingende knapen en meisjes, bestemd voor Indische potentaten. de site wed summier onderzocht in 1978,1980 en 1982. Nieuwe opgeavingen zijn dringend nodig wegens- en als onderdeel van - de razendsnelle ontwikkeling van Quseir. De opgravingen zullen in februarie 1999 starten en telkens 6 weken duren. Op basis van vroegere beperkte campagnes kunnen we verwachten een massa geschreven Griekse en latijnse documenten, papyri en ostraka, te vinden in verband met de organisatie van de handel met Indië. De behandeling en de studie hiervan en van de munten zijn toevertrouwd aan het VUB-centrum GRLD. Organisaties: • Latijn-Grieks Onderzoekers: • WILFRIED VAN RENGEN Perceptie, betekenis en bewustzijn. Een cognitiewetenschappelijke synthese Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft betrekking op de cognitiewetenschap en artificiële intelligentie grichte 'philosophy of mind' en 'philosophy of language'. Het vertrekpunt is het thema van de waarneming, waar men de laatste jaren niet alleen een explosieve groei van de beschikbare gegevens vaststelt, maar tevens belangrijke ontwikkelingen op conceptuel niveau. De recente nadruk op de rol van het handelend lichaam en de omgeving heeft enorme implicaties voor het probleem van de relaties tussen het lichamelijke en het mentale en voor de vraag hoe taal en betekenis ontstaan. Tijdens het project zullen deze recente ontwikkelingen benaderd worden vanuit de stelling dat het 'Mind/Body' probleem gegroeid is uit een specifieke theorie over waarneming, waartegen de nieuwe conceptuele inzichten in stelling kunnen worden gebracht. Waar het bewuste waarneming betreft, moet echter, veel meer dan hedendaagse auteurs schijnen te beseffen, teruggegrepen worden naar de noie van inerne betekenisdragende representaties. De theoretische argumentatie zal rijkelijk putten uit resultaten van eigen experimenten met kleurdiscriminerende en categorische robots. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • MARIA GOSSELIN Innovatieproject :Gedifferentieerde toepassingen van een geïnformatiseerd analyseraster in functie van het zelfstandigbegeleid aanleren van historische vaardigheden door studenten uit het hoger onderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt het ontwerpen en ontwikkelen van een digitale leeromgeving voor het zelfstandig-begeleid leren van basisvaardigheden inzake historisch denken en historisch-kritische reflectie, met als doelgroep de eerstejaarsstudenten hoger onderwijs. Bij de ontwikkeling van het product wordt voortgebouwd op de reeds aangeleerde historische vaardigheden waarbij de studenten zelf toepassingen maken van onderzoek betreffende historische informatie (historische bronnen, inzichten, beeldvorming). Methodologisch is er een sterke verankering in de historisch-wetenschappelijke onderzoeksmethode. De eerste vernieuwende bijdrage van het project ligt hierin dat didactisch als het ware de verplichting kan worden gecreëerd naar de meest diepgaande verwerking van historische vaardigheden te gaan, in relatie tot de dieptestructuur van de historische discipline. De tweede bijdrage is ook de mogelijkheid om de progressie in het leren van historische vaardighedenzelf te sturen in interactie met de medestudenten en met docenten. Organisaties: • Centrum voor Westers Hellenisme Onderzoekers: • WERNER GOEGEBEUR Congres : Instructed second language learning - Brussel - 24 tot 26 augustus 2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het colloquium is opgevat als een interdisciplinair forum voor presentatie en discussie van recent onderzoek naar alle aspecten van taalonderwijs en taalverwerving, met speciale aandacht voor: - de relatie tussen het taalonderwijs- en taalleerproces. - De specifieke aard van institutionele leercontexten en hun invloed op het taallleerproces. - de bijdrage van de studie van gestuurde taalverwerving voor een algemene theorie van taalverwerving en tweetaligheid. De relatie tussen verschillende taalonderwijsvormen, impliciete en expliciete taalleerprocessen, enimpliciete en expliciete taalkennis. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Niet-Klassieke Contextualiteit in cognitie. Een studie van het denkproces en kennisverwerving in een gelaagde structuur model van de werkelijkheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen het gecontextualiseerde denkproces - het cognitief individu in de fysisch-biologische en beperkt sociaal geïmplementeerde ondervraagopstelling - onderzoekt men de formalisering van het proces van kennisverwerving over het cognitief individu. In deze processen identificeert men intrinsieke en reduciebele contextualiteit; de formalisering in deze is de centrale doelstelling van het onderzoek. intrinsieke contextualiteit van het onderzoek cognitief individu in het complex van de experimentele processen wijst op hun niet-lineaire eigenschap in de causatie. In het proces van een interpersoonlijke vraagstelling is er een enherente beïnvloeding van de ondervrager opde ondervraagde die het resultaat op een complexe eit-lineaire manier beïnvloedt. Deze intrinsieke contextualiteitswerking kan onderzocht worden aan de hand van concepten van modellen voor contextuele 'verborgen' metingen. de algemeenheid va deze aanpak van contextualisatie kan nieuwe inzichten brengen in de complexiteit van dit type cognitieve processen en kan, door de verdere uitwerking van de theorievorming ervan, aanpassingen van de oorspronkelijke modellen zelf bewerkstellingen. de reductie van de intrinsiek contextualiteit ten gevolge van de waarnemer door de invoering van een meetprocedure vanuit de hogere emergente laag is meestal uitgesloten door de invoering van een nieuwe intrinsieke contextualiteit door het 'downward causation' effect. Indien deze regressie ad infintium van superveniënte waarnemerslagen de contextuele fluctaties niet kan elimineren, dan bekomt men een probabiliteitsstructuur die niet-klassiek is, maar wel kan beschreven <orden door quantum statistische structuren. Dit zou impliceren dat de interpersoonlijke kennisverwerving een niet-klassieke proces is. - Toepassing operationeel niet-Booleaans formalisme (aerts 1986) op toestand en de dynamica van een cognitieve entiteit, en de contextueel geaffecteerde. - Opstelling experiment met binaire responsstructuur voor kennisverwerving op de cognitieve entiteit en uitvoering van statistisch relevant aantel proefmetingen naar contextualiteit van de cognitieve entiteit door correlatiepolytopen (Pitowski 1989). - Onderzoek kennisverwerving op cogitieve entiteit in relatie tot multipliciteit van de lagen door vergelijking van het E-Model met Goldsteins multilevel modellen met binaire repons (Goldstein and Rasbash 1996). - emergentie van cognitieve entiteit volgens quantumtheoretische formalismen relateren aan de niet-lineaire complexe dynamica (Aerts, Broeckaert & Smets 1998d). Organisaties: • Fundamenten van de Exacte Wetenschap Onderzoekers: • Diederik AERTS Arbeid, huishoudens en levencyclus. Vrouwen in de Brusselse kledingnijverheid en de Gentse textielindustrie tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aan het belang van vrouwengeschiedenis in het algemeen en vrouwenarbeid in het bijzonder voor ons begrip van de zogenoemde Industriële Revolutie, werd de voorbije jaren reeds heel wat aandacht besteed. Toch blijven lacune's bestan. In dit doctoraat worden drie onlosmakelijk met elkaar verbonden aspecten - arbeid, huishoudens en de levenscyclus - bestudeerd en vergeleken voor twee beroepsgroepen (kledingwerksters te Brussel, katoenarbeiders te Gent) in verschilende regionale en industriële constellaties. De betekenis en de praktijk van het kostwinnersmodel zal gedefferentieerd worden naargelang tijd, plaats en familiale structuur. De problematiek van de arbeidsmarktparticipatie van gehuwde vrouwen dient in dit verband de nodige aandacht te krijgen. Meer algemeen is het onderzoek naar de interactie tussen arbeidsmarktparticipatie en levenscyclus va curciaal belang: jonge meisjes, alleenstaande vrouwen met jonge kinderen of oude vrouwen vertonen specifieke patronen al naargelang het gaat om fabrieken ofambachtelijke sectoren. Verder wil dit onderzoek een pleidooi zijn voor de symbiose tussen de geschiedenis van de arbeid en het huishouen. Meer concreet zullen inwoning, complexe huishoudens of arbeidscoöperatie binnen het gezin geanalyseerd worden. Heel de problematiek raakt tenslotte aan de in de literatuur algemeen aangenomen dichotomie tussen publiek en privaat, die moeilijk kan gehandhaafd blijven. Organisaties: • Communicatiewetenschappen Onderzoekers: • CATHARINA LIS Bronnenuitgave van de nota's van A. Galopin uit Wereldoorlog II. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de materiële ondersteuning van de uitgave van de nota's van A. Galopin, geredieerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. De uitgave zal worden verzorgd door de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis. Het gevraagde krediet moet teolaten de nota's in te voeren op diskette en de vertaling van de inleiding naar het Frans, een internationlale taal, te financieren. Organisaties: • Metajuridica Onderzoekers: • DIRK LUYTEN Kleinhandel en kleinhandelaars in Maastricht tijdens de achttiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kleinhandel en kleinhandelaars tijdens het Ancien Régime kregen tot nog toe maar weinig aandacht. Met uitzondering van enkele belangrijke bijdragen met betrekking tot de ons omringende landen geldt deze stelling des te meer waar het de Nederlanden betreft. Niet toevallig handelt het voorgestelde project over kleinhandel aan het einde van het Ancien Régime. In de loop van de achttiende eeuw voltrokken zich immers veranderingen die een grote impact hadden op de kleinhandel en de kleinhandelaars. In Europa ontwikkelde zich tijdens de zeventiende en vooral achttiende eeuw een markt voor nieuwsoortige producten. Bijgevolg beschikten kleinhandelaars in toenemende mate over een gevarieerd winkelwarenaanbod. Een volgende verandering greep plaats op het vlak van de consument: het zou namelijk voor een steeds groter deel van de bevolking mogelijk geweest zijn om zich materiële goederen aan te schaffen, die voorheen voorbehouden waren aan de elite. Het voorgestelde onderzoek betreft een studie naar kleinhandel en kleinhandelaars in Maastricht. Belangrijk hierbij is het gegeven dat Maastricht zich in een grensregio situeerde: tijdens het Ancien Régime maakte de stad deel uit van zowel de Republiek der Verenigde Provinciën als van het prinsbisdom Luik, voorts lagen de Habsburgse Nederlanden en de Rijnlandse territoria niet veraf. De strategische ligging bevorderde de uitbouw van Maastricht tot een belangrijke vestingstad, met een permanente aanwezigheid van militaire troepen. In concreto bestaat de opzet van het project erin te onderzoeken welke impact bovengenoemde transformaties op het vlak van productie en consumptie op de kleinhandelssector hadden. Onze hypothese luidt dat detailhandelaars zich met toenemend succes tussen de producent of groothandelaar enerzijds en de consument anderzijds plaatsten. Daar dit onderzoek gebeurt op basis van bronnenmateriaal van de middelgrote stad Maastricht, als een case study, leidt dit op zijn beurt tot een verfijning van de onderzoeksvragen. Nagegaan wordt verder of de ligging in een grensgebied en de voortdurende aanwezigheid van een soldatenpopulatie invloed hadden op de veranderingen in de goederendistributie. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • Erwin STEEGEN • HUGO SOLY Beslissingen van artsen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen. Een empirisch onderzoek aan de hand van een bevraging van artsen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dt onderzoek dient na te gaan welke medische besluitvorming voorafgaat aan het overlijden van pasgeboren en zuigelingen tijdens het eerste levensjaar. Tevens worden een aantal bio-ethische 'zorgvuldigheidscriteria' van deze besluitvorming onderzocht : intentie van de behandelende arts, overleg met de ouders, consultatie van collega's, enz,.. Volgende onderzoeksvragen staan daarbij centraal: 1.Wat is de frequentie van de verschillende medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen ? 2. Met welke zorgvuldigheid worden medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen genomen ? 3.Sociologisch profiel van de betrokken actoren ? Methode : de gegevens worden verzameld via twee methodes. Enerzijds een schriftelijke enquête onder de artsen die in Vlaanderen in een periode van 1 jaar een overlijdensattest van een -1 jarige hebben ondertekend. Anderzijds zullen aanvullende gegevens worden verzameld via mondelinge interviews bij een representatieve steekproef van de betrokken artsen. Voor het sterfgevallenonderzoek werd reeds in het kader van het FWO-onderzoek een positief advies van de Orde der Geneesheren en de samenwerking van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bekomen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Pediatrie Onderzoekers: • YVAN VANDENPLAS • LUC DELIENS • VEERLE PROVOOST De rol van de moedertaal bij de verwerving van woordenschat in een vreemde taal. - Woordenschatverwerving in een vreemde taal: syntagma en/of morfeem? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij de vreemdetaalverwerving binnen een autonoom leerproces moet de taalverwerver regelmatig zelf keuzes maken met betrekking tot de leerstof en de voor haar/hem optimale verwervingsstrategie. Dat impliceert enerzijds aandacht voor de uiteindelijke doelstelling bij het leerproces. (wat wil men op het vlak van de taal bereiken) en anderzijds een zekere mate van bewustmaking van het verwervingsproces op basis van een kritische introspectie (hoe wil men dat doel bereiken). Deze aspecten willen we onderzoeken voor de verwerving van woordenschat bij de keuze van de woorden en de strategieën, die bij de verwerving worden gebruikt. Dit inzicht kan dan helpen bij de ondersteuning van het verwervingsproces door de leerkracht. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Taal- en Letterkunde Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • MADELINE LUTJEHARMS Professionalisering van leraren en opleiding van docenten in de lerarenopleiding in Zuid-Afrika : haalbaarheidsstudies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opleiding en begeleiding van lerarenopleiders en instituten voor lerarenopleiding in Zuid-frika. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Diglossie in het Nederlands-Duitse grensgebied, Gelderse Achterhoek-Westmünsterland. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het functieverlies van het desbetreffende Nederlandse en Duitse dialect enerzijds en het structuurverlies van beide anderzijds.//..Onderzoek naar de rol van zowel taalexterne als taalinterne factoren in de twee voornoemde ontwikkelingen. Aansluiting aan gelijkaardig lopend onderzoek wordt nagestreefd. Organisaties: • WERKGROEP NAAMKUNDE • Individueel onderzoek taalkunde Onderzoekers: • Ludgerus Kremer De politieke aanwezigheid van de Vlamingen in Brussel-19 op gemeentelijk en gewestelijk vlak, 1945-2000. De beeldvorming van de Brusselse Vlamingen in en door de media. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel heeft vanaf zijn ontstaan de Brusselse problematiek als centraal uitgangspunt gehad en met het FWO-onderzoek naar de politieke vertegenwoordiging van de Vlamingen in Brussel-19 op gemeentelijk en gewestelijk vlak, zijn we erin geslaagd een beeld te krijgen van de Vlaamse aanwezigheid in Brussel op politiek en electoraal vlak. In de loop van de voorbije jaren is baanbrekend werk geleverd voor wat de dataverzameling van de lokale verkiezingen betreft: kiescijfers, zetelaantallen en percentages, gegevens over de verkozenen, samenstelling van de raden en de colleges/executieve, etc... werden bijeengebracht en dit voor alle gemeenteraadsverkiezingen sinds de na-oorlogse periode, de agglomeratieverkiezing en de verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit leidde reeds tot een aantal publicaties met betrekking tot de politieke en electrorale strategieën in Brussel en over de kieswetgeving op verschillende institutionele niveaus. In combinatie met de literatuur en de krachtlijnen van het databestand was het mogelijk een beschrijving te geven van de belangrijkste politieke en electorale evluties? De huidige stand van het onderzoek laat ons toe een aantal merkwaardige verschuivingen vast te stellen die ons onderzoek verder zullen leiden. zo bleek de relatie tussen de Vlaamse aanwezigheid en het Brussels Hoofdstedelijk beleid sterk afhankelijk van de wisselwerking tussen de verschillende actoren op het politieke forum. De wijze waarop de politieke partijen, de instellingen, de gemeenschappen en gewesten, de actie- en drukkingsgroepen zich in het Brusselse voortbewegen, worden nu verder onderzocht. Het zoeken naar verklaringsmodellen voor het ontrafelen van de complexiteit binnen de Brusselse politiek, hangt echter heel sterk af van het algemene beeld van deze verschillende politieke actoren. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • ELS WITTE Ondersteuning van het project : Wetenschappelijke geletterdheid in Vlaanderen, een eerste verkenning. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de wetenschappelijke geletterdheid van leerlingen in Vlaanderen. Organisaties: • Natuurkunde • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD • HENRI EISENDRATH Innovatieproject : Leren in een virtuele realiteit : Virtueel experimenteren (97-98) (VIRTEX) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project stelt zich tot doel om een leeromgeving (op het Web) te creëren die de studenten toelaat om snel en realistisch een onderzoeksmethode op te zetten en het resultaat van die specifieke methode te evalueren.De enquête-omgeving omvat een soort virtuele stad, met allerlei wijken met specifieke socio-economische kenmerken. Van alle individuen in die stad (de populatie) worden data in een centrale databank opgenomen. De student maakt een aantal keuzen om een bepaald aspect van de inwoners van de stad te onderzoeken. De keuzen betreffen de soort steekproef (bvb. random, systematisch, ...), de steekproefgrootte, het aantal vragen in de enquête, de antwoordmogelijkheden voor de vragen (verschillende schaaltypes, ...) etc. Al deze keuzen leiden tot een bepaalde dataset die door de student geanalyseerd wordt; de onderzoeksresultaten worden vervolgens geïnterpreteerd. Deze resultaten zijn afhankelijk van de gemaakte keuzen. De student vergelijkt de resultaten met de populatiewaarden en -desgewenst- met de resultaten voor alternatieve onderzoeksopzetten (meer of minder proefpersonen, ja/neen-items versus ratingschalen, ...).Door dit project wordt een unieke leeromgeving geboden waarbij de studenten ervaren in welke mate ze vat kunnen hebben op de kwaliteit van hun data (en hoe ze die kwaliteit kunnen afstemmen op hun onderzoeksvragen). Het virtueel experimenteren biedt studenten de gelegenheid inzicht te verwerven in hoe ze de meest geschikte methode kunnen opzetten om de gestelde onderzoeksvragen te beantwoorden. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie Onderzoekers: • PETER THEUNS • Walentina COOLS De Wooster Group en zijn traditie. (Brussel 16-18/5/2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit internationaal congres, gepland in het Lunatheather, te Brussel op 16-18 mei 2002, heeft tot doel het werk van het toonaangevende New Yorkse theatergezelschap, The Wooster Group, geleid diir Elizabeth Lecompte, te onderzoeken en in zijn historische, artistieke, en institutionele context te plaatsen. Aandacht zal gaan naar de ontstaansgeschiedenis van het gezelschap, zijn plaats binnen de hedendaagse avantgarde, zijn impact op andere theatermakers, de rol van subsidierende overheden en co-producties door Vlaamse instellingen zoals het Kaaitheater en de functies van het Europese festivalcircuit in het algemeen. Naast de verschillende producties van de Wooster Group zelf hoopt het congres ook afzonderlijke projecten opgezet door kernleden en geassocieerde leden van het gezelschap te belichten. De academisch lezingen, met medewerking van toonaangevende critici, zullen aangevuld worden met een randprogramma waarin het film, radio, en videowerk van het gezelschap en de output van verwante kunstenaars aan bod kan komen. Dit project wordt gesteund door het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming, het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoeken de Belgian Luxembourg American Studies Association. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • JOHAN CALLENS • GILBERT DEBUSSCHER Arbeidsorganisatie en werkprocessen van laatgotische retabelsculptuur in de Nederlanden (Brussel : 25-26 oktober 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: IN oktober 2002 willen wij een congres organiseren over de tussentijdse resultaten van het onderzoek over houten retabelsculptuur van de 15de en de 16de eeuwen dat wij sinds einde 1994 verricht hebben. De gehanterde methode maakt gebruik van natuurwetenschappelijke technieken ter aanvulling en valorisatie van het klassieke historische onderzoek, in de overtuiging dat beide evenwaardig zijn en dat hierdoor meer inzicht in het productieproces en de arbeidsverdeling van de retabelsculptuur kan verworven worden. Het onerzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het laboratorium voor Houtbiologie in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. vanaf 2001 tot 2004 participeren zij in het FWO-onderzoeksproject 'Methodische en interdisciplinair onderzoek naar kenmerken, evolutie en maatschappelijk-culturele betekenis van Brabantse gesneden retabels (15de-16de eeuw) van de vakgroepKunstwetenschappen en Archeologie VUB en het Laboratorium voor Houttechnologie RUG. Het congres wil beantwoorden aan de nood aan uitwisseling tussen en confrantoatie van de verschillende methodologische benarderingen van en visies op de retabelsculptuur als arbeidsproces, zowel materieel als sociaal-economisch, en op de correcte stilistische situering van de objecten. De resultaten van ons onderzoek zullen voorgesteld worden aan en geconfronteerd worden met de meningen van andere kunsthistorici en natuurwetenschappers die binnen dit studiedomein actief zijn. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • CARL VAN DE VELDE Regionale expertisenetwerken Brussel-Vlaams Brabant : Uitwerking nascholingsaanbod rond het educatief gebruik van nieuwe media op pedagogisch, technisch en organisatorisch vlak voor het schooljaar 2000-2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitwerking van een nascholingsaanbod rond het educatief gebruik van nieuwe media op pedagogisch, technisch en organisatorisch vlak. Organisaties: • Scheikunde • Romaanse Talen Onderzoekers: • GASTON MOENS • MICHEL PIERRARD Intentionaliteit en belichaming - Een historische en epistemologische analyse vanuit een transcendentaal en een naturaliserend perspectief Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk Onderzoekers: • Helena De Preester Taalverwerving van functionele nominale categorieën uit een vergelijkend Romaans perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: In de huidige generatieve syntaxis wordt algemeen aangenomen dat aan het hoofd van de naamwoordgroep een functioneel hoofd D(etermineerder) staat (zie o.m. Abney 1987) en dat er verschillende lagen van functionele projecties bestaan tussen D en N. Op basis van de analyse van de speciale determineerders al en cel in het Roemeens, zijn in D'Hulst,Coene & Tasmowski (1997) en in Coene (1999) een aantal bijkomende argumenten gegeven die de zogenaamde DP-Hypothese ondersteunen. Indien het inderdaad zo is dat volwassen beschikken over een aantal functionele projecties in hun syntactische structuur, kan men zich terecht afvragen of dit ook het geval is voor de grammatica van kinderen. Uitgaand van de assumptie dat de set van universele taalkundige principes (Universal Grammar) de basis is van de taalverwerving en derhalve cruciaal in de organisatie van de grammatica van kinderen, is het resultaat van dit debat niet zonder belang. Tegen deze achtergrond en gebaseerd op gegevens uit verschillende talen, heeft het voorgestelde project als basisdoelstelling een aantal eigenschappen met betrekking tot de ontologische ontwikkeling van functionele categorieën in kindertaal te ontrafelen. Het onderzoek zal worden gericht op de volgende vragen: (a) hebben we positieve evidentie voor het bestaan van een meer ontwikkeld syntactisch systeem in kindertaal? en (b) zelfs indien het antwoord op (a) affirmatief is: kan de grammatica van kinderen geen functionele categorieën en principes hebben vergelijkbaar met die van volwassenen, echter zonder hieraan compleet identiek te zijn? Vermits taalverwerving van functionele categorieën gevoelig lijkt te zijn aan specifieke taal-input, stellen we voor om de verschijning ervan te bestuderen in ééntalige kinderen in een vergelijkend (hoofdzakelijk Romaans) perspectief. Hierbij zullen we trachten: I. te bepalen of er verschillen bestaan met betrekking tot het moment van verschijnen en/of de frequentie van het gebruik van determineerders in enkele van de belangrijkste Romaanse talen (Frans, Spaans, Italiaans, Roemeens) en II. afhankelijk van het feit of deze morfemen al dan niet op het zelfde tijdstip hun opwachting maken in de bestudeerde talen: uit te zoeken welke de factoren zijn die de gelijktijdigheid of het verschil in verschijning ervan bepalen. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies Onderzoekers: • Liliane Tasmowski • Martine M R Coene Atranos : automatische transcriptie en normalisatie van spraak Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is bij te dragen tot de ontwikkeling van betere producten voor de verbatim transcriptie van spraak, en voor de omzetting van deze transcripties naar een vorm die beter aangepast is aan de noden van de eindgebruiker. Een toepassing die als case study zal worden bestudeerd is het genereren van ondertitels ten behoeve van slechthorenden. CNTS zal leertechnieken onderzoeken voor de transcriptie van onbekende woorden en statistische technieken voor alignment en de voorspelling van ondertitels uit transcripties. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans Hypercommunicatie: literatuur als mediakritiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de plaats van het object literatuur in het hedendaagse medialandschap: hoe verhoudt literatuur zich tot de media en is literatuur een medium ? Speciale aandacht gaat uit naar het gegeven hypertext. Organisaties: • Franse literatuur • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Frank Schuerewegen Een computationeel psycholinguïstische benadering van primaire taalverwerving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een computationeel psycholinguïstisch model van de primaire taalverwerving dat gekenmerkt kan worden als een datagedreven model waarin algemene (i.e., niet specifiek talige) leermechanismen vanuit de input taalkennis (grammatica, lexicon, etc.) verwerven. De term 'computationeel psycholinguïstisch' karakteriseert de aard van het model dat we voor ogen hebben, een model van de taalverwervings- en taalverwerkingsprocessen die de primaire taalverwerving mogelijk maken en bewerkstelligen. De samenstellende delen van die term preciseren ook een methodologische optie: het voorgestelde onderzoek omvat namelijk twee luiken: (1) een psycholinguïstisch luik waarin de verwerving van de natuurlijke taal bestudeerd wordt bij kinderen, gebruik makend van de gangbare psycholinguïstische methodologie, d.i. analyse van corpora van spontane spraak en experimentele toetsing van hypothesen die evt. door het corpusonderzoek gegenereerd worden. (2) een computationeel luik waarin een computermodel van dezelfde taalaspecten wordt geïmplementeerd, gebruik makend van de principes van 'gelijkenis-gebaseerd redeneren'. De relatie tussen de luiken is tweevoudig: (i) De ontwikkeling van een theorie over taalverwerving waarin de rol van structurele aspecten van de taalinput en het zelf-organiserend vermogen van de taalverwerver centraal staan. (ii) Een gezamenlijk studie-object maakt het mogelijk om een vruchtbare wisselwerking tussen de psycholinguïstische data en theorievorming en het computationeel model te bewerkstelligen. Dit houdt o.m. in dat gegevens uit de natuurlijke taalverwerving in de twee luiken van het onderzoek gebruikt worden, nl. als primair studieobject in het psycholinguïstisch luik en als effectief inputmateriaal voor de artificiële verwerver; de performantie van die laatste zal bovendien geëvalueerd worden aan de hand van de taalverwerving en -ontwikkeling van kinderen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis Theorievorming in de pragmatiek, metapragmatische studies, en de problematiek van interculturele en internationale communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. ontwikkeling van een coherent beschrijvingskader voor taalgebruiksaspecten (vanuit een linguïstische pragmatiek die wordt benaderd als de cognitieve, sociale en culturele wetenschap van taal en communicatie 2. studie van metapragmatische termen 3. toepassingen op het gebied van de interculturele communicatie (face-to-face) en de internationale communicatie (diplomatie en berichtgeving). Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Jozef Verschueren Mens en religie: verbreding van het onderzoeksveld en filosofische integratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek van de mystiek wordt in een godsdienstfilosofisch kader geplaatst. Organisaties: • RUUSBROECGENOOTSCHAP • Centrum voor Europese Filosofie Onderzoekers: • Paul Mommaers • Frank Willaert • Guido Vanheeswijck De sociale constructie van het jonge kind. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksprogramma heeft als doel om te beschrijven en verklaren op welke manier taalgebruik een rol speelt in de sociale constructie van het jonge kind als kind. De sociale constructie door taal van het kind als kind vindt niet alleen plaats in de micro-context van de ouder-kind-interactie, maar ook in meer institutionele settings zoals kleuterscholen en de media. Al deze verschillende soorten settings zullen aan bod komen in het onderzoek en met elkaar vergeleken worden. Op termijn zijn er ook interculturele vergelijkingen mogelijk zijn. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Taal, media en socialisatie Onderzoekers: • Annick De Houwer De encyclopedische roman. Deelonderzoek ter aanvulling van de definitie van het romangenre. Universiteit Antwerpen Abstract: In de Verenigde Staten leeft The Great American Novel nog slechts voort als cliché, maar dat belet een aantal Amerikaanse auteurs niet om totaliserende romans te schrijven'zij het niet zonder invraagstelling van het concept totalisering. Met The Recognitions van William Gaddis en vooral Gravity's Rainbow van Thomas Pynchon als matrix worden recente Amerikaanse encyclopedische romans geanalyseerd op hun historische context, hun representatietechnieken en hun manipulatie van de lezer. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Luc Herman Nietzsches receptie van en invloed op concepties van vrijheid in de Russische literatuur en wijsbegeerte. Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de Russische literaire teksten te detecteren en te onderzoeken die een rol hebben gespeeld in Nietzsches theorievorming. Daarnaast zal onderzocht worden welke impact Nietzsche heeft gehad op de Russische literatuur en wijsbegeerte van de zilveren eeuw (1890-1920). Hierbij zal het probleem van de individuele vrijheid als thematische leidraad fungeren. Organisaties: • Vakgroep Duits Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck • Thomas Langerak Een historisch-sociolinguïstische analyse van egodocumenten in 19de-eeuws Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus. Een analyse van de spelling, de grammatica en de stijl wordt gekoppeld aan onderzoek naar de functies van de verschillende gebruikte taalvariëteiten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE Organisatie internationaal congres over de 'Österreichische Autorin Friederike Mayröcker' op 18 en 19 mei 2001. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de wetenschappelijke Mayröcker-receptie werd tot op heden nauwelijks ingegaan op het intertekstuele aspect van haar schriftuur. Daarom werd met een internationaal congres de aandacht voor de intertekstualiteit in Mayröckers werk gestimuleerd. 12 Mayröcker-specialisten uit binnen- en buitenland hebben aan het congres deelgenomen. Via gedetailleerde tekstanalyses en vergelijkende studies hebben zij de relaties onderzocht tussen teksten van Mayröcker en andere literaire teksten, de muziek en de beeldende kunsten. De resultaten van het congres mogen zonder meer baanbrekend worden genoemd voor het Mayröcker-onderzoek. De papers die op dit congres werden gepresenteerd worden gebundeld en verschijnen in het voorjaar van 2002 bij Aisthesis Verlag (Bielefeld). Organisaties: • Centrum voor Literatuur- en Cultuurwetenschappen • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy • Inge ARTEEL Houdingen en handelwijzen rond het levenseinde van patiënten (Halps) in 6 Europese landen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vooruitgang in de medische technologie en de toenemende aandacht voor de autonomie van de patiënt hebben het wetenschappelijk debat over de rol van de geneeskunde aan het levenseinde van patiënten bevorderd. In dit epidemiologisch onderzoeksproject worden in 6 Europese landen (België, Nederland, Italië, Zwitserland, Zweden, Denemarken) het gedrag en de attitudes van artsen t.a.v. 'beslissingen rond het levenseinde' onderzocht. Twee studies worden opgezet : een retrospectief sterfgevallenonderzoek (N=5000) en een artsenonderzoek (N=3000). Voor het eerste onderzoek zal met een sterfgevallenonderzoek gewerkt worden, voor het tweede onderzoek met een bevraging van een representatieve groep van artsen. Gegevens worden enkel via artsen bekomen, er zijn geen patiënten betrokken bij dit onderzoek. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER De professionele identiteit van de maatschappelijk assistent vanuit legitimatieperspectief Hogeschool Gent Abstract: Onderzoek naar de professionele identiteit van maatschappelijk assistenten als reccurent en contexgebonden gegeven, vanuit legitimatieperspectief. Analyse van de prescriptieve visies omtrent professionele identiteit uit sociologie, agogiek, filosofie. Empirisch onderzoek naar de facto legitimaties van professionele identiteit aan de hand van casuïstiek in focusgroepen. Descriptieve analyse van deze 'practice wisdom'. Synthese van prescriptief buiten- en descriptief binnenperspectief. Organisaties: • Departement Sociaal-agogisch werk • Vakgroep Sociale wetenschappen Onderzoekers: • Agnes Verbruggen Doctoraatsonderzoek Morreel Gert. Universiteit Antwerpen Abstract: Doctoraatsonderzoek Morreel Gert. Organisaties: • James Joyce Centrum • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout • Gert Morreel Rol van de CaCO3 cyclus in de klimaatsverandering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het relatief belang van de mariene productie van carbonaten ten opzichte van de globale koolstofcyclus met uitwisseling tussen continenten, atmosfeer en oceanen in beschouwing genomen, wordt geschat op niveau van geologische tijdschaal. De verschillende chemische processen die het gedrag van carbonaten in een marien systeem bepalen worden beschreven in termen van evenwichtsreacties. Deze benadering laat toe de chemische toestand van de koolstofcyclus te beschrijven voor zeewater en om de invloed van biologische activiteit te voorspellen op de distributie van opgelost carbonaat en op saturatiegraad van het systeem ten opzichte van calciet, aragoniet en Mg-calciet. Organisaties: • Biologie Onderzoekers: • Pascale-Emmanuelle LAPERNAT • MARIE-HERMANDE DARO Ethisch-medische kwaliteitszorg van beslissingen rond het levenseinde van patiënten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Adequate zorgverlening voor terminale patiënten krijgt in toenemende mate maatschappelijke en wetenschappelijke aandacht. De overtuiging groeit daarbij dat de kwaliteit van de laatste levensfase een belangrijke bijkomende doelstelling is van de medische zorg. Uit onderzoek blijkt dat artsen frequent beslissingen nemen en handelingen stellen i.v.m. het levenseinde van patiënten (HALP) maar dat dit niet altijd zorgvuldig gebeurt. Zo wordt er bijvoorbeeld niet steeds met de patiënten overlegd bij HALP (Deliens et al., 2000). Een manier om meer rekening te houden met de visie van de patiënt en de ethisch-medische kwaliteit van HALP te verbeteren, is het gebruik van een protocol dat artsen als richtlijn voor hun handelen kunnen gebruiken. In dit onderzoek wordt gepoogd om een dergelijk protocol op te stellen voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Het zal ondermeer gericht zijn op het optimaliseren van de participatie en communicatie tussen alle betrokken partijen bij de terminale besluitvorming, het bepalen van hoe de doorverwijzing bij voorkeur verloopt en hoe men het best kan omgaan met een verzoek tot potentieel levensverkortende of levensbeëindigende handelingen. Er wordt geopteerd voor een kwalitatieve methode op basis van half-gestructureerde interviews en focusgroepintervieuws met de betrokken actoren (artsen, verpleegkundigen, palliatieve teams, patiënten met een levensbedreigende aandoening, familieleden van overleden patiënten, enz.). In een eerste fase is de dataverzameling gericht op het inventariseren van de noden en behoeften i.v.m. beslissingen rond het levenseinde. Deze fase moet resulteren in een ontwerpprotocol 'Ethische kwaliteitszorg bij HALP in de eerstelijnszorg'. In een tweede fase wordt dit voorgelegd aan huisartsen en andere betrokkenen en wordt terug via interviews en focusgroepen nagegaan of dit protocol werkbaar is. In totaal worden een vijftgtal interviews en een vijftal focusgroepen voorzien. Het onderzoek loopt van maart 2001 tot maart 2003. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER A discourse oriented analysis of the interpreting process at the TRC hearings with special reference to the role of institutional variation, language differences and the intercultural context. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de interactionele taalprocessen die plaatshadden gedurende de hoorzittingen van de TRC. Vertalen en tolken gebeurde immers niet in isolement. Het project richt zich dan ook op de rol van institutioneel discours, taalvariatie en de linguïstische uitdrukking van macht tijdens de hoorzittingen en het tolkwerk. Het project zal op die manier een licht werpen op de specifieke wijze waarop de TRC-context opereerde, en de invloed aantonen van de ruimere sociolinguïstische en interculturele context. Ook zal het project bijdragen tot inzicht in de bijzondere eisen die gesteld worden aan tolken en aan de opleiding van tolken. Het project moet bedekte faktoren aan het licht brengen die op het succes van de tolking in dit type interactie wegen, zoals genre-eigenschappen, de machtsbalans en het gebruik van 'cultuur'. Organisaties: • INTERONDERZOEKSGROEP TAALKUNDE (IOTa) • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Pol Cuvelier Historiografische fictie en fictieve historiciteit in het Centraal-Amerikaanse en Hispano-Caribische verhalend proza (tweede helft van de twintigste eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Het bestuderen van de historische roman (in de zin van Lukacs) en de getuigenisroman (in bredere zin dan "testimonio") binnen het Caribische en Centraal-Amerikaanse verhalend proza. Een analyse van de personages met speciale aandacht voor de plaats van minderheden, onderzoek naar de discursieve strategieën, reflectie over het (meta)historische, relatie met overheersende trends in het genre binnen de LatijnsAmerikaanse literatuur, zijn enkele van de aandachtspunten. Organisaties: • Spaans • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Rita De Maeseneer Taalverwerving bij jonge kinderen met een cochleaire implantatie : een longitudinaal effectenonderzoek van hun auditieve, spraak- en taalontwikkeling. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project onderzoeken we de auditieve ontwikkeling, de spraak- en taalverwerving bij congenitaal dove kinderen met een cochleair implantaat (CI) geïmplanteerd tijdens het tweede levensjaar. Het doel is systematisch het effect van de CI te onderzoeken op verschillende aspecten van de taal- en spraakontwikkeling: ? Onderzoek van het effect van een CI op het auditieve vlak; ? Onderzoek van het effect van CI op het articulatorisch vlak (de spraak); ? Onderzoek van het effect van CI op de taalverwerving en communicatieve ontwikkeling. In essentie willen we nagaan hoe de toegang tot auditieve informatie evolueert en welke impact die toegang tot de gesproken taal heeft op de eigen spontane spraak en taal van het kind. De wetenschappelijke doelstellingen van het onderzoeksproject zijn (i) descriptief en (ii) fundamenteel psycholinguïstisch. (i)Descriptief: een longitudinale beschrijving van de auditieve ontwikkeling en de spraak-, taal- en communicatie-ontwikkeling na een CI. De descriptie zal ons een antwoord geven op de vraag: verloopt de taalverwerving kwalitatief en kwantitatief zoals bij normaal horende baby's? Is er een kwalitatief en/of kwantitatief onderscheid in de auditieve ontwikkeling, spraak- en taalontwikkeling tussen baby's afhankelijk van de leeftijd waarop ze een CI krijgen? (ii) Fundamenteel psycholinguïstische doelstellingen: ? Onderzoek van de perceptie van segmentele en suprasegmentele karakteristieken van de spraak in relatie tot hun productie; ? Onderzoek van de fonologische ontwikkeling op segmenteel en suprasegmenteel vlak met bijzondere aandacht voor de evolutie van truncatiepatronen; ? Onderzoek van de lexicale en morfosyntactische verwerving met speciale aandacht voor de evolutie van `functiewoorden' of gesloten klasse woorden t.a.v. open klasse woorden, een oppositie gerelateerd aan perceptuele saillantie; ? Onderzoek van communicatieve ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor (1) het gebruik en de plaats van spraak tgo. (conventionele) gebaren, (2) het gebruik van interactionele middelen (aandacht trekken/richten/'), (3) de omvang en het gebruik van types interactiebeurten door kind en volwassen conversatiepartner. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans Tekstanalyse en zelflerende systemen voor prosodie. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is empirisch te onderzoeken of een natuurlijk klinkende prosodie kan worden gegenereerd op basis van twee methodes die recent succesvol zijn gebleken in andere taalverwerkingsdomeinen: (a) robuuste analyse van tekst met behulp van technieken uit information retrieval en information extraction, en (b) geavanceerde zelflerende en meta-lerende systemen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans Multi-etniciteit en multiculturalisme in vergelijkende Noord-Amerikaanse literatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek zou de eerste vergelijkende studie van hedendaagse etnische literaturen uit de Verenigde Staten en Canada zijn. Het onderzoek levert inzicht in de invloed die verschillende maatschappelijke en overheidsbenaderingen van etniciteit en natie op de literatuur hebben, en benadrukt daarbij de koloniale invloed. Het stelt zich ten doel een begrip te creëren van het multiculturalisme in een tijd waarin deze kwestie in Europa steeds relevanter wordt. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Joris Duytschaever Psycholinguïstiek : verwerkings- en verwervingsprocessen van lezen en spellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap is de integratie van de Vlaamse, Nederlandse en internationale expertise omtrent de studie van (i) de verwerving van lezen en spellen en (ii) de verwerkingsprocessen bij ervaren lezers en spellers. Centraal staat de studie van het lezen en spellen van woorden (herkenning en productie van geschreven woorden), meer bepaald de rol die de fonologie en de morfologie daarbij spelen en het belang van de manier waarop de spelling van de taal deze linguïstische dimensies representeert. Concrete doelen zijn: uitvoering van gezamenlijk empirisch onderzoek door diverse subteams van de WOG (experimenten, corpusanalyses, simulaties), meer bepaald in een cross-linguïstisch perspectief, uitwisseling van expertise in de vorm van personeel en middelen, organisatie van workshops en één internationaal congres. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis Groei van de overlegeconomie. Vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling van nationale overlegorganen van ondernemers en overheid in Nederland en Vlaanderen-België tussen c.1920 en 1970 Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt meer inzicht te krijgen in overeenkomsten en verschillen in de ontwikkeling van de overlegeconomie in Nederland en Vlaanderen-België, d.m.v. vergelijkend onderzoek naar nationale overlegorganen van overheid en sociale partners, waarbij de aandacht vooral zal uitgaan naar werkgeverskant. Organisaties: • CENTRUM VOOR BEDRIJFSGESCHIEDENIS • Centrum voor bedrijfsgeschiedenis Onderzoekers: • Greta Devos De invloed van gemarkeerde hyperlinks op leerprocessen in vreemde talen: een cognitieve benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: In papieren teksten worden markeringen meestal gebruikt om de structuur en inhoud te verduidelijken. In on-line teksten krijgen markeringen ook nog een andere functie. Ze worden gebruikt om hyperlinks aan te geven en trekken zo de aandacht van de lezer. De vraag rijst of deze nieuwe functie van tekstmarkeringen een fundamentele verandering in het vreemde-taallezen teweegbrengt. Dit onderzoek wil experimenteel nagaan of gemarkeerde hyperlinks een invloed hebben op de woordenschatverwerving, het tekstbegrip en de achterliggende cognitieve processen die het lezen ondersteunen. Organisaties: • VAKGROEP TAAL EN COMMUNICATIE • Management Onderzoekers: • Walter Geerts • Luc Van Waes De Islamisering van de moderniteit: Islamisme en/of Islamitisch reveil bij studenten en rond plaatsen van eredienst van Marokkaanse en Turkse herkomst in België Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit onderzoek gaan we na in hoeverre Islamisme een factor is in het leven van studenten van Marokkaanse en Turkse herkomst aan Vlaamse universiteiten en ten tweede in hoeverre islamisme verklaard kan worden als een middenklasse fenomeen dat optreedt in periodes van versnelde sociale en maatschappelijke verandering. We onderzoeken in hoeverre deze Islambeleving zich concreet vertaalt in de sociale netwerken van de jongeren, zowel op nationaal als internationaal niveau. Daarnaast richten we ons op vier specifieke plaatsen van collectief uitgedrukte eredienst-fundamentalisme, i.c. moskeeën, en integreren dat in zijn ruimer weefsel. De specificiteit van de Islambeleving bij jongens en meisjes en de invloed vanuit het land van herkomst op deze Islambeleving worden eveneens onderzocht. Dit gebeurt aan de hand van een veldonderzoek op basis van de methode van participerende observatie en netwerkanalyse. Hierbij maken we gebruik van theoretische ontwikkelingen met betrekking tot Islam, sociale netwerken en ethno-nationalisme. Organisaties: • OASeS - ONDERZOEKSGROEP ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN DE STAD • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Onderzoekers: • Jean Vranken Einde van de metafysica en post-metafysisch denken. Het concept metafysica in de post-Hegeliaanse filosofie Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoeksproject betreft de studie van twee motieven die in het hedendaagse filosofische denken een ongemeen belangrijke rol spelen en overigens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: vooreerst 'het einde van de metafysica' als motief in post-Hegeliaanse filosofieën van de filosofiegeschiedenis en dito filosofieën van de geschiedenis überhaupt, en voorts de zelfperceptie of -bepaling van verschillende invloedrijke denkers, scholen of stromingen in de post-Hegeliaanse wijsbegeerte als post-metafysische denkers, scholen of stromingen. Het eerste motief behelst de gedachte dat metafysica als denkwijze niet het product is van een onuitroeibare 'metafysische behoefte', maar dat zij een welbepaalde fase in de menselijke ontwikkeling vormt, en dat deze fase afgelopen is of zal (c.q. moet) afgesloten worden. Het tweede motief vult het eerste aan c.q. nuanceert het eerste motief: vermelde zelfperceptie of -bepaling behelst de gedachte dat metafysisch denken, als 'harde kern' van de Westerse wijsgerige traditie tot en met Hegel, onlosmakelijk verbonden is met een aantal fundamentele denkstrategieën die op onomkeerbare wijze problematisch zijn geworden, en in die zin te allen prijze dienen te worden vermeden of omzeild in nieuwsoortige vormen van denken waarvoor het metafysische denken plaats moet maken. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Europese Filosofie Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Guido Vanheeswijck • Koenraad Verrycken Psycholinguïstiek: verwerkings- en verwervingsprocessen van lezen en spellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van deze wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap is de integratie van Vlaamse, Nederlandse en internationale expertise omtrent de studie van (i) de verwerving van lezen en spellen en (ii) de verwerkingsprocessen bij ervaren lezers en spellers. Centraal staat de studie van het lezen en spellen van woorden (herkenning en productie van geschreven woorden), meer bepaald de rol die de fonologie en de morfologie daarbij spelen en het belang van de manier waarop de spelling van de taal deze linguïstische dimensies representeert. Concrete doelen zijn: uitvoering van gezamenlijk empirisch onderzoek door diverse sub-teams van de WOG (experimenten, corpusanalyses, simulaties), meer bepaald in een cross-linguïstisch perspectief, uitwisseling van expertise in de vorm van personeel en middelen, organisatie van workshops en één internationaal congres. Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Dominiek Sandra Ontwerp van adaptieve logica?s voor het formeel-exact bestuderen van centrale onderwerpen uit de hedendaagse wetenschapsfilosofie. Een aanzet tot een nieuwe formele wetenschapsfilosofie Universiteit Gent Abstract: Een groot aantal wetenschapsfilosofische concepten kunnen niet gedefinieerd worden op basis van klassieke logica, omdat ze betrekking hebben op dynamische en niet-monotone redeneerprocessen. In dit project worden adaptieve logica?s, waarmee dit wel mogelijk is, ontworpen en toegepast. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Diderik Batens • Erik Weber Onderzoek naar talige en niet-talige informatieverwerkingsmechanismen en interacties met het werkgeheugen bij numerieke cognitie Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat na welke de samenhangen zijn tussen getalverwerking, taalverwerking en het werkgeheugen. Dit is mogelijk omdat getallen niet alleen in Arabische vorm voorkomen, maar ook als woorden geschreven kunnen worden, en omdat getallen in allerhande taken gebruikt worden (bijv. rekenen) waarbij het werkgeheugen betrokken is. Dit moet ons toelaten om (a) een beter inzicht te verkrijgen in de manier waarop getallen en woorden verwerkt worden, en (b) een duidelijker beeld te krijgen op de bijdrage van het werkgeheugen bij verschillende taken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie Onderzoekers: • Wim Fias Onderzoek naar talige en niet-talige informatieverwerkingsmechanismen en interacties met het werkgeheugen bij numerieke cognitie Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat na welke de samenhangen zijn tussen getalverwerking, taalverwerking en het werkgeheugen. Dit is mogelijk omdat getallen niet alleen in Arabische vorm voorkomen, maar ook als woorden geschreven kunnen worden, en omdat getallen in allerhande taken gebruikt worden (bijv. rekenen) waarbij het werkgeheugen betrokken is. Dit moet ons toelaten om (a) een beter inzicht te verkrijgen in de manier waarop getallen en woroden verwerkt worden, en (b) een duidelijker beeld te krijgen op de bijdrage van het werkgeheugen bij verschillende taken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie Onderzoekers: • André Vandierendonck • Wim Fias Vervuiling in de Vlaamse steden in de 19de en het begin van de 20ste eeuw: een bronnenkritische studie. Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het nagaan van de mogelijkheden en beperkingen van de studie van de industriële en bacteriële vervuiling in de beginfase van de industriële omwenteling. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Erik Thoen • Eric Vanhaute Minna Kautskys autobiografie. Editie van een onbekend manuscript uit de 19de eeuw, met inleiding en commentaren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het Internationaal Instituut voor Sociaalgeschiedenis in Amsterdam wordt een omvangrijk autobiografisch manuscript van Minna Kautsky bewaard. Zij was van burgerlijke afkomst en in haar jeugdjaren werkte ze als actrice in Praag, in Wenen en in verschillende Duitse steden. Haar autobiografie is van groot belang voor de 19de-eeuwse cultuurgeschiedenis van het theater, van de arbeidersbeweging en van de socialistische vrouwenbeweging in Duitsland en Oostenrijk. Als levensverhaal van een vrouw die in de 19de eeuw contact had met mensen uit alle sociale lagen en in alle Duitstalige landen, is het werk van unieke waarde. De tekst is tot nu toe slechts voor een klein gedeelte en in verminkte vorm gepubliceerd: in de autobiografie van Karl Kautsky, die passages uit het manuscript van zijn moeder als bron voor zijn eigen autobiografie gebruikt heeft. Het is de bedoeling de tekst met uitvoerige commentaren en met foto's uit te geven bij een Duitstalige uitgeverij. De literaire werken van Minna Kautsky, die in de jaren negentig de meest befaamde schrijfster van romans voor vrouwelijke arbeiders was, zijn pas in de laatste jaren weer ontdekt. De editie van haar kleurrijke autobiografische verhaal zal niet alleen binnen maar ook buiten de literatuurwetenschap grote belangstelling wekken. In 2000 heb ik reeds enkele passages getranscribeerd van het manuscript dat ik wil uitgeven. Begin januari 2000 kon ik enkele dagen in het Internationaal Instituut voor Sociaalgeschiedenis in Amsterdam doorbrengen. Ik heb er reeds wat materiaal verzameld voor de wetenschappelijke commentaar bij de geplande editie. Met een reisbeurs van het FWO-Vlaanderen hab ik op 17 augustus 2000 aan het internationale ISSEI-congres in Bergen (Noorwegen) deelgenomen. Ik heb er een lezing gegeven over 'Minna Kautsky's autobiographical essay'. De lezing werd zeer goed onthaald door de aanwezige specialisten uit de VS en Duitsland. Hij zal binnenkort op een CD-Rom gepubliceerd worden. Mijn artikel over Minna Kautsky ('Sozialkritik und Zukunftshoffnung: Minna Kautsky', verschenen in 1999) had tot gevolg dat ik onlangs door twee Duitse collega's gevraagd werd om twee artikelen te schrijven over literaire werken van Minna Kautsky, voor een lexikon over Duitstalige schrijfsters (te verschijnen in 2001 bij de Duitse uitgever J.B. Metzler). Ik heb deze opdracht aanvaard en ben momenteel de artikelen aan het schrijven. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy Genderaspecten van Nederlandse rechtstaal in België. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij het lezen van juridische teksten in het Nederlands valt in de meeste gevallen de afwezigheid van vrouwelijke persoonsbenamingen en vrouwelijke voornaamwoorden op. Wat de juridische actoren betreft, krijgt men de indruk dat er voornamelijk mannelijke beroepsnamen worden gebruikt, die als neutrale vorm moeten fungeren, terwijl naar de rechtssubjecten niet alleen met mannelijke rolnamen wordt verwezen maar ook met neutrale. opzich zouden neutrale beroeps- en rolnamen een gelijke benadering van man en vrouw moeten kunnen waarborgen. Doordat er voortdurend met mannelijke voornaamwoorden naar wordt verwezen, ontstaat echter geen neutraal, maar integendeedl een sterk mannelijk beeld. Alleen in wetteksten die specifiek betrekking hebben op vrouwgerelateerde onderwerpen zoals vrouwenarbeid, vrouwenhandel, moederschap e.d. lijkt er expliciet sprake te zijn van vrouwen. Is dat inderdaad zo? Is er een alternatief nodig en wat zouden de ipplicaties daarvan zijn? Organisaties: • Instituut voor Taalonderwijs Onderzoekers: • MARIE-REINE BLOMMAERT Socio-dialectologische, fonetische en fonologische eigenschappen van /r/ in het Nederlands. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek beoogt ons inzicht in processen van uitspraakvariatie en uitspraakverandering te verdiepen en opdit terrein nieuwe onderzoeksmethoden te ontwikkelen en uit te testen. centraal daarin staat de /r/, een klank die bij uitstek geschikt is om deze doelen te realiseren: de /r/ kent in het Nederlandse taalgebied een groot aantal verschillende varianten, de /r/ ondergaat op dit moment in snel tempo interessante veranderingen en het gedrag van de /r/ vertoont systematische relaties met zowal taalinterne als taalexterne factoren. Om de aard en gedrag van de Nederlandse r in kaart te brengen zal de /r/ zowal vanuit de productie ald vanuit de perceptie worden bestudeerd en zal expertise uit verschillende taalkundige disciplines worden samengebracht: de fenotiek, de fonologie en de variatielinguïstiek. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Germaanse Talen Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • Evie TOPS Het begrip 'morele schade' in het buitencontractueel aansprakelijkheids-recht: een rechtshistorisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt zicht te krijgen op het ontstaan en de evolutie van het begrip 'morel schade' als grond voor het bekomen van schadevergoeding. Artikel 1382 van het Burgelijk Wetboek dat de buitencontractuele aanspral-kelijkheid regelt, is zeer kort en in algemenebewoordingen gesteld. Hierin wordt enkel van 'schade' gesproken, niet van 'morele schade als grond voor schadevergoeding. Bij de redactie van het Burgelijk wetboek werd in de eerste plaats beoogd om de geleden materiële schade te doen vergoeden door de schadeverwekker. Schade die geen benadeling van het patrimonium meebracht viel daar niet onder. Evenwel kenden de rechters in België na enige aarzeling, reeds in de 19de eeuw schadevergoedingen toe voor morele schade. Hierbij werd aangeknoopt bij de rechtspraktijk uit het Ancien Régime. De vraag is welke de grondslag is voor deze gang van zaken. Welke invloeden hebben gespeeld . Hoe motiveren de rechters hun vonnissen en arresten. De relevantie is des te groter gezien het begrip morele schade tot op vandaag niet gedefinieerd wordt door de wetgeving, an algemeen aanvaard wordt als grond voor schadevergoedingen. Organisaties: • Metajuridica Onderzoekers: • MICHEL MAGITS Stoute en problematische kinderen in de 20ste eeuw: van object naar subject van rechten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de loop van de 20ste eeuw treedt een verschuiving op in de perceptie van 'stoute' en 'problematische' kinderen gaande van het kind als object naar het kind als subject van rechten. De bedoeling van dit project is na te gaan hoe en waarom deze 20-eeuwse evolutie zich manifesteert zowel in het vertoog als binnen de praktijk van de Belgische jeugdbescherming en welke factoren hierin een rol hebben gespeeld. Deze algemene onderzoeksvraag wordt toegespitst op de problematiek van due process voor minderjarige binnen de jeugdbescherming. De probleemstelling wordt vertaald in twee deelvragen die het onderzoek structureren:1) Hoe en waarom evolueert het vertoog inzake due process voor 'stoute' en 'problematische' minderjarigen tussen 1900 en 2000 en in welke mate worden jongeren hierbij als object of subject van rechten aanzien? Deze vraag zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebereide bronnenstudie op drie vlakken: 1) 20ste eeuwsebeleidsdocumenten. 2) 20ste eeuwse wetenschappelijke literatuur en 3) literatuur van de actoren in de praktijk van de jeugdbescherming. 2) Hoe gaan kinder- en jeugdrechters in de loop van de 20ste eeuw om met hun discretionaire bevoegdheden binnen de jeugdbeschermingspraktijk en in welke mate benaderen ze minderjarigen hierbij als object of subject van rechten. Dit zal onderzocht worden via diepte-interviews met kinder - en jeugdrechters. Organisaties: • Criminologie Onderzoekers: • JENNEKE CHRISTIAENS Het horizontale denken. Een reflectie op de structuren en de grenzen van het filosofische denken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project bestaat uit een verheldering van de structuren en de grenzen van het filosofische denken. Als hypothetisch vertrekpunt wordt de Arendtiaanse distinctie tussen denken en kennen aangenomen en geïnterpreteerd als een ideaaltypisch conceptueel kader waarbinnen het denken verschijnt als een activiteit met een eigen dynamiek en een eigen structuur. Deze door dit kader onderscheiden activiteit, wordt vervolgens verder van binnenuit geanalyseerd door ze als een 'dynamische structuurgansheid' voor te stellen, die wordt geconstitueerd door drie interdependente, op elkaar inwerkende 'luiken' die elk een aantal formele kenmerken verzamelen die gewonnen worden uit een reflectie op de ervaring van het denken. In een eerste luik wordt de architectoniek van de denkactiviteit verhelderd. Hier worden haar dialogische structuur, het conceptualiseren en de taligheid, haar destructiviteit, haar gerichtheid op 'meaning' en haar temporaliteit als structurele kenmerken onderzocht. In een tweede luik komt het subjectieve en idiosyncratische aspect van elk filosofisch denken aan bod. Het filosofische denken zal hier als een reflexief-omgaan-met de 'immediacy' van het individuele geworpen-zijn geduid worden. In het derde luik wordt ingegaan op de constitutieve rol die de geschiedenis van de filosofie speelt voor het filosofische denken. Als 'geobjectiveerde neerslag' van gewezen subjectief denken vormt de traditie een corpus dat steeds al wordt meegedacht in het filosofische denken. Door tenslotte aan te tonen hoe deze voor een systematische analyse onderscheiden luiken wederzijds en circulair op elkaar inwerken zullen de grenzen en structuurgansheid van het filosofische denken als 'einheitliches Phänomen' oplichten. Hier kan dan ook de aangenomen striktheid van de hypothetische distinctie ondervraagd en gerelativeerd worden. Organisaties: • Centrum voor de Studie van Verlichting en Vrije Denken • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE • MAURICE WEYEMBERGH Vergelijkend onderzoek van de onderliggende psychologuïstische en cognitieve processen bij meertalig basisonderwijs. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Meeralig onderwijs neemt in Europa en in België hand over hand toe. Op diverse onderwijsniveaus wordt ermee geëxperimenteerd. Meertalig onderwijs betekend dat het curriculum, bijvoorbeeld in het basisonderwijs, in verschilende talen wordt onderwezen. Meestal wordt van twee talen gebruik gemaakt maar omdat er later ook vreemde talen bijkomen, wordt aan de terminologie meertalig onderwijs de voorkeur gegeven. De resultaten van dergelijk onderwijs, de ondeliggende psychosociolinguïstische processen, noch de cognitieve impact ervan werden totnutoe bestudeerd. dit betekent dat hypothesen zoals de veronderstelde meerwaarde van meertalig onderwijs op het gebied van de moedertaal- en de vreemdetaalontwikkeling samen met de veronderstelde meerwaarde aangaande de andere kannisvaken plus de attitudeverschillen dei met dergelijk onderwijs gepaard gaan, niet werden getoetst. Het toetsen van deze hypotesen vormt de kern van dit onderzoek. Dit project is voortvloeiend uit de jarenlange betrokkenheid van de promotoren met meertaligheid en meertalig onderwijs. Het vormt het Belgische luik van een internationaal geheel dat de impact van meeratlig onderwijs in diverse Europese landen bestudeerd. De scholen die in België voor het onderzoek in aanmerking komen, zijn op de eerste plaats de Foyerscholen die Spaans, Italiaans en Frans in combinatie met het Nederlands aanbieden, en de scholen die het decreet Onckelinx implementeren en die voor de combinatie Frans-Nederlands opteren. De methodologische design is empirischetnografisch van aard waarbij vergelijkbare, monolinguale controlescholen en kwantitatieve testing plus de samenstelling van een datablok en een dynamisch variabelenmodel, een quasi-experimentele opzet garanderen. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN Een filosofische lectuur van de genese van ethiek en relegie in het werk van Sigmund Freud. Een analyse van zijn stelling in verhouding tot Friedrich Nietzsche en Immanuel Kant Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hedendaagse denken over ethiek wordt overschaduwd door het verloren gaan van definitieve ethische funderingen. In deze evolutie heeft Sigmund Freud volgens vele denkers een cruciale rol gespeeld. In het zoeken naar de oorsprong van de cultuur, besloot hij dat ethiek en religie dezelfde oorsprong hebben. Deze zijn op hun beurt bepalend voor de identiteit. Dit onderzoek poogt een antwoord te vinden op volgende vragen: welke zijn de implicaties van de secularisatie voor de identieit? Indien ethiek niet kan gefundeerd worden in een universeel beginsel van waarheid, welke opvatting over geldigheid rest ons dan nog volgens Freud? Wat heeft Freud ons bijgebracht over de relatie tussen de herkomst van de moraal. Het verband tussen de monotheïstische religie en het tot stand komen van de identiteit? Het lijkt ons zinvol de vraag naar de filosofische implicaties van Freuds theorie verder te onderzoeken door te referen naar de betekenis van Friedrich Nietzsche en Immanuel Kant. beiden hebben Freuds op een beslissende manier beïnvloed. Inspireerde Nietzsche Freud met zijn analyse van de donkere, duistere kant van de menselijke persoonlijkheid en zijn analyse van het failliet van de traditionele kijk op ethiek en godsdienst, dan blijft Freud op een aantal punten trouw aan Kant als filosoof van de Verlichting. Daarbij is kants standpunt bijzonder intrigerend vanuit freudiaans standpunt: voor Kant is het bestaan van God tegelijkertijd onbewijsbaar en onmisbaar. We vertrekken van de hypothese dat Freud zich bevindt tussen Nietzsches ontnuchterende beschouwingen, en Kants verlichtings-normatieve ethiek. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JOHAN STUY Een wereld van geesten en goden. De invloed van spiritualiteit in de hedendaagse kunst. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het vooropgestelde doel in dit project is een door de werken zelf aangereikte problematiek te geven over de aspecten van hedendaagse kunst die een invloed ondervinden van de verschillende vormen van traditionele spiritualiteit. Het onderzoek richt zich bijgevolg op de veruiterlijking van spirituele tradities in de werken en de culturele belevingswereld van verscheidene kunstenaars. Dit maakt het mogelijk om meerdere gezichtspunten binnen de hedendaagse kunst tot een bijzondere dialoog te laten komen. Enerzijds kan de wisselwerking tussen spirituele tradities en de vernieuwingen die ze veroorzaken binnnen de hedendaagse kunststromingen benaderd worden en anderzijds kan men de invloed van spiritualiteit analyseren binnen kunstvormen die gebonden zijn aan een welbepaalde symbolische vormentaal en binnen kunstuitingen die streven naar zuivere abstractie? er wordt hoofdzakelijk aandacht gechonken aan die vormen van spirualiteit die reeds een lange weg van traditie en wereldwijde erkenning achter zich hebben. De Allernieuwste, en <etenschappelijk niet erkende, vormen van spiritualiteti zullen niet in het onderzek betrokken worden. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • ANNIE RENIERS Intermedialiteit in literatuur en podiumkunsten. Een case study: hedendaagse Faust adaptaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project theoretizeert in eerste aanleg de multimediale interacties binnen en tussen en voorstellingen, op thematisch/discursief, narratief, dramaturgisch en theatraal niveau, met oog zowel voor de productieve als receptieve kant. omdat deze interacties vooral draaien rond tekst, beeld en lichaam, dienen literairwetenschappelijke methodes en semiotoek aangevuld te worden met een gemengde fenomenologie van het beeld en het lichaam, in een poging om het multimediale onderzoeksvoorwerp volediger te vatten. Afgezien van de noodzaak van een beter aangepaste en deels vernieuwde metodologie, vormen de kwestie van de aard en grad van participatie en kritische maatschappelijke interventie via een door de media beheerste kunst voorlopige knelpunten van het onderzoek. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • JOHAN CALLENS Belgische opgravingen te Lehub (Jordanië). Een vroege bronstijd nederzetting, gekoppeld met een promotie en restauratieprogramme van de Europese unie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het donderzoek dat wordt verricht naar de geschiedenis en de ontwikkeling van de Jordaanse steden, beoogt dit internatioanaal en multidisciplinair project het finaliseren van het opgravingonderzoek te Lehun, van de versterkte nederzetting van de vroege bronstijd I-III. Lehun is de enge bekende stad uit de vroege bronstijd in Centraal Jordanië. de resultaten vande opgravingen zullen vergeleken worden met de enkele reeds onderzochte sites van Jawa en Bab edh Dhra. De voorbereidende werkzaamheden hebben duidelijk het belang aangewezen van deze uitzonderlijke nederzetting. Deze opgravingen te Lhun zullen dan ook een baanbrekende bijdrage van onze universiteit zijn tot de kennis van de vroegere bronstijd in Jordanië, op chronologisch, cultureel, geomorfologisch en paleo-ecologisch vlak. Het belangrijke bijdrage te leveren om de site te restaureren en toeristische te promotoren. Zij kunnen echter niet tussenkomen bij de opgravingkosten zelf, daar dit niet in hun bevoegdheid valt. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • DENYSE FREDERICQ Het Brusselse muziekleven 1750-1850 : politieke, economische en sociale aspecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voorwerp van het project is een onderzoek naar de sociaal-culturele werkelijkheid waarin professionele musici, actief te Brussel in de periode 1750-1850, hun activiteiten ontplooiden. Er zal worden nagegaan hoe de musici zich verhielden tot de diverse actoren in het maatschappelijke krachtveld en aan welke evoluties deze verhoudingen onderhevig waren. De periode omvat de overgang van de Oostenrijkse absolute monarchie over het Franse en Hollandse regime naar de constitutionele monarchie van het onafhankelijke België. De relatief snelle opeenvolging van regimes bracht Brussel in contact met verschillende cultuursferen en politieke ideologieën. De vraag stelt zich wat de impact daarvan was op het muziekleven. Het wisselend belang van de stad (in de Franse tijd was zij slechts de hoofdplaats van een departement) zal ook toelaten het belang van de hoofdstedelijke functie voor het muziekleven beter te begrijpen. Het onderzoek wordt interdisciplinair en comparatief opgevat Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geschiedenis Onderzoekers: • Henri VANHULST • Koenraad BUYENS Onderzoek over de grammatica van de Vlaamse Gebarentaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het hier voorgestelde project is de logische voortzetting van mijn huidige en vroegere onderzoek over de grammatica van de Vlaamse Gebarentaal (VGT). De voornaamste doelstelling van het project is dan ook een verdere exploratie van de grammatica van deze -nog steeds onvoeldoende bestudeerde- gebarentaal. Daarnaast is het ook de bedoeling om een bijdrage te leveren tot een beter begrip van een thema dat het niveau van de individuele gebarentaal overstijgt, met name de overeenkomst tussen de grammatica's van de verschilende tot nog toe bestudeerde gebarentalen. Het project kadert in de groeiende internationale wetenschappelijke belangstelling voor gebarentalen. 'Sign linguistics' is een relatief nieuwe discipline -de allereerste taalkundige studie van een gebarentaal verscheen in 1960- met een opvallend groot -en nog steeds snel stijgendaantal beoefenaars. De studie van gebarentaal is dan ook belangwekkend in tenminste twee opzichten: enerzijds vormt de taalkundige analyse van gestueel-visuele talen binnen het domein van de algemene taalkunde een belangrijke aanvullng bij het onderzoek van oraal-auditieve talen -de bevindingen volgend uit de studie van gestueel-visuele talen leiden niet zelden tot een herziening van wat men beschouwde als vaststaande feiten in verband met taal- anderzijds is er de grote nood aan dit soort onderzoek gezien de uitbreiding van de maatschappelijke rol van gebarentaal. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Myriam VERMEERBERGEN Schriftelijke communicatie en de uitbouw van relatienetwerken in de twaalfde eeuw. De brievencollectie van Stefaan van Doornik als spiegel van het kerkelijke milieu in het Capetingisch koninkrijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Centraal in dit onderzoek staat de vraag of middeleeuwse brieven en brievencollecties een beeld kunnen geven van ten eerste de manier waarop bepaalde vormen van communicatie tot stand kwamen, ten tweede van het bestaan van verschillende en uiteenlopende netwerken van relaties, en ten derde van hoe deze netwerken zowel intern als extern functioneren en welke hun impact is op het participerend individu en op de maatschappelijke omgeving. Het onderzoek evolueert vanuit een case-study, waarbij in een eerste fase de brieven van Stefaan van Doornik worden geanalyseerd wat betreft hun taal- en stijlkenmerken, hun doel en de destinatarissen aan wie ze werden gericht; en de vragen omtrent de genese van de brievencollectie worden geconfronteerd met nieuwe concepten als ritualisering, legitimering en inforamtieverspreiding. De uitbreiding van het te onderzoeken bronnenmateriaal alsook de implicatie van sociologische en anthropologische concepten moet in een tweede fase toelaten de leden van de verschillende netwerken te identificeren en zowel de aard als de werkingsmechanismen van de netwerken te karakteriseren en te verklaren. Geplaatst binnen het kader van het Capetingisch koninkrijk in de 2de helft van de 12de eeuw kan het onderzoeken bijdragen tot een beter begrip van de rol van geschreven communicatie binnen politiek-kerkelijke milieus en van de manier waarop brieven en netwerken de processen van maatschappelijke integratie en machtsvorming bevorderen of beperken. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • Walter YSEBAERT • GEORGES DECLERCQ Methodisch en interdisciplinair onderzoek naar kenmerken, evolutie en maatschappelijk-culturele betekenis van de Brabantse gesneden retabels (15de-16de eeuw) (Zie ook aanv. ov tss Kon. Musea vr Kunst en Gesch en VUB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project wordt gerealiseerd in samenwerking met het laboratorium voor Houttechnologie van de Universiteit Gent. Het onderzoek bouwt verder op de documentatie en de resultaten van de OZR-projecten over beeldsnijwerk (1994-1998) en retabels (1999-2002) uitgevoerd onder leiding van dezelfde promotor. De expanieve productie van gesneden retabels die in en aantal Brabantse steden (Antwerpen, Brussel en Mechelen) gedurende de vijftiende en zestiende eeuwen tot stand is gekomen, is één van de meest indrukwekkende fenomenen van de laatgotische kunst in West-Europa. De centrale vraag van het onderzoek is hoe deze retabelproductie technisch, socio-economisc en cultureel heeft gewerkt. Door intensieve samenwerking vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, door permanente uitwisseling van historische, kunsthistorische, materiële en natuurwetenschappelijke onderzoeksgegevens, willen wij de kenmerken, de verspreidingspatronen en het evolutiepatroon van de Branbantse retabels nader definiëren. Concreet betekent dit 1) kunsthistorisch ondezroek naar de knemerken van het Brusselse versus Antwerpse laatgotische retabel 2) houtstudie en dendrochronologie op een aantal stukken uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenid te Brussel, en in samenwerking met het Laboratorium voor Houtbiologie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en Tervuren; en 3) bronnenonderzoek naar chronologie en socio-economische context van de Brabantse laatgotische retabelproductie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Arnout BALIS • CARL VAN DE VELDE Methodisch en interdisciplinair onderzoek naar kenmerken, evolutie en maatschappelijk-culturele betekenis van de Brabantse gesneden retabels (15de-16de eeuw) (zie ook aanv. ov. tss Kon Musea vr Kunst en Gesch en VUB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project wordt gerealiseerd in samenwerking met het laboratorium voor Houttechnologie van de Universiteit Gent. Het onderzoek bouwt verder op de documentatie en de resultaten van de OZR-projecten over beeldsnijwerk (1994-1998) en retabels (1999-2002) uitgevoerd onder leiding van dezelfde promotor. De expanieve productie van gesneden retabels die in en aantal Brabantse steden (Antwerpen, Brussel en Mechelen) gedurende de vijftiende en zestiende eeuwen tot stand is gekomen, is één van de meest indrukwekkende fenomenen van de laatgotische kunst in West-Europa. De centrale vraag van het onderzoek is hoe deze retabelproductie technisch, socio-economisc en cultureel heeft gewerkt. Door intensieve samenwerking vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, door permanente uitwisseling van historische, kunsthistorische, materiële en natuurwetenschappelijke onderzoeksgegevens, willen wij de kenmerken, de verspreidingspatronen en het evolutiepatroon van de Branbantse retabels nader definiëren. Concreet betekent dit 1) kunsthistorisch ondezroek naar de knemerken van het Brusselse versus Antwerpse laatgotische retabel 2) houtstudie en dendrochronologie op een aantal stukken uit de verzameling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenid te Brussel, en in samenwerking met het Laboratorium voor Houtbiologie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en Tervuren; en 3) bronnenonderzoek naar chronologie en socio-economische context van de Brabantse laatgotische retabelproductie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Arnout BALIS • CARL VAN DE VELDE Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (WOG) : Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 'Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000' van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen(FWO)is een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG), waar PIPA de kerngroep van vormt. Dit onderzoeksnetwerk verenigt onderzoekseenheden uit 17 verschillende wetenschappelijke instellingen. Naast andere onderzoekseenheden uit de VUB en andere Vlaamse (UG, KUL, UFSIA) en Franstalige (ULB) universiteiten, nemen ook onder meer onderzoeksgroepen uit Nederland (IISG, KU Nijmegen, RU Utrecht), Groot-Brittannië (U Cambridge, London School of Economics and Political Science), Frankrijk (Lille III), Italië (UdS Bologna) en de Verenigde Staten (Cornell) deel. Het doel van dit internationale netwerk is een nieuw licht te werpen op de veranderingen die sedert de 16de eeuw hebben plaats gevonden in arbeidsverhoudingen, arbeidsprocessen en arbeidsmarkten, met bijzondere aandacht voor perioden van globale maatschappelijke transformatie, en voor stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • HUGO SOLY Inhoud en drager : een filosofisch onderzoek van een fundamenteel thema in de cognitiewetenschap. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een belangrijk punt binnen de cognitieve wetenschappen en de filosofische discussie hierin is de relatie tussen 'vehicles' en 'contents' - de relatie tussen de inhoud van perceptuele en cognitieve processen en de 'dragers' van deze inhouden die intern zijn aan de individuele ontvangers. De filosofische discussie betreft de vraag of men apriorimoet stipuleren dat er een 'isomorphism' is tussen de drager en inhoud. Op het empirisch niveau ziet men tal van modellen die worden voorgesteld, waarbij de isomorfisme niet wordt nageleefd. Organisaties: • Artificiele Intelligentie • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • LUC STEELS • JEAN VAN BENDEGEM De studie van de logische structuren behorende bij de verschillende lagen van de realiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De logische structuur behorende bij een bepaalde laag is de structuur van de verzameling van experimentele proposities in verband met de entiteiten binnen deze laag. Het onderzoek steunt in eerste instantie op de bevindingen binnen het domein van de quantumlogica waar reeds een operationele methode is uitgewerkt voor het benaderen van experimentele proposities. Binnen dit kader wordt de logische beschrijving van dynamische processen van verschillende soorten entiteiten noodzakelijk geacht. twee invalshoeken kunnen worden aangegeven.1) De oscillaties van de logische waarheidswaarden die zich voordoen bij de tweeledige leugenaarsparadox kunnen gemodelleers worden ald een quantum dynamisch proces van cognitieve entiteiten. 2) De dynamische processen van fysische entiteiten nl. de eigenschapentransities -een veralgemening van toestandstransisties binnen het kader van de Genève School - kunnen via een 'actie logica' beschreven worden, mer bapaald een combinatie van lineaire logica en operationele quabtumlogica. Als zodanig zal dit onderzoek uitmonden in de uitbouw van een model voor en en sequentie calculus en volledige consistente semantiek voor de specifieke actie logica in (2). Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Het maatschappelijk 'gezicht' van kunst en cultuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject wil het maatschappelijk 'gezicht' van kunst en cultuur onderzoeken of dus nagan welke plaats kunst en cultuur bekleden binnen het maatschappelijk gebeuren. Deze interdisciplinaire studie wil dus niet alleen alle aandacht richten op monocausale verbanden, maar integendeel kunst en cultuur opvatten als maatschappelijke activiteiten die onlosmakelijk verbonden zijn met het maatschappelijk gebeuren in het algemeen en de sociale structuur in het bijzonder. Als basisgedachte hanteren we de stelling dat artistieke en culturelel activiteiten niet alleen essentiële, maar tevens noodzakelijke handelingen zijn die in belangrijke mate mee vorm geven aan maatschappelijke mechanismen en structuren. In een eerste luik willen we onderzoeken hoe het kunstbegrip ontstond en evolueerde doorheen de geschiedenis, en aangeven hoe het zich historisch verhoudt tot veranderende maatschappelijke structuren. In een tweede luik willen we de verhouding tussen kunst en cultuur en sociale structuue onderzoeken met een economische analyse van de vraag naar kunst en cultuur. In een derde luik bestuderen we de relatie tussen kunst en realiteit, waarbij we enerzijds onderzoeken op welke wijze het beeld de realiteit representeert en anderzijds op welke wijze de interpretatie van de realiteit via het beeld verloopt. Vanuit de interdisciplinaire theoretische analyses van dit onderzoeksproject wilen we vervolgens werken naar een globale visie omtrent het maatschappelijk 'gezicht' van kunst en cultuur, waaruit we conclusies hopen te trekken naar het cultureel beleid toe. Als vierde luik van dit onderzoeksproject willen we daarom ook ruimer samenwerkingsverband opstarten met collega's uit het artistiek hoger onderwijs, dat theoretische analyse koppelt aan praktisch beleidsvoorbereidend onderzoek. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Meta-evaluator project :Uitvoering v/e evaluatieonderzoek opgezet vanuit een interuniversitaire, complementaire werking, samen met de universiteiten, RUG (Steunpunt ICO) en KUL (Centrum Taal & Migratie /Steunpunt NT2). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De bijdrage van dit deelproject tot het gehele project bestaat eruit een evaluatie door te voeren op metaniveau van de werkzaamheden van de twee onderzoeksteams uit Gent en Leuven die op hun beurt de opdracht hebben de effecten te meten, te evalueren en te beoordelen die teweeggebracht werden door interventies uitgaande van VBB (Voorrangsbeleid Brussel). Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Poëtico-picturale uitdrukkingsmodaliteiten in het dichterlijk werk van Jean Cocteau. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderhavige project bestaat uit een studie van de specifieke interactie van de talige, de grafische en de picturale uitdrukkingsmodaliteiten in het dichtwerk van Jean Cocteau en, tegelijkertijd, uit het ontwikkelen van een cognitied lectuurmodel geschikt om de hybride kunstvormen in de dichterlijke creatie van de XXe eeuw te benaderen. Het project begint met een inventaris en een geleidelijke analyse vergeleken met een algemeen theoretisch model. Tijdens het derde jaar, start de redactionele fase en wordt de interpretatieconfiguratie voor de poëtico-picturale uitdrukkingsmodaliteiten bij cocteau ontwikkeld. tenslotte wordt de redactionele eindfase opgezet en het cognitief lectuurmodel voor de hybride uitdrukkingsvormen in de poëzie uitgewerkt. Organisaties: • Esthetica, Verbeelding en Creatie • Romaanse Talen Onderzoekers: • DAVID GULLENTOPS • Lynn VAN DE WIELE De Vorst als Vaderfiguur. Een diachronisch onderzoek met het oog op de ontwikkeling van praktische taal- en tekstanalytische methodologieën voor historici. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project streeft naar de operationalisering van een aantal taal- en tekstanalytische onderzoeksmethoden ten behoeve van onderzoek op het terrein van de sociale geschiedenis. De ontwikkeling van tekstanalytische methoden voor historici zal gebeuren via een aantal concrete gevalstudies gewijd aan de discursieve strategieën via dewelke de figuur van 'de vorst' werd en wordt geconstrueerd, van de Middeleeuwen tot vandaag. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT De wiskundige praktijk: intergatie van funderings- en anti-funderingsopvattingen in de hedendaagse filosofie van de wiskunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het grondslagenonderzoek van de wiskunde is recent een nieuwe richting te identificeren: de anti-fundering. Zowel onder sociologen als filosofen is er belangstelling voor deze specifieke kijk op wiskunde, meerbepaald als primair in de praktijk geworteld. Merkwaardig is echter dat deze twee groepen daarbij niet elkaar verwijzen, en de praktijkgedachte de facto anders invullen. Deze obsevatie vormt het uitgangspunt voor een poging tot integratie van deze verschillende benaderingen. mogelijkheid en wenselijkheid van die integratie zullen worden onderzrocht, en tegelijk de mate waarin de descriptieve en normatieve dimensies van de beide invullingen moeten worden geretaliveerd. Twee belangrijke deelopdrachten, die het welslagen van de opdracht zullen bepalen, zijn het uitwerken van een gedegen basismethodologie voor sociologisch onderzoek van de wiskundige praktijk, en het toetsen van het belang van een sociale oplossingscontext voor wiskundige problemen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Ondersteuning van het OZR-project (OZR479) : Beslissingen van artsen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen. Een empirisch onderzoek aan de hand van een bevraging van artsen in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek dient na te gaan welke medische besluitvorming voorafgaat aan het overlijden van pasgeboren en zuigelingen tijdens het eerste levensjaar. Tevens worden een aantal bio-ethische 'zorgvuldigheidscriteria' van deze besluitvorming onderzocht : intentie van de behandelende arts, overleg met de ouders, consultatie van collega's, enz,.. Volgende onderzoeksvragen staan daarbij centraal: 1.Wat is de frequentie van de verschillende medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen ? 2. Met welke zorgvuldigheid worden medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen en zuigelingen genomen ? 3.Sociologisch profiel van de betrokken actoren ? Methode : de gegevens worden verzameld via twee methodes. Enerzijds een schriftelijke enquête onder de artsen die in Vlaanderen in een periode van 1 jaar een overlijdensattest van een -1 jarige hebben ondertekend. Anderzijds zullen aanvullende gegevens worden verzameld via mondelinge interviews bij een representatieve steekproef van de betrokken artsen. Voor het sterfgevallenonderzoek werd reeds in het kader van het FWO-onderzoek een positief advies van de Orde der Geneesheren en de samenwerking van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bekomen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Pediatrie Onderzoekers: • YVAN VANDENPLAS • LUC DELIENS • VEERLE PROVOOST Determinanten van beslissingen van artsen rond het levenseinde : ervaringen, opvattingen en attitudes van huisartsen en specialisten in vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van de medische zorg aan het einde van het leven van patiënten is momenteel een belangrijk ethisch vraagstuk met een groeiende wetenschappelijke en matschappelijke aandacht. In België komt het onderzoek over handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten HALP's maar langzaam op gang. de resultaten van incidentie onderzoek in Vlaanderen FWO-project G011797 leren ons dat er in de medische praktijk in Vlaanderen ook daadwerkelijk levenskortend wordt gehandeld en dat de beslissingen van artsen rond het levenseinde een vooraanstaande positite hebben in het medisch handelen aan het levenseinde. in de internationale literatuur zijn er, naast een beperkt aantal incidentiestudies, relatief veel attitudestudies gepubliceerd. De meeste van deze studies faalden om de vragen over attitudes te linken aan de feitelijke beslissingen inzake het levenseinde in de medische praktijk. De nieuwe OZR/FWO-studies moet een emirische basis van kennis opleveren over de samenhang tussen de determinanten van beslissingen rond het levenseinde van patiënten en de eigenlijke medische praktijk. In de huidige stand van de wetenschap is het onduidelijk n welk mate de opvattingen en attitudes van de artsen mbt beslissingen rond het levenseinde bepalend zijn voor hun feitelijk gedrag. verder kan ook de vraag worden gesteld in welke mate de attitudes en het gedrag ook worden beïnvloed door de waardeoriëntatie van de arts. Het onderzoeksproject heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de redenen, motieven en andere determinanten van de medische praktijk rond het levenseinde zowel van het al dan niet nemen van een dergelijke beslissing, als van de keuze tussen de verschillende alternatieven of HALP-types. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER Determinanten van beslissingen van artsen rond het levenseinde: ervaringen, opvattingen en attitudes van huisartsen en specialisten in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De rol van de medische zorg aan het einde van het leven van patiënten is momenteel een belangrijk ethisch vraagstuk met een groeiende wetenschappelijke en matschappelijke aandacht. In België komt het onderzoek over handelswijzen van artsen rond het levenseinde van patiënten HALP's maar langzaam op gang. de resultaten van incidentie onderzoek in Vlaanderen FWO-project G011797 leren ons dat er in de medische praktijk in Vlaanderen ook daadwerkelijk levenskortend wordt gehandeld en dat de beslissingen van artsen rond het levenseinde een vooraanstaande positite hebben in het medisch handelen aan het levenseinde. in de internationale literatuur zijn er, naast een beperkt aantal incidentiestudies, relatief veel attitudestudies gepubliceerd. De meeste van deze studies faalden om de vragen over attitudes te linken aan de feitelijke beslissingen inzake het levenseinde in de medische praktijk. De nieuwe OZR/FWO-studies moet een emirische basis van kennis opleveren over de samenhang tussen de determinanten van beslissingen rond het levenseinde van patiënten en de eigenlijke medische praktijk. In de huidige stand van de wetenschap is het onduidelijk n welk mate de opvattingen en attitudes van de artsen mbt beslissingen rond het levenseinde bepalend zijn voor hun feitelijk gedrag. verder kan ook de vraag worden gesteld in welke mate de attitudes en het gedrag ook worden beïnvloed door de waardeoriëntatie van de arts. Het onderzoeksproject heeft als doel een beter inzicht te krijgen in de redenen, motieven en andere determinanten van de medische praktijk rond het levenseinde zowel van het al dan niet nemen van een dergelijke beslissing, als van de keuze tussen de verschillende alternatieven of HALP-types. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde Onderzoekers: • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • GRETA VAN DER KELEN • REGINALD DESCHEPPER Empirisch psycholinguïstisch onderzoek van taalproblemen binnen een cognitief paradigma, met bijzondere aandacht voor lees- en schrijfproblemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Empirisch psycholinguïstisch onderzoek van taalproblemen binnen een cognitief paradigma, met bijzondere aandacht voor lees- en schrijfproblemen. Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Jules Frans Daems • Tanja Mortelmans • Dominiek Sandra Colloquium : Eating Outdoors (Alden Biesen) van 10 tot 14 oktober 2001 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colloquium van het International Commission for Research into European Food History (ICREFH), georganiseerd door P. Scholliers and M. Jacobs. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS Interuniversitaire Buitenlandse Francqui-Leerstoel toegekend 2001-2002 aan Prof. John DERMOTT-DEVINE (Jurist Univ. College Dublin, Univ South Africa & Univ. Cape Town en dir. Centre for marine studies). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interuniversitaire Buitenlandse Francqui-Leerstoel toegekend 2001-2002 aan Prof. John DERMOTT-DEVINE (Jurist Univ. College Dublin, Univ South Africa & Univ. Cape Town en dir. Centre for marine studies). Organisaties: • Internationaal en Europees recht Onderzoekers: • ERIK FRANCKX De iconografie van de Middeleeuws Franse roman antique. Universiteit Antwerpen Abstract: De iconografie van de Middeleeuws Franse roman antique. Organisaties: • Franse literatuur • Literatuur van de moderniteit • Individueel onderzoek letterkunde Onderzoekers: • Catherine Schockaert • Herman Braet • Paul Pelckmans Tragedie en ethiek. Actualisering van de ethische componenten van tragische keuzes op basis van het werk van Martha Nussbaum. Universiteit Antwerpen Abstract: In het werk van de amerikaanse ethica Martha Nussbaum vinden we een meesterlijke analyse van de Griekse tragedies, en van het type ethische reflectie dat ze bevatten. Wij wensen de vraag te beantwoorden a) over welk soort ethiek het gaat en b) in welke mate de ethische wijsheid van deze tragedies te actualiseren is, nu we in een ander wereldbeeld leven dan dat van de antieken. Heeft de moraal van de tragedie eeuwigheidswaarde? In welke zin wel, en in welke niet? Organisaties: • CENTRUM VOOR ETHIEK • Centrum voor Ethiek Onderzoekers: • Johan Taels • Willem Lemmens Onderwijsvernieuwingsproject (OVP)2001: Competentiegericht leren i/d overgang van secundair nr hoger onderwijs : startcompetenties en ontwikkelen van kritisch vermogen & argumentatiebekwaamheid bij 1ste Kandidatuurstudenten 'Humane Wet.'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen dit project zijn de doelstelling: - het ontwikkelen van een toetsingsinstrument, dat de 1ste kan.studenten in staat stelt hun startcompententies, leerstijl en leerlijn te evalueren, en - vertrekkende vanuit de mogelijke verschillen in leerstijl- en type, het uittekenen van leerlijnen voor het ontwikkelen van enerzijds argumentatiebekwaamheid, en anderzijds onderzoeksvaardigheden, meer bepaald het kritisch vermogen. Organisaties: • Centrum voor Westers Hellenisme • Lerarenopleiding Onderzoekers: • WERNER GOEGEBEUR • HERLINDA VAN LOOY Geïntegreerd kennisbeheer gebaseerd op meertalige kennispatroonontsluiting Hogeschool Gent Abstract: De doelstelling in dit project is een KMO-gerichte kennisbeheermethode uit te werken, gebaseerd op een automatische methode om kennis uit elektronische documenten te halen. Dit laatste zal gerealiseerd worden via een kennispatroon-"editor" waarmee zowel Engels- als Franstalige kennispatronen kunnen worden opgesteld: de voorkeur voor deze talen werd vastgelegd in overleg met de KMO’s van de gebruikerscommissie. Deze kennispatronen zullen in een generiek databankformaat worden opgeslagen teneinde ze automatisch te kunnen aanwenden voor taalspecifieke en bedrijfsspecifieke kennisontsluiting van elektronische documenten. Tijdens het project zal de kennispatrooneditor uitgebouwd en getest worden met causale kennispatronen die door het Departement Vertaalkunde van de Mercator Hogeschool zullen opgesteld worden voor de Franse en de Engelse taal. Causaliteit is een proceseigenschap die alle betrokken KMO’s van de gebruikerscommissie als voldoende relevant beschouwen: de vertaling naar de respectievelijke KMO-gebonden aspecten is gepland via de project-technologievertaling waarbij het belang van nieuwe verantwoordelijkheden zal verduidelijkt worden die betrekking hebben op specifieke kennisbeheertaken. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Frans Onderzoekers: • Rita Godyns Het messianisme en zijn transformaties in het theater. Een vergelijkend onderzoek naar de betekenis van mythe en religieuze beeldvorming in het Vlaamse toneel. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is bekend dat de scharnierpunten van de internationale theatergeschiedenis worden gemarkeerd door omwentelingen in de omgang met christelijke mythen (klassieke tragedie, barokke treurspel, romantisch drama). De begrippen ÔsubjectiviteitÕ en Ômythische ordeÕ vormen ook in het zogenaamde postmetafysische tijdperk de polen waarrond zich de reflectie van kunst beweegt. Met name het Vlaamse theater in de twintigste eeuw kan geduid worden in termen van het religieuze. Een historisch parallel, die toalaat de appropriatie van de christelijke mythevorming te onderzoeken ten aanzien van twee kernperioden, is in dat opzicht verhelderend. De eerste periode loopt van 1965 tot 1975 en onderscheidt zich door de betrachtingen van een avant-garde die inzichten als die van Artaud, Grotowski en Brecht articuleert in termen van authenticiteit en ontvoogding. De tweede periode loopt van 1985 tot heden en biedt in eerste instantie interessante aanknopingspunten in het werk van Alain Platel, Jan Decorte, Erik De Volder en Filip Vanluchene. De algemene hypothese hieromtrent luidt dat de eerste periode een antithetische houding ten aanzien van de christelijke mythe tentoonspreidt, terwijl de tweede in de mythe precies de onhoudbaarheid reflecteert van het antithetische denkschema als zodanig. Het recente theater geeft met andere woorden de onhoudbaarheid aan van binaire opposities door te wijzen op de structurele ambivalentie van elk idealisme. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Kurt Vanhoutte De Caraïben, een ingebeelde communauteit? Im/passes in comparatief postkoloniaal onderzoek m.b.t. de Afrikaanse diaspora in vijf studies. Universiteit Antwerpen Abstract: In mijn onderzoeksplan probeer ik een tweeledige doorbaak op het gebied van postkoloniale, franstalige literaturen. Ten eerste wordt een aanzet geleverd om de Franstalige Caribische literatuur in relatie te brengen met de anderstalige Caribische literaturen. Dit taaloverschrijdend perspectief wordt toegepast op een studie van 10 auteurs uit de Afrikaanse diaspora die telkenmale tot dezelfde generatie behoren en typologische affiniteiten hebben ("gender", "historiographic metafiction", "travel writing", "la Créole blanche", "la Médée noire"). Ten tweede wordt de "canon" en de "literaire geschiedenis" van de Caraïben herbekeken teneinde te remediëren aan de "balkanisation" van zowel literatuur als kritiek m.b.t. deze regio. Organisaties: • WERKGROEP POSTKOLONIALE LITERATUREN • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Kathleen Gyssels Incrementele semantische verwerking van zinnen: hoe komen we tot specifieke interpretaties? Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van het voorgestelde project is om inzichten uit mijn eigen psycholinguïstisch onderzoek naar semantische verwerking te verbinden met de meest recente theorieën in de hedendaagse generatieve semantiek. Door middel van oogbewegingsonderzoek zullen linguïstische principes, die beschrijven hoe er gekomen wordt tot semantisch verrijkte interpretaties, getest worden. Het Underspecification Model dat ik voorgesteld heb voor de on-line verwerking van figuurlijk taalgebruik kan hierdoor uitgebreid en verfijnd worden. De bedoeling is om uiteindelijk te komen tot een algemeen model van de on-line, incrementele semantische verwerking van geschreven taal. Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Jules Frans Daems • Dominiek Sandra • Steven Frisson De uitverkoop van Antwerpen. Mobiliteit van de zeventiende-eeuwse Vlaamse schilderkunst tijdens de periode 1640-1784. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze projectaanvraag gaat uit van de vaststelling dat tijdens het Ancien Régime ontelbare Vlaamse kunstwerken in buitenlandse collecties zijn terechtgekomen. Dit onderzoek beoogt de mobiliteit van kunstwerken (de eigenlijke kunsthandel) in kaart te brengen en te analyseren, alsmede de migratie van kunstenaars en stijl. Om dit doel op een haalbare manier te verwezenlijken zal een databank worden opgestart waarin relevante gegevens aangaande de export van schilderijen de emigratie van schilders worden verzameld en statistisch verwerkt. Bijzondere aandacht zal in dit verband worden besteed aan het veilingcircuit hetgeen tot heden quasi onbestudeerd is gebleven voor de Zuidelijke Nederlanden. Organisaties: • CENTRUM VOOR CULTUUR- EN STADSGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Arnout Balis • Filip Vermeylen Vlaamse Gemeenschap: Steunpunt "Bestuurlijke organisatie in Vlaanderen" Universiteit Gent Abstract: Het steunpunt "Bestuurlijke organisatie in Vlaanderen" heeft als missie om via wetenschappelijk onderzoek de kwaliteit van het management, bestuur en beleid van de Vlaamse openbare besturen te verbeteren.Dit kan gebeuren door het uitbouwen van volgende onderzoeksdomeinen: bestuurlijke relaties, beleid, human resource management, financieel overheidsmanagement, e-government, veranderingsmanagement, indicatoren en monitoring, en fiscaliteit. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen Onderzoekers: • Hans Waege Vlaamse Gemeenschap: Steunpunt "Milieubeleidswetenschappen" Universiteit Gent Abstract: Het steunpunt Milieubeleidswetenschappen beoogt de wetenschappelijke basis voor het milieubeleid in Vlaanderen te versterken door:het ontwerpen en uitvoeren van theoretisch en empirisch wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in het milieubeleid en het formuleren van beleidsgerichte voorstellen inzake beleidsontwikkeling, strategievoering, instrumentering en organisatie van het milieubeleid- het wetenschappelijk valoriseren, toegankelijk maken en overbrengen van deze know how- het samenbrengen en ontwikkelen van de expertise vanuit verschillende beleidswetenschappelijke disciplines- het opleiden van jonge onderzoek(st)ers op het terrein van de milieubeleidswetenschappen. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht Onderzoekers: • Geert Van Hoorick Digitaal platform VRT - MPEG-project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoeksproject ondersteunt de uitbouw van een 'Content Management System', dat al het nieuwe en bestaande inhoudelijke audiovisueel materiaal (beeld, geluid, tekst, grafiek, spelen, interactieve scenario's...) moet beheren. De uitbouw van dit 'Content Management System' impliceert onder andere de digitalisering van het bestaande archiefmateriaal. Het onderzoeksprogramma gaat na hoe dit op een uitwisselbare en duurzame manier mogelijk is, zodat dit de ontsluiting over bestaande en toekomstige kanalen (kabel, telefoonlijn, ether,...) en platformen (televisie, digitaal thuisplatform, pc, spelconsoles, pda, gsm...) faciliteert. Hierbij is een belangrijke rol voor de bestaande en nieuwe MPEG-normen weggelegd. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Elektronica en Informatica Onderzoekers: • PETER SCHELKENS • JAN CORNELIS • THEO D'HONDT Innovatieproject : Leerlijnen voor leerstijlgedifferentieerd en competentiegericht onderwijs : ontwikkeling van algemene en domeinspecifieke competenties voor mens- en maatschappijwetenschappen in een digitale leeromgeving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt het ontwerpen en ontwikkelen van flexibele, kwaliteitsvolle en doelmatige leeromgevingen en nieuwe onderwijsmethoden en technieken; het ontwikkelen en produceren van generieke elektronische studiematerialen en toetsen; het scholen en trainen van docenten in het omgaan met de nieuwe onderwijstechnologie. Het project gaat uit van de vaststelling dat studenten er een verschillende leerstijl op nahouden, zoals aangetoond door onderzoek van Kolb en Vermunt. Hiertoe wordt de inhoud van een opleidingsonderdeel bewerkt om vervolgens 2 leertrajecten met het oog op informatieverwerving aan de studenten aan te bieden: leren vanuit ervaring en leren vanuit concepten en theorieën. De individuele student kan het traject kiezen dat het beste aansluit bij zijn/haar leerstijl met het oog op verwerven van inzichten en vaardigheden. Concreet zullen leerlijnen ontwikkeld worden m.b.t. algemene en domeinspecifieke vaardigheden voor studenten uit de Humane Wetenschappen die vertrekkend vanuit de meest geschikte instap, ervaring of concept, de student de stadia conceptualiserend, experimenterend, ondervindend en reflecterend leren laten doorlopen. Het einddoel is voor alle studenten het ontwikkelen van algemene cognitieve vaardigheden. De uitwerking zal gebeuren in een elektronische omgeving (website) die flexibel leren, rekening houdend met afstand en eigen tempo, mogelijk maakt. Het project bouwt verder op de expertise en verwezenlijkingen van het STIHO4-project 'Analyseraster Historische vaardigheden'. Het project kadert eveneens binnen competentiegericht leren, zoals geformuleerd in de beginselverklaring van de VUB omtrent het vernieuwd onderwijsconcept. De actieve rol van de student krijgt dan ook een prominente plaats, met nadruk op constructivistisch leren. Organisaties: • Lerarenopleiding Onderzoekers: • HERLINDA VAN LOOY Het combineren van spatieel-epistemische logica en dynamische logica voor het redeneren over niet-lokale correlaties in kwantum systemen: een logisch-filosofische studie van kwantum observaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Inleiding en Objectief van het Onderzoeksproject "Kwantum niet-lokaliteit" verwijst naar één van de meest vreemde effecten uit de microscopische wereld: de manifestatie van niettriviale correlaties tussen de meetresultaten van waarnemingen die gelijktijdig werden uitgevoerd op ruimtelijk gescheiden systemen. Het is een intrigerend feit om vast te stellen dat deze correlaties niet verklaard kunnen worden aan de hand van een vorm van "klassieke communicatie" of via de klassieke overdracht van informatie tussen de systemen. Met andere woorden, "niet-lokaliteit" duidt op Einstein's "spooky action at a distance" tussen de delen van een verweven ("entangled") kwantum systeem: dit is wat er wordt verstaan onder de overdracht van informatie over een "kwantum kanaal". Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • Sonja SMETS (On)duurzaamheidsontwikkelingen van productsystemen, 1800-2000. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstelling van het project is meer inzicht te verkrijgen in het historische proces van (on)duurzaamheid van de productie van vier basisbehoeften, namelijk brood, water, transport en de verwarmde woning. Voor een aantal sleuteljaren (1800, 1850, 1900, 1950, 1975 en 2000) worden sociale, economische en milieugegevens verzameld over zowel de productie, als de consumptie van voorgenoemde basisproducten. Gebruikmakend van de LevensCyclusAnalyse wordt een milieuprofiel opgesteld van de productsystemen. Hierdoor wordt het mogelijk de belangrijkste ontwikkelingen qua milieu-impact te schetsen. Dit milieuprofiel wordt in verband gebracht met de sociaal-economische omstandigheden. Uit de relatie tussen milieukundige, sociale en economische ontwikkelingen, zowel voor wat betreft de vier producten, als doorheen de tijd, hopen we belangrijke lessen te kunnen trekken in verband met duurzaamheid Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • Danielle DE VOOGHT UniCat : Towards a Belgian Virtual Union Catalogue. Universiteit Antwerpen Abstract: UniCat : Towards a Belgian Virtual Union Catalogue. Organisaties: • Universitair Management • Universitair beheer en administratie Onderzoekers: • Julien Van Borm Time and space. The interaction between verbal and nominal qualification. Universiteit Antwerpen Abstract: Time and space. The interaction between verbal and nominal qualification. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies Onderzoekers: • Liliane Tasmowski Formele studie van topics uit de wetenschapsfilosofie, benaderd vanuit adaptieve en erotetische logica's en gecombineerde vormen ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is een samenwerking tussen onderzoeksploegen in de Centra voor Logica en Wetenschapsfilosofie aan de Universiteiten van Gent en Brussel en de corresponderende groepen in Zielona Gora en Torun, beide in Polen. Aan Vlaamse zijde werd adaptieve logica ontwikkeld die uitermate geschikt is om kennis in verandering te modelleren, terwijl aan Poolse kant de vraag- en antwoordlogica centraal staat. De basis voor de samenwerking is dat beide benaderingen elkaar zeer vruchtbaar kunnen beïnvloeden en zodoende zullen toelaten om wetenschapsfilosofische problemen beter te analyseren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Semaduct : combinatie van deductieve en inductieve technieken voor lexicale semantiek Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is de confrontatie en integratie van deductieve en inductieve benaderingen van computerlinguistiek in het domein van de lexicale semantiek. Subprojecten zijn onder meer: de combinatie van gesuperviseerde en niet-gesuperviseerde leertechnieken voor semantische kennisverwerving en desambiguering, incorporatie van linguistische kennis in inductieve technieken, en de verfijning van bestaande semantische tagsets met behulp van machine learning. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans Theoretische implicaties van elektronische teksteditie Universiteit Antwerpen Abstract: Het belang van de mogelijkheden van computers in de studie van literaire teksten wordt nog steeds onderschat. Aan de hand van de 'redbacked notebook' die James Joyce gebruikte in het schrijven van de vroegste delen van Finnegans Wake willen we de grenzen en de mogelijkheden onderzoeken van een electronische weergave van genetisch materiaal. Organisaties: • James Joyce Centrum • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle Tonale dialecten in het Nederlands : structuur, perceptie en functie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzoek gedaan naar de fonetiek en fonologie van tonale accenten in Limburgs dialecten, naar de perceptieve waarneembaarheid van die accenten, en naar hun functie voor het markeren en interpreteren van de informatiestructuur van uitingen. Het onderzoek heeft drie doelen. Allereerst is het de bedoeling om een bestaand databestand (fonetisch en fonologisch) van Nederlands Limburgse dialecten aan te vullen met vergelijkbare data voor Vlaams Limburgse dialecten. Daarnaast zal worden nagegaan in hoeverre het bestaan van een meer of minder opvallend tonaal contrast kan worden verklaard vanuit de afstand van het dialect tot niet-tonale dialecten, om zo beter begrijpen hoe dialecten elkaar kunnen beinvloeden en hoe tonale contrasten kunnen vervagen in de loop van een fonologisch proces. Tenslotte zal worden onderzocht, in zowel een noordelijke als een zuidelijke groep dialecten, in hoeverre de realisatie van een tonaal contrast afhangt van de informatiestructuur van een zin, om zo te achterhalen wat de interactie is tussen de aard van lexical toononderscheiden en de focusdistributie binnen een zin. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Marc Swerts ICT integratie in het taalonderwijs aan de Plantijnhogeschool : onderzoek met het oog op het verlenen van beleidsondersteunende adviezen. Universiteit Antwerpen Abstract: Naar aanleiding van de opening van de nieuwe campus, de goedkeuring van het nieuwe Beleidskader Onderwijsontwikkeling en het opstellen van een ICT-strategie beoogt dit project onderzoek op het vlak van ICT-integratie in het taalonderwijs aan de Plantijnhogeschool met het oog op het verlenen van beleidsondersteunende adviezen. Organisaties: • Didascalia • Didascalia Onderzoekers: • Wilfried Decoo OntoBasis : extractie van ontologieën uit tekst. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van CNTS voor dit project is de toepassing en aanpassing van eerder ontwikkelde "shallow parsing" technologie voor (i) de extractie van lexons (ontologische relaties) uit niet- of semi-gestructureerde bronnen, (ii) de evaluatie van bestaande ontologieën, en (iii) de adaptatie van ontologieën (bijv. WordNet) voor specifieke domeinen. Een tweede doelstelling is het onderzoeken van de bruikbaarheid van ontologieën voor de verbetering van tekstanalyse met behulp van "shallow parsing". Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans De hedendaagse encyclopedische roman in de Verenigde Staten : Muziek als Thema en Vorm. Universiteit Antwerpen Abstract: Muziek speelt een belangrijke rol in de hedendaagse Amerikaanse encyclopedische roman, die de hele Amerikaanse realiteit probeert to evoceren. Het onderzoek is gericht op de functie van muziek (als thema en vormelement) in dit genre, en dan meer bepaald in Thomas Pynchons Gravity's Rainbow (1973) - de matrix voor de jongere generatie encyclopedische auteurs - en David Foster Wallace's Infinite Jest (1996), de meest zichtbare van de recente encyclopedische roman in de Verenigde Staten. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Luc Herman De ontwikkeling van de conditionalis in de Romaanse talen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is vanuit formeel historisch perspectief de ontwikkeling van conditionalis-vormen in drie Romaanse talen (Frans, Italiaans en Roemeens) te bestuderen naar morfologische, semantische en discursieve eigenschappen. Bovendien wil het project de temporele en modale eigenschappen van de conditionalis toetsen in het licht van economie- en inertiebeginselen. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies Onderzoekers: • Liliane Tasmowski • Yves D'Hulst Het klankbeeld in de theatrale ruimte. Een onderzoek naar geluidsdramaturgie in de hedendaagse podiumkunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: De vraag wordt gesteld naar de dramaturgische functie van het geluidsontwerp in de hedendaagse podiumkunsten. In de recente theaterdramaturgie worden lichaamsbeelden gekoppeld aan klankbeelden. Daarom moeten de mechanismen worden geanalyseerd, die verantwoordelijk zijn voor deze koppeling van concepten. Aan de hand van de elektro-akoestische geluidstheorie wordt nagegaan of technische parameters en mechanismen vertaalbaar zijn in dramaturgische principes, en vice versa. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica Onderzoekers: • Luc Van Den Dries Theorieën van het fenomenaal bewustzijn: een zoektocht naar een adequaat non-reductionistisch kader. Universiteit Antwerpen Abstract: De basisdoelstelling van het project is een systematisch overzicht te geven van hedendaagse naturalistische theorieën van het fenomenaal bewustzijn (qualia). De nadruk ligt op volgende probleemstelling: alle hedendaagse reductionistische theorieën van het fenomenaal bewustzijn baseren zich op de veronderstelling dat cognitie bestudeerd kan worden zonder melding van het bewustzijn. Het bewustzijn wordt vervolgens gekarakteriseerd in causaal-functionele en representationele termen, onafhankelijk van een fenomenale karakterisering. Onze diagnose is dat reductionisme een onhoudbare positie is, omdat het van het fenomenaal bewustzijn een epifenomeen maakt: er ontstaat dan een onoplosbaar lichaam-geestprobleem, vanwege de onoverbrugbare explanatory gap tussen het fenomenaal bewustzijn en de causale/functionele noties die geassocieerd worden met het bewustzijn. De overbrugging van die kloof vergt een herkadering van het probleem. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Filosofische Psychologie Onderzoekers: • Joachim Leilich • Peter Reynaert Religieuze passies en emoties. Studie van de specificiteit van de passionele gehechtheid in de religie en van de cruciale rol van de begeleidende emoties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project situeert zich op het raakvlak van de wijsgerige antropologie en de studie van de spiritualiteit. Uitgangspunt vormt de vraag naar de rol van de passies en de emoties in de religieuze gehechtheid. De werkhypothese is dat de recentste ontwikkelingen in de theorie van de passies en emoties in de wijsbegeerte, in casu de morele psychologie, opheldering kunnen bieden voor een hermeneutische opheldering van de volgende aspecten van religie en spiritualiteit: (i) de rol van de emoties in de betekenisincarnatie en religieuze symboliek; (ii) de uitzuivering en cultivering van de passies en emoties in de spirituele ervaring; (iii) de passionele gehechtheid aan het absolute en de ontwikkeling van een attitude van religieus vertrouwen. Organisaties: • VAKGROEP FILOSOFIE • Centrum voor Ethiek Onderzoekers: • Paul Mommaers • Johan Taels • Willem Lemmens • Walter Van Herck • Guido Vanheeswijck Mythologische voorstellingen in de Vlaamse kunst van de zeventiende eeuw geplaatst in hun intellectuele context. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitgaande van een volledige beredeneerde catalogus van Rubens' mythologische voorstellingen (zo'n 130 nummers) en van een overzicht van mythologische schilderijen van andere Vlaamse schilders van de 17de eeuw zal een diepere interpretatie van deze voorstellingen van klassieke ("heidense") goeden en godinnen worden betracht. Hierbij zal worden rekening gehouden met mogelijke verschillen naargelang het doelpubliek, enerzijds bestaande uit humanistische geleerden, anderzijds volkstalig geletterde burgers. Waar nodig zullen paralLellen worden aangewezen met de behandeling van deze goden en godinnen in de Latijnse en de Nederlandse literatuur. Organisaties: • CENTRUM VOOR CULTUUR- EN STADSGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Arnout Balis • Hubert Meeus • Katlijne J.J.L. Van der Stighelen De interactie tussen fonologie en orthografie bij het proces van visuele woordherkenning: afhankelijkheid leidt tot eenheid? Universiteit Antwerpen Abstract: In de meeste talen met een alfabetisch schrijfsysteem is de uitspraak van een woord vaak niet de som van de utspraak van elk individueel letterteken in dat woord. Er zijn diverse gevallen waar de ene letter de uitspraak van de andere bepaalt. Vergelijk bij voorbeeld de Nederlandse woorden MOOT-MOET-MORT, waar de uitspraak van de letter O door de volgende letter bepaald wordt. Talen verschillen echter in de mate waarin letters in hun uitspraak van elkaar afhangen. Het onderzoek richt zich specifiek op de vraag hoe dergelijke afhankelijkheidsrelaties tussen letters (dwz relaties die een effect hebben op het vlak van uitspraak) de verwerking van het woord beïnvloeden. Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Dominiek Sandra • Heike Martensen Ontwerp, implementatie en evaluatie van krachtige leeromgevingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Gedurende het voorbije decennium hebben zich binnen de onderwijspsychologie, onderwijstechnologie en de ontwerpkunde ('instructional design') belangrijke en veelbelovende ontwikkelingen voorgedaan die (erg) relevant zijn voor het onderzoek en de ontwikkeling van krachtige leeromgevingen. Hoewel het onmiskenbaar is dat de ontwikkelingen binnen deze (sub)disciplines een aantal gelijkenissen vertonen, is er behoeft aan een systematische confrontatie en integratie van de theoretische denkkaders, de onderzoeksmethoden en de empirische bevindingen uit de drie genoemde (sub)disciplines. Organisaties: • VAKGROEP GERMAANSE TAAL- EN LETTERKUNDE • Didactica Onderzoekers: • Jules Frans Daems Stedelijke samenleving in de Lage Landen (late Middeleeuwen - zestiende eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt door een zowel een chronologische (i.c. Uitbreiding naar de 16de eeuw) als een geografische uitbreiding (opname van een Nederlandse ploeg) de historische studie van de stedelijke samenleving in de Lage Landen, in de meest verstedelijkte kerngebieden (Vlaanderen, Brabant, Holland en Henegouwen), comparatief met wat elders in de Nederlanden en in Europa gebeurt, in een volgende fase vanuit een vernieuwde vraagstelling aan te vatten. Organisaties: • CENTRUM VOOR ANTWERPSE CULTUURGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé • Guido Marnef De economische, technische, organisatorische en artistieke aspecten van de productie van het geïllustreerde boek in de 17de eeuw. Casestudy: de samenwerking tussen het graveursatelier Galle en de Officina Plantiniana (1600-1676), Universiteit Antwerpen Abstract: Casestudy over de samenwerkingsrelatie tussen de Plantijnse uitgeverij en het Galle-prentenatelier in de periode 1600-1676 op het vlak van de boekillustratie. Deze studie beoogt een analyse van: 1. De productiewijze van de geïllustreerde werken; 2. De samenwerkingsverbanden die bedrijven aangingen om te komen tot een succesvolle productie en distributie van hun producten; 3. De invloed uitgeoefend door geïllustreerde boeken op de vorming van de beeldcultuur; 4. De rol van Antwerpen (en meer bepaald van de uitgeverij Moretus en van het prentenatelier Galle) in de productie en verspreiding van het geïllustreerde boek in Europa tijdens de 17de eeuw. Organisaties: • CENTRUM VOOR CULTUUR- EN STADSGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Arnout Balis • Alfons Thijs Ex abundantia cordis. Een godsdienstfilosofisch onderzoek naar de rol van emoties in de religie. Universiteit Antwerpen Abstract: Vooral in de filosofie van de geest en in de moraalfilosofie werden diverse theorieën van de passies en de emoties opgesteld. Deze theorieën werden nog niet toegepast op het specifieke domein van de religieuze passies en emoties. Dit onderzoeksproject wil door genoemde toepassing inzicht verkrijgen in volgend vraagstuk. Hinderen, begeleiden of constitueren emoties de religieuze houding van het subject? Organisaties: • DEPARTEMENT FILOSOFIE EN RELIGIEUZE WETENSCHAPPEN • Centrum voor Europese Filosofie Onderzoekers: • Willem Lemmens • Walter Van Herck Lied, muziek en dans in het Zuid-Nederlandse toneel van de zeventiende eeuw. Een onderzoek naar de functie van muzikale elementen. Universiteit Antwerpen Abstract: In vrijwel alle 17de-eeuwse toneelopvoeringen komen muzikale elementen voor. Liederen waren vaak een structureel onderdeel van de tekst, muzikanten zorgden voor begeleiding en sfeerschepping, dans en ballet moest de voorstelling visueel aantrekkelijk maken. Het project wil zowel de literaire, musicologische als theaterwetenschappelijke aspecten van het Zuid-Nederlandse toneel bestuderen aan de hand van een aantal literair-muzikale parameters aan de productiezijde, zowel bij de auteurs als bij de uitvoerenden, en aan de zijde van het publiek. Daarbij wordt gelet op institutionele, geografische, gender- en genreverschillen. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Hubert Meeus De invloed van spraakherkenning op het schrijfproces. Contrastief onderzoek naar de invloed van spraakherkenning, dicteerapparatuur en toetsenbord en muis op het schrijfproces. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project willen we ons, door een contrastieve benadering tussen spraakherkenning, dicteermodus en toetsenbord&muis-modus, enerzijds richten op modusspecifieke kenmerken van schrijfprocessen. Anderzijds hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan de fundamentele theorievorming over cognitieve schrijfprocessen door aan de hand van ons onderzoek modusoverstijgende of universele cognitieve processen te beschrijven. Organisaties: • VAKGROEP TAAL EN COMMUNICATIE • Management Onderzoekers: • Luc Van Waes IUAP - PIA V/09 Universiteit Gent Abstract: Onderzoek van de transformatie in urbane en rurale context binnen het Romeinse Rijk. Interdisciplinaire archeologische benadering van de overgang van de laat-Romeinse Oudheid naar de Vroege Middeleeuwen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Frank Vermeulen Stadsgemeenschappen in de Lage Landen (late Middeleeuwen - 16e eeuw) Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de historische studie van de stedelijke samenleving in de Lage Landen tijdens een cruciale ontwikkelingsfaze in comparatief perspectief en interdisciplinair door de gebundelde onderzoekscapaciteit van vijf ploegen (Ugent, ULB, UA, Uleiden, Kon. Bib. Brussel) te bevorderen. Vier onderzoekslijnen staan centraal: 1. stad en platteland, economische, sociale en culturele osmose 2. gedragsregulatie 3. stedelijke indentiteit 4. sociale en culturele geschiedenis van de stedelijke middengroepen Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Marc Boone • Hildegarde Symoens Boardtechnologieën voor de volgende generatie gigabit communicatiesystemen Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde onderzoek richt zich op de ontwikkeling van nieuwe processen, nodig voor het verkrijgen van een leidinggevende rol in de vervaardiging van gedrukte schakelingen voor meerdere tientallen Gigabits/s. Dit onderzoek omvat de ontwikkeling van een technologie voor het maken van micro-via-gaten via laser-ablatie, de ontwikkeling van een Flip-Chip montageproces voor hoge frequenties en de hiermee gepaard gaande ontwerp- en karakteriseringstechnieken. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie Onderzoekers: • Luc Martens • André Van Calster • Daniël De Zutter • Peter Van Daele De Belgische mondiale expansie (1831-1914). Een systematisch onderzoek naar de determinanten, actoren en evolutie van de Belgische koloniale en de financieel-industriële expansie, vanaf Leopold I tot de eerste wereldoorlog. Universiteit Gent Abstract: Gedurende de 19de eeuw was België betrokken bij een mondiale expansie die enerzijds voortkomt uit koloniale aspiraties en anderzijds uit de financiële, industriële en commerciële mondialisering van de Belgische bank- en ondernemerswereld. Dit onderzoek stelt zich tot doel een systematisch overzicht te leveren van deze dubbele Belgische expansiebeweging en de dynamiek hierachter te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet Secularisatie van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden Universiteit Gent Abstract: Een bronnenonderzoek naar de secularisering van de politieke filosofie in de vroege moderne Nederlanden (16de - 17de eeuw), als aanzet tot de Verlichting en moderniteit, en met bijzondere aandacht voor het aandeel dat de christelijke dan wel klassieke traditie had in dit proces. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Martin Commers • Tom Claes De relevantie van niet-klassieke logica&apos;s voor de wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft een samenwerking tussen drie Vlaamse centra voor wijsgerige logica (Ugent, KULeuven, VUB). Het basisidee is dat klassieke logica&apos;s fundamentele tekorten vertonen en daardoor ongeschikt zijn als instrumenten om problemen uit e wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie adequaat aan te pakken. Het Gentse onderzoek is gericht op adaptieve logica&apos;s en toepassingen ervan in de wetenschapsfilosofie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Diderik Batens Nietzsches mythopoëem van de &apos;eeuwige terugkeer&apos;: zijn visie op antieke mysteriën en het vroege christendom, invloed op zijn literaire en filosofische praktijk en interactie met de filologische en godsdiensthistorische debatten terzake Universiteit Gent Abstract: Het project wil in de eerste plaats nagaan welk visies Nietzsche op antieke mysterie-culten enerzijds en het vroege christendom anderzijds uitwerkt. Ten tweede willen we aandacht besteden aan Nietzsches verhouding tot de "Altertumswissenschaft" van zijn tijd - in het bijzonder tot de studies over de mysteriën. Ten derde wil het onderzoek de narrativiteit van de terugkeerleer diepgaand onderzoeken en de evoluties en perspectieven die Nietzsches werk er tegenover inneemt in kaart brengen. Ten vierde streeft het onderzoeksproject naar de uitdieping van Nietzsches concept van &apos;interculturele transactie&apos;. Organisaties: • Vakgroep Duits Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck • Danny Praet Ethiek van klokkenluiders: naar een normatieve ethiek betreffende de signalisatie van corruptietendensen in formele organisaties in een tijd van &apos;globalisering&apos; Universiteit Gent Abstract: ?Klokkenluiders? zijn mensen die wantoestanden binnen organisaties waar ze werkzaam zijn, kenbaar maken. Vanaf 1970 is het een maatschappelijk thema, maar wettelijke beschermingstatuten komen pas vanaf 1990 tot stand buiten de VS. Dit onderzoek gaat na welke tendensen waar te nemen zijn in legitimering van dergelijke beschermingstatuten, maakt een ethische evaluatie daarvan en formuleert aanbevelingen voor beleid ter zake. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Martin Commers Slavische intellectuelen op de Habsburgse Balkan, hun culturele en institutionele netwerken en hun invloed op het cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw Universiteit Gent Abstract: De hoofdfiguur van ons onderzoek is Jermey kopitar (1780-1844), een Sloveense intellectueel, die gekenmerkt wordt door zijn pioniersrol in het ontstaan van het Sloveense nationale bewustzijn zijn internationale contacten en netwerken zullen worden bestudeerd in het kader van het Sloveense cultuurnationalisme in de eerste helft van de negentiende eeuw. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Raymond Detrez Vage kennis: de creatief handelende mens in religieuze en wetenschappelijke verklaringssystemen. Een wetenschapsfilosofisch onderzoek naar conceptuele netwerken als identiteitsdynamieken Universiteit Gent Abstract: Het project wil nagaan welke wereldbeeldmodellen en wetenschappelijke kennissystemen voldoende breed en open toelaten om creativiteit te vatten. Daarbij zoeken we om creativiteit in religie en wetenschap samen te kunnen vatten. Vage kennis: de creatief handelende mens in religieuze en wetenschappelijke verklaringssystemen. Een wetenschapsfilosofisch onderzoek naar conceptuele netwerken als identiteitsdynamieken. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Hendrik Pinxten Verdwenen cultuurlandschappen in het grensgebied van Vlaanderen en Nederland Universiteit Gent Abstract: Dit VNC-project laat drie wetenschappelijke onderzoekers (Geuch de Boer, geograaf Alexander Lehouck, archeoloog Nele Vanslembrouck, historica) los op westelijk Zeeuws-Vlaanderen en het Meetjesland. Deze internationale samenwerking (Wageningen Universiteit en Universiteit Gent) heeft de verklaring van de landschapsgenese en transformatieprocessen in deze regio tot doel. Het historisch luik spitst zich voornamelijk toe op de reconstructie van het middeleeuwse landschap, eeuwenlang geteisterd door overstromingen en volledig verdwenen ten gevolge van de militaire inundaties tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Erik Thoen Krediet, vertrouwen en sociale relaties te Antwerpen in de 18de eeuw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Buitenlands historisch onderzoek suggereert dat consumptiepatronen in de Nieuwe Tijd ingrijpende veranderingen hebben ondergaan. Uit onderzoek van boedelinventarissen is gebleken dat er in de loop van de 18de eeuw meer en een gevarieerder aantal consumptiegoederen werden aangeschaft. Hoe huishoudens deze (nieuwe) consumptiegoederen konden aankopen blijft echter een open vraag. Niet alleen omdat voor dezelfde periode werd vastgesteld dat de koopkracht er op achteruitging, maar ook en vooral wegens het gebrek aan contante betaalmiddelen. Om die reden is een historisch onderzoek naar krediet in de vroegmoderne periode uiterst relevant. Voor wat de Zuidelijke Nederlanden betreft werd er immers enkel maar onderzoek verricht naar de in de zeventiende eeuw opgerichte Bergen van Barmhartigheid. Doel van dit doctoraat is licht te werpen op de betekenis van krediet in relatie tot de zogenaamde consumptierevolutie. Uitgangspunt vormt de vraag in welke mate sociale middengroepen in Antwerpen in kredietnetwerken betrokken waren en wat daar de economische en sociale implicaties van waren. Wie kreeg er met andere woorden toegang tot krediet en waarom? Welke rol speelden eer, reputatie en vertrouwen op de stedelijke kredietmarkt? Daarnaast wordt ook onderzocht op welke manier financiële conflicten werden opgelost. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • HUGO SOLY • Bart WILLEMS Grensgevallen. Aspecten van 'het uitzonderlijke' - een dialoog met vier 20ste eeuwse denkers (Schmitt, Camus, Jaspers, Foucault) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt de verheldering van 'het uitzonderlijke' (als 'datgene wat niet in te passen valt') centraal. Er wordt ingegaan op de specifieke betekenis van het uitzonderlijke voor het denken en voor de ervaring. Het wijsgerig instrumentarium nodig om deze problematiek te behandelen, zal worden opgebouwd door een analyse van vier verschillende en 20ste eeuwse denkers (Schmitt, Camus, Jaspers, Foucault) en wel via twee parcours' (een situationeel en een strikt filosofisch parcours). In het eerste parcours wordt er nader ingegaan op de biografische en de ideeënhistorische situatie van de denkers. Enerzijds wordt de link gelegd tussen hun denkwegen (fascinatie voor uitzonderingen) en hun levensloop (persoonlijke ervaringen, temperamenten en keuzes); anderzijds wordt de Romantiek geopperd als een sleutelperiode voor het begrijpen van de 20ste eeuwse antagonismes omtrent de uitzonderingsproblematiek (m.n. als een periode waarin het koppel 'norm(aliteit)-uitzondering' uit evenwicht geraakte). In het tweede parcours worden de denkers in kwestie twee aan twee tegen elkaar uitgespeeld - om zo het aspect van het 'uitzonderlijke' binnen hun werk naar boven te halen en de bruikbare concepten en denkbeelden die dan aan het licht komen te analyseren, te vergelijken en indien mogeljk te accapareren in functie van mijn opzet. Enerzijds stel ik Schmitt tegenover Camus ('primaat' versus 'instrumentaliteit' van het uitzonderlijke), anderzijds Jaspers tegenover Foucault (een 'micro'- versus een 'macro'-perspectief). Dit aldus geconstrueerde denkinstrumentarium zal toelaten vervolgens een eigen denkweg uit te stippelen, waarbij de fascinatie voor en de wijsgerige betekenis van 'het uitzonderlijke' wordt uitgediept en het problematische ervan wordt verduidelijkt. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • JOZEF VAN BELLINGEN • Marc VAN DEN BOSSCHE • Therese DEPOORTER Van Sisyphus naar Icarus: sporen van het existentialisme in de postmoderne roman Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de relaties tussen het literaire existentialisme en postmodernisme. Het bestudeert die verhoudingen vanuit twee cruciale aspecten: het mensbeeld (de leegte, de absuriditeit enzovoort)en het wereldbeeld (de revolte, de revolutie, de terreur). Die aspecten worden zowel op het formele vlak bestudeerd (de narratieve strategieën) als op het inhoudelijke (de thematiek). Concreet wordt vertrokken van de spanning tussen Camus en Sartre en van het literaire existentialisme van Jan Walravens en Anna Blaman. Via postmoderne theorieën over het subjectloze ik en de revolte, wordt dan overgestapt naar het postmoderne werk van auteurs als Peter Verhelst en Atte Jongstra. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • BART VERVAECK Bevorderen van een etisch bewustzijn in het secundair en hoger onderwijs: xenotransplantatie van insuline produceerende varkenscellen als casestudie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuwe medische ontwikkelingen, die mogelijk risico's inhouden voor de samenleving geven aanleiding tot hevige ethische discussies. Het brede publiek is vaak weinig geïnformeerd over deze nieuwe technieken en beperkt zich vaak tot een emotionele argumentatie. Ook in het secundair en het paramedisch hoger onderwijs beschikt men momenteel niet over hanteerbare modellen die het ethisch bewustzijn stimuleren. De onderzoeksgroep ontwikkelde in het kader van onderzoek naar de attitudes van verschillende deelpopulaties t.o.v. toekomstige transplantatie van insulineproducerende varkenscellen een discussietechniek (inhoudelijk en procesmatig), die mits enige aanpassing ook zijn toepassing kan hebben in een opvoedkundig project. Zo zou de toepasbaarheid van het model van Bach, dat tot doel heeft het ethisch bewustzijn te stimuleren, bij groepen leerlingen (ASO) en studenten verpleegkundige, getoetst worden.Wij willen nagaan in hoeverre de interventie (les omtrent xenotransplantatie, gericht opzoeken van informatie, participeren in focusgroep-gesprekken) een invloed heeft op het ethisch bewustzijn. Daarbij worden twee metingen voorzien aan de hand van de door ons ontwikkelde vragenlijst (Diabetes: nieuwe behandelingsmethoden). Deze metingen moeten ons inzicht verschaffen in de evolutie die de leerlingen en studenten vertonen inzake de argumenten (aard en hoeveelheid) die zij hanteren i.v.m. (T0 en T1) en hun houding t.o.v. xenotransplantatie en medisch-ethische problemen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN Vorm, Inhoud en Volgorde van responscategorieën bij Surveyonderzoek. Een fundamenteel onderzoek naar de impact van responscategorieën op responsgedrag. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ondanks het feit dat bij surveyonderzoek fouten in de constructie van vragenlijsten vaak aangehaald worden als verklaring voor responsbias, gebrekkige kwaliteit van de data en onverwachte resultaten, werd de omvang van dit probleem nog weinig onderzocht. Dit project wil op een systematische manier de mogelijke impact van de gehanteerde responscategorieën bij ratingschalen (zoals het aantal categorieën, even of oneven, het gebruik van ankerpunten, de keuze van de labels, ...) onderzoeken. Het eigenlijke onderzoek omvat twee delen: 1) In het experimenteel survey worden verschillende versies van een vragenlijst (dezelfde items, te beoordelen op verschillende responsschalen) op 2 tijdstippen bij dezelfde respondenten afgenomen. Daarbij worden bij elke afname alle verschillende versies verspreid (een deel van de deelnemers krijgt eerst versie A, later B, bij andere deelnemers is de volgorde omgekeerd) om zo test-hertest effecten uit te sluiten. Deelnemers in de controlegroep krijgen 2 keer dezelfde versie. 2) Bij het laboratoriumonderzoek worden in verscheidene experimenten verschillende schaaltypes onderling vergeleken. Enerzijds wordt het responsgedrag op verscheidene schaaltypes vergeleken op indirecte manier, door dezelfde items op verschillende schaaltypes te laten beoordelen. Anderzijds worden verschillende schaaltypes meer direct onderling vergeleken via cross-modality matching. Tenslotte wordt ook de preferentie voor de verschillende reponsmodaliteiten bevraagd. Het uiteindelijke doel is om grootteorden van responseffecten bij verschillende schaaltypes en in verschillende contexten te meten en om te komen tot een reeks gefundeerde aanbevelingen voor het aanmaken van vragenlijsten. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS • PETER THEUNS • Walentina COOLS Biografie Ernest Ezra Mandel (1923-1995). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Historisch-biografisch onderzoek naar de rol en betekenis van E. Mandel in de IVde Internationale en in de Belgische politiek. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • GUY VANTHEMSCHE • ELS WITTE Productie en consumptie van holglas in het laat-middeleeuwse en vroeg-moderne hertogdom Brabant. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek streeft zes doelstellingen na: 1.het nauwkeurig specifiëren van de kenmerken van het Brabantse gebruiksglas (inclusief de opbouw van een chronotypologie van het holglas voor deze regio via materiaaltechnisch en kunsthistorisch onderzoek; 2.het ontwikkelen van een adequate methodologie voor de studie en analyse van het archeologische gebruiksglas; 3.het uitbouwen van een chronologie en een evolutiepatroon van het gebruik van grondstoffen via het archeologische en historische bronnenmateriaal en natuurwetenschappelijke analyse; 4.het identificeren van transferten van technologische kennis in het gebruik van grondstoffen, technieken, vormen en opbouw van de voorwerpen, door bronnen en materiaalstudie; 5.onderzoek naar consumptie en distributiepatronen van gebruiksglas via de archeologische en de historische bronnen, w.o. meer specifiek door middel van het onderzoek van seriële historische bronnen zoals boedels 6.het samenstellen, uitbreiden en beschikbaar maken van onderzoeksdocumentatie over het Brabantse gebruiksglas door middel van software en digitale toepassingen. De methodologie: het ontwerpen van een specifiek model Vooreerst is gestart met het heuristisch onderzoek en evaluatie van de bronnen en de literatuur. Hierbij worden de verschillende aspecten van productie, consumptie en gebruik voortdurend en in wisselwerking, kwalitatief en kwantitatief kritisch onderzocht. Gelijktijdig hiermee is een werkbaar en handzaam model voor de archeologische verwerking van de glasensembles ontworpen via een uitgebreid en intensief vergelijkend onderzoek van de publicaties van archeologische glascollecties, en toegespitst op de methodologische literatuur. Het ontwerpen van een model biedt de mogelijkheid om het archeologische glas zo ruim als haalbaar te bevragen en te onderzoeken, rekening houdende met de specifieke eigenschappen van de materiaalgroep glas. Daarbij komen ook de meer technische methodologische problemen inzake quantificatie aan bod. Tevens worden de resultaten van de archeologische materiaalverwerking in een ruimer kader geplaatst van de problemen omtrent de interpretatie van archeologisch vondstmateriaal, in casu glas, in termen van het geheel van de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne materiële cultuur zoals die gekend kan zijn uit archeologische bronnen en de problemen van de integratie van historische (in de zin van geschreven) en iconografische informatie. de opstelling van een database en een beeldarchief Het evaluerende en vergelijkende onderzoek van de registratie en digitale systemen in gebruik bij de archeologische diensten zoals het Deventer systeem voor aardewerk en glas is afgerond. Dit systeem blijkt onvoldoende mogelijkheden te bieden om de verzamelde archeologische informatie op een grondige manier wetenschappelijk te verwerken. Zodoende is gestart met het opzetten van een eigen database die wel een adequate en voldoende gedetailleerde verwerking van de gegevens garandeert. De verzameling materiaaltechnische onderzoekgegevens werd gedigitaliseerd door middel van een relationele databank, geconstrueerd met het programma Access. De database bestaat uit bestanden per site (op basis van Excelsheets), waarbij elk invoerformulier, per fragment of per individu, 45 velden omvat, met de basisgegevens, depotinformatie, materiaaltechnische en beschrijvende gegevens, evenals, indien beschikbaar het vergelijkingsmateriaal, het iconografische materiaal en de publicatiegegevens. Het is de bedoeling deze databank als werkinstrument beschikbaar te stellen voor verder onderzoek. De beschikbaarheid van de gedigitaliseerde gegevens en het beeldmateriaal maken het opstellen van een beschrijvende catalogus mogelijk, zowel verticaal als horizontaal geschikt en/of typologisch gecatalogiseerd of per site of per regio, of naar gebruik of per periode ingedeeld. Historisch archivalisch en iconografisch onderzoek De archeologische glasvondsten moeten ook gecontextualiseerd en geduid worden in historische zin. Hiervoor en voor de diverse aspecten inzake de productie (grondstoffen, ateliers, werkcondities, economische context) en de consumptie (gebruik, sociale spreiding, functionaliteiten in sociale zowel als in louter pragmatisch gebruikstechnische zin) dient ook onderzoek te gebeuren op andere dan archeologische bronnen. Dit kan in het kader van dit project om tijdtechnische redenen slechts via twee kanalen gebeuren: via de literatuur en (ten dele) de gepubliceerde bronnen enerzijds en via geselecteerde steekproeven anderzijds. Bij deze steekproeven mogen in het bijzonder de volgende activiteiten vermeld worden. De 16de eeuwse boedelinventarissen van Antwerpse kanunniken zijn ter beschikking gesteld door Prof. dr. B. Blondé en dra. Carlolien de Staelen, Dept. Geschiedenis, Universiteit Antwerpen. Ze zijn onderzocht op vermeldingen van voorwerpen in glas. Deze bevindingen worden geconfronteerd met deze uit een grootschalig Nederlands boedelonderzoek (project Rapenburg, Leiden) . Tevens zijn 3046 documenten onderzocht naar voorwerpen in glas uit de gepubliceerde Antwerpse kunstinventarissen uit de periode 1600 1674 . doctoraat De eindresultaten van het onderzoek zullen uiteraard in detail voorgesteld en besproken worden in de doctorale dissertatie van dra. D. Caluwé. Zij heeft de praktische leiding van het archeologische, historische en kunsthistorische onderzoek van de archeologische glasvondsten en hun bredere cultuurhistorische contxt. Voor de selectie van de monsters voor natuurwetenschappelijke analyse wordt steeds beroep gedaan op het advies van prof. Dr. Koen Janssens (UA). Danielle Caluwé verzorgde de selectie en de verwerking van het archeologische materiaal en van het geschreven bronnenmateriaal en de samenstelling van de wetenschappelijke dossiers ter voorbereiding van het onderzoek. Zij bereidde mede alle onderzoeksactiviteiten voor, begeleidde in een aantal gevallen het onderzoek van het materiaal in situ en evalueerde de resultaten. Zij heeft de leiding bij de eindredactie van de publicatie van de resultaten of van deelresultaten van het onderzoek. Op basis van haar onderzoekingen bereidt zij een doctoraat voor, waarvan het indienen in de loop van het jaar 2007 voorzien is. Dit doctoraat biedt een (eerste) chronotypologie van het middeleeuwse en latere gebruiksglas in het vroegere hertogdom Brabant, met een (eerste) status quaestionis en interpretatie van de basisinformatie inzake diverse technische, economische, cultuurhistorische e.a. aspecten van de productie en consumptie van dit glas in het vermelde gebied. Dra. Caluwé is tevens de basis voor de uitbouw van een netwerk van contacten, uitwisseling van informatie en opbouw van samenwerkingsverbanden in binnen en buitenland. Tenslotte zorgde dra. Caluwé tevens voor de bredere bekendmaking van het lopend onderzoek en project via deelname aan internationale e.a. congressen en wetenschappelijke bijeenkomsten, organisatie van workshops, medewerking aan tentoonstellingen. Tevens mag vermeld worden dat dra. Caluwé actief medewerkt in het organiserend en wetenschappelijk comité dat de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van het 17th International Congress of the International Association for the History of Glass, dat plaats vond te Antwerpen, Elzenveld, van 3 tot 10 September 2006. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Danielle CALUWE • Dries TYS De relevantie van niet-klassieke logica's voor de wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project brengt de diverse expertises bij elkaar die te vinden zijn in de diverse Centra voor Logica en Wetenschapsfilosofie aan de universiteiten van Gent (Prof.dr. Diderik Batens), Brussel en Leuven (Prof.dr. Roger Vergauwen). Alle onderzoekers delen een interesse in het gebruik van niet-klassieke logica's - het kan handelen over paraconsistent, ampliatieve, adaptieve, modale en strikt eindige logica's - om problemen aan te pakken in de wetenschapsfilosofie, de filosofie van de wiskunde en de taalfilosofie. De resultaten van dit onderzoek worden o.a. in het vaktijdschrift 'Logique et Analyse'. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Vage kennis : de creatief handelende mens in religieuze en wetenschappelijke verklaringssystemen. Een wetenschapsfilosofisch onderzoek naar conceptuele netwerken als identiteitsdynamieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgaande van het werk van Leo Apostel (atheïstische spiritualiteit) en van Rik Pinxten (goddelijke fantasie), is het de bedoeling te exploreren op welke wijze kennis tussenkomt in het vormen van identiteiten en conceptuele netwerken. De hypothese dat vage kennis eerder dan precies omlijnde, exact formuleerbare kennis meer geschikt is om deze vormen te helpen ontwikkelen staat centraal in dit onderzoek. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Ontwikkeling van een contextuele, niet deterministische evolutietheorie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel is de ontwikkeling van een wiskundig formalisme voor de beschrijving van evolutie dat haar zelforganiserende, contextuele, en niet-deterministische aspecten beschrijft. De specifieke doelen zijn de uitbouw van de neo-Darwinistische formele beschrijving van evolutie rekening houdend met emergentie en niet-determinisme, gebruik makend van het wiskundige tralietheoretisch formalisme dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de beschrijving van contextuele en niet-deterministische interactie in de microwereld; dit formalisme implementeren in een computermodel; dit computermodel gebruiken om korte en lange-termijn gevolgen te voorspellen voor artificieel geïntroduceerde contextuele interacties, zoals (1) genetische manupulatie, en (2) introductie van allochtone soorten in een ecosysteem. Organisaties: • Centrum Leo Apostel Onderzoekers: • Diederik AERTS Een systematisch onderzoek naar de hoedanigheid en betekenis van muziek in de Grieks antieke mythologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene probleemstelling van deze studie is de vraag naar het voorkomen van het thema muziek in de Grieks antieke mythologie. De doelstelling is tweeledig : 1) de hoedanigheid doorgronden waaronder muziek zich in de Griekse mythen voordoet, en 2) de betekenis daarvan duiden in het licht van pertinente musicologische theorieën.. In het mythologisch onderzoeksdeel wordt er eerst een geëigende methodologie ontwikkeld, aan de hand waarvan de gekende muzikale mythen dan aan een individuele en vergelijkend onderzoek worden onderworpen. Er wordt gezocht naar het voorkomen van het thema muziek in a) de individuele muzikale mythen b) het corpus der muzikale mythen c) het samenstel der Griekse mythologie. In het musicologisch onderzoeksdeel worden eerst de pertinente muziektheoretische concepten uitgetekend, waaraan de mythologische onderzoeksresultaten dan worden gerelateerd. Er wordt nagegaan in hoeverre de mythologische bevindingen kunnen convergeren met de musicologische theorieën omtrent a) het mythisch substraat en de metaforische eigenschappen van muziek b) de sociaal-religieuze werking en verankering van muziek en c) de ritualistische grondslagen van muziek. De einddoelstelling is te concluderen tot de algemenere betekenis van het specifiek voorkomen van muziek in de Griekse mythologie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel Onderzoekers: • Diederik AERTS ONTOBASIS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar theorievorming, constructie, diensten en toepassingen van ontologien. Hun rol in databanken, web semantiek en computationele linguistiek. Organisaties: • Onderzoek naar Software Technologie en Toepassingen • Web en Information System Engineering • Informatica en Toegepaste Informatica Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN • RAUL ROMERO • Peter SPYNS • OLGA DE TROYER Sociale differentiëring van standaardisering en schrijftradities in het Brugse in de periode 1750-1830. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus dat geanalyseerd zal worden op het vlak van de spelling, de grammatica en de stijl . Ook aan de functies van de verschillende taalvariëteiten wordt aandacht besteed. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO) (Topic 4) : Samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar het juridisch kader van samenwerkingsakkoorden tussen de Gewesten. Organisaties: • Economisch Recht • Staats- en Bestuursrecht Onderzoekers: • Kaat LEUS • KOEN BYTTEBIER Ontwikkeling van een contextuele theorie voor concepten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Als algemeen doel wensen we een formalisme te ontwikkelen voor de beschrijving van concepten dat expliciet hun contextuele aard in rekening brengt. Als specifieke doelen willen we het tralietheoretisch wiskundig formalisme dat oorspronkelijk werd ontwikkeld in veralgemeende quantummechanica voor de beschrijving van contextuele interacties in de microwereld aanpassen om een formele bechrijving uit te bouwen van de contextuele manier waarop concepten worden gebruikt om betekenis te genereren; de performantie van deze contextuele theorie voor concepten vergelijken met de bestaande prototype-en exemplaartheorieën, door gebruik te maken van reeds bestaande datasets voor typicaliteitsbeoordelingen, responstijden van categorisatiebeslissingen, exemplaargenereer-frequenties, frequenties in een categoriebenoemingstaak voor zowel enkelvoudige concepten als conjunctieve concepten; onderzoeken van de performantie van de contextuele theorie voor concepten op nieuwe datasets voor zeer contextuele situaties waar hetzelfde concept deeluitmaakt van verschillende conjuncties. Organisaties: • Centrum Leo Apostel Onderzoekers: • Diederik AERTS Ontwikkeling van een contextuele, niet-deterministische evolutietheorie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het algemeen doel is de ontwikkeling van een wiskundig formalisme voor de beschrijving van evolutie dat haar zelforganiserende, contextuele, en niet-deterministische aspecten beschrijft. De specifieke doelen zijn de uitbouw van de neo-Darwinistische formele beschrijving van evolutie rekening houdend met emergentie en niet-determinisme, gebruik makend van het wiskundige tralietheoretisch formalisme dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de beschrijving van contextuele en niet-deterministische interactie in de microwereld; dit formalisme implementeren in een computermodel; dit computermodel gebruiken om korte en lange-termijn gevolgen te voorspellen voor artificieel geïntroduceerde contextuele interacties, zoals (1) genetische manupulatie, en (2) introductie van allochtone soorten in een ecosysteem. Organisaties: • Centrum Leo Apostel • Biologie Onderzoekers: • PHILIP POLK • Diederik AERTS Strategieën bij vreemdetaalverwerving (Duits): de validatie van de meervoudsvorming versus andere indicatoren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is onderzoek naar de rol van strategieën bij vreemdetaalverwerving in een institutionele context. Het gaat daarbij om de verwerving van Duitse meervoudsvormen door Nederlandstalige taalleerders uit het secundair onderwijs (ASO). Een voorbereidend literatuuronderzoek heeft tot doel de psychologische literatuur in een sociolinguïstisch kader (onderwijsmethodes, klascontext, onderwijsdoelen) te interpreteren. Het operationeel onderzoek moet in eerste instantie uitwijzen of de meervoudsvorming als een valide indicator voor strategisch gedrag bij vreemdetaalverwerving gezien mag worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende, elkaar aanvullende onderzoeksmethodes (statistische verwerking van schriftelijke tests met foutenanalyse; intro- en retrospectie). Een antwoord op deze vraag zou ook een nieuw licht kunnen werpen op de vraag of meervoudsvormen in een vreemde taal samen met het basiswoord als items geleerd worden of dat de meervoudsvorming op basis van het toepassen van morpho-syntactische regels gebeurt (psycholinguïstisch luik ). Een antwoord hierop heeft vooral pedagogisch-didaktische implicaties voor het vreemdetaalonderwijs. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • KATJA LOCHTMAN • MADELINE LUTJEHARMS De verbondenheden van het weten. De posities en verantwoordelijkheden van de wetenschappen en de wetenschappers in een democratische rechtsstaat Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dat wetenschap en techniek een algemene en beslissende impact hebben op onze levens, maatschappijen en leefmilieus trekt niemand meer in twijfel. Verbazend genoeg, daarentegen, blijft de stelling overeind dat de wetenschap zich beperkt tot het vaststellen van 'feiten' terwijl de politiek als verantwoordelijkheid heeft de 'waarden' te bepalen. Deze stelling doet echter geen recht aan de diverse dynamische verstrengelingen van wetenschap ('natuur') en maatschappij ('cultuur'), zoals ze aan het licht gebracht zijn door de praktijk zelf van de wetenschappen, door sommige wetenschapsdenkers (zoals Foucault, Serres, Stengers en Latour) en door de claims van sociale bewegingen (zoals o.m. inzake biogenetica, milieu, cloning, enz.) Wij gaan ervan uit, dat is voor ons het 'nieuwe feit', dat de kwestie de impact van de wetenschappen vandaag de dag moet worden onderzocht met verwijzing naar de 'democratische rechtsstaat'. Aldus dienen begrippen-principes zoals de juridische bemiddeling van rechten en belangen, de democratische participatie, de rule of law (rechtsstatelijkheid), transparantie en accountability, het algemeen belang, de mensenrechten en de individuele vrijheid, voortaan deel uit te maken van de vereisten - de contraintes - van het wetenschappelijk werk. Het komt erop aan de gevolgen hiervan te onderzoeken met betrekking tot de wetenschappelijke activiteit en de universitaire vorming, omdat die begrippen-principes alleen pertinent kunnen zijn wanneer zij steunen op een actieve interesse en openheid van alle wetenschappers voor de activiteiten en kennis van hun collega uit andere disciplines en meer zelfs, van hun medeburgers. Thans moet kennis worden ontwikkeld die 'interessant' is in de etymologische betekenis van dat woord, waarbij interesse staat voor het creëren van verbanden, voor het scheppen van verbindingsmogelijkheden. Anders gezegd roept de kwestie van de impact van de wetenschappen spontaan de vraagstelling op van het publieke karakter/algemeen nut van de wetenschappen en het wetenschappelijk onderzoek. Want indien de wetenschappen en de democratische rechtsstaat aan elkaar worden geweven, dan rijst enerzijds de vraag naar de plaats- en rolbepaling van het algemeen belang in het wetenschappelijk onderzoek, en anderzijds deze naar de voorwaarden waaronder een onderzoek publiek kan zijn of worden, zowel inhoudelijk (ten aanzien van welke doelstellingen en belangen ?) als formeel (door middel van welke procedure ?). Voorliggend onderzoek heeft dus tot algemeen doel de technisch-wetenschappelijke activiteiten binnen een democratische rechtstaat te conceptualiseren. Theoretisch gesproken komt het erop neer de verbanden tussen wetenschappen en maatschappij te herbeschouwen aan de hand van twee inter- of transdisciplinaire case-studies (de gecorreleerde mens en de biotechnologie en voedselveiligheid). Op juridisch vlak dienen de noodzaak en de grenzen van de juridische bemiddeling met betrekking tot de technisch-wetenschappelijke activiteiten te worden omschreven en bepaald. Vanuit politiek en constitutioneel oogpunt zal, met betrekking tot deze activiteiten, worden gestreefd naar de uittekening van nieuwe vormen van vertegenwoordiging, machtsevenwichten en transparantie. Vanuit ethisch perspectief zal de aandacht gaan de talrijke huidige conflictzones tussen wetenschapsbeoefening en ethiek. Meer concreet wensen we procedurele middelen tot stand te brengen, die, of ze van juridische, ethische of andere aard zijn, kunnen bijdragen tot de implementatie van de theoretische en conceptuele resultaten van dit onderzoek. De belangrijkste originaliteit van dit project is echter educationeel van aard, en betreft de vorming van de vorsers zelf. Ons onderzoek wil immers een 'actieonderzoek zijn (een recherche-action) of nog, een 'experiment' dat samen en interactief met vorsers uit verschillende hoeken wordt gevoerd, waarbij de wederkerige uitsluiting (op grond van onwetendheid) wordt overstegen. Er kan inderdaad enkel op het terrein zelf naar mogelijkheden worden gezocht om een gemeenschappelijke belangstelling, werkzin of 'eetlust' tot stand te brengen vertrekkende van onderling verschillende opvattingen en gebruiken. Ons project streeft er aldus naar om op proefondervindelijke wijze, de nieuwe educationele noodwendigheden van wetenschapspraktijken verbonden met de democratische rechtsstaat te duiden (graduate training school). Naast de meer klassieke doelstelling van 'productie van kennis' zoals in de verschillende work packages wordt beschreven, wil dit project dus trachten te komen tot de 'productie van communicatie tussen de verschillende vormen van weten' : deze worden hier niet benaderd als inhouden die eenieder zich kan toeëigenen, maar wel vanuit het oogpunt dat ze moeten 'tellen' , 'wegen' en deel uitmaken van de manier waarop alle vorsers hun vragen stellen. Daarom spreken we van 'verbondenheden' (of 'loyauteiten') in beide betekenissen van dat woord. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Metajuridica Onderzoekers: • Hans COMIJN • Daniel DE BEER DE LAER • Laurent DESUTTER • Karen FRANCOIS • SERGE GUTWIRTH • Wim Jan SCHREURS • JEAN VAN BENDEGEM Perspectives on mathematical practices - (internationale conferentie 24-26 oktober 2002) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In recente tijden is er een zekere verschuiving aan de gang van theoretisch gerichte filosofie van de wiskunde (zogenaamde 'grondslagenstudies') naar een filosofie die meer aandacht heeft voor de wiskundige praktijk zelf in navolging van het pionierswerk van Imre Lakatos. Dit congres wil een stand van zaken brengen in verband met deze nieuwe ontwikkeling. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • Bart VAN KERKHOVE • JEAN VAN BENDEGEM De heropbouw van de joodse gemeenschap te Antwerpen na de Tweede Wereldoorlog (1944-1960). Universiteit Antwerpen Abstract: De heropbouw van de joodse gemeenschap te Antwerpen na de Tweede Wereldoorlog (1944-1960). Organisaties: • Overheid en Recht Onderzoekers: • Veerle J W M Vanden Daelen • Herman Van Goethem Interculturele communicatie in rechtbanken.(deel 1 en 2) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt zich tot doel (i) een wetenschappelijke analyse te bieden van vertaal- en communicatiestoornissen in strafzaken waarbij anderstalige verdachten betrokken zijn en de mogelijke gevolgen aan te duiden die dergelijke stoornissen op de rechterlijke besluitvorming kunnen hebben; (ii) denkpistes van mogelijke aanbeveling terzake voor te stellen. Het onderhavige voorstel heeft betrekking op een eerste pilootproject voor de duur van twee jaar, met een eerste contractuele overeenkomst voor 1 jaar. Organisaties: • Linguistiek • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Jozef Verschueren The 'Mitteleuropa' empire. Geotragiek en dynamiek van de geschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project vindt zijn oorsprong in de groeiende interesse voor culturele en maatschappelijke invalshoeken rond Europese integratie, met inbegrip van het recent uitbreidingsdebat. Met wel bijdragen tot de Europese geschiedenis i.s.m. het Europacentrum J. Monnet. Organisaties: • VAKGROEP INTERNATIONALE ECONOMIE, INTERNATIONAAL MANAGEMENT EN DIPLOMATIE • Internationale economie, internationaal management en diplomatie Onderzoekers: • Evrard Claessens Wetenschappelijke bijstand door Dr. Gustaaf CORNELIS in project transgenereationele ethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project is het de bedoeling om een enquête die in een vorig project werd gehouden onder het personeel van het SCK-CEN af te ronden (conclusies en interpretaties). De enquête heeft betrekking op problemen van radioactief afval en verwante problemen en de ethische implicaties hiervan. Bedoeling is ook de databank ter beschikking te stellen van het SCK-CEN na beëindiging van dit project. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Asielloze wereld: exil en vlucht in Lion Feuchtwanger's Exil, Anna Seghers' Transit en Albert Drach's Unsentimentale Reise Universiteit Antwerpen Abstract: Asielloze wereld: exil en vlucht in Lion Feuchtwanger's Exil, Anna Seghers' Transit en Albert Drach's Unsentimentale Reise Organisaties: • Literatuurwetenschap Onderzoekers: • Vivian Liska • Liesbeth Haagdorens Editie van: GERARD WALSCHAP, Kritisch werk, dl. 1 (1922-1926) Universiteit Antwerpen Abstract: Het tot stand brengen van een chronologisch geordende en geannoteerde editie van Walschaps kritieken en journalistieke bijdragen uit het interbellum (verschenen in 21 kranten en tijdschriften). Dit omvangrijke tekstgeheel is van eminent belang voor grondiger kennis van Walschaps literatuuropvattingen en zijn rol als vernieuwer van de Vlaamse roman. Ook in ruimer perspectief is het relevant, daar het een unieke kijk biedt op het Europese artistieke, maatschappelijke en politieke gebeuren van bedoelde periodes. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Joris Gerits • Karel Wauters Onderzoek in het domein van de politieke cultuurvorming. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek in het domein van de politieke cultuurvorming. Organisaties: • ONDERZOEKSGROEP BURGER EN POLITIEK • Extremisme en democratie Onderzoekers: • Caspar Mudde Een analyse van interactieprocessen tijdens de Gugulutu-Seven ondervragingen van de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie, met speciale aandacht voor de verteksting van maatschappelijke debatten en tegenstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil dieper ingaan op de communicatieve interactionele processen tijden de zittingen van deze WVC. We baseren ons hierbij op de observatie dat Zuid-Afrika, wegens de erfenis van de apartheid en door de verscherping van de economische tegenstellingen een verscheurde, uitermate gefragmenteerde samenleving is. Onze analyse gaat na (1) hoe deze verscheurdheid tot uiting komt tijdens de zittingen van de WVC, en (2) of de WVC er effectief in slaagt deze tegenstellingen te overbruggen, hoe ze dit tracht te doen, etc. Organisaties: • INTERONDERZOEKSGROEP TAALKUNDE (IOTa) • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Pol Cuvelier • Jules Frans Daems Gezamelijke studie van java hele programma-analyses Universiteit Gent Abstract: Met het oog op een efficientere en effectivere code-generatie werden een aantal heleprogramma-analyses ontwikkeld. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere Multilingual subtitling of multimedia content (MUSA). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van MUSA is het creeren van een multimodaal, multilinguaal systeem dat spraak en andere audio omzet naar transcripties in tekst, deze transcripties vertaalt naar andere talen, en dan ondertitels genereert op basis van deze vertalingen. MUSA zal voor het Engels, Frans, en Grieks gemaakt worden. Een state-of-the-art spraakherkenningssysteem zal uitgebreid worden en aangepast aan de context van het project. Een innovatief scenario voor automatische vertaling zal ontwikkeld worden waarin machinevertaling, vertaalgeheugens en term-substitutie gecombineerd zullen worden. De Antwerpse groep is verantwoordelijk voor de samenvatting van zinnen ten behoeve van ondertitelgeneratie met behulp van een automatische analyse van de taalkundige structuur van de zin. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans Financiele-fraudepreventiegeorienteerde informatiebronnen steunend op ontologietechnologie (FF POIROT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogtom voor verschillende talen (Nederlands, Italiaans, Frans en Engels) een computerbeheerd gemeenschappelijke kennisbron (= formeel beschreven combinatie van concepten en de onderlinge betekenisvolle relaties) op te stellen voor het financieel-forensisch domein. Deze kennisbron (=ontologie), of delen ervan, kunnen eventueel commercieel uitgebaat worden als een onderdeel van een Web Service. De ontologie kan een XML database of een RDF Schema instantie zijn. Organisaties: • Onderzoek naar Software Technologie en Toepassingen Onderzoekers: • ROBERT MEERSMAN De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Thomas Crombez Excuses door politieke actoren als vorm van herstel na normovertreding : conceptuele doorlichting van de ethische betekenis en analyse van casussen uit de politieke realiteit binnen staten en op internationaal niveau. Universiteit Antwerpen Abstract: Over heel de wereld zien we op het politieke niveau na normovertreding onderhandelingen over verantwoordelijkheid, schuld en over herstel. Opvallend daarbij is de vraag naar excuses en de bereidheid om excuses uit te drukken. We willen het inzicht verdiepen in excuses op het publieke niveau. Mogelijke functies en beperkingen van dit fenomeen worden aangegeven. Enerzijds vraagt dit een analyse van het ethische conceptuele veld rond excuses. Anderzijds wordt ook de politieke realiteit van het fenomeen in kaart gebracht en verder uitgediept aan de hand van verschillende casussen. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Internationale politiek Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Ellen Verguts Verschijningsvormen van het sublieme in het werk van de Amerikaanse auteur Don DeLillo. Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept van het Sublieme in de filosofische traditie van Edmund Burke en Immanuel Kant ontwikkelde zich voor het eerst tot een centraal paradigma in de Romantiek, toen sterke emoties uiterst belangrijk werden voor literatoren zelf en in het oordeel van literatuurcritici. Het concept onderging een eigen evolutie, en varianten en aanpassingen op het originele idee werden in een groot deel van de postmoderne literaire praktijk en kritiek opnieuw een dominant gegeven. Dit doctoraat beoogt in dialoog met en door gebruik van bestaande theorieën over het Sublieme tot een definitie te komen van de specifieke verschijningsvormen van het concept in het werk van de postmoderne Amerikaanse auteur Don DeLillo. De centrale doelstelling bestaat erin om op basis van die definitie het Sublieme tot een nieuw verklaringsmodel te verheffen voor essentiële recurrente thema's in DeLillo's oeuvre en zo een voor het DeLillo onderzoek verrijkende analyse te kunnen bieden. Om een helder kader voor deze uiteenzetting te verzekeren, schetsen we eerst een historisch overzicht van het Sublieme en bespreken we de voor de auteur kenmerkende thema's vanuit en in samenhang met verschillende hedendaagse kritische perspectieven op zijn werk. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Luc Herman • Jasmine Vervenne Functies van audiovisuele prosodie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hier voorgestelde onderzoeksproject richt zich op een functionele benadering van visuele en verbale prosodie (samengevat als 'audiovisuel prosodie') in gesproken interacties. Het is intuitief duidelijk dat prosodie een belangrijke communicatieve functie heeft: prosodie kan uitingen voorzien van 'extra' informatie die niet reeds besloten ligt in de woorden of de syntactische structuur van een zin. Terwijl we al redelijk wat weten over de pragmatiek van verbale prosodie, is echter nog onvoldoende duidelijk hoe auditieve cues combineren met visuele informatie voor het signaleren van bepaalde communicatieve functies. De meeste evidentie over de rol van visuele cues is impressionistisch en anecdotisch van aard, en de weinige descriptieve resultaten over visuele signalen zijn niet zo expliciet dat ze bijvoorbeeld kunnen worden geincorporeerd in een echt computationeel model. Meer specifiek wil ik me richten op de signaalwaarde van audiovisuele prosodie voor het aangeven van beurtwisseling (2.1), informatiestructuur (2.2), positieve en negatieve terugmeldingssignalen (2.3) en emotionele en attitudinele connotaties van uitingen (2.4). 2.1 Beurtwisseling : Uit eerder onderzoek komt naar voren dat gesprekspartners in een dialoog heel precies de beurt van elkaar kunnen overnemen. In dit postdoc project wil ik nagaan in hoeverre gesprekspartners in de beurtwisseling gevoelig zijn voor specifieke visuele cues: daarbij kan ik voortbouwen op inzichten van ethnomethodologen die eerder aantoonden dat oogcontact erg van belang is voor het aangeven van het einde van een 'turn'. 2.2 Informatiestructuur : Uit vroeger werk is gebleken dat sprekers auditieve prosodie gebruiken om belangrijke (nieuwe, contrastieve) informatie te onderscheiden van minder belangrijke (gegeven). Dat gebeurt, voor talen zoals het Nederlands en het Engels, doorgaans door middel van distributie van toonhoogteaccenten. Uit verkennend onderzoek blijkt nu dat luisteraars ook 'accenten' waarnemen op basis van wenkbrauwbewegingen (eerder werk samen met Emiel Krahmer). Dit werk zou ik graag verderzetten, waarbij het mij van belang lijkt om dit crosslinguistisch op te zetten. 2.3 Feedback: Tijdens mijn vorige mandaat heb ik me in belangrijke mate gericht op het gebruik van auditieve prosodie voor het aangeven van 'positieve' en 'negatieve' terugmeldingssignalen. Pilotonderzoek geeft aan dat gesprekspartners ook erg gevoelig zijn voor specifieke visuele prosodie die hetzelfde doel dienen (met name bewegingen van wenkbrauwen, hoofd , ogen en mond), en dat die op interessante manier interageren met auditieve prosodie. 2.4 Attitutidinele en emotionele structuur: Uit verschillende studies is gebleken dat mensen via prosodie kunnen signaleren wat ze vinden van een uiting die ze uitspreken (attitude), of hoe ze zich voelen terwijl ze een uiting produceren (emotie). Het een open vraag is hoe auditieve en visuele cues in dynamische stimuli emotie en attitude kunnen signaleren. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Marc Swerts • Walter Daelemans Reflexiviteit en argumentstructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorwerp van dit project zijn bepaalde klassen van reflexieve constructies binnen enkele Romaanse talen (Catalaans, Frans en Spaans). Het methodologisch kader is gesitueerd in de formele taalkunde. De relatie van reflexiviteit met argumentstructuur, inaccusativiteit en aspect zal centraal staan in deze studie. Aanleiding hiervoor is het bestaan van enkele 'reflexieve klassen' die problematisch zijn voor de hypothese dat Romaanse reflexieve constructies inaccusatief zijndoordat de reflexieve markeerder een lexicaal argument (meer bepaald het extern argument) absorbeert. De absorptiehypothese voorspelt echter niet dat een reflexieve markeerder bij een reeds inaccusatieve constructie gevoegd kan worden (EI president ( es) va mor ir I'any passat (Cat) -De president is vorig jaar gestorven) en ook niet dat deze in een transitieve constructie kan voorkomen zonder dat ook maar één lexicaal argument geabsorbeerd wordt (Juan se ha bebido toda Ia cerveza (Sp) -Juan heeft al het bier opgedronken). In eerste instantie zal een grondige studie uitgevoerd worden van de argumentstructuur. Op basis van dit globaal beeld zal nagegaan worden of se in de probleemgevallen al dan niet geïdentificeerd moet worden als absorbeerder van een lexicaal argument. Aangezien binnen de absorptiehypothese vaak gesteld wordt dat se het extern argument absorbeert, zal in het kader van het argumentstructuur-onderzoek ook ruime aandacht besteed worden aan het fenomeen 'inaccusativiteit' en zijn relatie met reflexiviteit. Wanneer er daarentegen duidelijke aanwijzingen zijn dat se geen lexicaal argument opslorpt, dan zal de vraag worden gesteld naar de status van se op het gebied van de argumentstructuur: gaat het om een adjunct of om een ander type argument? Hier kan mogelijk de studie naar de rol van se in het markeren van aspect opheldering brengen. De vaak aangehaalde aspectuele telische rol van se (als niet-lexicale reflexieve datief) vereist echter een diepgaander onderzoek, aangezien se niet in alle telische constructies kan voorkomen. Bovendien kunnen constructies met de niet- lexicale reflexieve datief atelisch blijven. Er zal onderzocht worden of se in verband kan worden gebracht met een event argument. Ook de relatie tussen lexicale argumenten en event argumenten zal geanalyseerd worden. Het uiteindelijk doel van ons onderzoek is, in de context van de problematische absorptie-gevallen, een antwoord te krijgen op de vraag of se een lexicaal dan wel een constructioneel element is en wat de syntactische en semantische bijdrage is van se in een reflexieve constructie. Organisaties: • Taalkunde • Centrum voor Roemenië studies Onderzoekers: • Gretel De Cuyper • Liliane Tasmowski De verwerving van fonoactische en prosodische kennis bij kinderen : een empiristisch, inductief alternatief voor de huidige nativistische, deductieve benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: In het huidige onderzoek naar de verwerving van fonologie wordt vaak beroep gedaan op Optimality Theory als verklaringskader. Volgens dit nativistisch, deductief model wordt linguïstische kennis in het taalsysteem van het kind gerepresenteerd, en vormt daar een aparte module met expliciete taalkennis (de `competence'). In dit project exploreren / ontwikkelen we een empiristisch, inductief alternatief voor deze benadering. Een empiristisch, inductief model wordt hierbij omschreven als een model waarin het mentaal lexicon centraal staat bij de verwerving. Linguïstische kennis wordt in het lexicon opgebouwd en opgeslagen. Dit contrast tussen taalsysteem en lexicon zal in vier cruciale verschilpunten uitgewerkt worden: 1. Regels versus analogie 2. Stadia versus lexicale diffusie 3. Minimale versus maximale rol van de input 4. Competence versus processing In dit project focussen we op de verwerving van fonotaktische en prosodische kennis. Deze twee thema's worden immers vaak aangehaald als voorbeelden van deductieve verwerving. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Helena Taelman • Etienne Gillis Ontsluiting van de kinderkamer : dislocatie van het kindmotief in de actuele, westerse jeugdliteratuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontsluiting van de kinderkamer : dislocatie van het kindmotief in de actuele, westerse jeugdliteratuur. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut Joodse Studies Onderzoekers: • Katrien Vloeberghs • Vivian Liska Consumenten en cn commerciële circuits. De detailhandel in verbruiksartikelen te Antwerpen en Brussel tijdens de ongelukseeuw (ca. 1648 - ca. 1748). Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek naar de 'consumentgevoelige' detailhandel in duurzame verbruiksartikelen wil de invloed van wijzigende vraagfactoren op de stedelijke neergang van Antwerpen en Brussel tijdens de periode 1648-1748 nader bepalen. De centrale vraagstelling van dit project is hoe de lokale distributiecircuits van Antwerpen en Brussel op de consumptiewijzigingen in de 'ongelukseeuw' hebben gereageerd én actief hebben ingewerkt. Op welke wijze wisten de detailhandelaars (gaande van winkeliers tot rondreizende marktkramers) de veranderende 'modetendensen' en de zich wijzigende smaken onder de stedelijke consumenten te sturen? Heeft de verkoop van modegevoelige producten door de opkomende 'magasins à Paris' de economische verslechtering van Antwerpen en Brussel mee in de hand gewerkt? Of hebben juist de diverse commerciële circuits de productiestructuren helpen aanpassen aan de wijzigende vraag, zoals tijdens de befaamde 'retail revolution' in Engelang het geval was? Organisaties: • CENTRUM VOOR CULTUUR- EN STADSGESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé • Ilja Van Damme Een van een uitvoerige inleiding voorziene en geannoteerde tekstuitgave van Barthémemy Carré's Le courrier de l'Orient 1672-1674. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek over 17de-eeuwse Franse reisliteratuur bracht mij op het spoor van Bathélemy Carré en diens onuitgegeven Le Courrier de l'Orient 1672-1674, bewaard in het India Office te Londen en gepubliceerd in Engelse vertaling door de prestigieuze Hakluyt Society (Londen, 19471948, 3 dln.). Een microfilm van het autograaf manuscript (650 folio's van gemiddeld 45 regels) is in mijn bezit. ' Carré reisde in opdracht van Colbert via het Midden-Oosten en Perzië naar Indië om er de vestigingen van de Compagnie royale des Indes orientales te inspecteren. Zijn kleurig relaas in dagboekvorm, bestemd voor Colbert, is inhoudelijk en literair een juweel van de Franse reisliteratuur. (Autografe?) fragmenten worden bewaard in Parijs en Laval. Het project omvat een uitvoerige inleiding, plus transcriptie, modernisering en annotatie zal steunen op materiaal bewaard in Parijs, Londen en Den Haag. Organisaties: • VAKGROEP ROMAANSE TAAL- EN LETTERKUNDE EN LATIJN • Departement Letteren - overige Onderzoekers: • Dirk Van der Cruysse FLaVoR: Flexible Large Vocabulary Recognition: Incorporatie van taalkundige kennisbronnen in een modulaire spraakherkennersarchitectuur Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht of de 'alles-in-een' strategie die in de huidige spraakherkenners gevolgd wordt, waarbij taak-specifieke, syntactische, en lexicale kennis verweven is in een enkel op eenvoudige formalismen gebaseerd taalmodel, vervangen kan worden door een modulaire architectuur waarbij naast akoestisch-fonetisch en intonatie-gerelateerde parameters ook generische en domeinspecifieke taalkundige informatiebronnen worden gebruikt. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Walter Daelemans Moeder-kind interactie en taalontwikkeling in vierjarige één- en tweetalige kleuters in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden gegevens verzameld over moeder-kind-interactie en taalgebruik door 60 vierjarige kleuters in Vlaanderen (30 eentalig Nederlandstalig en 30 Frans-Nederlands tweetalig). Doel is een gegevensbestand te creëren dat het mogelijk zal maken (1) de gegevens longitudinaal te analyseren in vergelijking met vroeger verzamelde gegevens van dezelfde kinderen, (2) de gegevens synchroon te vergelijken tussen de twee taalgroepen (een- vs. tweetaligen) en (3) het verband te onderzoeken tussen moeder-kind-interactiestijlen en taalontwikkeling, zowel synchroon als longitudinaal. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Taal, media en socialisatie Onderzoekers: • Annick De Houwer Hedendaagse schrijvers uit de Dominikaanse Republiek "on the move". Universiteit Antwerpen Abstract: De Literatuur uit de Dominikaanse Republiek is hat zwakste broertje binnen de Spaanstalige Caraiben. In het project wordt de hedendaagse literatuur van Dominikaanse schrijvers in kaart gebracht (jaren negentig). In verband met deze schrijvers on the move (literair, geografisch, cultureel, zelfs linguistisch), wordt er meer specifiek ingegaan op reflectie over migratie en racisme vanuit de literatuur , nieuwe trends in het kortverhaal en nieuwe expressievormen en onderwerpen zowel bij schrijvers uit het eiland als New York. Organisaties: • Spaans • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Rita De Maeseneer Mediterranean Joyce. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenstelling en editie van een verzameling papers op een internationaal congres over het werk van James Joyce in Triëst. Alle bijdragen op het congres werden gelezen en komen in principe in aanmerking. De "plenary lectures" (door Carla Marengo Vaglio, Thomas F. Staley, Margot Norris, Zack Bowen en Edward Said) worden zonder meer opgenomen, uit de andere teksten zal een selectie worden gemaakt. De verzamelde teksten zullen worden geredigeerd en van een uitgebreide inleiding worden voorzien. Organisaties: • James Joyce Centrum • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout De complete bibliografie van Hugo Claus. Universiteit Antwerpen Abstract: Het redigeren van twee gecontextualiseerde bibliografieën van het werk van Hugo Claus. De eerste uitgave (2003) bevat een lijst van de verspreide publicaties, ingeleid door een analyse van Claus' publicatiepolitiek, aangevuld met een editie van ongebundelde teksten. De tweede uitgave (2004) bouwt door op de eerste en bevat een lijst van alle boekuitgaven op Claus' naam, aangevuld met het verhaal van zijn relatie met de uitgeverij als literaire institutie en met het fenomeen van het boek. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Georges Wildemeersch Het leismo: een sociolinguïstische vergelijkende studie tussen Andalusië en Madrid Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een synchronische analyse van het "leismo" in het Spaans - het gebruik van de datiefvorm daar waar men, vanuit syntactisch oogpunt, de accusatiefvorm verwacht - in Andalusië en Madrid. Men zal trachten niet alleen de zuiver linguïstische factoren op te sporen, maar ook, middels enquêtes ter plaatse, de sociolinguïstische factoren te bepalen die de bovengenoemde alsnog kunnen verstoren. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans) Onderzoekers: • Eugeen Roegiest De politieke economie van humanitaire organisaties in conflictsituaties: casus Grote Meren/West-Tanzania. Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek naar hoe hulporganisaties en hun activiteiten naar vluchtelingen toe kaderen in de bredere context van &apos;complex political emergencies&apos; en wat de impact kan zijn van een dergelijke externe humanitaire interventie op het verloop en de intensiteit van het conflict. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld Onderzoekers: • Ruddy Doom • Jan Blommaert • Marleen Renders Norm en pragmatiek. Een historiografische en systematisch onderzoek naar het structuralistische normbegrip en de pragmatiek Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek streeft naar een systematische analyse van overeenkomsten en verschillen bij de invulling van het begrip "norm" in de structuralistische taalwetenschap en in de moderne pragmatiek. De onmiskenbare relatie tussen deze disciplines is gedeeltelijk historisch gegroeid, aangezien de pragmatiek en de structuralistische studie van de norm zich gedeeltelijk op dezelfde tradities in de geschiedenis van het taalonderzoek beroepen. Organisaties: • Vakgroep Duits Onderzoekers: • Klaas Willems TN (Thematisch Netwerk) :Project in het kader van talen (ikv Socrates Programma Erasmus institutioneel contract (20022003) (participatie in ALPME project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit Europese project beoogt met negen partners behalve de VUB (Finland, University of Jyväskylä, Nederland, IVLOS, Utrecht, Duitsland, University of Wuppertal Ierland, Trinity College, Engeland, University of Nottingham, Dept. of Education, Frankrijk, Université Marc Bloch, Italië, Universita Ca' Foscari, Venice en Spanje Barcelona, Pompeu Fabra, een Europees curriculum uit te bouwen om leraren meertalig onderwijs op te leiden. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN Lichaamsbeelden in de hedendaagse Belgische podiumkunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksproject heeft als doelstelling de analyse van de verschillende manieren waarop lichamelijkheid in het recente Belgische theater wordt ingezet. Meer specifiek richt het onderzoek zich op de breuklijn van het visuele theater van de jaren '80 waarin het lichaam als een gesloten formele en visuele gestalte wordt opgevoerd naar meer hedendaagse vormen van lichamelijkheid. Verschillende vormen van hedendaagse lichaamsrepresentaties -het heterogene, zwakke, terminale, verbonden, tussenin, zelfs obsolete lichaam- zullen worden onderzocht m.b.t. het Belgische theater. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van allerhande innovatieve theorieën en geëigende methodologie die een nieuw licht kunnen werpen op concepten als hybriditeit, 'terminale' identiteit, artificialiteit, etc. Zij helpen inzicht te krijgen op de complexe rol en functie van de 'opvoering' (performing) in de hedendaagse cultuur - dat brede veld waarin we voortdurend nieuwe strategieën en articulatiemogelijkheden bedenken voor het actuele lichaam. Aangezien het Belgische theater erg actief en creatief voortdurend nieuwe lichaamsbeelden creëert, kan het helpen inzicht te verwerven in deze erg actuele materie. Organisaties: • Theaterwetenschap • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica Onderzoekers: • Luc Van Den Dries Consumenten, commerciële circuits en stedelijke transformaties in de "ongelukseeuw". De kleinhandel in Antwerpen en Brussel (ca.1648 - ca. 1748). Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek naar de 'consumentgevoelige' detailhandel in verbruiksartikelen tijdens de periode 1648-1748 zou de invloed van wijzigende vraagfactoren (smaak en mode) op de stedelijke neergang van Antwerpen en Brussel nader kunnen bepalen. Als centrale vraagstelling zal onderzocht worden hoe de lokale distributiecircuits van Antwerpen en Brussel op de consumptiewijzigingen in de 'ongelukseeuw' hebben gereageerd en ingewerkt. Op welke wijze wisten allerhande detailhandelaars (gaande van winkeliers tot rondreizende marktkramers) de veranderende 'modetendensen' en wijzigende smaken onder de stedelijke consumenten te sturen? Heeft de verkoop van modegevoelige producten door de opkomende 'magasins à Paris' mee de economische verslechtering van Antwerpen en Brussel in de hand gewerkt? Of hebben juist de diverse commerciële circuits de productiestructuren mee helpen aanpassen aan de wijzigende vraag, zoals tijdens de befaamde 'retail revolution' in Engeland het geval was. Organisaties: • VAKGROEP GESCHIEDENIS • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé TN : Facilitating regional learning processes in a competitive environment : regional socio-economic and cultural development in three accession countries and three member states. (RENCOM) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit thematisch netwerk is er op gericht regionale leerprocessen te stimuleren. Het zoekt onder andere naar een niet-hiërarchische manier waarop regios van elkaar kunnen leren Tevens helpt het kandidaatlanden in het voorbereiden van regionale ontwikkelingsdossiers. Verder draagt het bij aan de Europese discussie over structurele indicatoren. Uiteindelijk moet een interactieve website continuïteit geven aan de in het project ontwikkelde ideeën en het tot stand gekomen regionaal netwerk van sociaal-economische innovatie. Zie website www.vub.ac.be/SOCO/tesa/rencom.htm Organisaties: • Sociaal Onderzoek Onderzoekers: • JACQUES VILROKX Modale hulpwerkwoorden en andere uitdrukkingen van modaliteit in het Nederlands : een corpusgebaseerd onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek heeft twee componenten: (1) Een analyse van de Nederlandse modale hulpwerkwoorden, met als doel hun syntactische en semantische eigenschappen en de correlaties ertussen te bepalen. (2) Een analyse van alternatieve uitdrukkingsvormen voor de dynamische, deontische en epistemische gebruikswijzen van de modale hulpwerkwoorden, met als doel na te gaan wat hun syntactische en functionele kenmerken zijn (in contrast met die van de hulpwerkwoorden). De gebruikte methode is corpusonderzoek. Het theoretische doel is tot een scherper inzicht te komen in de status van de modale hulpwerkwoorden en alternatieve uitdrukkingsvormen in een cognitief en functioneel plausibele grammatica. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Jan Nuyts Naar een electronisch nieuwsarchief in Vlaanderen. Lopende en retrospectieve digitale archivering van radio- en televisienieuwsuitzendingen van Vlaamse omroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks het feit dat nieuwsuitzendingen op radio en televisie duidelijk de belangrijkste bron van informatie zijn geworden binnen de hedendaagse samenleving, stellen we vast dat dit materiaal grotendeels onontgonnen blijft in politicologisch en media-onderzoek. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is het ontbreken van een adequate en vlot toegankelijke archivering en onsluiting van dit materiaal. Via dit project worden de mogelijkheden onderzocht om radio- en televisienieuwsuitzendingen op electronische wijze te archiveren, en via een gerichte catalogisering, te ontsluiten ten behoeve van het sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Media, middenveld en politiek (M2P) Onderzoekers: • Stefaan Walgrave • Marc Hooghe Iconiciteit en de symbolische orde van de natuurlijke taal. Een studie naar de grondslagen van de iconiciteitstheorie op het raakvlak tussen taalwetenschap en metatheorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het iconiciteitsprincipe voorspelt dat de structuur van de taal de structuur van de werkelijkheid weerspiegelt. Dit principe interageert met andere principes. Het project poogt het bereik van het iconiciteitsprincipe te bepalen. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera Textmining uit biologische tekst (BioMinT). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het BioMinT project is de ontwikkeling van generieke text mining software die (1) verschillende types van informatievragen interpreteert, (2) relevante documenten uit de biologische literatuur zoekt, (3) de gezochte informatie uit deze documenten extraheert, en (4) het resultaat presenteert als de vuller van velden in een database of als een gestructureerd rapport. Het consortium bestaat uit biologen (University of Manchester, Zwitsers instituut voor Bio-informatica) en data / text mining groepen (CNTS Universiteit Antwerpen, PharmaDM, Oostenrijks instituut voor AI, Geneve AI Lab). Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans De ontwikkeling van multimediaal cursusmateriaal Frans Vantage 1 en 2 voor B.I.S. Online. Universiteit Antwerpen Abstract: De officiële online cursus Frans - niveau vantage - voor BIS Volwassenenonderwijs omvat 240 lessen die gelijkmatig verdeeld zijn over de vier vaardigheden; zijnde spreken, schrijven, luisteren en lezen. De 15 contexten - door de DVO gedefinieerd in "Opleidingsprofielen Moderne Talen" - zorgen voor de noodzakelijke variatie in de cursus. In elke les wordt deze context gecombineerd met een specifieke eindterm om zo een taaltaak te formuleren voor de cursist. De cursus is volledig gebaseerd op het Internet en voorziet in bijkomend materiaal zoals extra documenten, pdf files, audio-en videomateriaal, on line woordenboeken en grammatica's, links naar interessante sites, enz. Naast de vier taalvaardigheden scherpt de cursist ook volgende vaardigheden aan bij het doorlopen van de cursus: computervaardigheid, zelfredzaamheid, leren werken met informatiebronnen op het internet, informatie leren opzoeken op het net, een kritische houding ontwikkelen tegenover de gevonden informatie en zelfevaluatie van de eigen antwoorden. Organisaties: • Didascalia • Didascalia Onderzoekers: • Wilfried Decoo Intertekstualiteit in het werk van Primo Levi. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project geeft een zo volledig mogelijk overzicht van de intertekstualiteit in de werken van Primo Levi. Daarbij wordt in de eerste plaats dieper ingegaan op de rol die intertekstualiteit speelt in een getuigenis over de holocaust-ervaring : het verschijnen van literaire 'auctores' in het kader van een 'uniek' drama leidt tot historiciseren van de gebeurtenissen. Verder dient de intertekstualiteit in Levi als casus voor de intertekstuele praktijk: bij Levi is er een voortdurende spanning tussen de nieuwe tekst en de originele tekst, die gedeeltelijk wordt geabsorbeerd maar gedeeltelijk ook wordt geweigerd, waardoor het mechanisme van de intertekstualiteit duidelijk wordt. Tenslotte wordt de nadruk gelegd op het verband tussen de verschillende werken van Levi, doorheen de herhaling van de intertekstuele praktijken. Organisaties: • Italiaans • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Walter Geerts De elektronische editie van de correspondentie en tegen-correspondentie van Louis Paul Boon. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project verricht, op een methodologisch onderbouwde manier en met gebruikmaking van de meest geavanceerde editietechnieken, fundamenteel onderzoek naar de structuren en hyperstructuren in de correspondentie en tegen-correspondentie van Louis Paul Boon. Naast belangrijke (auto)biografische en poëticale inzichten betreffende de schrijver Louis Paul Boon en zijn (literaire) correspondenten, biedt deze elektronische editie, inclusief uitvoerige annotaties, bovendien een brede kijk op de naoorlogse Nederlandse letterkunde en, meer algemeen, het culturele bedrijf in zijn historisch-maatschappelijke context. Organisaties: • L.P. Boon Centrum • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Joris Gerits Work in Progess van James Joyce: geannoteerde tijdlijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is een poging om de chronologie van Work in Progress (James Joyces werk aan Finnegans Wake) in kaart te brengen. In zijn brieven (vooral de correspondentie met Harriet Shaw Weaver), vermeldt Joyce vaak wat hij aan het lezen of aan het schrijven is. Deze twee activiteiten ' de absorptie en de productie ' komen ruwweg overeen met twee soorten tekstgenetisch materiaal: de (meer dan vijftig, in Buffalo, NY, bewaarde) notitieboekjes en de manuscripten (waarvan het merendeel in de British Library bewaard wordt). Naast de datering van deze materiële getuigen van het schrijfproces zal de tijdlijn een gedetailleerde verantwoording bieden van elke datering, met als doel een zo volledig en accuraat mogelijke reconstructie van dit complexe schrijfproces dat zeventien jaar in beslag heeft genomen. Organisaties: • James Joyce Centrum • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout Flandern in Not. Een onderzoek naar de beeldvorming rond Vlaanderen in Nazi-Duitsland (1933-1945). Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie beoogt de analyse van de beeldvorming rond Vlaanderen in Nazi-Duitsland. Deze beeldvorming zal onderzocht worden vanuit verschillende invalshoeken in een gevarieerd corpus van Duitstalige boeken en tijdschriften uit de periode 1933-1945: met betrekking tot de inhoud (terugkerende themata, synchrone incon-sistenties en diachrone veranderingen), met betrekking tot de vorm (beeldgebruik, genres, narratologische structuren, pragmatische strategieën, intertekstuele verwijzingen') en met betrekking tot de specificiteit van fictie in de constructie van dit beeld. Aansluitend wordt de wisselwerking van deze beeldvorming met een ruimer historisch en politiek-ideologisch kader onderzocht. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut Joodse Studies Onderzoekers: • Vivian Liska Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Erik Tjong-Kim-Sang • Jan Paredaens • Walter Daelemans Modus en modaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de systemen van zinsmodus en (deontische en epistemische) modaliteit en hun interrelaties. Er worden twee parallelle onderzoekssporen bewandeld: een typologisch spoor, waarin een breedteanalyse van de systemen in 500 talen wordt gemaakt, en een taalspecifiek spoor, waarin een diepteanalyse van de systemen wordt uitgevoerd in het Nederlands, Duits en Engels. Het onderzoek beoogt een bijdrage aan de cognitief-functionele theorievorming over taal. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Jan Nuyts • Tanja Mortelmans Installatiekrediet nieuwe ZAP. De relatie tussen evidentialiteit, aangehaalde rede, polyphonie en geasserteerde waarheid in het Frans. Universiteit Antwerpen Abstract: Installatiekrediet nieuwe ZAP. De relatie tussen evidentialiteit, aangehaalde rede, polyphonie en geasserteerde waarheid in het Frans. Organisaties: • Taalkunde • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Patrick Dendale België, de Verenigde Staten en de Koude Oorlog 1945-1950. Studie van het buitenlands beleid van een kleine staat. Universiteit Antwerpen Abstract: Het proefschrift zal het buitenlands beleid van België van 1945 tot 1950 bestuderen en analyseren. Bedoeling is na te gaan hoe de beleidskeuzes van een kleine staat tot stand komen in de context van een zich vormende (bipolaire) wereldorde. Daartoe zullen de verschillende variabelen die het buitenlands beleid van staten verklaren, geanalyseerd worden. Er zal een beroep worden gedaan op theoretische concepten uit de `Foreign Policy Analysis', en uit de literatuur over kleine staten in de internationale betrekkingen. Het onderzoek zal steunen op extensief onderzoek van archiefbronnen. Organisaties: • Politieke wetenschappen • Internationale politiek • Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM) • Internationale Politiek (IP) Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Maarten Van Alstein Liederenbank van de Zuidelijke Nederlanden: een inventaris van het 17de-eeuwse Nederlandstalige lied in de vorm van een online raadpleegbare gedigitaliseerde databank en CD-rom. Universiteit Antwerpen Abstract: Het lied speelt in de 17de-eeuwse maatschappij een belangrijke rol. Het lied was immers een medium dat in zeer brede lagen van de bevolking werd geproduceerd en gerecycleerd, zowel in een profane als in een religieuze context en voor alle leeftijden. Het project beoogt de ontsluiting van alle Nederlandstalige liederen uit de 17de eeuw, uit de Zuidelijke Nederlanden, in een databank 'De Liederenbank van de Zuidelijke Nederlanden'. Via deze digitale ontsluiting van de inhoud, vorm en melodie van het 17de-eeuwse Zuid-Nederlandse lied kan een tot nog toe ongeïnventariseerd gebied in de Nederlandse letterkunde én de musicologie wetenschappelijk onderzocht worden. Het project heeft een literaire en cultuurhistorische waarde. De liederen zijn belangrijk voor het onderzoek op het gebied van de literatuurgeschiedenis, cultuurgeschiedenis, en volkskunde. Organisaties: • CENTRUM VOOR NEDERLANDSE LITERATUURGESCHIEDENIS • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Hubert Meeus Zijn morfologische representaties in het mentale lexicon modaliteitsspecifiek of amodaal? Een benadering via gemaskerde cross-modale priming. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit projectvoorstel is door te bouwen op de bestaande kennis omtrent cross-modaliteitseffecten in geschreven en gesproken woordherkenning enerzijds en de priming literatuur anderzijds. Er kan een stap voorwaarts gezet worden als we de tekortkomingen van intramodale priming kunnen wegnemen. Inderdaad, in het geval van visuele-visuele priming kunnen we niet de kwestie van integratie over modaliteiten adresseren (cross-modale integratie) omdat de fonologische informatie geactiveerd wordt door de visueel gepresenteerde stumulus en niet aangeboden wordt aan de deelnemer in de vorm van een auditieve stimulus. Het gebruik van een andere techniek zou ons beter in staat stellen om de vraag te beantwoorden i.v.m. de integratie van informatie die origineel met verschillende modaliteiten geassocieerd is (met name: bij stimulusinput). Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Dominiek Sandra De paulinische eigenschappen &apos;sarks&apos; (&apos;vlees&apos;) en &apos;pneuma&apos; (&apos;geest&apos;) in recente West-Europese bijbelvertalingen. Een studie over concordant vertalen, contrastieve lexicografie en vertaalinterpretatie Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar de manier waarop de Griekse termen &apos;sarks&apos; en &apos;pneuma&apos; worden weergegeven in Nederlandse, Engelse, Franse en Duitse vertalingen uit de tweede helft van de twintigste eeuw. De paulinische eigenschappen &apos;sarks&apos; (&apos;vlees&apos;) en &apos;pneuma&apos; (&apos;geest&apos;) in recente West-Europese bijbelvertalingen. Een studie over concordant vertalen, contrastieve lexicografie en vertaalinterpretatie. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks Onderzoekers: • Kristoffel Demoen Archeologische survey en Corona-satellietopnames in het Altaïgebergte (Zuid-Siberië). Een multidisciplinaire bijdrage tot de studie van occupatiepatronen van nomadische volkeren (1000 v. Chr. - heden) Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt het gebruik van CORONA-satellietbeelden in het Altaï-gebergte. Deze dienen als basis voor het opmaken van geomorfologische kaarten, en voor het detecteren van archeologische sites, vooral de Scythische grafheuvels. Deze gegevens worden in twee veldcampagnes aangevuld en geverifieerd. Eindbeoordeling is occupatiepatronen in het gebruik van het landschap door deze nomadische volkeren te vatten (1000 v. C tot heden). Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Rudi Goossens • Alain De Wulf Reevaluatie van de wetenschappen in de tijd van Renaissance en Humanisme Universiteit Gent Abstract: Nog te dikwijls wordt de renaissance beschouwd als een periode waarin de wetenschappen gestagneerd hebben. Opzet van het project is een reëvaluatie op gebied van optica, kosmografie en astronomie. Het onderzoek zal zowel extern (kennisoverdracht en -verspreiding) als intern (de ontwikkelingen binnen de drie disciplines) gevoerd worden en wil de bijdrage van de Lage Landen tot de Europese Renaissance belichten. Organisaties: • Vakgroep Frans Onderzoekers: • Fernand Hallyn Iedere diepzinnige geest heeft een masker nodig: Napoleon, Kaspar Hauser en de familieroman in het werk en de waan van Friedrich Nietzche. Een pscyhohistorische analyse Universiteit Gent Abstract: We willen aantonen dat Nietzchers waan geen accumulatie van afzonderlijke voorstellingen is die ontspringen aan de deviante creativiteit van een ziek filosoof. Integendeel: ze vormt één coherent geheel met motieven en thematische complexen die frequent opduiken in zijn werken en schrijfsels en op een gegeven moment één dreigende constellatie gaan vormen die de directe aanleiding is voor de uitbarsting van de waan. Er is dus geen bruek tussen de "nog-gezonde" en de "zieke" Nietzche. Het onderzoek van deze imaginatieve continuïteit zal ons in staat stellen de verschillende delen van Nietzsches waan in één geheel te integreren en ze te begrijpen als bouwstenen van zijn in hoofdzaak op de receptie van historische fenomenen en personen gebaseerde psychobiografie. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Jan Art • Benjamin Biebuyck Vergelijkende studie van religieuze factoren in stadscontexten in Europa en elders: culturele en sociopolitieke versus religieuze aspecten Universiteit Gent Abstract: Analyse van de taalvormen, de identiteitsvehikels en de adviesstrategiën van religies in de stadscontext van vandaag. Cases uit LatijnsAmerika, Noord-Amerika en Europa. Vergelijkende studies van religieuze factoren van Europa en elders, verschillende culturen en politieken. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen Onderzoekers: • Hendrik Pinxten Taal- en cultuurcontacten in de geschiedenis van het Grieks Universiteit Gent Abstract: (1) Oosterse thema&apos;s in het Oudgriekse epos en de Nieuwgriekse folkloristische literatuur van Klein-Azie, (2) linguistische interferentie van Oosterse talen in de "Oostgriekse" koine met name in Klein-Azie en syro-Palestina, (3) areale convergentie in de klein-aziatische Sprachbund. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks Onderzoekers: • Freddy Decreus Ontsluiting en valorisatie van de dossiers aangaande hinderwetgeving van de Provincie West-Vlaanderen voor de studie van de industrialisering en industriële vervuiling (1863-1970) Universiteit Gent Abstract: Het FWO Max-Wildiersproject dat een samenwerkingsverband inhoudt tussen de Provinciale Archiefdienst West-Vlaanderen, de Ugent en de stadsarchieven van Brugge en Roeselare, heeft een dubbele opzet. Enerzijds beoogt het project de archivalische ontsluiting van de dossiers aangaande de hinderwetgeving anderzijds bevat het een onderzoek naar de waarde en de onderzoeksmogelijkheden van deze dossiers voor de studie van de industrialisering en de industriële vervuiling in West-Vlaanderen tijdens de 19e en 20ste eeuw. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Erik Thoen • Eric Vanhaute Retorische-poeticale studie van wetenschappelijke teksten: de "klassieke" wetenschap van Descartes tot Maxwell Universiteit Gent Abstract: De studie van de plaats en de functie van retorische procédés in wetenschappelijke teksten van de 17de tot de 19de eeuw. Retorischepoeticale studie van wetenschappelijke teksten: de "klassieke" wetenschap van Descartes tot Maxwell. Organisaties: • Vakgroep Frans Onderzoekers: • Fernand Hallyn Engelsen op drift. De Engelse aanwezigheid in de Zuidelijke Nederlanden, 1603-1660 Universiteit Gent Abstract: Centraal in dit interdisciplinair onderzoeksproject staan de Engelsen die tussen 1603 en 1660 uit politieke of religieuze overwegingen hun land ontvluchten en een onderkomen vonden in de Zuidelijke Nederland. Het project beoogt: (a) de Engelse aanwezigheid in Kaart te brengen, (b) de politieke objectieven en acties van de vluchtelingen te analyseren © te peilen naar de culturele aspecten van hun verblijf. Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Jean Pierre Vander Motten • René Vermeir • Hildegarde Symoens Kritiek van de literaire ethiek: metafoor, metonymie en synecdoche in Engelse en Amerikaanse poëzie en proza van de negentiende eeuw Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek naar literaire ethiek wil aantonen dat de ethiek van een tekst in het geheel van zijn retorische constellatie tot stand komt. Het ethische potentieel van metafoor (en zijn afhankelijke figuur, synechdoche) wordt opnieuw geëvalueerd door die conceptuele relaties van metafoor te onderzoeken die identiteit overstijgen (bv. Substitutie, negatie, spanning). Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Gert Buelens • Benjamin Biebuyck Verboden beelden. Een onderzoek naar de betekenis van film als bron voor maatschappelijke controverse aan de hand van archiefmateriaal van de officiële en de katolieke filmkeuring in België (1920-2000) Universiteit Gent Abstract: Historisch onderzoek naar de ontwikkeling en de praktijk van filmkeuring in België. Verboden beelden. Een onderzoek naar de betekenis van film als bron voor maatschappelijke controverse aan de hand van archiefmateriaal van de officiële en de katolieke filmkeuring in België (19202000). Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen Onderzoekers: • Daniël Biltereyst Het urnenveld van Neerharen-Rekem: onderzoek naar demografie, sociaal-economische verhoudingen en ideologie van een prehistorische gemeenschap tijdens de Late Bronstijd/Vroeg ijzertijd in West-Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is om via het onderzoek van urnenvelden iets te leren over de sociaal-economische verhoudingen en demografische evoluties van een prehistorische gemeenschap, en te onderzoeken of dergelijke sites ons inzicht verschaffen in ritueel gedrag en denkbeelden tijdens de Late Bronstijd/Vroege IJzertijd. Het grafveld van Neerharen-Rekem behoort tot de Urnenveldencultuur (1050-450 v. Chr.), waarvan de restanten over heel Centraal en WestEuropa worden aangetroffen. Het werd tijdens de opgravingen, tussen 1955 en 1985, al snel duidelijk dat deze site verschilde van andere sites uit dezelfde periode. Ze telde rond de 230 graven, terwijl het gekende gemiddelde schommelt rond de 25 graven, en naast het aardewerk bleven ook de metalen giften zeer goed bewaard, wat eveneens vrij uitzonderlijk is voor deze regio. Van bijna alle graven werden de crematieresten gerecupereerd, waardoor ze bruikbaar zijn voor antropologische analyses (uitgevoerd door het IAP). De data verkregen uit het typologisch en het ruimtelijk onderzoek van het grafveld zullen dus kunnen worden aan de resulaten van de fysischantropologische analyses. Het onderzoek richt zich eveneens op macro-culturele schaal. Ondermeer op basis van een aantal zeldzame kenmerken van het aardewerk kunnen parallellen en contacten met buitenlandse sites worden onderzocht en de mate waarin de Maas hierbij een rol heeft gespeeld. Zo kan het grafveld volledig worden gekaderd in de toenmalige socio-economische context op locaal en (inter)regionaal vlak, iets wat voor deze regio nog niet eerder is gebeurd. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • Barbara TEMMERMAN • Marc DE BIE Euergetai in Asia Minor (2de helft 3de eeuw v.C. - einde 1ste eeuw n.C): activiteiten sociale achtergronden, gedragspatronen en betekenis voor maatschappelijke evoluties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek beoogt de activiteiten van euergetai of de uitingen van evergetisme (weldoenerschap) binnen een specifieke historische context, in concreto Iasos in Karia, te inventariseren om vervolgens het evergetisme, zoals dit zich in deze welbepaalde stad manifesteerde, nader te omschrijven en te reconstrueren. Hierbij zal de aandacht in het bijzonder uitgaan naar prominent aanwezige patronen en hun evoluties, waarbij aspecten als de concrete invulling van evergetische daden, de erkenning vanuit de gemeenschap, de betrokken personen en hun achtergrond en de aanwezigheid van euergetai in de stad, in overweging genomen zullen worden. Deze resultaten zullen worden ingebed in de zowel stedelijke als regionale historische context en, waar mogelijk, zullen de nodige verbanden gelegd worden. Met oog op het onderscheiden van de kenmerkende aspecten van het evergetisme te Iasos, zal dit evergetisme geplaatst worden tegen de achtergrond van hét evergetisme als historisch fenomeen, zoals dit in de wetenschappelijke literatuur op een overkoepelend niveau wordt aangebracht, om verschillen, overeenkomsten en desgevallend lacunes te duiden. Vervolgens zal getracht worden op basis van en voor de casus Iasos, waar nodig en mogelijk, de maatschappelijke betekenis en impact van het evergetisme tijdens de Hellenistische Periode en de vroege Keizertijd voor de stedelijke samenleving in te schatten, te nuanceren of te bevestigen. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • WERNER GOEGEBEUR • Sabina COLPAERT Islam in de Europese jeugdliteratuur Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling na te gaan op welke manier moslims en de islam worden beschreven in recente Europese jeugdliteratuur. Het tekstcorpus bestaat uit een vijftigtal jeugdboeken die in de jaren tachtig en negentig (1980-2000) in het Nederlands, Engels, Duits of Frans verschenen zijn en moslims en de islam in een Europees land thematiseren. Omdat de studie interdisciplinair is en met een brede waaier van sociologische, psychologische, ethische, poli-tieke en economische problemen uit de menswetenschappen te maken heeft, is het noodzakelijk een multidisciplinaire aanpak te hanteren. De analyse houdt rekening met de leeftijdsgroep waarvoor de boeken bedoeld zijn en met de maatschappelijke situatie van de moslims onder de migranten in verschillende Europese landen. De werkhypothese luidt dat de manier waarop moslims worden beschreven duidelijke verschillen vertoont bij autochtone en bij allochtone auteurs. Centraal staat de vraag op welke manier de jeugdromans van autochtone en allochtone auteurs culturele en wereldbeschouwelijke diversiteit benaderen en welke ethische normen zij vooronderstellen en(of) propageren. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy Grammaticalisatie van modaliteit: de geleidelijke specialisatie van pouvoir, devoir en savoir in het Frans Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de geleidelijke ontwikkeling van het gebruik van 'pouvoir', 'devoir' en 'savoir' als werkwoorden van modaliteit. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD Culturele aspecten van de corporatieve wereld in Antwerpen Brussel en Gent 1585-1795 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject heeft betrekking op drie aspecten van de 'ambachtscultuur' in drie steden van de Zuidelijke Nederlanden: 1° religieuze cultuur, 2° sociabiliteit, 3° materiële cultuur. Tijdens de periode 1585-1795 resulteerde een hernieuwd offensief van de Contrareformatie in een sterke heropleving van corporatieve devotiepraktijken. Tegelijk bekritiseerden clerus en lekenelites in toenemende mate de vermenging van sacrale en profane elementen in de cultuur van ambachtslieden. Ten dele als gevolg hiervan kwamen ook aspecten van de sociabiliteit (banketten, festivals, optochten, etc.) onder vuur te liggen. Tijdens de zeventiende en vooral de (tweede helft van de) achttiende eeuw werd de ambachtswereld daarenboven geconfronteerd met belangrijke sociale veranderingen. Hoe de 'ambachtscultuur' reageerde op de bedreigingen van een snel veranderende samenleving is voorlopig niet geweten. Dit project beoogt daarom het in kaart brengen van processen van zowel culturele reproductie als transformatie in de corporatieve wereld. In methodologisch opzicht wordt gestreefd naar het verzoenen van twee verschillende wetenschappelijke tradities: 1° de hermeneutische benadering van (o.a.) de historische antropologie, en 2° kwantitatieve cultuurgeschiedenis in de traditie van Michel Vovelle. Organisaties: • Geschiedenis Onderzoekers: • Frederik VERLEYSEN • HUGO SOLY Een onderzoek naar de verschuivingen en ontwikkelingen in de beeldvorming en het identitaire discours van de Belgische arbeidersbeweging tegenover immigranten en hun nakomelingen Vrije Universiteit Brussel Abstract: 'Belgen' en 'anderen' in een zoektocht naar solidariteit. De houding van de Belgische vakbonden t.a.v. de migrantenproblematiek in de jaren '90. Dit onderzoek biedt een analyse van de dilemma's die het discours en de houding van de christelijke en socialistische vakbonden ten aanzien van migratie en racisme kenmerken. Vakbonden zijn niet alleen socio-economische en politieke drukkingsgroepen maar ook organisaties met een eigen collectieve identiteit en eigen waarden. Deze worden niet alleen bepaald door hun klassebegrip en politieke en ideologische stellingnames maar evenzeer door hun conceptie van nationale en regionale identiteit. De aanwezigheid van laaggeschoolde migranten vormde een uitdaging voor de veronderstelde eenheid van de arbeidersklasse en de dominante ideeën over identiteit en solidariteit. Aan de hand van een kwalitatieve analyse van het officiële discours van de christelijke en socialistische vakbonden in Vlaanderen enerzijds en diepte-interviews met enkele van zijn officiële vertegenwoordigers anderzijds wordt getracht de basisconcepten die hun houding t.a.v. de migrantenproblematiek en racisme bepalen te identificeren en te begrijpen. (contact: Anja Detant) Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel • Geschiedenis Onderzoekers: • ELS WITTE • ANJA DETANT Onderzoek naar de politieke cultuur en institutionaliseringsprocessen van het progressief-liberalisme in het arrondissement Brussel, 1830-1914 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek wil een politiek-culturele analyse maken van de Brusselse liberale wereld in de lange negentiende eeuw (1830-1914) voor het arrondissement Brussel. Het onderzoek zal naast de institutionaliseringsprocessen van het liberalisme op het politieke niveau ook aandacht schenken aan haar maatschappelijke verankering. De focus hier ligt op de rol van de progressieve vleugel van het liberalisme en het uitdeinen van de liberale identificaties in het 'volk achter de kiezers'. De vraag stelt zich dan als volgt: hoe werden de identiteiten van stadsbewoners, middenklassen, boeren en zgn. buitenkiezers, vrijdenkers en andere religieuze dissenters, handelslieden en ambachtslui vervlochten met het liberaal discours en welke organisaties en actievormen werden hierop geeënt. Organisaties: • Geschiedenis • Geschiedenis Onderzoekers: • Rik ROTTGER • JEFFREY TYSSENS • ELS WITTE Linguïstische complexiteit, accuraatheid en vlotheid in de verwerving en productie van een tweede taal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het tweede-taalverwervingsonderzoek wordt geconfronteerd met twee paradoxen (Ellis 1994:107). De eerste, the paradox of formal instruction, over de problematische relatie tussen impliciete en expliciete kennis in tweede-taalverwerving, vormt reeds het onderwerp van twee door het FWO-Vlaanderen gesubsidieerde onderzoeksprojecten van de Onderzoeksgroep Vreemde-TaalVerwerving en -Onderwijs (VTVO) van de Vrije Universiteit Brussel ("Linguïstische en psycholinguïstische aspecten van taalbeschouwend onderricht en hun rol in het vreemdetaalverwervingsproces", van FWO-aspirante L. Hendrix en "Linguïstische en psycholinguïstische determinanten van de doeltreffendheid van expliciete instructie op het tweede-taalverwervingsproces" promotors M. Pierrard en A. Housen). Met het huidige project wil deze onderszoeksgroep, in samenwerking met Belgische en buitenlandse partners, haar onderzoeksdomein uitbreiden naar de tweede paradox, die in navolging van Ellis (1994) de fluency-accuracy-complexity paradox of second language acquisition genoemd wordt. Deze paradox bestaat erin dat de drie belangrijkste parameters van taalcompetentie, nl. vlotheid, accuraatheid en complexiteit, zich schijnbaar onafhankelijk van elkaar ontwikkelen in het tweede-taalleerproces. Sommige tweede-taal (T2) leerders of groepen T2-leerders ontwikkelen een vlot maar weinig complex en weinig accuraat taalgebruik in hun T2, anderen worden accuraat maar weinig vlot en complex in hun taalgebruik, enz. Het voorgestelde onderzoek wil een theoretisch en empirisch gefundeerde verklaring vinden voor deze paradox door de ontwikkeling van deze drie parameters te bestuderen in de taalproductie van Nederlandstalige leerders van het Frans en het Engels. De empirische bevindingen zullen worden gerelateerd aan drie factoren die de hoofdcomponenten vormen in een geïntegreerd model van T2-verwerving en -verwerking. (a)contextuele factoren: de aard en de hoeveelheid van de T2 input en output van de leerder. Deze factoren veroorzaken variatie in vlotheid, complexiteit en accuraatheid tussen verschillende groepen T2-leerders (inter-groep variatie). (b) individuele factoren : persoonlijkheidskenmerken van de individuele leerder (bijv. graad van extraversie) en zijn socio-psychologische oriëntatie (bijv. sterkte en orientatie van taalleermotivatie). Deze factoren zijn verantwoordelijk voor variatie tussen individuele leerders van eenzelfde groep (inter-individuele variatie). (c) psycholinguïstische factoren: de cognitieve en psycholinguïstische processen en mechanismen in de verwerving en verwerking van T2-kennis. De hypothese is dat deze factoren verantwoordelijk zijn voor de a-synchrone ontwikkeling van vlotheid, complexiteit en accuraatheid in het T2gebruik van de individuele leerder (intra-individuele variatie). De klemtoon in het onderzoek zal vooral liggen op de derde component, de rol van psycholinguïstische factoren in de ontwikkeling van linguïstische T2-compententie. Hierin onderscheiden wij vier subprocessen: verwerving, herstructuring, implementatie en automatisering. 1. Verwerving van nieuwe linguïstische kennis (mentale representaties: symbolen, regels, structuren) door analyse van de T2-input en de integratie van relevante informatie als declaratieve kennis in het lange-termijn geheugen. 2. Implementatie (activering) van taalkennis voor taalgebruik (productie en comprehentie). In navolging van Levelt (1989) en De Bot (1992) wordt aangenomen dat het taalproductieproces drie componenten omvat: een conceptualizer, een formulator en een articulator. Deze componenten werken op basis van procedurale kennis. 3. Automatisering van de aanvankelijk declaratieve kennis in procedurale kennis. Automatisering omvat verschillende fases en subprocessen, zoals compositie (compilatie en proceduralisering) en tuning (generalisatie en discriminatie) (Anderson 1983, 1993). Automatisering maakt verwerkingscapaciteit vrij die wordt aangewend voor de verwerving en implementatie van nieuwe linguïstische kennis (McLaughlin 1987; Van Patten 1987). 4. Herstructuring van bestaande, procedurale kennis als gevolg van de verwerving, implementatie en automatisering van nieuwe declaratieve kennis (McLaughlin 1987, 1990; Karmiloff-Smith 1986). Organisaties: • Germaanse Talen • Romaanse Talen Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN De dynamiek van taalactiviteit - een evolutionaire reconstructie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vanuit een belichaamde filosofie en in overeenstemming met systeemtheoretische benaderingen wordt de vraag naar de historischbiologische ontstaanscontext van de verschillende taalgedragingen gesteld. Het ontstaan van onze taalactiviteit zal in drie fasen gereconstrueerd worden. (1) Aan de hand van studies naar diverse pathologieën en persoonlijkheidsstoornissen (m.b. schizofrenie en afasie), zal de interrelatie tussen emoties, motoriek, denken en taal worden aangetoond. (2) Hierna wordt de taalactiviteit vanuit de antropologie opgedeeld in de verschillende taalgedragingen (emoties, expressies, gebaren en abstract denken). (3) Als laatste fase zal de evolutionaire oorsprong van emoties, expressies , gebaren en abstract denken onderzocht worden, respectievelijk vanuit de ethologie, primatologie, psycholinguïstiek en neurologie, om zo het ontstaan van de taalactiviteit te reconstrueren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM Language use in a multilingual urban environment Vrije Universiteit Brussel Abstract: Taalgebruik in een meertalige stedelijke omgeving. Een vergelijkend perspectief van economische, educatieve en migratieaspecten. Eén van de fundamentele conclusies uit het onderzoek naar het Brusselse taalgebruik is dat het belang van het Nederlands of het Frans niet louter kan worden afgeleid van het aantal inwoners en de politieke machtsverhoudingen tussen de gemeenschappen. De relatie tussen taal en economie is één van de belangrijkste factoren die de evolutie van het taalgebruik sturen. Voor het Engels lijkt dit evident, maar ook voor andere talen is de economische waarde van de taal medebepalend voor haar evolutie in een meertalige omgeving. Dit project wil deze relatie verder uitdiepen en focust hierbij op 3 aspecten: een sociolinguïstische kijk op de impact van globalisering en de economie op de Brusselse meetaligheid, onderwijs in een meertalige omgeving en het inherente doorbreken van taalbarrières op dit vlak en de invloed van arbeidsmigratie en migrantengemeenschappen op het taalgebruik in Brussel. Binnen deze aspecten komen telkens twee elementen aan bod: een analyse van de Brusselse situatie en een vergelijking met andere meertalige steden. (contact: Rudi Janssens) Organisaties: • Geschiedenis • Taal- en Letterkunde • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • Alexis HOUSEN • ELS WITTE SMS4PA : Sound management systems for public adress systems. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het SMS4PA project worden digitale signaalverwerkings-algoritmes onderzocht met als doel het verbeteren van de verstaanbaarheid van gesproken boodschappen in public address (omroep) systemen. Meer specifiek betekent dit dat we onderzoeken hoe we de spraaksignalen zelf kunnen aanpassen zodat deze beter verstaanbaar blijven wanneer ze weergegeven worden in een lawaaierige omgeving. Hiertoe zullen we twee belangrijke groepen technieken toepassen, dynamische compressie en Clear Speech. Met behulp van dynamische compressie [1] zal eerst een snel tijdsvariërende en signaalafhankelijke versterking toegepast worden op het signaal, zodat elk foneem op zich maximaal versterkt wordt (zodat elk foneem op zich zo goed mogelijk hoorbaar is). Daarna zal dit uitgebreid worden met frequentie-afhankelijke versterking, zodat het signaal aangepast kan worden aan de lawaaierige akoestische omgeving. Het Clear Speech aspect van het onderzoek houdt in dat we de spraak op een natuurgetrouwe manier zullen omvormen zodat het lijkt alsof de spreker extra zijn best doet om beter verstaanbaar te zijn. Dit proberen we te bereiken door de spraaksignalen op een niet-uniforme manier te schalen in functie van de tijd (spraak vertragen) [2], en door de formanten van het spraaksignaal aan te passen. [1] Udo Zölzer, Ed., DAFx - Digital Audio Effects, chapter 5, pp. 95105, John Wiley & Sons, 2002. [2] W. Verhelst, D. Van Compernolle and P. Wambacq. 'A Unified View on Synchronized Overlap-Add Methods for Prosodic Modification of Speech.' In Proc. International Conference on Spoken Language Processing, volume II, pages 63-66, Beijing, China, October 2000. Organisaties: • Elektronica en Informatica Onderzoekers: • WERNER VERHELST • Henk BROUCKXON • Samuel CORVELEYN Algoritmische- en implementatieaspecten van wavelet-gebaseerde video codering Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tengevolge van de heterogeniteit van het Internet dat tevens lijdt aan verzadiging, hetgeen onvermijdelijk pakketverlies en delay jitter tot gevolg heeft, en de variëteit aan eindgebruikerterminals, wordt video streaming over het Internet als de uitdaging beschouwd. Niettegenstaande het feit dat grotere toegangsbandbreedtes, snellere backbone connecties en de adoptie op grote schaal van multicast-technologie, een aantal van de flessenhalzen zal verwijderen, zal de diversiteit van het Internet blijven eisen dat videotoepassingen een brede waaier van bandbreedtes ondersteunen. Vele technieken, en in het bijzonder ruisonderdrukkende codeertechnieken en gelaagde codering, zijn veelbelovende stappen om dit doel te bereiken. Dit onderzoeksvoorstel zal zich echter niet richten naar de huidige state-of-the-art in videocodering (bijv. ITU's H.263+ en ISO/IEC's MPEG-4), maar focusseren op technologieën die naar verwachting ingebed zullen zijn in de volgende generatie van videocodecs. Het stelt zich tot doel een wavelet-gebaseerd videocodeerschema te ontwikkelen dat de huidige state-of-the-art in schaalbare videocodeertechnologie verslaat. Daarom zullen meerdere realisatiemogelijkheden onderzocht worden op hun compressie/distorsie-prestaties, de realiseerbaarheid van de typische vereiste functionaliteit (zoals kwaliteit-, resolutie- en temporele schaalbaarheid) en finaal hun implementatiecomplexiteit (alsook complexiteitsschaalbaarheid). Organisaties: • Elektronica en Informatica Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU • IOANNIS ANDREOPOULOS • JOERI BARBARIEN • Tom CLERCKX • Ion GAVRILESCU • PETER SCHELKENS • Fabio VERDICCHIO • JAN CORNELIS Plaats van overlijden en toegankelijkheid van palliatieve zorg vor terminale patiënten in Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op maatschappelijk als op wetenschappelijk vlak blijkt een groeiende erkenning van de noodzaak voor adequate (palliatieve) zorgverlening van terminaal zieke patiënten. Omdat de palliatieve zorg steeds meer zijn plaats verwerft in de zorg aan terminale patiënten, komt de keuze van de patiënt inzake zijn plaats van zorg en plaats van overlijden steeds meer op de voorgrond. Onderzoek heeft daarenboven aangetoond dat meer mensen thuis wensen te overlijden dan dat dit effectief zo is. Doel van dit project is het vergroten van het inzicht in de plaats (en keuze) van overlijden, de plaats (en keuze) van de terminale zorg, de zorgbehoeften en de toegankelijkheid van palliatieve zorg in de laatste fase van het leven van patiënten in Vlaanderen. Meer in het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de wensen, ervaringen en opinies van artsen en patiënten (door proxy interviews met nabestaanden). Het project bestaat uit 2 complementaire deelstudies: (1) Sterfgevallenonderzoek: een statistische analyse van de plaats van overlijden van 'alle sterfgevallen' uit Vlaanderen (2001), en van de relatie tussen de doodsoorzaak, de socio-demografische kenmerken (geslacht, leeftijd,...) en de plaats van overlijden. (2) Retrospectieve interviewstudie: een studie van de prevalentie en belangrijkste kenmerken van (palliatieve) zorg in de laatste drie levensmaanden van 400 patiënten die niet plotseling en geheel onverwacht zijn overleden. Deze sterfgevallen worden geïncludeerd op basis van de patientenpopulaties van een representatieve steekproef van huisartsen in Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS • Lieve VAN DEN BLOCK • WILLEM DISTELMANS Dying well at the place of wish Vrije Universiteit Brussel Abstract: Zowel op maatschappelijk als op wetenschappelijk vlak blijkt een groeiende erkenning van de noodzaak voor adequate (palliatieve) zorgverlening van terminaal zieke patiënten. Omdat de palliatieve zorg steeds meer zijn plaats verwerft in de zorg aan terminale patiënten, komt de keuze van de patiënt inzake zijn plaats van zorg en plaats van overlijden steeds meer op de voorgrond. Onderzoek heeft daarenboven aangetoond dat meer mensen thuis wensen te overlijden dan dat dit effectief zo is. Doel van dit project is het vergroten van het inzicht in de plaats (en keuze) van overlijden, de plaats (en keuze) van de terminale zorg, de zorgbehoeften en de toegankelijkheid van palliatieve zorg in de laatste fase van het leven van patiënten in Vlaanderen. Meer in het bijzonder zijn we geïnteresseerd in de wensen, ervaringen en opinies van artsen en patiënten (door proxy interviews met nabestaanden). Het project bestaat uit 2 complementaire deelstudies: (1) Sterfgevallenonderzoek: een statistische analyse van de plaats van overlijden van 'alle sterfgevallen' uit Vlaanderen (2001), en van de relatie tussen de doodsoorzaak, de socio-demografische kenmerken (geslacht, leeftijd,...) en de plaats van overlijden. (2) Retrospectieve interviewstudie: een studie van de prevalentie en belangrijkste kenmerken van (palliatieve) zorg in de laatste drie levensmaanden van 400 patiënten die niet plotseling en geheel onverwacht zijn overleden. Deze sterfgevallen worden geïncludeerd op basis van de patientenpopulaties van een representatieve steekproef van huisartsen in Vlaanderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Sociaal Onderzoek Onderzoekers: • JEAN BERNHEIM • JOHAN BILSEN • Joachim COHEN • Cindy DE GENDT • LUC DELIENS • Katrien DRIESKENS • Lieve VAN DEN BLOCK • PATRICK DEBOOSERE • REGINALD DESCHEPPER • WILLEM DISTELMANS Predicatieve categorieën en informatiestructuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project viseert een typologische studie van de relaties tussen predicatieve categorieën en informatiestructuur. Predicatieve categorieën verbinden de stand van zaken waarover gesproken wordt met de communicatieve situatie. Het gaat hierbij over illocutionaire kracht, polariteit, modus, tijd, persoen en dergelijke. Informatiestructuur behelst emfase en de opdeling van de zin in thema en rhema, topic en focus. Organisaties: • Linguistiek • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera De positie van Hugo Claus als dubbelkunstenaar tussen de experimentelen (1947-1955). Universiteit Antwerpen Abstract: Onder de titel "De positie van Hugo Claus als dubbelkunstenaar tussen de experimentelen (1947-1955)" wordt onderzocht op welke manier het literaire en beeldende werk van Hugo Claus (1929), alsook zijn persoon zich verhouden tot de ontwikkeling van de experimentele dichten schilderkunst in Vlaanderen en Nederland in de periode 1947-1955. Het onderzoek valt uiteen in twee luiken. In het eerste, poëticale luik worden Claus' literatuur- en kunstopvattingen geconfronteerd met de opvattingen van de dichters en schilders uit de Cobra-beweging, de Beweging van Vijftig en de Tijd en Mens-groep. Dit deel van het onderzoek vangt aan met een analyse van Claus' poëziedebuut Kleine reeks (1947), dat nog balanceert op de grens tussen traditie en vernieuwing. Het loopt dan over Claus' prozadebuut De Metsiers (1951), dat als een soort katalysator fungeerde voor zijn keuze tussen een carrière als dichter of als schilder, naar de ontleding van De Oostakkerse gedichten (1955) en Paal en Perk (1955), een bundel die het resultaat is van de samenwerking tussen Hugo Claus en Corneille. In het tweede, biografische luik wordt nagegaan hoe Claus in contact kwam met de - Nederlandse - experimentele kunstenaars, hoe de samenwerking verliep, '. De centrale figuren in dit deel van het onderzoek zijn onder anderen Karel Appel (1921) en Corneille (1922), met wie Claus in de periode 1947-1955 samenwerkte aan De blijde en onvoorziene week (1950), Cinq lithographies en couleurs (1954) [Appel], Over het werk van Corneille. Gevolgd door een gedicht (1951) en Paal en Perk (1955) [Corneille]. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Georges Wildemeersch • Katrien Jacobs Is de onset-rime structuur van belang in het impliciete en expliciete klankbewustzijn van jonge kinderen? Een crosslinguïstische studie bij Engelstalige en Nederlandstalige kleuters en beginnende lezers. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie onderzoekt of onsets en rimes eenheden zijn in het klankbewustzijn van jonge kinderen. De onset-rime hypothese is algemeen aanvaard maar bijna exclusief gebaseerd op Engelstalig onderzoek. Recente experimenten in het Nederlands vonden geen evidentie voor deze hypothese. Om na te gaan of taalverschillen verantwoordelijk zijn voor deze dissociatie wordt een cross-linguïstische vergelijking gemaakt met Engelstalige en Nederlandstalige kleuters en beginnende lezers. Taken die het impliciete en expliciete klankbewustzijn meten worden gebruikt (b.v. geheugentaak versus segmentatietaak). Organisaties: • CENTRUM VOOR PSYCHOLINGUISTIEK • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Jules Frans Daems • Dominiek Sandra • Heike Martensen De invloed van de Jezuïtische spiritualiteit op het nationalistische en algemeen-politieke gedachtegoed in Vlaanderen in de eerste helft van de twintigste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project ligt in het verlengde van het vierjarig onderzoek naar de eerste bestaansjaren van het Ruusbroecgenootschap (1925). Dit onderzoek bracht een belangrijk probleem aan het licht: een nog niet nader gedefinieerd aspect van de Jezuïtische spiritualiteit blijkt een aanzienlijke impact te hebben gehad op het nationalistische en zelfs algemeen-politieke denken in Vlaanderen in de 1ste helft van de 20ste eeuw. Het project zal aandacht geven aan: °het 'valse mysticisme' binnen de Belgische (Vlaamse) Jezuïetenprovincie °de invloed van de spiritualiteit binnen deze s.j.-provincie op het nationalistische gedachtegoed van de Vlaamse ordeleden °de politieke invloed van de Jezuïtische spiritualiteit op de Vlaamse samenleving. Organisaties: • RUUSBROECGENOOTSCHAP • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap Onderzoekers: • Herman Van Goethem • Guido De Baere Het "Balkanisme" binnen de Oostenrijkse literatuur en cultuur: Bosnië-Herzegovina 1878-1918. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project gaat na in hoeverre er binnen de Oostenrijkse cultuur (18e ' 20e eeuw) een imagovorming en een redenering m.b.t. de Balkan aan de gang was, die men met de koloniale literaturen van dat tijdperk zou kunnen vergelijken; m.a.w. wat er voor imago's voor het zelf en het andere/het vreemde van "de Balkan" gecreëerd werden, in het bijzonder i.v.m. Bosnië-Herzegovina dat door Oostenrijk-Hongarije was bezet en geannexeerd (1878-1918). Organisaties: • INTERFACULTAIRE ONDERZOEKSGROEP VERGELIJKENDE LITERATUURWETENSCHAP • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Roland Duhamel • Kathleen Gyssels Ontwikkeling prototype "Proteus"-episode (Digital Ulysses). Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van een elektronisch prototype van 1 hoofdstuk van James Joyces Ulysses (hoofdstuk 3, `Proteus') met drie leesteksten, mogelijkheid tot collatie, tekstgenetisch onderzoek, facsimiles, topografische en lineaire transcripties (in XML) van alle beschikbare manuscripten, een search engine en multimediale annotaties. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Dirk Van Hulle Studie voor juridische haalbaarheid van de cross border leasing van gemeentelijke uitkeringen in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Juridische beschuding en studie van Vlaamse regeleing mst. Gemeentelijke uitkeringen en mogelijkheid tot CBL-overeenkomsten. Studie voor juridische haalbaarheid van de cross border leasing van gemeentelijke uitkeringen in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep belastingrecht Onderzoekers: • Ludo Veny Joodse identiteit in de DDR(-literatuur). Universiteit Antwerpen Abstract: Joodse identiteit in de DDR(-literatuur). Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut Joodse Studies Onderzoekers: • Vivian Liska De vergeten beurzen van België: een beeld op het beurswezen in de lange 19de eeuw over de grenzen van Antwerpen en Brussel heen. Universiteit Antwerpen Abstract: De vergeten beurzen van België: een beeld op het beurswezen in de lange 19de eeuw over de grenzen van Antwerpen en Brussel heen. Organisaties: • Centrum voor bedrijfsgeschiedenis Onderzoekers: • Ludo Cuyvers • Greta Devos • Hans Willems • Wilhelmina De Smedt Het Middellandse-Zeegebied als een linguïstisch areaal : Synchrone structuren en diachrone processen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling van het project te onderzoeken in hoeverre de talen van rond de Middellandse Zee elkaar beinvloed hebben op het gebied van de grammatica. Het onderzoek viseert vooral fonologie en morfologie. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Andreas D Ammann Wetenschappelijke begeleidingsopdracht : Daniel Ferrer. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten : James Joyce: de genese van "Ulysses" en "Finnegans Wake" Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke begeleidingsopdracht : Daniel Ferrer. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten : James Joyce: de genese van "Ulysses" en "Finnegans Wake" Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout Taalgebruik en sociale identiteit van Antwerpse jongeren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de manier waarop jongeren hun sociale identiteit construeren d.m.v. hun taalgebruik in interacties met andere jongeren en volwassenen. Er wordt gebruik gemaakt van een gemengde methodologie waarbij zowel observationele als gerapporteerde gegevens worden gebruikt. Respondenten zijn jongeren van 14 tot 16 jaar uit het Antwerpse en de volwassenen met wie ze te maken krijgen. Analyses zijn zowel kwalitatief als kwantitatief. Organisaties: • Taal, media en socialisatie Onderzoekers: • Annick De Houwer De notie 'prise en charge / commitment' in de taalkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de karakterisering van de fundamentele notie (non-)prise en charge / (non-)commitment, die gebruikt wordt bij de beschrijving van zeer diverse fenomenen in de enunciatieve taalkunde. Daarbij zullen onderzocht worden : de mechanismen en markers van (non)prise en charge, de soorten en graden van (non-)prise en charge, de draagwijdte en grenzen van het fenomeen, haar 'subjecten', het precieze 'object' en het 'tijdstip' van de prise en charge en de diverse 'lagen' van prise en charge in een polyfone marker. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Patrick Dendale Reductieverschijnselen in de hedendaagse standaardtaal in Vlaanderen en Nederland. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van reductieverschijnselen in spontaan, d.w.z. niet-voorgelezen, Standaardnederlands. Reductie wordt onderzocht in mono-, bi- en trisyllabische woorden, meerbepaald in pronomina, suffixen en leenwoorden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van spraak die reeds verzameld, gedigitaliseerd en getranscribeerd is voor het Corpus Gesproken Nederlands en in het kader van het VNC-project Variatie in de uitspraak van het Standaardnederlands. Het spontane VNC-materiaal bestaat uit gesprekken met leerkrachten Nederlands. Uit het Corpus Gesproken Nederlands worden drie componenten geselecteerd: toespraken, mondelinge presentaties en lessen (van niet-neerlandici). Deze drie types spontane spraak zijn zeker vergelijkbaar: telkens gaat het om niet-uitgezonden taal die door één persoon voor een publiek wordt uitgesproken. Specifieke doelstelling van het project is na te gaan of we evidentie vinden voor de stelling dat de uitspraak van hoogopgeleide sprekers zonder taalkundige training verschilt van de uitspraak van leerkrachten Nederlands, die vaak als prototypische standaardtaalsprekers worden beschouwd. Het hier geschetste onderzoek sluit aan bij de hernieuwde belangstelling voor de standaardtaal in Vlaanderen en Nederland, waarbij variatiepatronen in het Standaardnederlands bestudeerd worden vanuit het perspectief van divergentie en convergentie. De studie ligt ook in het verlengde van internationaal onderzoek naar variatie in de standaardtaal, b.v. in het Duits (o.a. Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) en het Frans (o.a. Frankrijk, Canada, België). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Georges C De Schutter • Hanne Kloots "Gij viel in korrelen uiteen" : fragmentatie en modernisme in het werk van Gerrit Achterberg. Universiteit Antwerpen Abstract: In de Nederlandse literatuurgeschiedenis van de twintigste eeuw wordt de Nederlandse dichter Gerrit Achterberg meestal beschouwd als een geïsoleerd geval, zowel op literair als op literair-sociaal vlak. Dit onderzoek zal proberen aan te tonen dat dit onterecht is. Via een onderzoek van het fragmentatiemotief in Achterbergs poëzie ' een motief dat in de meeste gevallen in verband gebracht kan worden met Achterbergs interpretatie van de moderne fysica en meerbepaald de moderne thermodynamica ' zal geprobeerd worden Achterbergs poëzie te typeren als bij uitstek modernistische poëzie. Vooral in een internationale context zijn er parallellen te vinden tussen de poëzie van Achterberg en die van andere grote modernistische dichters. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Georges Wildemeersch • Pieter Van Dyck Het gebruik van heel grote tekstcorpora om automatisch structuur te vinden in natuurlijke taal. Universiteit Antwerpen Abstract: van teksten en woordenboeken in vele verschillende talen. Deze corpora worden nog niet altijd gebruikt bij het onderzoeken van taalhypothesen en fundamentele vragen in de linguïstiek. Computers worden nu meer en meer gebruikt, en dit onderzoek wil bijdragen aan het ontwikkelen van deze trend. Het uiteindelijke doel is het introduceren van bestaande technieken in de taaltechnologie om specifieke hypotheses over taalstructuur, -functie, -verandering en 'typologie beter te kunnen bestuderen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans • Fien De Meulder Sprookjes opnieuw bekeken. Studie over de intertekstuele dialoog tussen sprookjestheorie en Duitse, Engelse en Nederlandse sprookjesbewerkingen in de periode van 1970 tot 2000. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds de jeugdliteratuur door de literatuurwetenschappers serieus wordt genomen als onderzoeksveld, worden vooral sprookjes uitvoerig bestudeerd. De meeste aandacht ging tot nu toe uit naar de sprookjes die verzameld zijn door de gebroeders Grimm. `Volwassen' literatuurtheorieën zoals de psychoanalyse, het feminisme, structuralisme en poststructuralisme hebben gezorgd voor nieuwe perspectieven op de oude teksten. Tegelijkertijd was en is er een levendige belangstelling voor de sprookjes bij auteurs en illustratoren. Schrijvers verzinnen nieuwe sprookjes en herschrijven de traditionele versies, en die verhalen worden vaak uitgegeven met vernieuwende illustraties. Voor mijn doctoraatsproject onderzoek ik de wisselwerking tussen het theoretisch discours over sprookjes enerzijds en de fictiebewerkingen anderzijds. Hoewel in beide genres vaak dezelfde ideeën uitgedrukt worden, hebben ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Aangezien kinderen meestal geen toegang hebben tot literatuurtheoretische teksten, kunnen de sprookjesbewerkingen gedeeltelijk dezelfde functie vervullen: vaak bieden zij immers een kritische blik op de versies van Grimm. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen Het gebruik van het Engels in Vlaamse media. Een empirisch onderzoek naar de culturele connotaties van het Engels. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek wordt het gebruik van het Engels in Vlaamse media bestudeerd. Aan de hand van drie case studies wordt door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse onderzocht welke culturele waarden het Engels in deze media symboliseert. Bijzonder punt van aandacht daarbij is de rol van subculturen en lifestyles. De bevindingen worden gekoppeld aan theorieën rond culturele globalisering en globalisering van de media. Organisaties: • Taal, media en socialisatie Onderzoekers: • Annick De Houwer • An Kuppens • Philippe Meers De dragers van het tekstgeheugen in Middelfranse kronieken. Ledit en de grammaticalisatie van de Franse demonstrativa. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij het onderzoek naar de dragers van het tekstgeheugen in Middelfranse kronieken (14e-15e eeuw), trekt ledit de aandacht. Deze determinant wordt oorspronkelijk enkel in juridische teksten gebruikt en heeft een duidelijk desambiguïserende functie. Het is opvallend dat ledit in de loop van de 14e eeuw steeds vaker verschijnt in literaire prozateksten; dit kan te maken hebben met de grote omwenteling binnen de categorie van de demonstrativa die een eeuw eerder aanving, maar die pas rond de 15e-16e definitief afgerond wordt. Door de herstructurering van de demonstrativa is het tijdelijk niet mogelijk om het contrast te maken dat oorspronkelijk door cist : cil en later door celui-ci : celui-là werd aangegeven. Er is dus nood aan een desambiguïserende determinant; ledit wordt overgenomen uit de juridische taal als geschikt alternatief. Aanvankelijk heeft ledit enkel deze desambiguïserende waarde, maar naar het einde van de 14e eeuw toe leunt het gebruik ervan steeds meer aan bij het bepaald lidwoord. Daarom kunnen we stellen dat ledit een gelijkaardig grammaticalisatieproces doormaakt als het bepaald lidwoord, dat zijn oorsprong heeft in het Latijnse demonstrativum ille. Eens het paradigma van de demonstrativa hersteld is, vanaf de 16e eeuw, wordt ledit weer verbannen naar de juridische taal. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Walter De Mulder • Theofiel Venckeleer • Jesse Mortelmans De toeschouwer als actor: een vergelijkend onderzoek van de performance-kunst in Vlaanderen in de periode 1963-1982 en de revival in de hedendaagse podiumkunsten. Universiteit Antwerpen Abstract: De performance-kunst - een grensgebied tussen theater, dans en beeldende kunst - is internationaal geboekstaafd. De Vlaamse performances zijn echter tot op heden nog niet in kaart gebracht. Het onderzoeksproject wil een inhaalmanoeuvre zijn wat de studie van performances in Vlaanderen 1963-1982 betreft en probeert via een studie van hedendaagse Vlaamse performances de boot deze keer niet te missen. Doel is de hernieuwde relatie acteur-toeschouwer te doorgronden ' `de toeschouwer als actor' - door een gelijktijdig onderzoek van zowel fysische, psychische als sociale dimensies van lichaamsbeelden, via de fenomenologie, de psycho-analyse en gendertheorieën. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Kathleen Van Langendonck Het 'dolorisme' in de Franse en Frans-Belgische literatuur (1850-1950). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het 'dolorisme' en aanverwante begrippen in de Franse en Frans-Belgische literatuur (1850-1950) Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Christian Berg Innovatie en communicatie in de Middeleeuwen: nieuwe aspecten van de sociaal-economische geschiedenis en de cultuurgeschiedenis van de late Middeleeuwen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek richt zich op de historische dimensie van de drang naar innovatie en de noodzaak van communicatie in het economisch handelen. Met name worden de laat-middeleeuwse praktijken van internationale handel en industriële productie onder de loep genomen om fundamentele processen op de grens van de economie, culturele praktijk en maatschappelijke organisatie te analyseren en te duiden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Peter Stabel Machtsstructuren in de Nieuwe Tijd. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek wil macht en het gebruik van macht vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Het zoekt enerzijds naar de verwoording en de uitbeelding van de macht en probeert op die manier te achterhalen hoe men in de nieuwe tijd over macht en bewind dacht. Daarnaast wil het ook machtscircuits in kaart brengen. Beide benaderingen vullen elkaar aan. Op die manier wil het komen tot een genuanceerder beeld van het ontstaan van de moderne politieke en machtsstructuren. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis Onderzoekers: • Luc Duerloo Uitbouw van een onderwijs- en onderzoekscentrum politieke geschiedenis van de 19de en 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Door de uitbouw van een licentie- (later Master-)-opleiding geschiedenis wordt de politieke geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw een volwaardig vakgebied aan de Universiteit Antwerpen. Binnen dit vakgebied wordt gestreefd naar een wederzijdse bevruchting tussen literatuurgebaseerd onderwijs op bachelorniveau en origineel onderzoek op het niveau van de Master en van het doctoraat. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis Onderzoekers: • Marnix Beyen Uitbouw van onderzoeks- en onderwijscompetentie voor de sociaal-economische geschiedenis van de Nieuwe Tijd op licentieniveau. Universiteit Antwerpen Abstract: De inrichting van de licentiejaren in de opleiding geschiedenis maken investeringen in de bijhorende wetenschappelijke vakbekwaamheid noodzakelijk. De eerstvolgende jaren zullen doorgedreven inspanningen ondernomen worden om de vakgroep en de bijhorende bibliotheek in de relevante deelgebieden (Sociaal-economische geschiedenis NT, etnologie, geschiedenis van ambacht en arbeid etc.) een toonaangevende positie te bezorgen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bert De Munck Die Religion innerhalb der Grenzen der blossen Vernunft (1973) van Immanuel Kant: een wetenschappelijk verantwoorde vertaling. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de aanlevering van een wetenschappelijke vertaling naar het Nederlands van Kants Die Religion innerhalb der Grenzen der blossen Vernunft, geannoteerd en van een wetenschappelijke inleiding voorzien, ter publicatie in het najaar van 2004. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie Onderzoekers: • Geert Van Eekert Heeft een step op de maan wielen? Semantische activatie bij het lezen van interlinguale homografen. Universiteit Antwerpen Abstract: Nederlands-Engelse bilingualen worden in Engelstalige experimenten getest om te onderzoeken in hoeverre zij hun kennis van het Nederlands onderdrukken terwijl zij Engels lezen. De kritische stimuli zijn Nederlands-Engelse homografen (b.v. <step> dat in het Engels 'trede' betekent) die in een semantisch priming paradigma aangeboden worden om te toetsen of hun Nederlandse betekenis automatisch geactiveerd wordt. De homografen worden als losse woorden en in volledige zinnen aangeboden om het effect van zinscontext op lexicale verwerking te bestuderen, met primes die of visueel of auditief aangeboden worden. Controle-experimenten worden met monolinguale Engelse proefpersonen uitgevoerd. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Heike Martensen Georges May revisited: voor een poëtica van het carnavaleske. Parodie en het "dilemme du roman" in het Franse fictieproza omstreeks 1737. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project onderzoekt een mogelijke aanvulling op de breed aanvaarde theorie van het "dilemme du roman" (G. May, 1963). Vanuit een drieledige kritiek op de theorie van May -a) de notie van een "crise du roman" o.w.v. de officiele veroordeling van het genre in 1737 wegens ongeloof- waardigheid en immoraliteit valt moeilijk te rijmen met zijn exponentieel groeiende succes; b) het gebrek aan theoretische geschriften ter verdediging van de roman leidt tot een onevenwicht in de confrontatie tussen romanpraxis en kritiek over de roman; en c) de a priori evacuatie van parodische auteurs als Caylus en Vade steunt op een vooronderstelling, met name dat de roman een emstig antwoord moet bieden op zijn veroordeling -wordt een drievoudige hypothetisch kader geformu- leerd waarbinnen de rol van parodie in de romankwestie omstreeks 1737 wordt onderzocht : 1) het succes van de roman verleent hem een andere, eerder pragmatische legitimiteit bij uitgevers en lezerspubliek waardoor een esthetische legitimiteit minder belangrijk wordt; 2) de evolutie van de roman wordt meer door de romaneske praxis zelf bepaald dan door theoretische precepten; en 3) het in de kritiek ondervertegenwoordigde parodische corpus heeft mogelijk een centrale rol gespeeld in de reactie van de roman op zijn veroordeling omdat het toelaat ongeloofwaardige procédés aan de kaak te stellen (2) en de criteria van de veroordeling te absorberen en te neutraliseren ten voordele van de reeds verworven pragmatische legitimiteit (1). Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Kris Peeters • Luc Rasson In de Nederlanden gepubliceerde reisgidsen (1600-1800). Een onderzoek naar de dialectische relatie tussen de reislitertuur en reispraktijk en de invloed hiervan op de genese en dynamiek van de Europese toeristische ruimte Universiteit Antwerpen Abstract: In de Nederlanden gepubliceerde reisgidsen (1600-1800). Een onderzoek naar de dialectische relatie tussen de reislitertuur en reispraktijk en de invloed hiervan op de genese en dynamiek van de Europese toeristische ruimte Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé • Guido Marnef Onderzoek in het domein van de geschiedenis van de late Middeleeuwen en/of nieuwe tijd met specialisatie in de economische, sociale en/of socio-culturele geschiedenis. Universiteit Antwerpen Abstract: Opdracht op het vlak van de geschiedenis van de late Middeleeuwen en/of nieuwe tijd met specialisatie in de economische, sociale en/of socio-culturele geschiedenis. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé Het moeilijke probleem van het bewustzijn: een epistemologische benadering - een onderzoek naar de conceptuele grenzen aan het interdisciplinair denken over het bewustzijn. Universiteit Antwerpen Abstract: De kern van het hard problem of consciousness (het 'moeilijke probleem van het bewustzijn') (Chalmers) is de vraag hoe de essentieel fysische processen in ons zenuwstelsel aanleiding kunnen geven tot de essentieel niet-fysische, kwalitatieve ervaringen (qualia) die ons fenonenaal bewustzijn constitueren. Zowel filosofen als wetenschappers hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie Onderzoekers: • Joachim Leilich • Lars De Nul Tijd en subjectiviteit: een cognitief en vergelijkend onderzoek naar het conceptuele statuut van aspectuele en tempuscategorieën in de grammatica Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek behandelt de relatie tussen categorieën van tempus (en vormen van grammaticaal aspect) enerzijds, en gradaties van 'subjectivering' in hun semantisch profiel anderzijds. Bovenop hun grammaticale status als grounding predication. Dit type vult initiële instanties van grammaticalisering aan en gaat dus verder dan de transformatie van een lexicale in een grammaticale uitdrukking. Het geeft aanleiding tot de ontwikkeling van niet-referentiële, evaluatieve betekenissen voor items die in prototypische gebruiken nog elementen van temporele verwijzing inhouden. Het onderzoek spitst zich daarom toe op gebruikstypes die zich verwijderen van de beschrijving van objectieve relaties in de tijd, in de richting van subjectieve bekommernissen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Frank Brisard • Dominiek Sandra De mentale representatie van meercijferige getallen en samengestelde woorden Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt aan de hand van de priming-methode de mentale representatie van meercijferige getallen en samengestelde woorden onderzocht. Het werk is gecentreerd rond de vragen of begincijfers of letters beter zichtbaar zijn, of de benoeming van woorden en getallen semantisch gemedieerd is en of het benoemingsproces kan in gang gezet worden op basis van partiele informatie. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie Onderzoekers: • Robert Hartsuiker De vorming van conservatief rechtse netwerken in de jaren &apos;60. Een onderzoek naar de diaspora van de exkolonialen in België na de onafhankelijkheid van Kongo Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek is gericht op het blootleggen van rechtse conservatieve netwerken die achter de schermen van de gouden jaren &apos;60 opereerden, ingebed in de politiek-ideologische context van de Koude Oorlog en met het anti-etatisme als unificerend element. Het gaat om netwerken waar industriëlen, bankiers, militairen, ex-kolonialen, magistraten en bepaalde politici elkaar vonden in een gemeenschappelijk autoritair gedachtegoed. Geplaatst tegenover de naoorlogse overlegeconomie waarin aan de staat een grotere rol werd toebedeeld, dienden deze conservatieve elites ondergronds en via omwegen de politiek in een voor hen gewenste richting zien te manipuleren. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Gita Deneckere de historische ontwikkeling van onderschikkende voegwoorden uit het causaal-conditioneel-concessieve betekenisspectrum in het West-Germaans. Een bijdrage tot de theodistiek in het kader van de functionele taaltypologie Universiteit Gent Abstract: Dit historisch-contrastief onderzoek naar de morfosyntactische en semantische ontwikkeling van onderschikkende voegwoorden uit het causaal-conditioneel-concessieve (overwegend synchroon) functioneel-taaltypologisch onderzoek differentiëren en - indien nodig - nuanceren, en (b) het Theodisk preciezer binnen het West-Germaans situeren en zijn overlappingen met andere onderverdelingen van het West-Germaans nader bepalen. Organisaties: • Vakgroep Duits Onderzoekers: • Luc De Grauwe • Torsten Leuschner Diachroon onderzoek naar pragmatische partikels in het Engels. Fundamenteel onderzoek naar semantische ontwikkeling en processen van grammaticalisering aan de hand van een corpusstudie Universiteit Gent Abstract: Door middel van een historische corpusstudie zal dit project de semantische en pragmatische ontwikkeling van vier pragmatische partikels (now, well, you know en I mean) nauwkeurig bestuderen. Het onderzoek poogt processen van grammaticalisering en subjectivering in kaart te brengen, evenals de waaier van diachrone pragmatische functies (textueel en expressief) die aan de individuele partikels toegeschreven kunnen worden. Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Anne-Marie Vandenbergen Een literaire analyse van Digenes Akrites volgens de Grottaferrata- en de Escorialversie Universiteit Gent Abstract: De literaire studie van deze twaalfde-eeuwse Griekse tekst en zijn belangrijkste versies begint met een formele analyse en een narratologisch onderzoek van de narratieve structuur. Op inhoudelijk vlak wordt uitgegaan van een structurele tegenstelling tussen vader en zoon, geworteld in de semiotiek. Intertextualiteitsonderzoek en het chronotopenconcept leiden tot plaatsing van de tekst in een cultuur en een genre. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks Onderzoekers: • Gunnar De Boel • Kristoffel Demoen De uitnodiging van de grens. Een vergelijkende studie naar de functie van de literatuur bij Barthes, Derrida, Foucault, Kristeva en Lyotard. De uitnodiging van de grens. Een vergelijkende studie naar de functie van de literatuur bij Barthes, Derrida, Fouc Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een vergelijkende studie van de centrale en invloedrijke rol die de literatuur speelt in het denken van Barthes, Derrida, Foucault, Kristeva en Lyotard. Bij dit onderzoek naar hun resp. literatuuropvattingen willen we zowel kijken naar de literair-theoretische tradities van waaruit hun denken evolueerde als naar de actuele theorievorming rond literariteit waarin dit denken duidelijk nog nawerkt. Organisaties: • Vakgroep Biosysteemtechniek Onderzoekers: • Jan Pieters Kennis in Perspectief: epistemologische studie van complexe dynamische systemen met een bijdrage tot de ontwikkeling van een actuele transcendentale wetenschapsfilosofie Universiteit Gent Abstract: Onderzoek vanuit de complexe dynamische systeem-theorie, van de verhouding tussen ontologie - epistemologie, meerbepaald van de context-specifieke aard van kennis: (i) literatuurstudie van de organisationele aspecten van levende systemen, binnen ruimtelijke en temporele condities, parallel aan die van cognitieve processen, (ii) uitwerking van een inherent perspectivistische epistemologie, (iii) analyse van het intentioneel karakter ervan binnen een fenomenologisch en/of transcendentaal wetenschapsfilosofisch kader. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver Jozef Guislain (1797-1860) en de armen van geest. Een biografie als caleidoscoop van het ontstaatn van de psychiatrie in België Universiteit Gent Abstract: Deze biografie van Jozef Guislain schetst leven en werk van de pionier van de Belgische psychiatrie. Aandacht gaat uit naar Guislain en Guislain-instituut, de ontwikkeling van de moderne psychiatrie, de evolutie van de ziekenzorg en de relatie religie-geneeskunde. Hoofdpersonage wordt gepositioneerd in eht internationale veld van de psychiatrische geschiedenis en in de Belgische politieke, sociale en cultuurgeschiedenis. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Gita Deneckere Niet-normatieve tijd- en ruimteconstructies: een reconstructie van Andrej Platonovs talig wereldbeeld in de romans Chevengur, Kotlovan en Schastlivaja Moskva Universiteit Gent Abstract: De twee onderscheidende kenmerken van het werk van A. Platonov (1899-1951) zijn een heel eigen wereldbeeld en een aparte schrijfstijl en taal. Dit laatste houdt vooral in dat Platonov de strenge norm van de standaardtaal niet volgt. Hoewel deze twee onderscheidene kenmerken heel nauw met elkaar verbonden zijn, wordt er zelden een volwaardige link tussen gelegd. Het doel van dit project is dan ook Platonovs wereldbeeld te reconstrueren op basis van zijn taalgebruik, met nadruk op de categorieën tijd en ruimte. Organisaties: • Vakgroep Slavistiek en Oost-Europakunde Onderzoekers: • Thomas Langerak • Oleksiy Yudin Centra en periferieën in Oostenrijk-Hongarije. De dynamiek van de constructie van collectieve identiteiten in BosniëHercegovina 1978-1918 op basis van literaire teksten Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de constructie van een Bosnische culturele identiteit als het resultaat van een dynamisch proces van culturele wisselwerking tussen diverse centra (Wenen, Boedapest, Belgrado, Zagreb) en de Bosnische (Bosnjakse, Servische, Kroatische) gemeenschap(pen), met als hun centrum Sarajevo. Het onderzoek gebeurt op basis van literaire teksten uit de periode van het OostenrijksHongaars bestuur over Bosnië van 1878-1918. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Raymond Detrez De vorming van conservatief rechtse netwerken in de jaren &apos;60. Een onderzoek naar de diaspora van de exkolonialen in België na de onafhankelijkheid van Kongo. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek is gericht op het blootleggen van rechtse conservatieve netwerken die achter de schermen van de gouden jaren &apos;60 opereerden, ingebed in de politiek-ideologische context van de Koude Oorlog en met het anti-etatisme als unificerend element. Het gaat om netwerken waar industriëlen, bankiers, militairen, ex-kolonialen, magistraten en bepaalde politici elkaar vonden in een gemeenschappelijk autoritair gedachtegoed. Geplaatst tegenover de naoorlogse overlegeconomie waarin aan de staat een grotere rol werd toebedeeld, dienden deze conservatieve elites ondergronds en via omwegen de politiek in een voor hen gewenste richting zien te manipuleren. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Luc François • Gita Deneckere Positie-codering bij woorden en meercijferige getallen Universiteit Gent Abstract: Zowel het alfabetisch schrift als het Arabisch getalssysteem bestaat uit een kleine set symbolen (letters of cijfers) die gegroepeerd eenheden van een hogere orde vormen (woorden en getallen) Het voorgestelde project wil de lagere cognitieve en visuele processen bestuderen die werkzaam zijn bij de codering van de onderlinge plaats van de symbolen in woord- en getalherkenning Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie Onderzoekers: • Wim Fias • Tom Verguts De late oudheid in het noordelijk Adriatische gebied: onderzoek naar stedelijke en rurale occupatie en handelsroutes via aardewerkanalyse Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject betreft de studie van het aardewerk aangetroffen in het noordelijk Ardriatisch gebied (Italië) gedurende de laatRomeinse periode en vroege middeleeuwen (3de-9de eeuw na Chr.). De stedelijke en rurale transformatie wordt regionaal bestudeerd in de Potenza vallei in het kader van het Potenza Valley Survey-project. Handelsroutes en regionale distributiepatronen worden bestudeerd in het bredere kader van het noordelijk Adriatisch zeegebied. Petrografische en chemische analyses van het aardewerk dragen bij tot de herkomstanalyse Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Frank Vermeulen De uitnodiging van de grens. Een vergelijkende studie naar de functie van de literatuur bij Barthes, Derrida, Foucault, Kristeva en Lyotard Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een vergelijkende studie van de centrale en invloedrijke rol die de literatuur speelt in het denken van Barthes, Derrida, Foucault, Kresteva en Lyotard. Bij di tonderzoek naar hun resp. literatuuropvattingen willen we zowel kijken naar de literair-theoretische tradities van waaruit hun denken evolueerde als naar de actuele theorievorming rond literariteit waarin dit denken duidelijk nog nawerkt Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur Onderzoekers: • Jurgen Pieters Onderzoek naar de praktische en filosofische relevantie van recente ontwikkelingen binnen de generatieve kunst voor de wetenschap van de complexe fenomenen Universiteit Gent Abstract: Binnen de wetenschap van de complexe fenomenen doen zich ontwikkelingen voor met belangrijke wetenschapsfilosofische implicaties. Het onderzoek zal er in bestaan een bijdrage te leveren tot de discussies die in dit verband worden gevoerd, vanuit het perspectief van generatieve kunst, omdat zij beschikt over relevante technieken om bepaalde complexe fenomenen - die van belang zijn binnen deze discussies - vanuit een ander standpunt te benaderen Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Philip Van Loocke Het Victoriaanse sonnet als spiegel van het genderdebat Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject richt zich op het Victoriaanse sonnet als spiegel van het negentiende-eeuwse genderdebat. Aan de hand van een aantal repressentatieve sonnettencycli wordt gekeken hoe de auteurs, in het licht van de aan de gang zijnde discussies over de rol van mannen en vrouwen in de maatschappij, omgaan met de genologische erfenis van het sonnet Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Maryse Demoor Gender en genre in vijf Victoriaanse liefdessonnettencycli: Sonnets from the Portuguese (1850), Elizabeth Barret Browning Modern Love (1862), George Meredith Monna Innominata (1881), Christina Rossetti Stella Maris (1884), John Addington Symonds Mothe Universiteit Gent Abstract: Genderverhoudingen spelen een cruciale rol in het Petrarkaanse liefdessonnet. Gezien het Victoriaanse genderdebat, waarin opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid ter discussie stonden, is het geen toeval dat deze poëzievorm in de negentiende eeuw een hernieuwde populariteit kende. Dit doctoraat onderzoekt hoe vijf Victoriaanse sonnetschrijvers omgaan met de strikte gendervoorschriften van het sonnet en situeert de uiteenlopende benaderingen in hun socio-culturele context. Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Maryse Demoor Jozef Guislain (1797-1860) en de armen van geest. Een biografie als caleidoscoop van het ontstaan van de psychiatrie in BelgiË Universiteit Gent Abstract: Deze biografie van Jozef Guislain schetst leven en werk van de pionier van de Belgische psychiatrie. Aandacht gaat uit naar Guislain en Guislain-instituut, de ontwikkeling van de moderne psychiatrie, de evolutie van de ziekenzorg en de relatie religie-geneeskunde. Hoofdpersonage wordt gepositioneerd in het internationale veld van de psychiatrische geschiedenis en in de Belgische politieke, sociale en cultuurgeschiedenis. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Gita Deneckere • Jurgen Pieters De late oudheid in het noordelijk Adriatisch gebied: onderzoek naar stedelijke en rurale occupatie en handelsroutes via aardewerkanalyse. Universiteit Gent Abstract: De late oudheid in het noordelijk Adriatisch gebied: onderzoek naar stedelijke en rurale occupatie en handelsroutes via aardewerkanalyse. Organisaties: • Vakgroep Plantaardige productie Onderzoekers: • Frank Vermeulen Système critique d&apos;intégration, de numérisation et d&apos;accès aux statistiques pénales belges (1ière phase) Universiteit Gent Abstract: Hoewel de strafrechtelijke statistieken zeer actueel zijn, is het bijna onmogelijk ervan gebruik te maken. Deze vaststelling heeft een parnterschap bijeengebracht (UCL-CHDJ, Ugent-Vakgroep Nieuwste Geschiedenis, SPS, NIS, AGR/AE, NICC), met als doel een systeem uit te werken dat de integratie en kritische terbeschikkingstelling van de statistieken die de Belgische staat sedert haar ontstaan heeft gepubliceerd mogelijk maakt. Dit systeem moet zodanig zijn opgevat dat toekomstige statistieken er kunnen worden ingevoerd. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis Onderzoekers: • Karel Velle Digitalisatie van het Etnomusicologisch klankarchief van het KMMA Universiteit Gent Abstract: Het vertrekpunt van het DEKKMMA-project is de conservatie van het unieke klankarchief van het Koninklijk Museum voor Midden Afrika te Tervuren. Alle geluidsopnames (50.000) worden verantwoord gedigitaliseerd evenals alle bijhorende contextuele informatie. Zowel op niveau van de leek als de specialist zal het archief toegankelijker worden door internettoegang en de ontwikkeling van databankfaciliteiten. Vernieuwend is ook het aspect van flexibele bevraging van en audio-mining onderzoek op niet-Europese muziek. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking Onderzoekers: • Rita De Caluwe • Marc Leman Naar een passieve welzijnstaat? Een politiek- en moraalfilosofische analyse van de betekenis en de positie van welzijn in hedendaags politiek beleid Universiteit Gent Abstract: Recent onderzoek inzake welzijnsbeleid stoot op drie problemen: geen objectief beleidscriterium, terminologische onduidelijkheid en de onmogelijkheid van kwantitatief welzijnsonderzoek. In dit onderzoeksproject trachten we vanuit een politiek- en moraalfilosofisch kader te komen tot een conceptuele eenduidigheid en geven we de marges aan waarbinnen een overheid verantwoordelijkheid kan en mag opnemen inzake het welzijn van haar burgers. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht Onderzoekers: • Koenraad Raes Een onderzoek naar de bijdrage van de evolutionair cognitieve neurowetenschappen tot het wijsgerig-antropologisch debat over de noties zelf en zelfbewustzijn Universiteit Gent Abstract: Enerzijds wordt nagegaan indien een evolutionaire invalshoek enige verdienste heeft voor cognitief neurowetenschappelijk onderzoek. Anderzijds wordt een evolutionair metatheoretisch kader toegepast op de noties zelf en zelfbewustzijn. Adaptieve hypotheses over zelfbewustzijn worden geformuleerd, geanalyseerd en gekoppeld aan neurowetenschappelijk onderzoek. Een aantal hypotheses worden getest aan de hand van experimenteel (o.a. fMRI) onderzoek naar introspectie, empathie, &apos;mind-reading&apos; en simulatie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Walter Verraes • Johan Braeckman De urbanisatie van het middeleeuwse Brussel Universiteit Gent Abstract: Doel is een interdisciplinair onderzoek te voeren naar de urbanisatie van de middeleeuwse stad Brussel. Enerzijds wordt getract de fundamentale ruimtelijke patronen en transformaties van de stad op te sporen, op basis van een databank met verschillende ruimtelijke elementen uit de stad. Anderzijds zullen deze in verband gebracht worden met de maatschappelijke kenmerken en veranderingen van middeleeuws Brussel. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Marc Boone • Johnny De Meulemeester De Griekse aulos-mythen: een omvattend en geïntegreerd onderzoek naar de rol van de aulos-muziek in het religieuze denken van de oude Grieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het centrale onderzoeksobject van deze studie is het thema muziek in de Grieks antieke mythologie. De hypothese is dat kennis daarvan, ook van belang is voor meer algemene (systematische) muziekkwesties. Aldus is de doelstelling tweeledig : 1) de hoedanigheid doorgronden waaronder muziek zich in de Griekse mythen voordoet, d.i. het mythologisch onderzoeksdeel en 2) diens betekenis duiden in het licht van pertinente musicologische theorieën, d.i. het musicologisch onderzoeksdeel. De einddoelstelling is niet te concluderen tot het feitelijk eertijds geloof- of muziekleven, maar wel tot het in de mythen uitgedrukt sociaal-religieus construct muziek. Vandaar krijgt dit onderzoek de toenaam systematisch (vs. historisch) mee. Organisaties: • Centrum Leo Apostel Onderzoekers: • Diederik AERTS Kritische analyse Sigmund Freuds 'Der Mann Moses'. Hedendaagse reflecties over religie & traditie in naturalistische antropologie. Natuur als overvloed. Niet-reductionistisch alternatief naturalisme: religiekritiek Spinoza, Nietzsche &Freud Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Algemene situering van het postdoctoraal onderzoek De voorbije zeven jaar heb ik de religiekritiek van Freud onderzocht. Als postdoctoraal onderzoeker heb ik me toegelegd op de problematiek van het naturalisme in zijn werk over Mozes (Freud, 1939). Voor Freud kan de religie niet vanuit het bovennatuurlijke worden begrepen en hij stelt twee alternatieven voor: de religiekritiek vanuit de wetenschappelijke rationaliteit (onder meer het positivisme, Freud 1927, 1933) of het beschrijven van de religie als een mogelijkheid voor culturele evolutie (Freuds werk over Mozes, waarin het monotheïsme een Verlichting 'avant la lettre' is. Spinoza en Schiller spelen een grote rol). Tegelijk is Freuds denken over religie naturalistisch. Hij ontkent niet dat de beleving van de religieuze mens 'religieus' is, maar wel dat deze beleving het laatste is dat over religie kan worden gezegd. Hiermee begint de zoektocht naar de oorsprong van de religie en de genealogie van de cultuur. In dit kader heb ik ook de invloed van Darwin en Lamarck op Freud geëvalueerd. Vooral in zijn laatste werk biedt Freud een niet-reductionistische visie op de religie (Freud 1939 zie vorig project). 2. Context van het hedendaagse debat omtrent religie en wetenschappen De negentiende-eeuwse tegenstelling tussen religie en wetenschap is nog deels terug te vinden in het hedendaagse debat, wanneer de wetenschappelijke pogingen om de religie te verklaren lijnrecht tegenover de apologie van de eigenheid van de religie staan. Een voorbeeld van deze laatste strekking is Eliade, voor wie elke poging om de oorsprong van de religie te vatten, gedoemd is om de essentie van de religie, het heilige, te miskennen (Eliade, 1969, 158). Daartegenover toont de opmars van evolutionaire interpretaties van de religie het vertrouwen in methodes en veronderstellingen voor de mens en de cultuur, die oorspronkelijk alleen op de biologie van toepassing waren (P. Boyer 1999, S. Atran 2002, D. Hamer 2005, Pinker 2004, Dennett 2005). 'Naturalisme' lijkt dan hoofdzakelijk één invulling te kennen: het wetenschappelijke darwinisme (als adaptationisme). Dit hedendaagse darwinisme draagt echter een aantal basisvooronderstellingen van haar negentiende-eeuwse erfenis mee. Malthus' populatiewet was voor Darwin een 'natuurlijke wet' voor de mens: strijd, tekort en schaarste bepalen menselijke verhoudingen. Natuurlijke selectie betekent dat veranderingen gedacht worden vanuit utiliteit en voordeel. Evolutie ontwikkelt zich volgens een bepaalde rationaliteit, wat leidt tot een optimalisatie van adaptaties en plezier-pijn reflecties veroorzaken vooruitgang. Daarbij heeft de recente convergentie tussen evolutionaire biologie en cognitieve psychologie de aandacht toegespitst op de cognitieve aspecten van evolutie. Naturalisme impliceert de continuïteit tussen de mens en de rest van de natuur. Door deze continuïteit als een analogie tussen natuurlijke en culturele processen te beschouwen, lijken de aanhangers van dit reductionistische naturalisme echter de mogelijkheid verloren te hebben om nieuwe inzichten bij te brengen, die het oorspronkelijke denkkader over de natuur verlaten. Tegelijk wordt deze interpretatie van naturalisme onterecht voorgesteld als het meest overtuigende immanente alternatief voor een essentialistische en transcendente visie op religie. 3. Opzet en invulling van het onderzoek Dit project wil een filosofische uitweg bieden voor de impasse, door de mogelijkheid te onderzoeken van een religiekritiek die wel degelijk naturalistisch is, zonder reductionistisch te zijn. Vanuit de bovengeschetste problematiek en het reeds gevoerde onderzoek komen drie auteurs in aanmerking: Spinoza, Nietzsche en Freud. De hypothese van het project is dat ze een originele bijdrage hebben geleverd aan de naturalistische religiekritiek en dat hun perspectief een mogelijk alternatief biedt voor de impliciete veronderstellingen van het wetenschappelijke naturalisme. Tevens heeft het onderzoek naar een niet-reductionistisch naturalisme ook methodologische implicaties, in het bijzonder voor de 'genetische drogredenering' in het werk van Freud en Nietzsche. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • Tinneke BEECKMAN Uitvoeren van gedragswetenschappelijk onderzoek 'Vlaanderen interactief in mei' ikv IWT-project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het proefproject Vlaanderen Interactief bestaat uit een consortium van alle belangrijke spelers in het kabel- en televisielandschap (Telenet, VRT, VMMa, VT4 en Interkabel). Het project heeft als hoofddoel de marktintroductie van interactieve digitale televisie in Vlaanderen voor te bereiden. Daarvoor zijn er twee belangrijke subdoelstellingen: 1. Technologisch: enerzijds wil men de gekozen set-top boxen en standaard (Multimedia Home Platform - norm MHP), evenals de ontwikkelde toepassingen voor iDTV uittesten op technisch functioneren. 2. Gedragswetenschappelijk: anderzijds wil men door iDTV bij een gebruikerspanel beschikbaar te maken in de huiskamer, de reacties van het publiek op deze nieuwe technologie nagaan. Zo helpt het testpanel bij de ontwikkeling en verbetering van de technologie, door technische problemen te melden en gebruikerservaringen te communiceren. Bovendien kan door de gebruikerservaringen van het testpanel al een goed idee verkregen worden van welke toepassingen men het interessantst vindt en aan welke voorwaarden bepaalde toepassingen moeten voldoen opdat men ze zou gebruiken. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Jos PIERSON • Wendy Van den Broeck Receptie van James Joyce in Oost-Europa. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling een beeld te schetsen van de verschillen en overeenkomsten in de receptie van het werk van James Joyce in OostEuropa, voornamelijk tot het midden van de jaren tachtig. De drie periodes in deze receptie zullen bestudeerd worden: de historische achtergrnod, de betekenis van de invloed van de Westerse receptie; de vertalingen, de plaats van Joyce in het curriculum, of men Joyce beschouwde als 'een modern klassieker' en de publicatiegeschiedenis van het werk van Joyce en van de Joyce-kritiek. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Geert Lernout • Marta Goldmann Workshop "Space and Time" - 21 november 2003. (deelname is gratis) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Centrum voor logica en wetenschapsfilosofie van de VUB en het Centre de recherches en sciences cognitives van de ULB organiseren op vrijdag 21 november een workshop 'Space and Time: Between Phenomenology and Neuroscience'. Als sprekers werden J. Kevin O'Regan (CNRS, Université René Decartes, Paris) en Dan Lloyd (Trinity College Hartford, CT) uitgenodigd. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen Onderzoekers: • ERIK MYIN • JEAN VAN BENDEGEM Animatiefilm vanuit beweging bekeken en beluisterd Hogeschool Gent Abstract: In hoeverre is het mogelijk om in animatiefilm de klankband evenwaardig te behandelen ten opzichte van het bewegend beeld, wanneer beweging als uitgangspunt wordt genomen Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten Onderzoekers: • Martine Huvenne Kritische tentoonstellingsanalyse: een onderzoek naar het gebruik van retorische middelen bij tentoonstellingsmodellen ontwikkeld na 1945 Hogeschool Gent Abstract: Doelstelling van het onderzoeksproject is de ontwikkeling van een analytisch kader voor het kritisch bestuderen van tentoonstellingen. Hiertoe behoren de ontwikkeling van (1) een methode en aangepaste terminologie voor het beschrijven van een tentoonstelling(ssite), en (2) modellen voor het kritisch analyseren en evalueren van tentoonstellingen. Het onderzoek beperkt zich tot tentoonstellingsmodellen die na 1945 werden ontwikkeld, waarbij de onderzoeker bijzondere aandacht zal besteden aan de retorische middelen die bij een tentoonstelling (kunnen) worden ingezet. Het theoretisch kader waarbinnen wordt gewerkt kan worden omschreven als een combinatie van post-structuralisme en mediatheorie. Enkele hedendaagse tentoonstelling fungeren hierbij als case-study. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk Onderzoekers: • Peter De Smet Over de oorsprong en de evolutie van de 'relatieve markering' - met bijzondere aandacht voor Westafrikaanse talen. Universiteit Antwerpen Abstract: 'Relatieve markering' is de naam voor bepaalde tijdd-en aspectparadigma's die gebruikt worden in zinnen met een focusstructuur (bv. vragene of betrekkelijke bijzinnen) en soms ook in narratieven. Het project viseert een detailstudie van de Chadische talen (vooral Hause) and beoogt een antwoord op de volgende drie vragen: (i) Wat is de omvang van het gebruik van relatieve markering? (ii) Hoe is relatieve marking ontstaan en hoe heeft het systeem zich ontwikkeld? (iii) Waarmee hangt het al of niet voorkomen van relatieve markering samen? Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Mahamane Laoualy Abdoulaye Film als audiovisuele compositie? Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoek wil film onderzoeken als een audiovisuele compositie, waarbij klank niet noodzakelijkerwijze ondergeschikt is aan het beeld of het verhaal. Zintuiglijke indrukken kunnen de cognitieve herkenning overstijgen. In een dergelijke compositie wordt eerder een ervaring dan een betekenis overgedragen. Het gaat dan niet alleen om de verbinding van filmische elementen, maar om wat leeft in die elementen: het energetische bewegingskarakter ervan. Dit sluit aan bij Deleuzes esthetiek van intensiteiten, waarin hij stelt dat een cineast in de eerste plaats denkt in beelden en klanken, met een eigen manier om dit materiaal samen te brengen die niet noodzakelijk verwijst naar het linguïstische model: ‘La référence au modèle linguistique est un détour dont il est souhaitable de se dépasser,’ verzucht hij. Ons onderzoek is vooral gericht op de klankband en neemt ‘innerlijke beweging’ als uitgangspunt. Heel dikwijls wordt ‘innerlijke beweging’ automatisch gekoppeld aan de ‘emoties’. Maar is dat wel zo? In dit onderzoek stellen we de vragen: wat is die innerlijke beweging? Hoe kan je die weergeven? Wordt de innerlijke beweging door de muziek weergegeven of door de auditieve laag in haar geheel? Op welke manier verhoudt het auditieve zich dan tot het visuele? Zijn daar compositorische sleutels voor? In hoeverre speelt de interactie tussen klank en beeld hier een beduidende rol? Hoe kunnen we daar dan over spreken (terminologie)? Kunnen we dus spreken over de film als een audiovisuele compositie? Het is de bedoeling een terminologie en een analytische methode voor te stellen die zowel bruikbaar is in de analyse van de klankband van filmfragmenten als binnen het creatieve proces, en zowel voor de cineast als voor de componist en de sounddesigner. "Sound is 50% of a film, at least; sometimes 100%. It is the thing that can add so much emotion to a film. It's a thing that can add all the mood and create a larger world. It sets the tone and it moves things. It has great pull into a world – The sound... without it you've lost half the film." In dit citaat van David Lynch wordt de hiërarchie tussen de auditieve en visuele elementen omgekeerd. Bij Lynch treedt de klank uit zijn utilitaire keurslijf dat ooit bij het ontstaan van de klankfilm door de Amerikaanse filmproductie is bepaald: om puur economische redenen binnen de entertainmentcultuur werd beslist dat de klank op het einde van het productieproces zou komen, ondergeschikt aan de vertelling en het beeld. Er wordt nog steeds gesproken over film als ‘beeldcultuur’, over de ‘toeschouwer’ en over het ‘kijken’ naar films. Het is echter een feit dat een film ook beluisterd wordt en dat het auditieve aandeel in de film niet onaanzienlijk is. Bij de start van de klankfilm in Europa waren trouwens tal van cineasten, componisten en theoretici zich bewust van de mogelijkheden om klank en beeld op een gedehiërarchiseerde manier synchroon te verbinden. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten Onderzoekers: • Martine Huvenne • Helena De Preester Spymovie. Een onderzoek binnen het audiovisuele veld naar het ‘verborgen’ potentieel van nieuwe media en animatie in zowel narratieve als non-narratieve structuren Hogeschool Gent Abstract: Kunnen de mogelijkheden van het elektronische beeld het medium film transformeren? Via het format van een videodagboek zullen verhaalstructuren afgetast worden door middel van nieuwe technologieën zoals een spycamera, sms, email enerzijds en nieuwe animatietechnieken anderzijds. Onderzocht wordt of het incorporeren van het format en de esthetiek van de nieuwe digitale media, mits in functie gesteld van een artistieke inhoud, ons kan leiden tot een nieuwe audiovisuele beeldtaal. Hierbij is het niet de bedoeling de narratie overboord te gooien, maar wel degelijk ze te verruimen en open te breken, op zoek naar nieuwe verbindingen en vertelwijzen. Als theoretisch kader heeft dit onderzoek de esthetiek van intensiteiten van de Franse poststructuralist Gilles Deleuze zoals die in zijn filmboeken ‘L’Image-mouvement (1983) en L’Image-temps (1985) vorm kreeg. Deleuze maakte zelf de opmerking dat een analyse van ‘Nieuwe Beelden’ zijn project te buiten ging (Raessens, 2001, 73). Vertrekkkende van dit kader wil dit onderzoek dan ook een stap verder zetten en een link leggen naar de taal van de Nieuwe Media. Als theoretisch kader voor de Nieuwe Media zal Lev Manovich bestudeerd worden. Een zoektocht naar een structurele vernieuwing dus, want in een kloktijd geregeerde narratieve wereld, die een in zichzelf besloten wereld blijkt, is er geen ruimte mogelijk voor wezenlijke transformatie noch andere bestaanswijzen. In een politiek licht gezien stelde Félix Guattari dat de nieuwe media kunnen ingezet worden om te komen tot individuele en sociale praktijken voor zelfvaststelling en zelforganisatie van subjectiviteit als een mogelijk verzet tegen de aanwezigheid van passieve representatieve beelden (Raessens, 2001, 72). Digitale technologie kan met andere woorden subversief aangewend worden omdat het een andere manier van produceren en distribueren mogelijk maakt. Omwille van dit feit kunnen ze tevens een poort openen naar het bevrijden van artistieke expressie en inhoud, ‘als een verzet tegen het heden’ zoals Deleuze het stelde met zijn gerichtheid op het mogelijke. De filosofische gedachte achter dit onderzoek ligt ook in het verdedigen van het verschil, het anders zijn, als bestaansmogelijkheid. Naar analogie zal daaruit voortvloeiend een kunstwerk ontstaan dat dezelfde gedachte uitademt, vanuit de overtuiging dat kunst en leven onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Voor het praktische luik van dit onderzoek heb ik omwille van bovenstaande gedachte besloten om tijdens het creëren te putten uit mijn persoonlijke leefwereld. Vertrekkende van de optiek dat inhoud en vorm een eenheid vormen, vond ik het een verantwoorde keuze om voor het format van een audiovisueel dagboek te kiezen, waarin fictie en realiteit zich, lineair soms multi-lineair, zullen vermengen. Een ander belangrijk aspect aan dit dagboek-format is dat deze werkwijze zich gemakkelijk leent om het procesmatige van het creatieproces bloot te leggen. Aansluitend bij het bovenstaand geschetst kader, zal dit audiovisuele dagboek als inhoudelijk thema onvermijdelijk haar focus richten op de vrouwelijke identiteit met haar mogelijke diversiteit en transformatie. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten Onderzoekers: Prijs Onderzoeksraad 2003 voor Letteren en Wijsbegeerte Universiteit Antwerpen Abstract: Toekenning van de prijs OZR UA ondermeer op basis van het doctoraal proefschrift "L'experience poétique dans l'oeuvre d' André du Bouchet: matérialité, matière et immédiatisation du language" Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Christian Berg • Elke de Rijcke Pattern Analysis, Statistical Modelling and Computational Learning (PASCAL). Universiteit Antwerpen Abstract: Pascal is een FP6 netwerk met als doel het oprichten van een gedistribueerd instituut voor onderzoek naar patroonherkenning, statistische modellering en zelflerende systemen, als kerntechnologieën voor multimodale interfaces. Deze interfaces zijn in staat tot natuurlijke interactie met mesnelijke gebruikers. De rol van CNTS in het netwerk is de toepassing van zelflerende systemen bij problemen van natuurljke taal verwerking. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans Netwerken van governance in een mislukte staat. De Democratische Republiek Congo in een regionaal perspectief. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Netwerken van governance in een mislukte staat. De Democratische Republiek Congo in een regionaal perspectief. Opvolgproject van GOA I: 'Reflectie van de Natie-Staat in Centraal Africa'. Organisaties: • Internationaal en Europees recht Onderzoekers: • ERIK FRANCKX Financieel-historische analyse van beursgerelateerde data van de Belgische bedrijven in Kongo in de periode 1891-1960 Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een analyse van de Belgische bedrijven actief in Kongo én genoteerd aan de beurs van Brussel vanaf 1891 tot 1960. de beschikbare UA-beursdatabank laat toe om de koers- en dividendevolutie van de verschillende bedrijven en sectoren van de Kongolese economie te analyseren. Dit zal toelaten om investeringsstrategieën naar opkomende groeimarkten onder koloniale verhoudingen te onderzoeken alsmede kwesties inzake rendabiliteit van deze bedrijven, aanwending van het economisch surplus en sectorale diversificatiestrategieën. Organisaties: • Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer - overige • Politieke economie van de Grote Meren Regio Onderzoekers: • Stefaan Marysse Doxologie van Marcel Swob. Een literair-historisch onderzoek naar uitstraling en receptie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft een onderzoek naar de uitstraling en de receptie van de Franse schrijver Marcel Schwob ( 1867-1905) in het buitenland (meer bepaald in België en Nederland). Consultatie van het 'Fonds Marcel Schwob' van de 'Bibliothèque de l'Institut de France' (Parijs). Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Christian Berg De rol van sociale netwerken en socialiserende omgeving in de communicatieve ontwikkeling van jonge kinderen in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van sociale netwerken en socialiserende omgeving in de communicatieve ontwikkeling van jonge kinderen in Vlaanderen. Organisaties: • Taal, media en socialisatie Onderzoekers: • Annick De Houwer Databank van veertiende-eeuwse niet-lineaire Nederlandse teksten. Opbouw en linguïstisch onderzoek. Universiteit Antwerpen Abstract: Databank van veertiende-eeuwse niet-lineaire Nederlandse teksten. Opbouw en linguïstisch onderzoek. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Georges C De Schutter De Lage Landen en 'Der Sturm'. Een bijdrage tot de beschrijving en analyse van het Nederlands-Vlaamse aandeel in de Europese historische avant-garde. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de universiteiten van Antwerpen en Groningen. In het Antwerpse onderzoek komt de nadruk te liggen op de vraag hoe het literaire en artistieke expressionisme in Vlaanderen vorm kreeg door een reeks contacten en uitwisselingen met vertegenwoordigers van de internationale avant-garde in het algemeen en leden van het 'concern' Der Sturm in het bijzonder. Bijzondere aandacht krijgen de vragen waarom het expressionisme niet al voor de Grote Oorlog wortel schoot in Vlaanderen/België, wat de impact van de Vlaamse Beweging was op de introductie en de ontwikkeling van het expressionisme in Vlaanderen en in hoeverre werkelijk kan worden gesproken van een 'Vlaamse' variant van het expressionisme. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck De rol van de hoeveelheid taalaanbod in de communicatieve ontwikkeling van één- en tweetalige baby's en peuters in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de mogelijke invloed van de mate waarin er met jonge kinderen verbaal gecommuniceerd wordt op de vroege communicatieve ontwikkeling. Er werden observationele en gerapporteerde gegevens verzameld bij 30 eentalige en 30 tweetalige families in Vlaanderen. Deze gegevens worden gecodeerd en geanalyseerd om een rangschikking te kunnen maken in termen van de relatieve omvang van het taalgebruik gericht tot elk kind. Deze rangschikking wordt dan vergeleken met de communicatieve ontwikkeling van de kinderen zoals gemeten d.m.v. de MacArthur Communicative Development Inventory. Organisaties: • Taal, media en socialisatie Onderzoekers: • Annick De Houwer "Woord en beeld: Een literaire verkenning van de visuele kunsten in Puerto Rico sinds 1950" Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft tot doel de relatie tussen woord en beeld te bestuderen in de hedendaagse Puerto Ricaanse literatuur. Schilders, schrijvers en grafische artiesten hebben in Puerto Rico samengewerkt sinds 1950, toen ze op verzoek van officiële instanties educatief materiaal aanmaakten. Deze symbiose heeft zich verder ontwikkeld tot vandaag. Visuele kunsten, poëzie, autobiografie en zelfs urban art weerspiegelen heel verscheidene literaire, linguïstische, ethnische en culturele tradities, waarin ook ideologische aspecten belangrijk zijn. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Rita De Maeseneer Literatuur, Vlaamse Beweging en maatschappij (1914-1950). Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt een systematische beschrijving en analyse van de complexe wisselwerking tussen de samenleving in Vlaanderen van 1914 tot 1950 en de literatuur uit die periode, waarbij literatuur beschouwd wordt als een medium voor het politiek-institutionele denken binnen de Vlaamse Beweging. Vanuit een radicaal-retorische opvatting van de historische realiteit wordt zorgvuldig in kaart gebracht hoe 'Vlaanderen' mede door het publieke optreden van schrijvers tot stand is gekomen in een reeks, specifiek gecodeerde, performances (van politieke manifesten en essays over uitgesproken 'literaire' teksten tot voorleesavonden en redevoeringen, optochten en demonstraties). Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Joris Duytschaever • Kristiaan Humbeeck • Geert Buelens • Alfons Thijs • Herman Van Goethem De invloed van de instructiemethode op de taakkennis en de zelfeffectiviteitsoordelen van onervaren schrijvers : een vergelijking tussen observerend leren en het traditionele leren-door-doen. Universiteit Antwerpen Abstract: De invloed van de instructiemethode op de taakkennis en de zelfeffectiviteitsoordelen van onervaren schrijvers : een vergelijking tussen observerend leren en het traditionele leren-door-doen. Organisaties: • Didactica Onderzoekers: • Jules Frans Daems Het uitgevershuis A. Manteau en het literaire veld in Vlaanderen (1945-1970). Universiteit Antwerpen Abstract: Vervolg op onderzoeksproject 3181 - Het uitgevershuis A. Manteau en het literaire veld in Vlaanderen (1938-1945). Het eerste deel van dit vervolgonderzoek is opgebouwd rond de figuur van Hugo Claus; in het tweede deel staat de generatie Vandeloo/Ruyslinck centraal. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de door Manteau in de markt gezette vertalingen van buitenlandse literatuur (Malaparte,Sagan). Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck Ontwikkeling van online multimediaal cursusmateriaal Frans en Engels. (perceel 7 en 10) Universiteit Antwerpen Abstract: De officiële online cursus Frans en Engels - niveau Breakthrough en Waystage - voor BIS Volwassenenonderwijs omvat 240 lessen die gelijkmatig verdeeld zijn over de vier vaardigheden; zijnde spreken, schrijven, luisteren en lezen. De 12 contexten door de DVO gedefinieerd in "Opleidingsprofielen Moderne Talen" zorgen voor de noodzakelijke variatie in de cursus. In elke les wordt deze context gecombineerd met een specifieke eindterm om zo een taaltaak te formuleren voor de cursist. De cursus is volledig gebaseerd op het internet en voorziet in bijkomend materiaal zoals extra documenten, pdf files, audio-en videomateriaal, online woordenboeken en grammatica's, links naar interessante sites, enz. Van alle gebruikte sites is een backup beschikbaar. Feedback wordt deels voorzien binnen het programma, en deels door een mentor. Naast de vier taalvaardigheden scherpt de cursist ook volgende vaardigheden aan bij het doorlopen van de cursus: computervaardigheid, zelfredzaamheid, leren werken met informatiebronnen op het internet, informatie leren opzoeken op het net, een kritische houding ontwikkelen tegenover de gevonden informatie en zelfevaluatie van de eigen antwoorden. Organisaties: • Didascalia Onderzoekers: • Wilfried Decoo • Jozef Colpaert Cultuurkritiek in Europa, 1750-2000 : ideeën en praktijken. Universiteit Antwerpen Abstract: Cultuurkritiek in Europa, 1750-2000 : ideeën en praktijken. Organisaties: • Overheid en Recht Onderzoekers: • Herman Van Goethem Tragedie, ethiek en 'moreel geluk'. Een cultuur- en moraalfilosofisch onderzoek naar de grenzen van de procedurele ethiek en de rol van narratieve tradities en wereldbeelden in de morele ervaring. Universiteit Antwerpen Abstract: De verdere ontwikkeling van een historisch-systematische studie over de wijze waarop de categorie van `het tragische' in de ethiek tot uitdrukking is gekomen. Hierbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan (a) de antieke moraalfilosofische traditie en (b) de negentiendeeeuwse filosofie (Schopenhauer, Nietzsche, Kierkegaard). Een antwoord op de vraag hoe tragiek en in het bijzonder de fenomenen van `tragische keuzes' en `moreel geluk' in de hedendaagse morele ervaring aan de orde worden gesteld, en dit zowel in de continentale als anglo-saksische wijsgerige traditie. Een onderzoek naar de mogelijkheden en voorwaarden van een hermeneutisch-contextueel concept van ethische reflectie, dat zich rekenschap geeft van deze hernieuwde erkenning van tragiek en tegelijk vruchtbaar kan zijn voor de toegepaste ethiek. Organisaties: • Centrum voor Ethiek Onderzoekers: • Johan Taels • Willem Lemmens Situationele factoren bij de productie van geflecteerde woordvormen: een psycholinguïstische en computationele benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: De productie van geïnflecteerde woordvormen zoals het meervoud of de verleden tijd wordt traditioneel beschouwd als een proces dat vooral steunt op morfologische, fonologische en syntactische karakteristieken van de basisvorm. Hoewel descriptieve grammatica's in deze context ook metalinguïstische informatie vermelden, wordt daar in recente invloedrijke modellen van taalproductie, zoals Steven Pinkers Words and Rules theorie uit 1999, geen aandacht aan besteed. In een recent experiment toonden wij echter aan dat sprekers van het Nederlands metalinguïstische informatie gebruiken als hen gevraagd wordt meervouden te genereren voor pseudowoorden. Deze resultaten ondermijnen niet enkel Minkers assumptie dat het Nederlands twee default meervouden heeft die enkel op basis van fonologische informatie toegekend worden, maar ze werpen ook de fundamentele vraag op of modellen met een regelgebaseerde component überhaupt in staat zijn om metalinguïstische informatie te incorporeren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra • Heike Martensen De islamisering van de moderniteit: Islamisme en/of Islamitisch reveil bij studenten en rond plaatsen van eredienst van Marokkaanse en Turkse herkomst in België. Universiteit Antwerpen Abstract: Het gaat om een verlenging van een eerder goedgekeurd FWO-project (zie P105/P00527) die gelegitimeerd wordt door het verder uitwerken van de bestaande vraagstelling en anderzijds door het invoegen van enkele bijkomende onderzoeksvragen en onderzoekstechnieken (islambeleving op het organisatorisch niveau van moskeën) Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Onderzoekers: • Jean Vranken Project Erfgoed van Eeuwen - realisatie van de tentoonstelling en publicatie ter valorisatie van het boekenbezit van de abdijen die in de provincie Antwerpen gelegen zijn. Universiteit Antwerpen Abstract: Project Erfgoed van Eeuwen - realisatie van de tentoonstelling en publicatie ter valorisatie van het boekenbezit van de abdijen die in de provincie Antwerpen gelegen zijn. Organisaties: • Universitair beheer en administratie Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt De politieke poëzie van Guido Gezelle. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de grondige studie en aanvang van contextuele editie van Guido Gezelles politieke poëzie. Het pakket gedichten vormt een volwaardig onderdeel van Gezelles volledige poëzie, maar werd tot nu toe niet opgenomen in de editie van Gezelle volledig dichtwerk. De reconstructie van het corpus, de contextuele studie en de verantwoorde editie van de politieke poëzie zal relevante en nieuwe inzichten genereren over de aard van Gezelles poëtica. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Piet Couttenier Ruusbroecs Overtocht. De communicatieve contexten van de Middelengelse Ruusbroecvertalingen (handschriften, volkstaligheid, receptiemilieus, spiritualiteit) : een vergelijking van de Engelse en continentale perspectieven. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een grondige literatuur- en cultuurhistorische studie van de Ruusbroecteksten in het Middelengels (Vanden blinkenden steen en excerpten uit Die geestelike brulocht) in hun handschriftelijke context. Het onderzoek zal zich o.a. richten op vertaalstrategieën (talige en culturele) en de receptiemilieus van zowel de Middelengelse teksten als de Middelnederlandse originelen. De vertalingen zullen bestudeerd worden tegen de bredere achtergrond van de spirituele cultuur van het laat-middeleeuwse Engeland. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap Onderzoekers: • Guido De Baere • Thomas Mertens Het boeck Lumen Luminum van Jan van der Donck. Inhoud, bronnen en cultuurhistorische achtergronden van een Nederlands alchemistisch prozatractaat . Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar structuur, inhoud en bronnen van het alchemistische prozatractaat Het boeck Lumen Luminum dat is het licht der lichten van Jan van der Donck (één afschrift van 1597); analyse van de religieuze, ethische en (natuur-)filosofische opvattingen in deze tekst in het perspectief van de bronnen en de verwerking daarvan; nader bepalen van de cultuurhistorische context, herkomst en datering; kritische teksteditie met vertaling, inleiding en commentaar. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap Onderzoekers: • Veerle Fraeters Drukpersproductie en uitgeversstrategieën na de Val van Antwerpen. Casus: Hieronymus I en Hieronymus II Verdussen (1585-1653) Universiteit Antwerpen Abstract: In de 16de en de eerste helft van de 17de eeuw was Antwerpen het knooppunt van de boekproductie en -distributie in de Zuidelijke Nederlanden. De uitgeverij van Plantin en de Moretussen kon zich meten met de voornaamste uitgevershuizen van Europa. Dit project wil onderzoeken wat de positie was van een minder bekende maar even expansieve uitgeverij, de firma Verdussen, en dit in de eerste halve eeuw van haar bestaan: welke segmenten van de markt trachtte ze te bereiken en hoe veroverde ze een plaats in het Antwerpse boekbedrijf? Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Lodewijk Simons Speaking to the Eye : Text, Image and Gender in the Middle Ages and Early Modern Times. Universiteit Antwerpen Abstract: Speaking to the Eye : Text, Image and Gender in the Middle Ages and Early Modern Times. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap Onderzoekers: • Veerle Fraeters Grammaticalisatie in de Toegeving : Historische evolutie van enkele connectoren met toegevende waarde in het Frans. Universiteit Antwerpen Abstract: Grammaticalisatie in de Toegeving : Historische evolutie van enkele connectoren met toegevende waarde in het Frans. Organisaties: • Individueel onderzoek taalkunde Onderzoekers: • Theofiel Venckeleer • Anne Vanderheyden De Vlaamse wetlands. Een archeologische verkenning van de scheldevallei Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt via systematische boringen in enkele vooraf geselecteerde testgebieden in de Boven-, Midden- en Benedenloop van de Schelde afgedekte prehistorische vindplaatsen te lokaliseren en te waarderen, in functie van toekomstig wetenschappelijk onderzoek en bescherming. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Philippe Crombé Conceptontwikkeling en evolutie in de wetenschappen. Een gevalstudie van de symbolische algebra in de 16de en 17de eeuw Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken de stelling dat de 16de-eeuwse traditie van mercantiele rekenkunde een belangrijke invloed had op de conceptverschuiving die geleid heeft tot de symbolische algebra. Nadruk wordt gelegd op de oorsprong en evolutie van basisconcepten (&apos;getal&apos;, &apos;wortel&apos; en &apos;curve&apos;) en mogelijke inconsistencies binnen deze concepten, zoals bij algebraische oplossingen met negatieve, reële en imaginaire getallen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap Onderzoekers: • Fernand Hallyn • Diderik Batens Het leven van Apollonius van Tyana, door Flavius Philostratus. Literaire allusie en compositorische eenheid, literair spel en ideologische ernst Universiteit Gent Abstract: Literaire, retorische en cultuurhistorische analyse en contextualisering van een van de belangrijkste werken uit de Tweede Sofistiek, "het leven van Apollonius van Tyana", door de Griekse auteur Flavius Philostratus (tweede - derde eeuw) Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks Onderzoekers: • Marc Van Uytfanghe • Kristoffel Demoen Mens en landschap. Studie van het prehistorisch landgebruik in drie kernregio&apos;s van Zandig-Vlaanderen tussen ca. 12000 en 2000 v.Chr. Universiteit Gent Abstract: Deze studie wil een analyse maken van de wijze waarop het landschap in Zandig-Vlaanderen vanaf het Finaal-Paleolithicum tot en met het Neolithicum door de prehistorische mens gebruikt en geëxploiteerd is. De studie is gebaseerd op een exhaustieve analyse van oppervlakteverzamelingen (met inbegrip van GIS), aanvullende en controlerende prospecties en boringen ten behoeve van een gedetaileerde reconstructie van het paleo-landschap. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Philippe Crombé Walking the Border/Lost in the Borderlands: de discursieve constructie van diasporische identiteiten in de hedendaagse joods-Amerikaanse literatuur Universiteit Gent Abstract: De studie zal nagaan hoe een welomschreven literair corpus etnische identiteit en het Joods cultureel en religieus erfgoed benadert. Deze anlyse richt zich op de epistemologie van de verscheidenheid en de semiothiek van de grens en zal gesitueerd worden in het theoretisch kader van postkoloniale, etnische en literaire theorie. Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Kristiaan Versluys • Gert Buelens De grondoorzaken van het internationaal terrorisme. Een longitudinaal onderzoek naar de opkomst en het verdwijnen van opeenvolgende golven van grootschalige terroristische activiteiten Universiteit Gent Abstract: Voornaamste onderzoekshypothese is dat heel specifieke grondoorzaken aan de basis liggen van het huidige internationaal terrorisme. Voorlopig onderzoek heeft uigewezen dat de voorbije 150 jaar opeenvolgende fases met duidelijke golven van internationaal terrorisme kunnen worden waargenomen. Ons onderzoek dat longitudinaal en comparatief opgezet is beoogt een systematische vergelijking van deze golven. Met name een geopolitieke en maatschappelijke contextanalyse van het internationaal terrorisme aspireert het blootleggen van gemeenschappelijke grondoorzaken en lange termijn inzichten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet Lexiaal-syntactische representaties in tweetalige zinsproductie Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van dit project is te onderzoeken hoe syntactische informatie beschikbaar gemaakt wordt bij het spreken in een tweede taal. Een fundamentele vraag in het tweetaligheidsonderzoek is de mate waarin tweetaligen een gedeeld/gescheiden opslagsysteem voor elke taal hebben. Gebruik makend van het syntactische priming paradigma, waarbij een proefpersoon en een medewerker van het experiment plaatjes aan elkaar beschrijven, zouden we dit nagaan op syntaxniveau. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie Onderzoekers: • André Vandierendonck Mythografische syncretisme in de Franse literatuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vergeleken met het onderzoek naar de religieuze syncretismen ontwikkeld in het kader van de geschiedenis van de religies, is het onderzoek naar het syncretisme van de mythografische figuren in de literatuur eerder schaars. Er bestaan een aantal een aantal studies op dit gebied, maar veel onderzoek dient nog te worden verricht. Het project beoogt een grondiger exploratie van de mythografische syncretismen in de Franse letterkunde. De vrouwelijke figuren worden hierbij centraal geplaatst. Organisaties: • Romaanse Talen Onderzoekers: • Daniel ACKE Intermedialiteit en wederzijdse beïnvloeding in de poëzie van Ted Hughes en Sylvia Plath. Vrije Universiteit Brussel Abstract: aanvraag toto postdoctoraal opvangmandaat volgend op FWO-aspirantmandaat , ter voorbereiding van een aanvraag op het FWO postdoctoraal mandaat. Het postdoctoraal project zal een verdere uitdieping van het doctoraal project "Intermedialiteit en wederzijdse beïnvloeding in de poëzie van Ted Hughes en Sylvia Plath" zijn. Ted Highes en Sylvia Plath zijn het meest besproken en becommentarieerde literaire koppel van de 20ste eeuw, maar hun smaenwerkingsverband is tot op heden steeds gepolariseerd. Hun poëtische werken werden los van elkaar bestudeerd, waardoor de critici tot eenzijdige analyses (autobiografie, confessionalisme) kwamen. Mijn doctoraal onderzoek brengt het echtpaar weer samen vanuit het perspectief van wederzijdse beïnvloeding en peilt naar gelijkenissen en interferenties in stijl, auteursstrategiën, thematiek, beeldspraak en poëtica. Verder conceptualiseert en analyseert het de wederzijdse beïnvloeding door de klemtoon te leggen op hun intermediaal werk, waarin een duidelijke vermenging tussen artistieke disciplines en media (fotografie, schilderskunst, grafiek) plaatsvindt, en waarin er een unieke spanning tussen woord en beeld bestaat. In het postdoctoraal project wil ik enkele unieke facetten van hun samenwerking dieper belichten: met name de invloed van Plaths unieke schilderijen en fotocollages op haar kunstbeeld en poëtica, de wederzijdse beïnvloeding ("Call & response") in de gedichten van via "reverse-side affection", i.e. het gebruik maken van ieders kladversies waardoor woorden uit het ene gedicht door de pagina heen filteren in het andere gedicht, en Highes' samenwerking met exclusieve drukkerijen voor de gelimiteerde uitgaven van zijn gedichten. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • JOHAN CALLENS David Mamet in Vlaanderen: een opvoeringsgeschiedenis die tegelijkertijd bijna 25 jaar theaterpraktijk in Vlaanderen weerspiegelt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject in samenwerking met Rits omtrent het werk van David Mamet in Vlaanderen. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • RONALD GEERTS De artistieke stijl subjectieve fotografie in de professionele kunstwereld in België na de Tweede Wereldoorlog. Een onderzoek vergelijkend tussen België en het buitenland wat betreft visie, vorm en techniek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De pioniers van de Belgische fotografie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • JOHAN SWINNEN Taalstandaardisering ideologie en media in 19de eeuws Vlaanderen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek totnogtoe heeft onder meer uitgewezen, dat in de 19de eeuw de schrijfvaardigheid van drie vierden van de nietanalfabetische bevolking uitsluitend door persoonlijke (school)opleiding (of het gebrek daaraan) werd bepaald. Welke invloed daarvan uitging naar de middenklasse en het (schaarsere) gebruik van het Nederlands door de sociale elite, wordt nog onderzocht. Alleen de linguïstische output van particularistische activisten (én hun metalinguïstische discours) werd totnogtoe uitvoerig geanalyseerd. Ik zal me in het onderhavige onderzoek vooral op het taalgebruik van de media concentreren. Er zal een representatief kranten- en weekbladencorpus worden opgesteld. Bij de keuze zullen vooral politieke en sociale variabelen centraal staan. Ook de houding van de verschillende kranten t.a.v. de taalkwestie en de taalplanningscontroverse in de 19de eeuw zelf zal als variabele worden gebruikt. Het taalgebruik van de Brugse pers in de 19de eeuw werd nooit eerder geanalyseerd. Uit het contemporaine metalinguïstische discours blijkt nochtans dat daaraan zeer veel belang werd gehecht. Na de analyse van ook dit taaldomein, zal het voor het eerst mogelijk zijn een algemeen overzicht te geven van de belangrijkste aspecten van taalgebruik en taalvariatie in een 19de eeuwse Vlaamse stad en kan men hopen dat daardoor soortgelijke onderzoekingen in andere delen van het land gestimuleerd zullen worden. Op die manier zal op den duur een van de meest betreurenswaardige lacunes in de historiografie van het Nederlands kunnen worden opgevuld. Organisaties: • Germaanse Talen Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE De arbeidsmarkt voor mijnarbeid in Belgisch en Nederlands Limburg (c1900-c1980) : convergentie en divergentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar 'gedrag' van de actoren op de arbeidsmarkt van de Limburgse mijnarbeid in de 20ste eeuw: combinatie van micro- en macrostudies Organisaties: • Geschiedenis • Geschiedenis Onderzoekers: • Joeri JANUARIUS • PETER SCHOLLIERS • Bart DELBROEK Startkrediet voor 2 jaar met oog op herindiening : Social aspects of technologically mediated environments and pervasive computing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het voorgesteld project wordt sociologisch onderzoek over opkomende technologiën interactief gecombineerd met technologisch gericht onderzoek. De doelstelling is dus om nieuwe inzichten op zowel technologisch als sociologisch vlak te realiseren op basis van een samenwerking tussen beide disciplines. Algemeen gesteld wordt technologie zowel beschouwd als een technologisch vehikel als een mediatietool voor sociale relaties. Het systeem dat ontwikkeld dient te worden is een pervasief e-learning systeem, meer specifiek een pervasive city guide (PEGASUS). Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Elektronica en Informatica Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PETER SCHELKENS Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie "Huldeboek T. Venckeleer" Organisaties: • Individueel onderzoek taalkunde Onderzoekers: • Alex Vanneste Organisatie "International Thomas-Bernard-Colloquium" Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie "International Thomas-Bernard-Colloquium" Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Roland Duhamel Les Farces : aspects parodiques, cathartiques et linguistiques. Universiteit Antwerpen Abstract: Les Farces : aspects parodiques, cathartiques et linguistiques. Organisaties: • Individueel onderzoek letterkunde Onderzoekers: • Herman Braet • Vessela Guenova Morfologisch onderzoek naar het benutten van vrijgemaakte gronden in een aantal steden in de Nederlanden (1576-1640): empirisme, innovatie en theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het rationele gebruik van vrijgemaakte gronden in de binnenstad tijdens de Calvinistische periode in de Zuidelijke Nederlanden tijdens het einde van de zestiende eeuw en in de Noordelijke Nederlanden tot het midden van de zeventiende eeuw. Innovaties in planningspraktijken in de steden Antwerpen, Gent, Mechelen, Amsterdam, Haarlem en Leiden, en hun invloed op de theorievorming van de moderne stedenbouw. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé Technische voorschriften en reglementeringen voor ambachtslui in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de 16de-17de en 18de eeuw. Een archivalische en materiaaltechnische confrontatie (Deel 1:De glazeniers) Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling in diverse archieven technische voorschriften van ambachten op te sporen en te verzamelen. Deze voorschriften zullen worden geconfronteerd met wetenschappelijke data resulterend uit proeven op door ambachtslieden vervaardigde producten. Bij wijze van `case study' zal dit toegespitst worden op het glazeniersambacht. Naast de onmiddellijke wetenschappelijke resultaten, zal het eerste eindproduct bestaan uit een bestand van archivalia en beelden dat door studenten en docenten kan worden gebruikt voor verder onderzoek, zowel aan de Universiteit Antwerpen als aan de Hogeschool Antwerpen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bert De Munck Beeld/Spraak: Tekst, beeld en gender in de Middeleeuwen en de moderne tijd Universiteit Gent Abstract: Het project wil de visuele dimensie van het oeuvre van Hildegard van Bingen diachroon en synchroon contextualiseren om meer inzicht te krijgen in: 1. De evolutie van de intertekstualiteit tussen tekst en beeld in de Middeleeuwen en moderne tijd (12e-17e eeuw) 2. de interactie tussen de toenmalige tekstuele beeldspraak en de visuele cultuur 3. de gender dimensie van deze interactie 4. het theoretisch discours over tekst en beeld in relatie tot gender 5. de impact op tekst en beeld van het discours van tijdgenoten over vrouwen, gender, geletterheid en status 6. de verschillende manieren waarop tekst en beeld gebruikt worden als didactische instrumenten 7. de visuele representatie van middeleeuwse geletterde vrouwen in teksten en iconografie door tijdgenoten en in de 19e eeuw. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Thérèse de Hemptinne • Maryse Demoor Professional socialization of conference interpreters - an ethnographic case study Hogeschool Gent Abstract: Zowel bij beroepsorganisaties van conferentietolken (bvb. AIIC) als bij tolkdocenten en examinatoren in tolkopleidingen en accreditatiejurys van internationale instellingen bestaat een grote behoefte aan duidelijke kwaliteitscriteria voor conferentietolken. In de afgelopen 20 jaar is er voornamelijk empirisch onderzoek gedaan naar verwachtingen van gebruikers van tolkdiensten en naar individuele kwaliteitsparameters, de manier waarop tolken zichzelf evalueren in de praktijk is echter nooit onderzocht. Aangezien dit project een eerste verkenning is van nog onontgonnen terrein, is het de bedoeling van het onderzoek om eerst en vooral gegevens te verzamelen en op basis van analyses van dit materiaal een antwoord te zoeken op vragen als: hoe beoordelen tolken hun eigen prestaties, welke criteria hanteren ze daarbij, hoe wegen ze de verschillende criteria tegen elkaar af, welke (groeps-/sociale) normen spelen hierbij een rol? Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Russisch-Tsjechisch • Vakgroep Spaans Onderzoekers: • Veerle Duflou • Hildegard Vermeiren Stand van zaken E-democratie voor Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek werd door SMIT-VUB uitgevoerd in opdracht van viwta/Vlaams Parlement. Deze studie heeft twee centrale doelstellingen : 1) Een beknopt inzicht bieden met betrekking tot de discussie omtrent e-democratie en de inbedding ervan in de ruimere discussie omtrent democratie.2) Inzicht verschaffen in de praktijk van e-democratie met het oog op een genuanceerde visie op de mogelijkheden, beperktheden en knelpunten in de praktijk vanuit Vlaams perspectief. Van hieruit worden de hiaten in onderzoek, institutionele capaciteit en expertise ter zake in Vlaanderen gedefinieerd. Bovendien worden concrete aanbevelingen geformuleerd voor een sterkere e-democratiepraktijk in Vlaanderen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen Onderzoekers: • Bram LIEVENS • Leo VAN AUDENHOVE Political Constructivism and Ontology: John Rawl's Freestanding Political Conception Versus Liberal and Religious Comprehensive Doctrines. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie Onderzoekers: • Antoon Braeckman Organisatie congres : "Poésie, sensation et formes". Universiteit Antwerpen Abstract: Organisatie congres : "Poésie, sensation et formes". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Christian Berg Wetenschappelijke begeleidingsopdracht : Prof.dr. Sandra Reinheimer-Rimeanu. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke begeleidingsopdracht : Prof.dr. Sandra Reinheimer-Rimeanu. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Organisaties: • Centrum voor Roemenië studies Onderzoekers: • Liliane Tasmowski Congres : "8th Annual Congress of the Association for the Scientific Study fo Consciousness" Universiteit Antwerpen Abstract: Congres : "8th Annual Congress of the Association for the Scientific Study fo Consciousness" Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie Onderzoekers: • Peter Reynaert Luchtfotografie in Wallonië - Fonds Ch. Leva - databank en digitalisatie Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen en vervolledigen van de databank "Waalse luchtfotografie" met luchtfoto&apos;s van het "Fonds Ch. Leva". Het vernoemd fonds werd door de Waalse Gemeenschap integraal aangekocht. Digitalisatie van het Fonds Ch. Leva. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Jean Bourgeois Stad en platteland in Oudheid en Middeleeuwen. Archeologische en ethno-archeologische aspecten van de nederzettingsgeschiedenis op het Iberisch Schiereiland en in de Maghreb Universiteit Gent Abstract: Een studie van de nederzettingspatronen op het Iberisch Schiereiland en in de Maghreb met de klemtoon op enerzijds de overgang van de Late Oudheid naar de Middeleeuwen en anderzijds een vergelijking van deze patronen met de actuele toestand in het Hoge Atlasgebied in Marokko en dit vanuit de combinatie van ethno-archeologische vaststellingen en van archeologische bronnen bekomen langs opgravingen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie Onderzoekers: • Johnny De Meulemeester Contribution à l&apos;atelier Tunis Universiteit Gent Abstract: Ondersteuning van een opleiding rond het gebruik van moderne geomatica technieken bij de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed. Organisaties: • Vakgroep Geografie Onderzoekers: • Philippe De Maeyer Studiedag : Zaken voor de Kunst.(6 mei 2004 - Kunstcentrum deSingel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op 6 mei organiseert het steunpunt re-creatief Vlaanderen een studievoormiddag in deSingel te Antwerpen. In de muziek- en de podiumkunstensector is het behalen van een minimum aan eigen inkomsten door gesubsidieerde organisaties sedert enkele jaren een vast gegeven van het subsidiebeleid. De praktijk wijst uit dat vooral de inkomsten uit bedrijfssponsoring voor die organisaties vrij gering zijn. Daarom lanceerde de afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap eind 2000 een oproep om een onderzoeksproject uit te werken dat moest peilen naar mechanismen en processen die spelen binnen de praktijk van bedrijfssponsoring in de sector van muziek- en podiumkunsten. Deze opdracht resulteerde in het onderzoeksrapport 'Zaken voor de kunst - Onderzoek naar de mechanismen en processen binnen de muziek en podiumkunsten in Vlaanderen anno 2003', uitgevoerd door Prof. dr. Katia Segers en Bram Lievens van de Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Communicatiewetenschappen Onderzoekers: • KATIA SEGERS Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Universiteit Antwerpen Abstract: Redaktie van het IPrA tijdschrift "Pragmatics" en organisatie van de tweejaarlijkse International Pragmatics Conferences. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) Onderzoekers: • Jozef Verschueren Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie huldeboek G. Kums & H. Roeffaers Organisaties: • Departement Letteren - overige Onderzoekers: • Elisabeth Bekers Subsidie aan het L.P. Boon-documentatiecentrum. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke editie in vierentwintig delen van het Verzameld werk van Louis Paul Boon. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN) Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck Heideontwikkeling in militaire gebieden : onderzoek naar de archeologische rijkdom en de mogelijkheden tot integratie in beheersplannen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Het project kadert in het LIFE-project (Natura 2000-netwerk). Dit legt voor Vlaanderen de nadruk op natuurontwikkeling en beheer van voornamelijk heidelandschappen in twaalf militaire domeinen. Er wordt a.h.w. op het vlak van natuurwaarden een inhaalbeweging gemaakt die er voor moet zorgen dat deze natuurgebieden tegen 2008 onderhouden worden door de tegen dan opgemaakte beheersplannen. Dit rapport concentreert zich in de eerste plaats op de archeologische en landschapshistorische rijkdom en waarde van deze gebieden. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de mogelijke integratie van de eindbevindingen in gerichte beheersstrategieën voor het erfgoed in de militaire gebieden. De twaalf militaire domeinen die deel uitmaken van het project omvatten allen haast gefossiliseerde landschappen uit het begin van de 19de eeuw. Hoewel deze gebieden gedurende verschillende periodes in het verleden intensief werden gebruikt, vormde de 19de eeuw een belangrijk scharnierpunt. Door hun inrichting als militair domein, hebben deze gebieden weinig verstorende invloed ondergaan van 19de- en 20ste- eeuwse antropogene dynamieken en processen, met uitzondering van de militaire ingrepen. Elders zijn gelijkaardige landschappen totaal getransformeerd of zelfs verdwenen. Omwille van de landschappelijke gaafheid van deze militaire gebieden is echter niet enkel het archeologische maar ook het historisch-landschappelijke en paleo-ecologische erfgoed bewaard, voor zover het niet verstoord werd door plaatselijke activiteiten. Door de ontoegankelijkheid van de domeinen is tot nu toe weinig gekend over het aanwezige patrimonium en is een eerste verkennend onderzoek aangewezen. De studie van het historisch landschappelijk erfgoed, moet daarbij inzicht verschaffen in de historische dynamiek tussen mens en landschap. Vanuit dit inzicht kan een prognose geformuleerd worden over het archeologische potentieel van deze gebieden, waartoe ook de historische relicten van materiële landschapsingrepen en -elementen zelf behoren. Er is getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de twaalf militaire domeinen, zowel archeologisch en historisch als landschappelijk. Er wordt een overzicht gegeven van de aanwezigheid van prehistorische sites binnen het topografische en hydrografische kader, de materiële landschapsrelicten binnen de historische perioden waarmee ze verbonden zijn en de paleo-ecologische relicten. Daarenboven worden twee militaire gebieden nl. Brasschaat en Leopoldsburg, eruit gelicht om als casestudy verder uit te diepen en tot voorbeeld van een geïntegreerde methodologische aanpak te dienen. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie Onderzoekers: • FRANS VERHAEGHE • Dries TYS • Inge VERDURMEN Ontwerp en realisatie van een multimediale presentatie &apos;Boma&apos;, in het kader van de tentoonstelling &apos;Congo: de koloniale tijd&apos; Universiteit Gent Abstract: De multimediale presentatie schetst een beeld van Boma, de hoofdstad van de Kongo Vrijstaat, rond 1900. Zowel architectuur, stedenbouw als sociale geschiedenis komen daarbij aan bod. Ze is opgebouwd rond een ruime selectie historische foto&apos;s uit de bijzonder rijke collectie van het KMMA over deze stad. De presentatie laat de bezoeker toe een aantal thematische verhalen over Boma te ontdekken via een parcours dat hij/zij in hoge mate vrij kan bepalen. De presentatie wordt opgenomen in de tentoonstelling die aan de koloniale geschiedenis van Congo wordt gewijd en wordt mogelijks ook via de website van het KMMA consulteerbaar. Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw Onderzoekers: • Emiel De Kooning • Johan Lagae Stedelijkheid en Semiosis in recentie New York fictie Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek over stedelijkheid en semiosis in recente romans (1977-2001), waarin New York City een belangrijke rol speelt. Het onderzoek houdt het midden tussen een pure thematologische benadering en een excessief tekst-georiënteerd poststructuralistische benadering. Stadsliteratuur zal worden beschouwd 1/ als het dramatiseren van existentiële problemen 2/ als het in kaart brengen van semantiseringsprocessen. Organisaties: • Vakgroep Engels Onderzoekers: • Kristiaan Versluys Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie Onderzoekers: • Diana Phillips Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". Universiteit Antwerpen Abstract: Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Tanja Mortelmans Onderzoek naar de muziek van Nicolaus A. Huber Hogeschool Gent Abstract: Het opzet van het onderzoek is de bestudering en situering van de muziek van de Duitse componist Nicolaus A. Huber (°1939) vanuit verschillende invalshoeken: de klassieke muziekanalyse, de analysetechnieken zoals momenteel ontwikkeld aan de Univeristeit Gent binnen de cognitieve muziek-psychologie, de muzieksociologie, de muziekgeschiedenis, de uitvoeringspraktijk (opname van een CD met deze muziek), de psychologie-politicologie-theaterwetenschappen (voor zover deze relevant zijn ten aanzien van de werkwijze van de componist), de (artistieke) grensvervaging, e.a. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Theorie Onderzoekers: • Filip Rathe Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM) Onderzoekers: • Jan Paredaens Semi-supervised leertechnieken voor Informatie Extractie. Universiteit Antwerpen Abstract: Informatie Extractie (IE) heeft als doel het extraheren van relevante data uit een verzameling meer of minder gestructureerde documenten. Huidige systemen werden steeds ontwikkeld op basis van geannoteerde data die echter duur en moeilijk te verkrijgen zijn. Daarom wil dit project IE systemen ontwikkelen door middel van semi-supervised leertechnieken, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote verzamelingen nietgeannoteerde gegevens, die gemakkelijk te verkrijgen zijn. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Walter Daelemans De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: De bevuiling van de verbeelding. Obscene en morbide theatraliteit in het theater van de late twintigste eeuw. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Thomas Crombez Verontschuldigingen door politieke actoren en herstel van normovertreding : doorlichting van het conceptuele veld rond verontschuldigingen en descriptief ethische analyse van casussen uit de internationale politiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Over heel de wereld zien we op het politieke niveau na normovertreding onderhandelingen over verantwoordelijkheid, schuld en over herstel. Opvallend daarbij is de vraag naar excuses en de bereidheid om excuses uit te drukken. We willen het inzicht verdiepen in excuses op het publieke niveau. Mogelijke functies en beperkingen van dit fenomeen worden aangegeven. Enerzijds vraagt dit een analyse van het ethische conceptuele veld rond excuses. Anderzijds wordt ook de politieke realiteit van het fenomeen in kaart gebracht en verder uitgediept aan de hand van verschillende casussen. Organisaties: • Internationale politiek Onderzoekers: • Yvan Vanden Berghe • Ellen Verguts Verschijningsvormen van het sublieme in het werk van de Amerikaanse auteur Don DeLillo. Universiteit Antwerpen Abstract: Het concept van het Sublieme in de filosofische traditie van Edmund Burke en Immanuel Kant ontwikkelde zich voor het eerst tot een centraal paradigma in de Romantiek, toen sterke emoties uiterst belangrijk werden voor literatoren zelf en in het oordeel van literatuurcritici. Het concept onderging een eigen evolutie, en varianten en aanpassingen op het originele idee werden in een groot deel van de postmoderne literaire praktijk en kritiek opnieuw een dominant gegeven. Dit doctoraat beoogt in dialoog met en door gebruik van bestaande theorieën over het Sublieme tot een definitie te komen van de specifieke verschijningsvormen van het concept in het werk van de postmoderne Amerikaanse auteur Don DeLillo. De centrale doelstelling bestaat erin om op basis van die definitie het Sublieme tot een nieuw verklaringsmodel te verheffen voor essentiële recurrente thema's in DeLillo's oeuvre en zo een voor het DeLillo onderzoek verrijkende analyse te kunnen bieden. Om een helder kader voor deze uiteenzetting te verzekeren, schetsen we eerst een historisch overzicht van het Sublieme en bespreken we de voor de auteur kenmerkende thema's vanuit en in samenhang met verschillende hedendaagse kritische perspectieven op zijn werk. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Luc Herman • Jasmine Vervenne Syntactische aspecten van taalontwikkelingsstoornissen : de verwerving van determineerders. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van het project is het ontwikkelingspatroon te bestuderen van de vroege morfosyntaxis van 3 groepen van kinderen met een taalstoornis (kinderen met SLI, hoortoestel, cochleair implantaat, CI) in vergelijking met een controlegroep van normaalhorende kinderen en na te gaan of de resultaten kunnen gekoppeld worden aan de klinische eigenschappen van deze kinderen. De focus ligt op één specifiek aspect van de nominale syntaxis, nl. de verwerving van lidwoorden. Het onderzoek richt zich op de volgende vragen: (i) op welke manier verschilt de verwerving van het lidwoordsysteem bij SLI-kinderen met die van kinderen met een normale taalontwikkeling? Is er een tijdelijke of permanente achterstand in de projectie van een overeenkomstig syntactisch niveau en indien dit het geval is, wat is de oorzaak voor deze achterstand?; (ii) is er een verschil in syntactische ontwikkeling tussen CI-kinderen en kinderen die klassieke hoortoestellen gebruiken (cfr. Van den Broek 1998 contra Geers 2003 voor spraakperceptie en -productie)?; (iii) is er een gelijklopende ontwikkeling tussen de syntaxis van zeer vroeg geïmplanteerde CIkinderen en een normaalhorende controlegroep of zijn er gelijkenissen met andere taalstoornissen die typische grammaticale gebreken vertonen?; (iv) Wat zijn de factoren die een invloed hebben op de verwerving van de syntaxis van lidwoorden bij CI-kinderen? (v) uit theorie-intern oogpunt: zijn er argumenten om de projectie van een D-positie toe te schrijven aan neurologische rijping? Is deze projectie gevoelig voor input en derhalve beïnvloedbaar door een toename in auditieve perceptie? Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene Argumentstructuur van ZIJN en conflatie in Romaanse en Germaanse talen Universiteit Antwerpen Abstract: Argumentstructuur van ZIJN en conflatie in Romaanse en Germaanse talen Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Gretel De Cuyper Een constructivistische analyse van 'fillers' in Nederlandse kindertaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Wanneer jonge kinderen hun eerste meerwoordzinnen produceren, gebruiken ze vaak `fillers'. Dat zijn vocaliseringen die geen conventionele woorden zijn. Zo is het in voorbeeld (a) niet duidelijk waar de syllabes [m] en ['] voor staan. Meestal hebben fillers de vorm van een syllabische nasaal of een sjwa, zoals in de zinnen (a) en (b). Soms bestaan ze uit meerdere syllabes, zoals in zin (c). (a) [m] pick ['] flowers (b) ['] oiseau ['] vole (c) [lala] open door (Engelstalige jongen van 1 jaar en 6 maanden, uit Peters & Menn, 1993) (Franstalig meisje van 1 jaar, uit Veneziano & Sinclair, 2000) (Engelstalige jongen van 1 jaar en 10 maanden, uit Feldman & Menn, 2003) Fillers komen typisch voor op plaatsen waar in de volwassen taal functiemorfemen (zoals lidwoorden, pronomina) staan. Als dusdanig zijn het voorbeelden van een taalleermechanisme dat pas recent volledig erkend werd: `vorm-gedreven' leren, waarbij het kind eerst een vorm verwerft en pas daarna de betekenis en de functie van die vorm doorgrondt. Intuïtief uitgedrukt: het kind heeft klankmateriaal op bepaalde plaatsen in de input ontdekt, maar noch de vorm noch de functie ervan accuraat geanalyseerd. Toch probeert het die elementen al in de eigen taaluitingen te integreren. Slechts na enige tijd ontdekt het kind de volledige distributie, functie en vorm van wat functiemorfemen blijken te zijn. Dit leermechanisme staat in schril contrast met `functie-gedreven' verwerving zoals die in nativistische theorieën aan bod komt: morfosyntactische verwerving wordt daar gezien als een zich ontrollend stramien van morfosyntactische functies die lexicaal opgevuld worden. Tot nu toe is er in het Nederlands nauwelijks onderzoek gebeurd naar fillers (met uitzondering van Wijnen et al., 1994). Het doel van dit onderzoeksproject is om de rol van fillers te onderzoeken in de verwerving van het Nederlands, en om het mechanisme van het `vorm-gedreven' leren te analyseren vanuit een constructivistische benadering van taalverwerving. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Helena Taelman • Etienne Gillis Sentimentalisme en Modernisme in de Vroege Amerikaanse Narratieve Cinema : De films van Frances Marion. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel een meer complexe invulling van de relatie tussen film en moderniteit te formuleren. Het verband tussen film en moderniteit ' in de `modernity thesis' van David Bordwell omschreven als film als moderniteit, een deel van moderniteit en een gevolg van moderniteit ' kan herzien worden en aangevuld met alternatieve en soms tegenstrijdige invloeden. De esthetische respons op de moderniteitgedachte vervat in het modernisme, presenteerde zichzelf als een belichaming van het `nieuwe' en als een radicale breuk met het verleden, waardoor het zichzelf expliciet positioneerde tegen het sentimentalisme, de dominante culturele expressie uit de vorige eeuw. Het sentimentalisme, geassocieerd met een vrouwelijk publiek en vrouwelijke auteurs, werd door het modernisme gelijkgeschakeld met Victoriaanse waarden en normen en als dusdanig verworpen. Met het bewuste oxymoron `sentimental modernism' heeft Suzanne Clark echter aangetoond dat er binnen de modernistische literatuur geproduceerd door vrouwen nog sporen terug te vinden zijn van deze domestieke traditie, dat zij een bredere, inclusieve meer complexe invulling geven aan de problematische term `modernisme'. Deze alternatieve notie van modernisme geldt ook voor vroege stille klassieke film. In de beginjaren van Hollywood werd vijftig procent van de geproduceerde films geschreven door vrouwen. Deze succesvolle scenaristen putten inspiratie uit de novelles, kortverhalen en toneelstukken uit de vorige eeuw die waren geschreven binnen een sentimentele traditie en die populair, melodramatisch (sensationeel en affectief) waren en zich richtten op een breed vrouwelijk publiek. Naast moderne eigenschappen zoals de productietechniek, een fascinatie met moderne technologieën, montagetechnieken en moderne fenomenen (`flappers', de Nieuwe Vrouw, suffragettes, urbanisatie, kapitalisme, WW1), vertoonde vroege film ook sentimentele aspecten. Het werk van scenariste Frances Marion, de meest succesvolle schrijfster in Hollywood gedurende de stille periode, is exemplarisch voor deze vaststelling. Haar werk binnen Hollywood (van circa 1916 tot 1929) toont aan dat het moderne medium film kan gezien worden als een gedeeltelijke voorzetting van een sentimentele esthetiek, zonder daarbij in te boeten als een moderne en modernistische expressie. Organisaties: • Instituut Joodse Studies Onderzoekers: • Vivian Liska • Anke Brouwers Consumenten en commerciële circuits. Veranderende consumtiepreferenties en kleinhandelsevoluties tijdens de 'ongelukseeuw' (ca. 1648-ca. 1748). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project richt zich op de Antwerpse kleinhandel in én de consumptie van duurzame (luxe-) goederen in de Nieuwe Tijd. Het onderzoekt de zogenaamde `retail and consumer (r)evolutions' tegelijk, en beschouwt deze ontwikkelingen als verschillende keerzijden van een zelfde transitie die Antwerpen tussen ca. 1650 en ca. 1750 doormaakte. De voornaamste doelstelling van dit project is aan te tonen dat we vroeg-moderne kleinhandelsevoluties (zowel vanuit een kwantitatief als vanuit een kwalitatief standpunt) enkel kunnen begrijpen door tegelijk ook veranderingen in de vraagzijde in rekening te brengen. Om dit aan te tonen zullen drie consumptieveranderingen worden geanalyseerd en geproblematiseerd om hun impact op de Antwerpse kleinhandelswereld duidelijk te schetsen: (1) Het toegenomen belang van de mode (2) De toegenomen diversiteit aan goederen (3) De afgenomen duurzaamheid van goederen Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé • Ilja Van Damme Het verband tussen impliciete segmentatiepatronen en de ontwikkeling van expliciete segmentatie, lees- en spelvaardigheden. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze longitudinale studie bestudeert hoe jonge niet-lezers spraak segmenteren op een onbewust (impliciet) en intentioneel (expliciet) niveau en onderzoekt of individuele verschillen in het impliciete segmentatieproces weerspiegeld worden in de latere ontwikkeling van expliciete segmentatie, lezen en spellen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS) Onderzoekers: • Dominiek Sandra • Astrid Geudens Schrijven over en als Geweld en Herinnering. Een comparatieve en tekstanalytische studie van literaire teksten met betrekking tot de Haïtiaanse boat people en El Corte (Banks, Brathwaite, Dalembert, Danticat, Dove, Ollivier). Universiteit Antwerpen Abstract: Hoewel de media slechts weinig aandacht besteden aan de vaak clandestiene migratie van Haïtianen naar andere Caribische eilanden en naar Florida, gaat het nochtans om een zeer actuele en acute problematiek die nationale en geografische entiteiten overstijgt (Cf. de Marokkaanse illegale immigratie), en waarvan ook de literaire weergave tot op heden weinig of niet onderzocht werd. Dit project bestudeert de Haïtiaanse boat people in een veelzijdig corpus, bestaande uit zowel Engels- als Franstalige romans, novelles, poëzie en jeugdliteratuur van Haïtiaanse auteurs (Edwidge Danticat, Louis-Philippe Dalembert en Emile Ollivier) en 'auteurs d'adoption' (Antillianen, zoals Edward Kamau Brathwaite en Maryse Condé en Amerikanen, zoals Russell Banks). Deze auteurs werden nooit eerder met elkaar vergeleken en zodoende ambieert dit origineel en grensverleggend doctoraatsonderzoek deze hiaat op te vullen. De louter thematische voorstelling van clandestiene immigratie wordt aangevuld met de vraag of er een schriftuur van het geweld bestaat, en welke de kenmerken hiervan zijn. De vraag op welke manier de auteurs een esthetisch en ethisch verantwoorde 'verbeelding' creëren staat centraal, gezien ze zich engageren om spreekbuis te zijn voor 'ceux qui n'ont pas de bouche' (Césaire) en hen een plaats te geven in de Geschiedenis (in de dubbele betekenis van het collectieve geheugen en de historiografie). De "representatie" wordt nauwkeurig bestudeerd aan de hand van narratologische theorieën, trauma literature and criticism, intertekstualiteit, enz. De inzichten uit het postkolonialisme, populair in de Angelsaksische wereld, en de 'études francophones' worden aangewend om de 'balkanisation' (Glissant) van de Caribische literatuurkritiek tegen te gaan. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit Onderzoekers: • Kathleen Gyssels • Gaëlle Cooreman De reiscultuur van de Nederlanden (1650-1750). Een onderzoek naar de dialectische relatie tussen reisliteratuur en reispraktijk en de invloed hiervan op de genese en de ontwikkeling van de Europese toeristische ruimte. Universiteit Antwerpen Abstract: De reiscultuur van de Nederlanden (1650-1750). Een onderzoek naar de dialectische relatie tussen reisliteratuur en reispraktijk en de invloed hiervan op de genese en de ontwikkeling van de Europese toeristische ruimte. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerrit Verhoeven • Guido Marnef Het zelfmoordthema in de Franse tragedie van de 17de eeuw: van het "Theater d&apos;horreur" tot Corneille en Racine Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek betreft een thematische studie van de 17de eeuwse Franse tragedie in het teken van het zelfmoordthema. Binnen dit genre zal het onderzoek betrekking hebben op de "tragédie baroque" (tot rond 1630), met als voornaamste vertegenwoordigers Hardy en Rotrou), tot de zogenaamde "klassieke" (maar zeer verschillende) tragedies van Corneille en Racine. Organisaties: • Vakgroep Frans Onderzoekers: • Fernand Hallyn De stedelijke adel in laatmiddeleeuws Vlaanderen (15e eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit voorstel is gericht op het bestuderen van de rol van de stedelijke adel in het conflict tussen de Vlaamse hoofdsteden (Gent en Brugge) en de opkomende Bourgondische staat. Doel is een analyse van processen van sociale mobiliteit (veredeling) en sociale en politieke netwerkvorming in laatmiddeleeuwse stedelijke elites. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis Onderzoekers: • Marc Boone