UMC Utrecht zet vele kleine stappen in ‘Samen voor de Patiënt’ Acht maanden na de start van het programma ‘Samen voor de Patiënt’ heeft het UMC Utrecht al veel verbeteringen doorgevoerd. Zo is het doel van cluster Voeding voor de waardering van de warme maaltijd, van een 6,8 naar een 8, inmiddels bereikt. De bevindingen rond Samen voor de Patiënt (SVP) werden op 15 februari gedeeld tijdens de Bar-ODag van IFC Groep in het Utrechtse ziekenhuis. Vraag van de patiënt SVP is een manier van werken om continu verbeteren door medewerkers voor de patiënt mogelijk te maken, zo vertelde Margriet Bosselaar, expert SVP in het UMC Utrecht. “We hebben het beste voor met de patiënt, we willen blijven verbeteren in de zorg. Dat betekent gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen om de vraag van de patiënt op de beste manier te beantwoorden.” Intensieve periode Het programma beslaat een intensieve periode van zestien weken. Daarin wordt in verbeterteams aan doelen gewerkt en gestart met een nieuwe manier van werken om continu te verbeteren. Er wordt binnen het programma door vijf ‘lenzen’ gekeken: de stem van de patiënt, procesefficiëntie, prestatiemanagement, organisatie & vaardigheden en houding & gedrag. Borging Na die zestien weken begeleidt een borgingsexpert afdelingen nog gedurende een jaar. Een belangrijk instrument om de cultuur van continu verbeteren te borgen is de dagstart; een korte teamsessie waarin dagelijks resultaten en doelen worden besproken. Bosselaar: “We moeten echt gaan luisteren naar de patiënt, het niet gaan invullen voor hem of haar.” Doelen voor afdeling Voeding Het programma is per juni 2016 gestart als pilot bij afdeling Cardiologie en cluster Voeding. De afdeling Voeding heeft zich drie doelen gesteld vanuit SVP: de waardering voor de warme maaltijd moet stijgen van een 6,8 naar een 8, de medewerkerstevredenheid verhogen op samenwerking en als derde de verspilling met 30 procent verminderen ten opzichte van 2015. “Voor de maaltijdtevredenheid scoorden we in de laatste meting een 8,2, vertelde Marieke Gilissen, teamleider voedingsassistenten in het UMC Utrecht. Vragen over eten en drinken Per week kiest de afdeling een onderwerp waarvoor een beperkte vragenlijst wordt opgesteld. Gilissen: “Daarnaast stellen we eens in de vier à vijf weken meer algemene vragen over eten en drinken. Voedingsassistenten gaan met de iPad langs bij patiënten. Elke ochtend lezen we met de Gastvrijheidsbarometer uit wat de dag ervoor is ingevoerd en geven het door aan de keuken. Het schakelt snel.” Dat beaamt ook Stef Baan, teamleider centrale keuken van het ziekenhuis. “Het is vooral proberen, in kleine stappen. Dan haal je veel weerstand er al uit.” Dagelijks verse soep Voorbeelden van ingevoerde veranderingen zijn aanpassing van de portiegrootte groenten naar 150 gram, het gebruik van verse kruiden bij gerechten zonder zout, een andere bereidingstechniek bij bakken en braden, een proef met ander servies, betere bereikbaarheid in het weekend en soepverstrekking voor alle patiënten. Gilissen: “Daar ben ik trots op, dat patiënten dagelijks verse soep krijgen, als extra verstrekkingsmoment. Dat is heel wat met zoveel patiënten. We hebben het samen bereikt.”