Voeding bij obesitas Obesitas Obesitas of zwaarlijvigheid betekent dat je een te hoog gewicht hebt in verhouding tot je lengte. De 2 voornaamste oorzaken zijn te veel eten en te weinig verbruik van calorieën. In zeldzame gevallen ligt een ziekte aan de basis van het overgewicht, zoals een verminderde werking van de schildklier (hypothyreoïdie). Langdurige obesitas is zeer vaak geassocieerd met andere aandoeningen zoals diabetes, hoge bloeddruk, slaapapneu, leververvetting, artrose, astma… (Gezondheid en wetenschap, 2014). Diagnose en prevalentie De mate van overgewicht wordt ingeschat aan de hand van de BMI (Body Mass Index) en de buikomtrek. Om je BMI te berekenen, deel je je gewicht door je lengte (in meter) in het kwadraat. Als de uitkomst tussen 25 en 30 ligt, is er overgewicht. Vanaf 30 spreken we van obesitas, boven 40 van morbide obesitas. Morbide betekent dat je risico op gezondheidsproblemen en ernstige ziekten toeneemt. Daarnaast zal je arts ook je buikomtrek meten. Bij een buikomtrek van meer dan 90 cm bij vrouwen, en van meer dan 100 cm bij mannen neemt het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk toe. De BMI geeft de meest correcte inschatting van de mate van overgewicht, terwijl de buikomtrek eerder nuttig is bij centrale obesitas, waar het vet vooral op de buik en de heupen zit. Er wordt dikwijls ook een bloedonderzoek gedaan om ziekten die geassocieerd worden met obesitas op te sporen. Ongeveer 15% van de bevolking lijdt aan obesitas (Gezondheid en wetenschap, 2014). Behandeling Je kunt op 2 manieren gewicht verliezen: door minder en gezonder te eten, en door meer calorieën te verbruiken. De basis van elke behandeling is dus dieet en beweging. Dieet Veel mensen eten niet zozeer te veel, maar wel verkeerd. Ze eten te calorierijk voedsel, met te veel vetten en te veel suikers. Om te weten of dat bij jou het geval is, kun je een eetdagboek bijhouden. Schrijf gedurende een bepaalde periode, bijvoorbeeld een week, alles op wat je eet en drinkt, en ga hiermee naar een diëtist(e). Die kan dan berekenen hoeveel calorieën je eigenlijk nodig hebt, en hoeveel je er in werkelijkheid gebruikt. Daarna zal voor jou een individueel dieetschema worden opgesteld. Men spreekt vooraf een duidelijk streefgewicht af. Dit hoeft niet een ideaal gewicht te zijn, maar eerder een gezond gewicht. Meestal streeft men een gewichtsverlies van 5 tot 10% na. Het doel is om een halve kg per week te verliezen. Soms helpt het al als je alle frisdranken, alcohol, tussendoortjes zoals chips, nootjes, koekjes, kant-en-klare maaltijden (die meestal veel zout en vet bevatten) achterwege laat. Zoveel mogelijk vers eten en veel water drinken is dus de boodschap. Regelmaat is zeer belangrijk. Maaltijden schrappen of overslaan is niet goed (Gezondheid en wetenschap, 2014). Er zijn heel wat soorten ‘speciale’ diëten zoals vetvrij, koolhydraatvrij, met voedselvervangers, het brooddieet, met afslankpillen, het Atkins-dieet, het Montignac-dieet… maar pas goed op voor je hiermee begint. Volledig weglaten van bepaalde voedingsingrediënten kan zelfs gevaarlijk zijn en ernstige tekorten veroorzaken. Speciale diëten zijn tevens zeer moeilijk vol te houden, terwijl je een gezonde en evenwichtige voeding gewoon verder kunt blijven aanhouden (Gezondheid en wetenschap, 2014). Populaire koolhydraatarme diëten Wie heeft nog niet over het Atkins of het South Beach dieet gehoord? Ze behoren tot de groep van de koolhydraatarme diëten net zoals het Zone en Dr. Frank dieet. Ook devoedselzandloper (Kris Verburgh) steunt op de principes van het laag koolhydraten dieet. Om af te vallen schrijven koolhydraatarme diëten voor om koolhydraatrijke voedingsmiddelen zoals aardappelen, brood en andere graanproducten te mijden of sterk te beperken. Meestal zijn eiwit- (vlees, vis, gevogelte, eieren) en vetrijke producten (olie, noten, room, sauzen, chocolade) vrij toegestaan. Groente, fruit en melk zijn slechts in beperkte mate toegelaten. Een dergelijk dieet geeft doorgaans snel resultaten. Het gewichtsverlies is echter vooral te wijten aan het feit dat er toch gewoon minder wordt gegeten en er bijgevolg dus ook minder calorieën worden ingenomen. Het bekomen gewichtsverlies gaat bovendien op termijn vaak weer verloren. Koolhydraatarme diëten zijn immers, zoals andere strenge diëten, niet gemakkelijk vol te houden. Velen haken dan ook voortijdig af, vervallen in hun oude voedingsgewoonten en overschrijden na verloop van tijd dikwijls hun oorspronkelijke gewicht. Wetenschappers stellen zich vragen bij de veiligheid van koolhydraatarme diëten. Een koolhydraatarme voeding bevat meer vetten, inclusief verzadigde vetten wat op termijn het risico op hart- en vaatziekten kan verhogen. Door aardappelen en graanproducten, en meestal ook groenten en fruit, te beperken gaat een belangrijke aanbreng van vezels, vitaminen, mineralen en andere gezondheidsbevorderende stoffen verloren. Dit kan leiden tot voedingstekorten en verder het risico op chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten verhogen. Het koolhydraatgehalte in koolhydraatarme diëten ligt ten slotte vaak lager dan wat onze spieren en hersenen nodig hebben om normaal te functioneren. Veel aanhangers van koolhydraatarme dieet hebben dan ook last van spierkrampen, hoofdpijn en voelen zich verzwakt. Omwille van een onvolledige vetverbranding door een tekort aan koolhydraten worden er ketonen gevormd die het lichaam verlaten via de urine en de uitademingslucht. Dit veroorzaakt een typische, onaangename geur van aceton. Deze zogenaamde ketose is op zich niet schadelijk zolang er geen acidose optreedt die gepaard gaat met verlies van natrium en kalium. Vooral diabetespatiënten en personen met een gestoorde nierfunctie lopen hiervoor meer risico wanneer zij een koolhydraatarm dieet volgen (NICE, 2015). Bewegen De tweede pijler is een hoger calorieverbruik door meer te bewegen. Alle vormen van bewegen zijn goed, maar hoe intenser je beweegt, hoe meer calorieën je verbruikt. Wandelen, zwemmen en fietsen zijn dus prima, maar andere vormen van bewegen zoals dansen zijn even goed. Laat de auto wat meer aan de kant en doe je boodschappen vaker te voet. Medicatie Momenteel is er slechts 1 geneesmiddel (Orlistat) op de markt dat ondersteuning kan bieden bij vermageren. Dit geneesmiddel zorgt ervoor dat je minder goed vet opneemt uit de darm. De bijwerkingen ervan zijn vettige stoelgang, sterke aandrang en verlies van stoelgang. Bij langdurige inname ontstaat er soms een tekort aan vetoplosbare vitaminen. Er zijn echter weinig bewijzen dat je met dit medicament afvalt en dat het voordelen zou hebben op vlak van ziekte of sterftedaling (Gezondheid en wetenschap, 2014). Obesitaschirurgie Onder obesitaschirurgie of bariatrische heelkunde verstaan we het geheel aan heelkundige ingrepen op het maagdarmkanaal die tot doel hebben minder te eten en op die manier te vermageren. De laatste decennia merken we een stijging van het aantal mensen met obesitas (zwaarlijvigheid). Dit brengt ook een toename mee van het aantal ingrepen. Zo werden er in 2012 in België 11000 ingrepen terugbetaald door de ziekteverzekering. De meest uitgevoerde methode is de gastric bypass. Hierbij wordt bijna de volledige maag en een stuk van de dunne darm overbrugd. Deze ingreep gebeurt via een kijkoperatie en duurt ongeveer anderhalf uur. Bariatrische heelkunde is bewezen doeltreffend om op lange termijn gewicht te verliezen. Uit onderzoek van de Socialistische Mutualiteit blijkt dat mensen die een dergelijke ingreep ondergingen gemiddeld 30 kg afvielen. Dit gewichtsverlies heeft voordelen voor de gezondheid, vooral op vlak van ziekten die verband houden met obesitas. Zo kan een beginnende diabetes zich terug normaliseren, net zoals de vetten in het bloed, de bloeddruk en ook de slaapapneu verbetert. Bij jonge vrouwen zien we zelfs een verbetering van de vruchtbaarheid. Mogelijke complicaties van de ingreep: Er is een klein risico op overlijden door de ingreep (<1/200). Het risico neemt toe met het gewicht en met de leeftijd. Zoals bij alle ingrepen is er kans op klontervorming in de aders van de benen (veneuze trombose). Zo’n klonter kan loskomen en via de bloedbaan in de longen terechtkomen. In 3% van de gevallen is door bloeding of lekken van de hechtingen een heringreep nodig. In een later stadium kan een vernauwing in de darmen of een breuk of uitstulping (hernia) ter hoogte van het litteken ontstaan. Dit gebeurt bij 10 à 20% van de mensen die een ingreep ondergingen. Dit wordt verholpen door een heringreep. In 10% van de gevallen is men niet tevreden omwille van de complicaties of onvoldoende gewichtsverlies. (Gezondheid en wetenschap, 2014). Nieuwe accenten Leefstijlbehandeling en gezondheidsideaal Een adequate aanpak van overgewicht en obesitas vereist gedragsveranderingen in leefstijl die vervolgens levenslang gehandhaafd moeten worden. Een aanpak en opvolging op lange termijn is noodzakelijk. Een eenzijdige focus op gewichtsreductie is om verschillende redenen te vermijden. Het aannemen van een gezonde leefstijl is prioritair. Het heeft heel wat gunstige effecten op de gezondheid, zelfs zonder gewichtsverlies. Ondanks het feit dat overgewicht en eetstoornissen vaak als twee aparte domeinen benaderd werden, blijkt hoe langer hoe meer da beide vaak samen voorkomen en er een nauwe band tussen beide kan bestaan. Naar schatting 3-15% van de personen met obesitas heeft een eetbuistoornis. Recent onderzoek wijst op de nood aan een geïntegreerde aanpak. De preventieve acties voor obesitas mogen de prevalentie van eetstoornissen niet doen toenemen en vice versa. Het bevorderen van een gezonde leefstijl, met inbegrip van gezond en evenwichtig eten, plezierige fysieke activiteiten op maat en een gezond lichaamsbeeld zijn te verkiezen uitgangspunten. Integrale benadering De behandeling van overgewicht en obesitas vraagt om een multidisciplinaire aanpak. Gewichtsproblemen kenmerken zich door een verstoord eet- en beweeggedrag en het lichamelijk functioneren kan in belangrijke mate verstoord zijn. Anderzijds hangt overgewicht vaak samen met een laag zelfbeeld of negatieve lichaamsbeleving, een problematische emotieregulatie en gebrekkige sociale vaardigheden. Recent stelde de World Obesity Federation hierrond de EOSS (Edmonton Obesity Staging System) voor, die ernstinschatting koppelt aan het ruimere 'gezondheidsrisico' in plaats van enkel medisch risico en BMI. De ernstscore wordt berekend rekening houdend met de medische toestand, de mentale toestand en de functionaliteit bij volwassen patiënten met een BMI vanaf 30. Hierbij worden 5 stadia onderscheiden. In de praktijk vraagt deze brede inschatting een samenwerking tussen een arts, een diëtist, een bewegingsdeskundige en een psycholoog (Jeannin e.a., 2016). Eten uit emotie of verleiding Patroon ontdekken De eerste stap naar stoppen met emotie-eten is ontdekken op welke momenten en bij welke emoties je onnodig op zoek gaat naar eten. Zodra je weet welke je emoties je weg probeert te eten, kan je een geschikt alternatief zoeken. vb. alternatieven voor eten uit stress en boosheid Verwijder jezelf van de stressvolle situatie en neem tijd om af te koelen. Als je een conflict met iemand hebt, schrijf dan op wat je wilt zeggen tegen diegene. Haal diep adem. Bij een diepe ademhaling wordt een signaal naar de hersenen gezonden dat die moet ontspannen en kalmeren. Vervolgens sturen de hersenen dit signaal naar je lichaam. Door middel van controle over je ademhaling krijg je meer controle over je emoties. Ga bewegen. Het is een goed remedie tegen stress. Dus ga een blokje om, sla een paar tennisballen tegen de muur of doe een paar pushups. Blaas letterlijk stoom af. Voorkom stress. Kom je bijvoorbeeld elke ochtend in tijdnood door de grote hoeveelheid taken die je in korte tijd moet doen? Maak dan een verandering in je planning, zodat je de dag rustig begint. vb. alternatieven voor eten uit verdriet en eenzaamheid Ga bewegen. Je kunt een slechte bui letterlijk wegsporten. Het is waarschijnlijk het laatste waar je zin in hebt, maar trek zonder na te denken je sportschoenen aan en ga naar buiten. Voordat je het weet, denk je niet meer aan de snacks in de koelkast maar geniet je van de frisse buitenlucht. Contacteer vrienden of familie. Je kunt jezelf zo afsluiten van de buitenwereld, dat je vergeet dat er mensen zijn die om je geven. (Janssen, 2014)