PROTESTANTSE KERK TE ZAAMSLAG 9 APRIL 2017, 10.00 UUR Palmzondag voorganger: Ds Gerard de Lang organist: Jan Verberkmoes lector: Jan Peter Simons INTREDE Begroeting en mededelingen Morgenlied: Lied 556: 1, 5 Alles wat over ons geschreven is … Dit is uw opgang naar Jeruzalem … Votum en Gebedsstilte Bemoediging en Groet Aanvangstekst: Zacharia 9:9 Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig en rijdend op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong. Intredelied: Lied 550 Verheug u, gij dochter van Sion … Verheug u, gij dochter van Sion … Verheug u, gij dochter van Sion … Verootmoediging Genadeverkondiging Lofverheffing: Filippenzen 2:5-11 5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. 6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, 8 heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. 9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, 10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader. Lied: Het liefste van overzee 42 Naam van Jezus, hoog verheven boven alle namen uit, U te loven vult ons leven, nu Gij ons de weg ontsluit. In uw trouw aan God gebroken, aan uw liefde opgebrand, – wie de dood zo heeft weersproken valt toch niet meer uit zijn hand? Sta ons liefdevol voor ogen, telkens als uw kruis verrijst, en ons mens’lijk mededogen U met Name eer bewijst. Doordat Gij u zo liet breken worden wij met U gevoed. Brood en wijn hete de tekens waarin ik U zelf ontmoet. Naam van Jezus, alle talen stemmen in met dit gezang dat uw liefde zal herhalen, van U zingt, een wereld lang! Gebed van de zondag DE HEILIGE SCHRIFT Lezing uit het Oude Testament: Exodus 15:27 – 16:7 27 Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen en zeventig dadelpalmen. Daar sloegen ze bij het water hun tenten op. 16 1 Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de Sinai ligt. 2-3 Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’ 4 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. 5 Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’ 6 Hierop zeiden Mozes en Aäron tegen de Israëlieten: ‘Vanavond nog zult u inzien dat de HEER zelf u uit Egypte heeft geleid, 7 en morgen, in de ochtend, zult u de majesteit van de HEER zien. Hij heeft gehoord hoe u zich beklaagt. Dat is tegen hem gericht, want wie zijn wij dat u zich bij ons zou beklagen?’ Antwoordpsalm: Psalm 73: 9, 10 Nu blijf ik bij U voor altijd … Wie heb ik in de hemel, Heer … Lezing uit het Evangelie: Johannes 12:12-24 12 De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, 13 haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.’ 14 Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat: 15 ‘Vrees niet, Sion, je koning is in aantocht, en hij zit op een ezelsveulen.’ 16 Zijn leerlingen begrepen dit aanvankelijk niet, maar later, toen Jezus tot majesteit verheven was, herinnerden ze zich dat dit over hem geschreven stond, en dat het zo ook gebeurd was. 17 De mensen die erbij waren geweest toen hij Lazarus uit het graf riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen. 18 Daarom ging de menigte hem ook tegemoet, omdat ze gehoord hadden dat hij dit wonderteken had gedaan. 19 En de farizeeën zeiden tegen elkaar: ‘Je ziet dat we niets bereikt hebben: kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.’ 20 Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. 21 Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. 22 Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. 23 Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. 24 Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. We zingen het veertigdagenlied van de kindernevendienst (melodie Psalm 134) Wij zijn op weg naar het moment dat alles anders is voorgoed, want Jezus die ons falen kent, Hij sterft voor ons, maakt alles goed. De tijd staat stil - zo lijkt het echt – op Golgota, maar dit gevecht laat zien hoe vrees’lijk Jezus lijdt: duistere Godverlatenheid. Gesprekje met de kinderen. Vandaag is het thema: De tijd staat stil. Daarna gaan de kinderen onder orgelspel naar de nevendienst. Preek Meditatief orgelspel Zondagslied: Lied 438 Godlof! Nu is gekomen … Hij wilde zich verlagen … Gij machtigen der aarde … Gij armen en verdrukten … GEBEDEN EN GAVEN Dankzegging en voorbede stil gebed Onze Vader… Inzameling der gaven Slotlied: Lied 650 De aarde is vervuld … Gods goedheid is te groot … Zij daalt als vruchtbaar zaad … Omdat zij niet vergeet … De sterren hemelhoog … Het zaad der goedheid Gods … Al gij die God bemint … Zegen