Het statuut van de ziekenhuisgeneesheer

advertisement
Het statuut van de
ziekenhuisgeneesheer:
wegwijs in het ziekenhuis
Dr. Rudi Van Driessche
Definitie ziekenhuis
Instellingen voor gezondheidszorg
waarin op ieder ogenblik geëigende medisch-specialistische
onderzoeken en/of behandelingen in het domein van de
geneeskunde, de heelkunde en eventueel de verloskunde
in pluridisciplinair verband kunnen verstrekt worden,
binnen het nodige en aangepaste medisch, medischtechnisch, verpleegkundig, paramedisch en logistiek kader,
aan patiënten die er worden opgenomen en kunnen
verblijven, omdat hun gezondheidstoestand dit geheel van
zorgen vereist om op een zo kort mogelijke tijd de ziekte te
bestrijden of te verlichten, de gezondheidstoestand te
herstellen of te verbeteren of de letsels te stabiliseren.
2
Soorten ziekenhuizen
• Algemene Ziekenhuizen
• Psychiatrische ziekenhuizen
• Universitaire ziekenhuizen
• Uitzondering:
Militair Hospitaal Nederoverheembeek
3
Definitie ziekenhuisgeneesheer
a) geneesheren werkzaam in het ziekenhuis en
waarvan de activiteit geregeld wordt door
een individuele overeenkomst of een
benoemingsakte
b) kandidaat-geneesheren-specialisten in
opleiding die beschikken over een
goedgekeurd stageplan
c) tandartsen en apothekers-klinisch biologen
4
Minimum inhoud van de individuele
overeenkomst (1)
1° de functie, de prestaties, de dienst, de voorwaarden
van vervanging van de ziekenhuisgeneesheer in geval
van afwezigheid en, in voorkomend geval, de regeling
met betrekking tot de medische activiteit buiten het
ziekenhuis;
2° de duur van de eventuele proefperiode;
3° de eerbiediging van het reglement van inwendige orde
van het ziekenhuis en van de diensten en, in
voorkomend geval, van het strafreglement;
4° de wijze waarop beide partijen hun verplichtingen
naleven in verband met de regeling van de
permanentie van de verzorging.
5
Minimum inhoud van de individuele
overeenkomst (2)
Concrete toepassing van de minimum bepalingen
uit de algemene regeling:
1° de voorwaarden van toelating, aanwerving,
benoeming en bevordering;
2° beëindiging van de rechtsverhoudingen tussen
de beheerder en de ziekenhuisgeneesheren;
3° de werkvoorwaarden;
4° de financiële schikkingen;
5° de respectieve rechten en verplichtingen met
betrekking tot de permanentie.
6
Vergoedingsstelsels
1° vergoeding per prestatie;
2° verdeling van een " pool " van vergoedingen per
prestatie van het gehele ziekenhuis of van de
dienst;
3° percentage van de vergoeding per prestatie of
van een " pool " van vergoedingen per prestatie;
4° forfaitaire vergoeding bestaande uit een wedde;
5° vaste vergoeding eventueel vermeerderd met
een aandeel in de " pool " der vergoedingen per
prestatie.
7
Inning van honoraria
Ongeacht het vergoedingsstelsel worden alle
bedragen door de patiënten of door derden te
betalen ter vergoeding van de prestaties van
de ziekenhuisgeneesheren met betrekking tot
gehospitaliseerde patiënten, centraal geïnd.
De dienst voor centrale inning wordt “ingesteld”
door de Medische Raad of door de Beheerder.
8
Vaststelling van de honoraria
•
•
•
•
•
•
•
Conventie of niet.
Arts volledig/partiëel geconventioneerd of niet.
1 persoonskamer versus 2 pers. of gemeensch. kamer.
WIGW, andere sociale categoriën, OMNIO, chronische pt.
Kind en begeleidende ouder.
Meldingsplicht van deconventie.
Maximumtarieven in de algemene regeling met kopie aan
RIZIV en NPCGZ.
• Geen supplementen op forfaitaire honoraria klin biol en
radiologie.
• “Bijzondere eisen” bij ambulante patiënten.
9
Aanwending van de
centraal geïnde honoraria
1. Netto honoraria verschuldigd aan de ZH-geneesheer.
2. Inningskosten volgens reglement van de dienst,
reëel of max. 6%
3. Kosten niet door het budget vergoed: reëel of in %
(overeenstemming)
4. Medische instandhoudingsvergoeding
(overeenstemming)
Overeenstemming over 3 en 4 primeert
op de individuele overeenkomst.
10
Medische Raad
• Verplicht op te richten adviesorgaan via hetwelk
de ZH-artsen inspraak hebben in het Beheer.
• Verkozen door ZH-artsen met gewogen stemrecht in
verhouding tot hun activiteit.
• Bij activiteit in meerdere ZH:
keuze voor stemrecht in 1 of in meer ZH
• Aantal te verkiezen leden
in verhouding tot aantal ZH-artsen.
• Mandaat van 3 jaar (uitz. bvb. fusie)
• Minstens éénmaal per jaar verslag van de MR
aan de vergadering van ZH-artsen.
11
Medische Raad en GSO
• Alle GSO’s met goedgekeurd stageplan
(cfr definitie van ziekenhuisgeneesheer) mogen
deelnemen aan de vergadering van ZH-artsen.
• GSO heeft vanaf zijn 2e jaar opleiding
in hetzelfde ziekenhuis
één stem in de vergadering van ZH-artsen
en bij de verkiezing van de MR.
• Ongeacht het aantal GSO’s met stemrecht
is hun vertegenwoordiging in de MR
beperkt tot één (UZ !),
eventueel na voorafgaande verkiezing onder de GSO’s.
12
Adviesaangelegenheden van de MR
18 aangelegenheden waarvan 6 “bindend”.
1° algemene regeling van de rechtsverhoudingen;
2° het reglement inzake de organisatie
en de coördinatie van de medische activiteit;
4° de benoeming van de hoofdgeneesheer;
7° de afzetting van ZH-arts,
behalve de afzetting om dringende reden;
11° kosten van de medische uitrusting
ten laste van de honoraria;
17° kader van het personeel ten laste van de honoraria;
13
Vereiste overeenstemming
1. reglement van de centrale inningsdienst
2. tarieven voor de kosten
van medische prestaties (excl. BFM)
3. grootte en aanwending van de medische
instandhoudingsvergoeding
14
Pro Memorie
Permanent Overlegcomité (facultatief)
Financiële Commissie (verplicht)
15
Het ideale ziekenhuis
1.
2.
3.
4.
5.
Vergoedingsstelsel 1 of 2
Inning van de ambulanten decentraal
Centrale inning door de MR
Honorariumsupplem. in (>)2p kamers voor niet geconventioneerden
Honorariumsupplem. in 1p kamers voor geconv en niet-geconv.,
ook voor centraal medisch-technische diensten
(labo, RX, anatomopath, nucleaire, fysio,…)
6. Honorariumsupplem. voor ambulante prestaties voor partiëel- en niet-geconvent
7. Reële kosten (versus vaste %) voor centrale inning en medische kosten
8. Zo laag mogelijke medische instandhoudingsvergoeding
mét overeenstemming over de aanwending ervan
9. Recht op medische activiteit (“private praktijk”) buiten het ZH
10. Uitoefening van medische activiteit in associatie
Punten 2 t/m 7 veronderstellen een goed georganiseerde assertieve MR
16
MEER INFORMATIE VINDT U OP
WWW.VLAAMSARTSENSYNDICAAT.BE
Of contacteer ons op [email protected]
Download