CRISISMAATREGELEN TER BESCHERMING VAN DE TEWERKSTELLING De wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis (BS van 25 juni 2009) voorziet drie maatregelen om de tewerkstelling te beschermen tijdens de huidige crisisperiode: De drie maatregelen zijn: – – – tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur met lastenverlaging; de individuele en tijdelijke vermindering van de prestaties om het hoofd te bieden aan de crisis; het tijdelijk en collectief stelsel ter volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Deze drie maatregelen zouden onderling cumuleerbaar zijn. Deze drie maatregelen zouden eveneens cumuleerbaar zijn met de Vlaamse overbruggingspremie. Zolang het bedrag van de uitkeringen, de supplementen, het deeltijdse loon en de overbruggingspremie niet het voltijdse loon overschrijdt, is er geen probleem om te cumuleren. De voorwaarden per maatregel moeten wel vervuld worden. Wij bespreken ze hierna op basis van de informatie waarover wij op dit ogenblik beschikken. Deze drie maatregelen zijn van toepassing van 25 juni 2009 (datum van inwerkingtreding van de wet) tot 31 december 2009 maar kunnen, Indien de economische situatie dit rechtvaardigt, na advies van de Nationale Arbeidsraad verlengd worden tot 30 juni 2010. 1 A. Maatregel 1: Tijdelijke Crisis aanpassing van de arbeidsduur 1. Wat reeds bestaat : Doelgroepvermindering collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek voor onbepaalde duur De werkgevers uit de private sector en de autonome overheidsbedrijven die voor onbepaalde tijd een arbeidsduurvermindering (via CAO of arbeidsreglement) van ten minste een vol arbeidsuur onder de 38 uren per week en / of een vierdagenweek invoeren voor alle of enkel voor (een) bepaalde categorie(ën) van werknemers, genieten per werknemer en per kwartaal een doelgroepvermindering van de RSZ-bijdragen. Vergeet niet dat : – – – – Een “vierdagenweek” de regeling is waarbij de wekelijkse arbeidsduur gespreid wordt hetzij over vier arbeidsdagen per week, hetzij over vijf arbeidsdagen per week welke drie volledige en twee halve arbeidsdagen inhouden. Onder “halve arbeidsdag” verstaat men ten hoogste de helft van het aantal arbeidsuren dat voorzien wordt in het werkrooster voor de langste van de drie volledige arbeidsdagen; deeltijdse werknemers van wie het loon moet worden aangepast wegens de invoering van de arbeidsduurvermindering eveneens in aanmerking komen; de vermindering alleen geldt wanneer de invoering van de arbeidsduurvermindering vrijwillig gebeurt. Als een werkgever van paritair comité verandert, en terechtkomt in een paritair comité waarin de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur lager is dan in het vroegere paritaire comité, dan wordt het zich aanpassen aan die nieuwe arbeidsduur, niet beschouwd als een collectieve arbeidsduurvermindering in de zin van deze bijdragevermindering; de betrokken werknemers verder beschouwd worden als voltijdse werknemers. De doelgroepvermindering die de werkgever kan genieten is als volgt : Tabel : Situatie Arbeidsduur wordt verminderd tot 37 uur per minder Arbeidsduur wordt verminderd tot 36 uur per minder Arbeidsduur wordt verminderd tot 35 uur per minder Arbeidsduur wordt verminderd tot 37 uur per minder + vierdagenweek wordt ingevoerd Doelgroepvermindering 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 8 kwartalen 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 12 kwartalen 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 16 kwartalen 1000 euro per kwartaal per werknemer gedurende 4 kwartalen + 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 4 kwartalen 1000 euro per kwartaal per werknemer gedurende 4 kwartalen + 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 8 kwartalen 1000 euro per kwartaal per werknemer gedurende 4 kwartalen + 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 12 kwartalen 400 euro per kwartaal per werknemer gedurende 8 kwartalen week of week of week of week of Arbeidsduur wordt verminderd tot 36 uur per week of minder + vierdagenweek wordt ingevoerd Arbeidsduur wordt verminderd tot 35 uur per week of minder + vierdagenweek wordt ingevoerd Vierdagenweek wordt ingevoerd Vergeet niet dat: – – de doelgroepvermindering slechts kan worden toegekend indien de arbeidsduurvermindering of de invoering van de vierdagenweek gedurende het volledige kwartaal werd gehandhaafd. voltijdse werknemers die in dienst komen na de invoering van de arbeidsduurvermindering eveneens recht hebben op deze vermindering als ze tot een categorie behoren die daarvoor in aanmerking komt. Hetzelfde geldt voor deeltijdse werknemers die na het kwartaal waarin de vermindering voor de eerste maal wordt toegekend, voltijds gaan werken. De feitelijke situatie waarop de tewerkstellingslijn betrekking heeft is bepalend of de werknemer tot de rechtopenende groep behoort of niet. 2 – de doelgroepvermindering voor een werknemer behorende tot een wel gedefinieerde groep slechts één maal kan worden toegekend en in zoverre de arbeidsduurvermindering minstens een volledig uur bedraagt. Zo kan ook de doelgroepvermindering vierdagenweek voor een bepaalde groep werknemers slechts éénmaal worden toegekend. 2. Nieuw: Doelgroepvermindering tijdelijke crisisaanpassing van de arbeidsduur voor bepaalde duur 2.1. Principe De werkgevers uit de private sector en de autonome overheidsbedrijven, al dan niet in moeilijkheden, die vanaf 1 juli 2009 op een tijdelijke basis een arbeidsduurvermindering met 1/5 of 1/4 invoeren, al dan niet met de invoering van de vierdagenweek, en dit voor alle of enkel voor (een) bepaalde categorie(ën) van werknemers, genieten per werknemer en per kwartaal een doelgroepvermindering van de RSZ-bijdragen. De werknemers van wie de arbeidsduur verminderd werd en die loonverlies leiden, genieten een (gedeeltelijke) looncompensatie ten laste van de werkgever. 2.2. Betrokken werkgevers De werkgevers uit de private sector en de autonome overheidsbedrijven, al dan niet in moeilijkheden, kunnen deze maatregel gebruiken. 2.3. Betrokken werknemers Deze maatregel zou niet alleen van toepassing zijn op voltijdse maar ook op deeltijdse werknemers (arbeiders en bedienden). De voltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties hebben verminderd in het kader van deze maatregel, blijven zowel arbeidsrechtelijk als op het vlak van de sociale zekerheidsrechten beschouwd worden als voltijdse werknemers. Een koninklijk besluit moet dit nog nader uitwerken. Wanneer de werkgever gedurende de periode van arbeidsduurvermindering de arbeidsovereenkomst beëindigt zonder naleving van een opzeggingstermijn, dan zal de verschuldigde opzeggingsvergoeding berekend worden op basis van het lopend loon waarop de werknemer op het ogenblik van de beëindiging aanspraak had kunnen maken indien zijn arbeidsduur niet was aangepast. 2.4. Arbeidsduurvermindering De arbeidsduur moet met ¼ of 1/5 worden verminderd. Deze arbeidsduurvermindering moet niet voor een onbepaalde duur worden ingevoerd worden maar kan tijdelijk zijn. Deze arbeidsduurvermindering kan al dan niet gepaard gaan met de invoering van een vierdagenweek. Een koninklijk besluit moet nog bepalen wat moet worden verstaan onder de invoering van de vierdagenweek. De arbeidsduur is de werkelijke wekelijkse arbeidsduur of de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers, berekend over een periode van een jaar, zoals deze voortvloeit hetzij uit het werkrooster dat in het arbeidsreglement is opgenomen en dat eventueel over een cyclus wordt toegepast, hetzij uit het werkrooster gecombineerd met inhaalrustdagen toegekend in het kader van de vermindering van de arbeidsduur. Deze arbeidsduur is vastgesteld hetzij bij CAO hetzij in het arbeidsreglement; De nieuwe wekelijkse arbeidsduur zal als grens dienen om de te recupereren en met overloon te betalen overuren te bepalen. 2.5. OndernemingsCAO Deze arbeidsduurvermindering, al dan niet vergezeld van de invoering van de vierdagenweek, moet worden ingevoerd door het sluiten van een ondernemingsCAO die van toepassing is op alle of enkel op (een) bepaalde categorie(ën) van werknemers van de onderneming. Door het sluiten van een ondernemingsCAO zal de arbeidsduurvermindering van toepassing zijn op alle werknemers die in de Cao worden aangeduid. Werknemers moeten dus niet expliciet akkoord gaan met de maatregel. 3 Een koninklijk besluit moet nog bepalen wat er minstens in die CAO moet staan en de na te leven procedures. Deze CAO zal alleszins minstens de begin- en einddatum van de tijdelijke arbeidsduurvermindering moeten bevatten evenals de voorziene looncompensatie (zie verder onder punt 2.7.). 2.6. RSZ-doelgroepvermindering De werkgever kan een RSZ-doelgroepvermindering genieten vanaf het trimester waarin de arbeidsduurvermindering wordt ingevoerd tot het trimester waarin de arbeidsduurvermindering op zijn eind loopt. De forfaitaire doelgroepvermindering die hij kan genieten is als volgt : Tabel : Situatie Arbeidsduur wordt verminderd met 1/5 Arbeidsduur wordt verminderd met 1/4 Arbeidsduur wordt verminderd met 1/5 vierdagenweek wordt ingevoerd Arbeidsduur wordt verminderd met 1/4 vierdagenweek wordt ingevoerd + Doelgroepvermindering 600 euro per kwartaal per werknemer 750 euro per kwartaal per werknemer 1000 euro per kwartaal per werknemer + 1150 euro per kwartaal per werknemer De twee laatstgenoemde doelgroepverminderingen zouden enkel voor voltijdse werknemers kunnen gebruikt worden. De voornoemde bedragen worden toegekend wanneer de werknemer volledige voltijdse kwartaalprestaties heeft geleverd. Ingeval van onvolledige of deeltijdse prestaties zal het bedrag van de vermindering geproratiseerd moeten worden. Dit zal eveneens het geval zijn als de arbeidsduurvermindering in de loop van het kwartaal begint en/of eindigt. Deze nieuwe doelgroepvermindering is cumuleerbaar met de structurele vermindering en met de Sociale maribelvermindering. Zij zou cumuleerbaar zijn met de bestaande doelgroepvermindering collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek voor onbepaalde duur (zie hierboven onder punt 1). Zij is wel niet cumuleerbaar met andere doelgroepverminderingen. Een koninklijk besluit zal nog moeten bepalen welke de voorwaarden en de procedure zijn die moeten worden nageleefd en het dossier en de documenten die moeten worden voorgelegd om de doelgroepvermindering te kunnen verkrijgen. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is gemachtigd om de genoten doelgroepverminderingen terug te vorderen ingeval de werkgever de bepalingen inzake de arbeidsduur van de arbeidswet van 16 maart 1971 of voorwaarden om de doelgroepvermindering te geniet niet respecteert. Deze terugvordering gebeurt voor elk kwartaal en per werknemer waarop de inbreuk betrekking heeft. De terugvordering is enkel mogelijk indien de inbreuk heeft geleid hetzij tot een minnelijke schikking met de werkgever, hetzij tot een administratieve geldboete, hetzij tot een veroordeling door een strafrechtbank. 2.7. Looncompensatie De Arbeidsduurvermindering kan maar moet niet gepaard gaan met een loonverlies. Ingeval van loonverlies zou dit wel niet tot gevolg mogen hebben dat het loon van de werknemer onder het minimumloon van de sector of onder het GGMMI terecht komt Wanneer de arbeidsduurvermindering gepaard gaat met een loonverlies, dan heeft de werknemer recht op een looncompensatie zoals voorzien in de ondernemingsCAO. Deze looncompensatie zal ten minste 3/4 van de RSZ-verminderingsbedragen moeten bedragen. Deze looncompensatie zou berekend worden op basis van de theoretische vermindering die de werkgever zal ontvangen. 4 Tabel Arbeidsduurvermindering Arbeidsduur wordt verminderd met 1/5 Arbeidsduur wordt verminderd met 1/4 Arbeidsduur wordt verminderd met 1/5 + vierdagenweek wordt ingevoerd Arbeidsduur wordt verminderd met 1/4 + vierdagenweek wordt ingevoerd Doelgroepvermindering per kwartaal (€) 600 750 1000 Minimale looncompensatie per maand (€) 150 187,50 250 1150 287,50 Deze looncompensatie mag niet tot gevolg hebben dat het brutoloon van de werknemer én de looncompensatie tesamen hoger zijn dan het brutoloon waarop hij recht had vóór de invoering van de tijdelijke vermindering van de arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de aanpassing van de lonen aan de index en aan de baremieke loonsverhogingen. Deze looncompensatie is loon voor de beschermingswet. Op de looncompensatie moeten ook sociale zekerheidsbijdragen worden berekend. De minimale looncompensatie, vermeerderd met de patronale bijdrage (grosso modo 1/3 extra), zal ongeveer gelijk zijn aan het genoten RSZ-voordeel . Het RSZ-voordeel voor de werkgever stroomt met andere woorden door naar de werknemer en terug naar de overheid. Voor de werkgever ligt het echte voordeel in de daling van de loonkosten. 2.8. Geldigheidsduur van de maatregel Deze maatregel is van toepassing van 25 juni tot 31 december 2009 maar kan, Indien de economische situatie dit rechtvaardigt, na advies van de Nationale Arbeidsraad verlengd worden tot 30 juni 2010. CAO’s zouden geen stilzwijgende verlenginsgbepalingen mogen bevatten om hiermee rekening te houden. 5 B. Tijdelijke crisismaatregelen tot aanpassing van het arbeidsvolume in ondernemingen die een CAO of een goedgekeurd ondernemingsplan hebben De economische crisis brengt voor heel wat ondernemingen mee dat er een daling is van het beschikbare werk. Voor de arbeiders kan er beroep worden gedaan op het stelsel van de economische werkloosheid, niet voor de bedienden. Voor bedienden moeten bijgevolg bijkomende maatregelen worden genomen om het arbeidsvolume aan te passen ten gevolge van de crisis. De voorgestelde maatregelen hebben tot doel op een tijdelijke basis dit arbeidsvolume te verminderen om aldus ontslagen te vermijden. Er wordt voorzien in: 1° een tijdelijke individuele vermindering van de arbeidsprestaties; 2° een tijdelijke collectieve regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. 1. Enkel voor privé-ondernemingen in moeilijkheden De twee voornoemde crisismaatregelen zijn enkel van toepassing op ondernemingen uit de privé-sector (cfr. CAO-wet) die in moeilijkheden zijn. Een onderneming is in moeilijkheden als zij één van de volgende voorwaarden vervult: 1° de onderneming, in de zin van de juridische entiteit, kent een substantiële daling van minimum 20% van de omzet of de productie in één van de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal waarin voor het eerst gebruik wordt gemaakt van de voornoemde maatregelen om het hoofd te bieden aan de crisis, vergeleken met hetzelfde kwartaal van het jaar voordien; als deze daling niet voortvloeit uit het laatste kwartaal van de vier kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal waarin voor het eerst gebruik wordt gemaakt van de voornoemde maatregelen om het hoofd te bieden aan de crisis, dan moet de dalende trend bevestigd worden in het of de daaropvolgende kwarta(a)l(en) die voorafgaat(n) aan het het kwartaal waarin voor het eerst gebruik wordt gemaakt van de voornoemde maatregelen om het hoofd te bieden aan de crisis. Als bewijs van daling in omzetcijfers wordt de BTW-aangifte van de betreffende kwartalen als bijlage toegevoegd. Als bewijs van daling in productie zouden alle andere nuttige documenten moeten gebruikt worden; 2° de onderneming, in de zin van de technische bedrijfseenheid of van de juridische entiteit of van de vestigingseenheid, wordt, tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal tijdens het welke de onderneming aan de RVA de vraag tot toepassing van de voornoemde maatregelen om het hoofd te bieden aan de crisis een aanvang neemt, betekent, geconfronteerd met een tijdelijke werkloosheid voor werklieden van ten minste 20 % van het globaal aantal (zowel voor arbeiders als bedienden) aan de RSZ aangegeven dagen (ook voor deeltijdse werknemers). Een koninklijk besluit: – – kan nadere regels en modaliteiten bepalen met betrekking tot de procedure die moet gevolgd worden door de onderneming om aan te tonen dat zij één van voornoemde voorwaarden vervult; kan eveneens voorzien in een criterium dat betrekking heeft op een aanzienlijke vermindering van de bestellingen. 6 2. Bestaan van een CAO of Ondernemingsplan Om de twee voornoemde crisismaatregelen te kunnen gebruiken moeten de voornoemde ondernemingen tevens gebonden zijn door een CAO of ondernemingsplan. 2.1. Sectorale CAO De sectoren worden uitgenodigd om een sectorale CAO te sluiten en deze neer te leggen uiterlijk één week na de inwerkingtreding van deze wet. Deze CAO : – – – – – vermeldt uitdrukkelijk dat ze gesloten is in het kader van deze crisismaatregelen; vermeldt uitdrukkelijk op welke van deze tijdelijke crisismaatregelen ze betrekking heeft; wordt neergelegd ter griffie van de Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD Werk, Arbeid en Sectoraal Overleg; bevat maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling; vermeldt, indien zij betrekking heeft op de maatregel van de tijdelijke collectieve regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, het bedrag van de supplementen (zie verder) en de duur van de volledige en gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst (zie verder). 2.2. OndernemingsCAO Bij ontstentenis van een sectorale cao moeten de ondernemingen met een syndicale delegatie een ondernemingsCAO sluiten. Bij ontstentenis van een sectorale cao kunnen de ondernemingen zonder een syndicale delegatie een ondernemingsCAO sluiten. Deze CAO : – – – – – vermeldt uitdrukkelijk dat ze gesloten is in het kader van deze crisismaatregelen; vermeldt uitdrukkelijk op welke van beide tijdelijke crisismaatregelen ze betrekking heeft; wordt neergelegd ter griffie van de Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD Werk, Arbeid en Sectoraal Overleg; bevat maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling; vermeldt, indien zij betrekking heeft op de maatregel van de tijdelijke collectieve regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, het bedrag van de supplementen (zie verder) en de duur van de volledige en gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst (zie verder). 2.3. Ondernemingsplan Bij ontstentenis van een sectorale cao en indien binnen de twee weken na het opstarten van de onderhandelingen, via de formele uitnodiging van de syndicale delegatie, om te komen tot het sluiten van een ondernemingsCAO geen resultaten worden bereikt, kunnen de ondernemingen met een syndicale delegatie de twee voornoemde maatregelen invoeren via een ondernemingsplan Bij ontstentenis van een sectorale cao kunnen De ondernemingen zonder syndicale delegatie de twee voornoemde maatregelen ook invoeren via een ondernemingsplan. Dit onndernemingsplan heeft bindende kracht ten aanzien van de werkgever en de werknemers in de onderneming. 7 Dit ondernemingsplan : – – – – – vermeldt uitdrukkelijk dat het gesloten is in het kader van deze crisismaatregelen; vermeldt uitdrukkelijk op welke van beide tijdelijke crisismaatregelen het betrekking heeft; wordt neergelegd ter griffie van de Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD Werk, Arbeid en Sectoraal Overleg; bevat maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling; vermeldt, indien het betrekking heeft op de maatregel van de tijdelijke collectieve regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, het bedrag van de supplementen (zie verder) en de duur van de volledige en gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst (zie verder). Het ondernemingsplan moet door de onderneming samen met een gemotiveerde aanvraag bij aangetekend schrijven worden overgemaakt aan de Directeur-generaal van de dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werk Arbeid en Sectoraal Overleg. De Directeur-generaal legt het betrokken ondernemingsplan onmiddellijk ter beslissing voor aan een (nog op te richten) commissie bestaande uit 5 leden van werknemerszijde, 5 leden van werkgeverszijde die zetelen in de NAR en 3 door de koning benoemde leden. De Commissie neemt binnen de 2 weken na ontvangst van het ondernemingsplan een gemotiveerde beslissing op basis van volgende criteria: – – – voldoet de onderneming aan de voorwaarden tot erkenning als onderneming in moeilijkheden; voldoet het ondernemingsplan aan de wettelijk voorgeschreven bepalingen; wordt aangetoond dat de toepassing van de maatregelen voorzien in het ondernemingsplan leiden tot het vermijden van ontslagen. Indien er binnen de 14 dagen geen beslissing volgt, betekent dit dat er geen goedkeuring is. Een uitvoeringsbesluit zal voorzien in een strikte procedure waarbij een aanwezigheidsquorum wordt voorzien. Om geldig te kunnen beslissen moet de meerderheid van de leden van de Commissie aanwezig zijn. Bovendien moet de meerderheid van de leden die de werkgevers vertegenwoordigen en de meerderheid van de leden die de werknemers vertegenwoordigen aanwezig zijn. Indien het aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, wordt de Commissie binnen de drie dagen opnieuw bijeengeroepen. Voor een ondernemingsplan dat voor de tweede maal op de agenda wordt geplaatst, kan de Commissie geldig beslissen ongeacht het aantal aanwezige leden. Een beslissing van de Commissie is slechts geldig wanneer zij bij meerderheid van de stemmen van haar leden wordt genomen. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De gemotiveerde beslissingen van deze commissie worden door de Directeur-generaal van de dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werk Arbeid en Sectoraal Overleg overgemaakt aan de betrokken ondernemingen. 8 C. Maatregel 2: Tijdelijke individuele vermindering arbeidsprestaties om het hoofd te bieden aan de crisis van de 1. Betrokken werknemers Deze maatregel is enkel van toepassing op voltijdse arbeiders en bedienden. 2. Mogelijkheden De voorgestelde formule beoogt een dubbele doelstelling: – – toelaten aan ondernemingen waarvan de activiteit gedaald is ingevolge de huidige economische en financiële crisis, om de prestaties van hun werknemers te verminderen met 1/5 of 1/2; een vervangingsinkomen verzekeren aan de werknemers van deze ondernemingen wier prestaties werden verminderd teneinde hun inkomensverlies te beperken en zo dus de consumptie te blijven ondersteunen. Het betreft een autonome formule van vermindering ten aanzien van de andere formules van tijdskrediet en onderbreking van de loopbaan. Anciënniteits- en loopbaanvoowaarden, beperkingen van de duur en naleving van de grens van 5% zoals die bestaan bij tijdskrediet zijn hier niet van toepassing. Deze maatregel berust op een puur conventionele basis in tegenstelling tot het tijdskrediet, dat een recht in hoofde van de werknemer is. 3. Vermindering van de voltijdse arbeidsprestaties De voltijdse arbeidsprestaties kunnen met 1/5 of met ½ verminderd worden voor een periode van minstens 1 en maximum 6 maanden. Dergelijke vermindering kan, al dan niet met onderbreking ervan, vernieuwd worden zolang de onderneming op het ogenblik van de vernieuwing nog altijd aan de voorwaarden (zie hierboven onder B) voldoet. 4. Schriftelijke overeenkomst Wanneer de werkgever aan de werknemer voorstelt om zijn arbeidsprestaties te verminderen en de werknemer gaat hiermee akkoord, dan moeten werkgever en werknemer een overeenkomst sluiten. Deze overeenkomst is een bijlage bij de bestaande voltijdse arbeidsovereenkomst die bijgevolg een deeltijdse arbeidsovereenkomst wordt. Zij moet bijgevolg de deeltijdse arbeidsduur en het uurrooster vermelden. De overeengekomen verminderde arbeidsduur moet gemiddeld gerespecteerd worden over de overeengekomen periode: het is dus verboden om in deze periode bijkomende prestaties te leveren. De betrokken werknemer behoudt tijdens de periode van vermindering van zijn arbeidsprestaties ten aanzien van sommige takken van de sociale zekerheid zijn rechten als voltijdse werknemer. Een koninklijk besluit moet dit nog nader uitwerken. Wanneer de werkgever gedurende de periode van vermindering van de arbeidsprestaties om het hoofd te bieden aan de crisis, de arbeidsovereenkomst beëindigt zonder naleving van een opzeggingstermijn, dan zal de verschuldigde opzeggingsvergoeding berekend worden op basis van het lopend loon waarop de werknemer op het ogenblik van de beëindiging aanspraak had kunnen maken indien hij voltijds was blijven werken. 9 5. Inlichten van RVA 14 dagen vóór de vermindering van de voltijdse arbeidsprestaties, moet de werkgever via een kennisgeving aan het werkloosheidsbureau van de plaats waar de onderneming gevestigd is, aantonen: – – dat hij een onderneming in moeilijkheden is en dat hij gebonden is door hetzij een CAO hetzij een goedgekeurd ondernemingsplan. Deze kennisgeving moet gebeuren met een document dat nog moet vastgelegd worden door de bevoegde minister en dat aangetekend moet verzenden worden. Ingeval hij een omzetverlies inroept dan moet de werkgever de BTW-aangiften van de betrokken kwartalen bijvoegen. Binnen deze termijn van 14 dagen controleert het werkloosheidbureau dan de bewijsstukken van de werkgever. Als blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan, ontvangt de werkgever een bevestiging die geldig is voor het ganse jaar 2009 of 2010. Deze procedure moet niet meer nageleefd worden indien de werkgever ze reeds had gerespecteerd om maatregel 3 (zie verder onder D) in te voeren. 6. Toekenning van een vergoeding 6.1. Uitkering ten laste van de RVA De werknemer die zijn prestaties vermindert, geniet een uitkering om gedeeltelijk zijn inkomensverlies op te vangen. Een koninklijk besluit moet het bedrag van de uitkering bepalen, alsmede de nadere voorwaarden en regelen tot toekenning van deze uitkering. Als geen koninklijk besluit daaromtrent gesloten wordt dan zullen dezelfde regels van toepassing zijn als deze van toepassing ingeval van 1/5- en ½-tijdskrediet. De werknemer krijgt bijgevolg de volgende RVA-uitkeringen : Brutobedrag van de vergoeding (€) 444 188 248 Formule 1/2-tijdse vermindering 1/5-tijdse vermindering en jonger dan 50 jaar 1/5-tijdse vermindering en 50 jaar en ouder Deze uitkering heeft dezelfde hoedanigheid als een uitkering tijdskrediet, dus niet onderworpen aan RSZbijdragen maar wel belastbaar. 6.2. Bijkomende vergoeding door de werkgever is mogelijk maar niet verplicht. De werkgever kan een bijkomende vergoeding uitbetalen. Het loon, de uitkering en de bijkomende vergoeding mag dan wel niet meer bedragen dan 100 procent van het voorgaande voltijdse loon. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de aanpassing van de lonen aan de index en aan de baremieke loonsverhogingen. 7. Geldigheidsduur De overeenkomst loopt telkens op zijn einde op de laatste dag van de geldigheidsduur van de maatregel, dat is 31 december 2009 of, als de regering, na advies van de Nationale Arbeidsraad, beslist de maatregelen te verlengen na 31 december 2009, tot 30 juni 2010. 10 8. Mogelijkheid om recent aangevat tijdskrediet om te zetten Een werknemer die, tijdens de zes maanden voor deze nieuwe wet van kracht gaat, zijn arbeidsprestaties al met de helft of 1/5 heeft verminderd door het normale tijdskredietstelsel toe te passen, kan met terugwerkende kracht genieten van het nieuwe stelsel, op voorwaarde dat: – – – hij een overeenkomst sluit met zijn werkgever; dat zijn werkgever beantwoordt aan de voorwaarden om in moeilijkheden te zijn; de werkgever gebonden is door een CAO of een ondernemingsplan. Concreet betekent dit dat de werknemer, indien hij tussen januari en 25 juni 2009 tijdskrediet is beginnen opnemen in de vorm van een vermindering van zijn arbeidsprestaties met ½ of met 1/5, enerzijds kan genieten van hogere uitkeringen gebonden aan dit nieuwe stelsel en anderzijds zal de duur van de vermindering van de geleverde arbeidsprestaties in het kader van deze maatregel niet worden afgetrokken van het krediet dat de maximale duur van het tijdskrediet vastlegt tijdens de loopbaan van een werknemer. Een koninklijk besluit kan daartoe nadere regels en modaliteiten vastleggen. 11 D. Maatregel 3 : Tijdelijke collectieve regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. 1. Betrokken werknemers Deze maatregel is enkel van toepassing op bedienden die zowel voltijds als deeltijds tewerkgesteld zijn. Het betreft een tijdelijke maatregel die geen precedenten kan scheppen na afloop ervan. 2. Mogelijkheden Deze maatregel heeft tot doel een collectieve regeling in te voeren van : – volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de bedienden gedurende een periode vastgelegd in een CAO of goedgekeurd ondernemingsplan, met een minimum van 1 week en een maximum van 16 weken; – gedeeltelijke (instelling van een stelsel van verminderde arbeidsprestaties van minstens 2 werkdagen per week) schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de bedienden gedurende een periode vastgelegd in een CAO of ondernemingsplan, met een minimum van 2 weken en een maximum van 26 weken. Een combinatie van beide regelingen is mogelijk. In dat geval stemt een kalenderweek volledige schorsing overeen met twee kalenderweken van gedeeltelijke arbeid. Bijvoorbeeld, 24 weken van gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst komt overeen met 12 weken van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De werkgever die de maximumperiodes van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de overeenkomst niet naleeft, is verplicht het normaal loon aan de bediende te betalen gedurende de periode die deze grenzen te buiten gaat. 3. Na te leven procedure Om de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de bedienden volledig of gedeeltelijk te kunnen schorsen moet de werkgever niet alleen een onderneming in moeilijkheden zijn en een ondernemingsCAO of goedgekeurd ondernemingsplan hebben opgesteld (zie hierboven onder B) maar moet hij ook voorafgaandelijk aan de uitvoering van deze maatregel een bepaalde procedure naleven. In deze procedure kunnen twee fases onderscheiden worden: – Fase 1: Mededeling aan de RVA van de wil om de maatregel van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst te willen uitvoeren; – Fase 2: Kennisgeving aan de bedienden en de RVA van de uitvoering van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. 3.1. Fase 1: Mededeling aan de RVA van de wil om de maatregel van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst te willen uitvoeren. Uiterlijk 14 dagen vóór de dag dat de werkgever aan de bedienden en de RVA kennis wenst te geven van uitvoering van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, moet hij via een kennisgeving aan het werkloosheidsbureau van de plaats waar de onderneming gevestigd is aantonen: – – dat hij een onderneming in moeilijkheden is en dat hij gebonden is door hetzij een CAO hetzij een goedgekeurd ondernemingsplan. Deze kennisgeving moet gebeuren met een document dat nog moet vastgelegd worden door de bevoegde minister en dat aangetekend moet verzenden worden. Ingeval hij een omzetverlies inroept dan moet de werkgever de BTW-aangiften van de betrokken kwartalen bijvoegen. 12 De dag van deze kennisgeving moet de werkgever aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis van een ondernemingsraad, aan de vakbondsafvaardiging, een kopie van deze kennisgeving meedelen. Deze termijn van 14 dagen laat het werkloosheidbureau toe om de bewijsstukken van de werkgever te controleren. Na deze controle zal de werkgever worden verwittigd of hij al dan niet aan de gestelde voorwaarden voldoet, teneinde te vermijden dat hij ten onrechte overgaat tot een kennisgeving aan de bedienden en de RVA van de uitvoering van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst; Indien zijn bewijsstukken niet worden betwist, zal de werkgever kunnen overgaan tot één of meerdere kennisgevingen aan de bedienden en de RVA van uitvoering van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gedurende het jaar 2009, of eventueel 2010, zonder telkenmale deze eerste fase te moeten naleven. Deze procedure zal niet meer moeten nageleefd worden indien de werkgever ze reeds had gerespecteerd om maatregel 2 (zie hierboven onder C) in te voeren. 3.2. Fase 2: Kennisgeving aan de bedienden en de RVA van de uitvoering van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst; Minstens 7 dagen vóór de eerste effectieve dag van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (de dag van de kennisgeving en de eerste effectieve dag van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tellen niet mee) moet de werkgever een kennisgeving doen aan de bedienden en de RVA van de uitvoering van een volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Ingeval van een kennisgeving op een maandag zal de eerste effectieve dag van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst dinsdag van de daaropvolgende week zijn. De kennisgeving aan de bedienden kan gebeuren door middel van: – – een aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming of een individuele kennisgeving aan de betrokken werknemers. De kennisgeving moet vermelden: – – – naam, voornamen en gemeente van de woonplaats van de bedienden van wie de arbeidsovereenkomst wordt geschorst; het aantal schorsingsdagen en de data waarop de arbeidsovereenkomst voor elke bediende geschorst zal zijn; de datum waarop de volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan, en de datum waarop die schorsing een einde zal nemen. De informatie in de kennisgeving aan de bedienden moet ook naar de RVA verzonden worden. In tegenstelling tot bij economische werkloosheid voor arbeiders, kan deze mededeling enkel op electronische wijze gebeuren via de website www.sociale-zekerheid.be. Andere communicatievormen (fax of aangetekend schrijven) zijn niet mogelijk. De ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging wordt eveneens op de hoogte gebracht van de redenen die het gevolg zijn van de crisis en die de invoering van een regeling van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. De werkgever die deze kennisgeving niet doet, moet aan zijn bedienden het normaal loon betalen tijdens een periode van zeven dagen vanaf de eerste effectieve dag van de volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Doet hij ook dit niet, dan moet hij aan de bediende, voor alle dagen tijdens welke de uitvoering van de arbeidsovereenkomst werkelijk geschorst is, het normale loon betalen. De Koning moet wel nog het bedrag ervan bepalen. 13 4. Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst Pas na het doorlopen van de procedure waarvan sprake in punt 3 hierboven kan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst effectief geschorst worden. Zoals het geval is bij de arbeiders kan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst maar pas volledig of gedeeltelijk geschorst worden: – – wanneer de bediende alle inhaalrustdagen ingevolge arbeid op een zondag, op een feestdag of het presteren van overuren heeft opgenomen. Wanneer in een stelsel van kleine flexibiliteit de prestaties van de werknemer de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over de periode die de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voorafgaat, overschrijden. De werkgever mag volledige rustdagen toekennen om deze gemiddelde wekelijkse arbeidsduur na te leven. 5. Voortijdige stopzetting van de regeling De werkgever kan zijn bedienden terugroepen en opnieuw de regeling van volledige arbeid invoeren, indien hij dit door individuele kennisgeving aan de bedienden mededeelt. In dergelijk geval zal voor de berekening van de maximale periode van 16 of 26 weken evewel rekening gehouden worden met de duur die vermeld werd in de initiële kennisgeving. Indien daarentegen de werkgever de RVA op dezelfde wijze als bij de initiële kennisgeving op de hoogte brengt van deze vroege stopzetting, dan zal de periode die oorspronkelijk was voorzien maar nu niet wordt benut, toch niet worden meegeteld om de maximale periode van 16 of 26 weken te berekenen. Indien een werkgever in een kennisgeving voorziet dat gedurende 16 weken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de bedienden volledig wordt geschorst maar na 10 weken deze regeling stopzet mits kennisgeving ervan aan de RVA, dan worden enkel de 10 opgenomen en niet de 6 niet opgenomen weken meegeteld om de maximale periode van 16 weken te berekenen. 6. Verhoging van het aantal schorsingsdagen of overgang van een gedeeltelijke naar een volledige schorsing Telkens als de werkgever het oorspronkelijk voorziene aantal schorsingsdagen verhoogt of van een regeling van gedeeltelijke schorsing overgaat naar een volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, is hij verplicht deze kennisgeving te doen volgens de regels vermeld onder punt 3.2. hierboven. 7. Vergoedingen De werknemer geniet tijdens de periode van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst: 1° een “crisisuitkering” ten laste van de RVA maar uitbetaald door de vakbond of hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen die overeenstemt met 70 (samenwonenden) of 75 (alleenstaanden en gezinshoofden) procent van het geplafonneerde brutoloon (op dit ogenblik 2.206,46 €); 2° een supplement ten laste van de werkgever. Dit supplement is verplicht en moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de arbeiders van dezelfde werkgever die werkloosheidsuitkeringen genieten in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens tijdelijke werkloosheid. Het bedrag van dit supplement moet worden vastgesteld door een CAO of een goedgekeurd ondernemingsplan (zie hierboven onder punt B). Dit supplement wordt beschouwd als een aanvulling op een sociale zekerheidsvergoeding en is bijgevolg vrijgesteld van RSZbijdragen. De uitkering en het supplement mogen niet meer bedragen dan 100 procent van het voorafgaandelijk voltijdse loon. 14 8. Einde van de arbeidsovereenkomst De bediende wiens arbeidsprestaties wordt geschorst, behoudt zijn rechten als voltijdse werknemer. Gedurende de periodes van volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst heeft de bediende het recht om zijn arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen. Zowel de bediende als de werkgever kunnen de overeenkomst opzeggen tijdens de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst. Bij opzegging door de bediende gegeven voor de schorsing, loopt de opzeggingstermijn tijdens die schorsing. Bij opzegging door de werkgever gegeven vóór of tijdens de schorsing, houdt de opzeggingstermijn op te lopen tijdens de schorsing. 15