JAARVERSLAG 2012 en 2013 JAARVERSLAG TECHNISCHE COMMISSIE BODEMBEWEGING VERSLAG OVER DE JAREN 2012 EN 2013 Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 Inhoudsopgave 1. Samenstelling en secretariaat 2. Werkzaamheden 2012 en 2013 2.1 Omschrijving wettelijke taken 2.2 Verrichte werkzaamheden 2012 en 2013 2.2.1 Advisering aan de minister van Economische Zaken 2.2.2 Technisch Platform Aardbevingen 2.2.3 Technisch Platform Bodembeweging 2.2.4 Technisch Platform Nazorg Steenkolenwinning Limburg (TP-NSL) 2.2.5 Inlichtingen m.b.t. uitvoerbaarheid wettelijke voorschriften 2.2.6 Verstrekken van informatie aan burgers 2.2.7 Advisering van burgers 2.2.8 Schadeafhandeling en preventieve maatregelen NAM 2.2.9 Kennisvergroting 3. Toelichting eigen bijdrage 4. Bijlage Curricula Vitae Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 1. Samenstelling en secretariaat De Technische commissie bodembeweging (hierna: Tcbb) was in 2012 en 2013 als volgt samengesteld: Voorzitter: dr. D.K.J. Tommel Leden: dr. H.W. Haak (vice-voorzitter) prof. dr. ir. J. Blaauwendraad prof. dr. ir. F.B.J. Barends (tot 1 juni 2013) drs. J.J. Klasen mr. H. Linthorst ir. G. Hannink (per 1 januari 2013) prof. ir. A.C.W.M. Vrouwenvelder (per 1 januari 2013) prof. dr. H.G. Sol (per 1 mei 2013) Secretaris drs. C.P. de Zwaan (tot 1 oktober 2013) S.H. van Oeveren Msc (per 1 oktober 2013) Waarnemer EZ drs. P. Jongerius In 2013 is dhr. Barends eervol ontslagen van zijn werkzaamheden bij de Tcbb. Daarnaast zijn er drie nieuwe leden benoemd om de Tcbb uit te breiden met bouwspecifieke en bedrijfskundige kennis voor het toegenomen aantal aanvragen. Te weten: dhr. Hannink, dhr. Vrouwenvelder en dhr. Sol. Dhr. Sol is aangetrokken voor de bedrijfskundige expertise benodigd voor de advisering aan de minister over het proces van schadeafhandeling van de NAM (paragraaf 2.2.5). Per 1 oktober 2013 heeft mw. Van Oeveren de rol van secretaris overgenomen van mw. De Zwaan. Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 2. Werkzaamheden 2012 en 2013 2.1 Omschrijving wettelijke taken Conform de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) voert de Tcbb de volgende taken uit: 1. Advisering over winnings- en opslagplannen: Advisering van de minister van Economische Zaken (hierna: EZ) over door hem te geven beschikkingen. Dit is in de praktijk de advisering over nieuwe of gewijzigde opslag- en winningsplannen met betrekking tot de onderdelen bodemdaling en bodemtrilling ten gevolge van de winning en de maatregelen ter voorkoming van schade door deze bodembewegingen (art. 114, tweede lid, onder a, Mbw en art. 35, eerste lid, onder f, Mbw); 2. Inlichtingen m.b.t. uitvoerbaarheid wettelijke voorschriften: Het desgevraagd verstrekken van inlichtingen die nodig zijn voor de beoordeling van de uitvoerbaarheid van voorgenomen wettelijke voorschriften, aan de minister van EZ (art. 114, tweede lid, onder b, Mbw); 3. Verstrekken van informatie aan burgers: Het verstrekken van informatie over het verband tussen bodembeweging en mijnbouwactiviteiten, aan degene bij wie schade is te verwachten door bodembeweging die redelijkerwijs het gevolg kan zijn van mijnbouwactiviteiten (art. 114, tweede lid, onder c, Mbw); 4. Advisering van burgers: Het adviseren van degene bij wie schade is opgetreden door bodembeweging die redelijkerwijs het gevolg kan zijn van mijnbouwactiviteiten m.b.t. het verband tussen die schade en de mijnbouwactiviteiten alsmede de hoogte van het schadebedrag (art. 114, tweede lid, onder d, Mbw); 2.2 Verrichte werkzaamheden 2012 en 2013 Hieronder worden de gerealiseerde werkzaamheden weergegeven. Vergaderingen 2012 05.01.2012 02.02.2012 08.03.2012 05.04.2012 03.05.2012 07.06.2012 05.07.2012 02.08.2012 06.09.2012 04.10.2012 01.11.2012 06.12.2012 Vergaderingen 2013 17.01.2013 21.02.2013 21.03.2013 18.04.2013 16.05.2013 20.06.2013 18.07.2013 15.08.2013 19.09.2013 17.10.2013 18.11.2013 11.12.2013 2.2.1 Advisering aan de minister van Economische Zaken De Tcbb heeft de minister van EZ geadviseerd over verschillende winnings- en opslagplannen. Voor de advisering door de Tcbb was het advies van Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) en TNO – Geologische dienst Nederland beschikbaar (hierna: TNO). De Tcbb richt zich in haar advies op mogelijke schade door bodemdaling en/of bodemtrilling als gevolg van de winning van delfstoffen en/of aardwarmte en de opslag van stoffen (o.a. aardgas, CO2 en water in de diepe ondergrond). Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 De minister heeft in 2003 voorgesteld dat de Tcbb advies uitbrengt na ontvangst van de adviezen van SodM en TNO. De minister en de Tcbb vinden dit een praktische benadering, waarbij doublures in de adviesronde worden voorkomen. De winningsplannen worden wel eerder aan de Tcbb toegezonden, zodat de aangeleverde informatie vroeg op volledigheid kan worden beoordeeld en in voorkomende gevallen tijdig om aanvullingen kan worden gevraagd. Overzicht 2012: Aantal adviesverzoeken 2012 Aantal adviezen Tcbb 2012 Winningsplannen 17 17 Opslagplannen 2 2 Winningsplannen 30 28 Opslagplannen 2 2 Overzicht 2013: Aantal adviesverzoeken 2013 Aantal adviezen Tcbb 2013 Aan het eind van het jaar 2011 waren er geen winnings- of opslagplannen bij de Tcbb in behandeling. De twee overgebleven adviesverzoeken uit 2013 zijn begin 2014 beantwoord. De Tcbb heeft de winnings- en opslagplannen getoetst aan de punten die in artikel 35, eerste lid, onder f, van de Mbw, respectievelijk artikel 24, eerste lid onder p tot en met s, van het Mijnbouwbesluit worden genoemd: p. een risicoanalyse omtrent bodemtrillingen als gevolg van de winning; q. een beschrijving van de mogelijke omvang en verwachte aard van de schade door bodembeweging; r. een beschrijving van de maatregelen die worden genomen om bodembeweging te voorkomen of te beperken; s. een beschrijving van de maatregelen die worden genomen om schade door bodembeweging te voorkomen of te beperken. 2.2.2 Technisch Platform Aardbevingen Het TPA is een overlegplatform van de gezamenlijke mijnondernemingen met het doel kennis over geïnduceerde aardbevingen te vergroten. Voor deze bijeenkomsten worden afgevaardigden van TNO, KNMI, Deltares en Tcbb uitgenodigd. Twee afgevaardigden van de Tcbb hebben deze vergaderingen in 2012 en 2013 vier keer bijgewoond. Gevolgen voor bodembeweging door “niet-traditionele mijnbouw” De Tcbb heeft informatie vergaard over aardwarmte en schaliegas. Op 23 november 2013 heeft er op initiatief van TPA een workshop over schaliegas plaatsgevonden. De Tcbb heeft deze workshop gefaciliteerd (o.a. door het voorzitterschap). 2.2.3 Technisch Platform Bodembeweging In het Technisch Platform Bodembeweging (TPB) bespreken mijnbouwondernemingen gemeenschappelijke belangen op het terrein van geodetische metingen. Voor deze bijeenkomsten worden afgevaardigden van TNO, TU Delft en Tcbb uitgenodigd. Door de Tcbb zijn deze vergaderingen in 2012 en 2013 vier keer bijgewoond. Industrieleidraad In 2012 en 2013 heeft de TPB gewerkt aan het opstellen van een industrieleidraad met betrekking tot de verwerking van de gegevens over bodemdaling door delfstofwinning. Een belangrijk aspect bij het winnen van delfstoffen is de verwachte daling van de bodem en het bewaken van de toename van de daling tijdens de productie. Er bestond geen eensluidende opvatting over de methodiek voor het verwerken van relatieve hoogtemetingen om de bodemdaling door delfstofwinning eenduidig vast te stellen. Om de minister van EZ hierover te adviseren heeft de Tcbb een werkgroep “Methodiek verwerking hoogtemeting” ingesteld. In het rapport “Van meting naar daling” (november 2009) licht de werkgroep haar standpunt toe. Dit rapport is te vinden op www.tcbb.nl. Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 Naar aanleiding van het rapport ‘Van meting naar daling’ is er door de delfstofwinners, onder begeleiding van SodM en met inbreng van de Tcbb, een industrieleidraad opgesteld. Deze leidraad omschrijft de regels omtrent de verwerking van gegevens over de bodemdaling door delfstofwinning. Doordat de industrie zich aan deze werkwijze committeert, hoeft de overheid geen gedetailleerde regels uit te vaardigen. De industrieleidraad is te vinden op tcbb.nl. 2.2.4 Technisch Platform Nazorg Steenkolenwinning Limburg (TP-NSL) Onder leiding van SodM komen ambtenaren van gemeenten, waterschap en provincie in ZuidLimburg halfjaarlijks samen die betrokken zijn bij schade aan woningen en gebouwen als gevolg van na-ijlende effecten van vroegere mijnbouw. Aan dit technisch overleg neemt de Tcbb deel. In 2012 en 2013 heeft dit vier keer plaats gehad. Oorzaken van gebouwenschade Limburg Het merendeel van de adviesverzoeken die de Tcbb ontvangt betreft schade aan gebouwen in ZuidLimburg. SodM heeft zeven mogelijke na-ijlende gevolgen van de voormalige steenkoolwinning vastgesteld. Om de risico’s hiervan beter in beeld te krijgen laat de minister van EZ, onder leiding van SodM, onderzoek uitvoeren naar deze na-ijlende gevolgen. De Tcbb heeft zich door SodM laten informeren over de inhoud en voortgang van dit onderzoek. Daarnaast is de Tcbb verschillende malen in Zuid-Limburg geweest om te spreken met lokale betrokken partijen en om schademeldingen nader te onderzoeken. 2.2.5 Inlichtingen m.b.t. uitvoerbaarheid wettelijke voorschriften Er zijn in 2012 en 2013 geen verzoeken van de minister van EZ ontvangen met betrekking tot het verstrekken van inlichtingen voor de beoordeling van de uitvoerbaarheid van voorgenomen wettelijke voorschriften. 2.2.6 Verstrekken van informatie aan burgers Gedurende 2012 en 2013 zijn er verschillende verzoeken om informatie door burgers ingediend. Het ging hierbij met name om gegevens over de mijnbouwmaatschappij die verantwoordelijk kan worden gesteld bij schade en op welke wijze de Tcbb ingeschakeld kan worden. Op de website www.tcbb.nl kunnen burgers informatie vinden over de taken van de Tcbb. Daarnaast kan er een formulier gedownload worden om een adviesverzoek in te dienen, is er specifieke informatie over Limburg beschikbaar en achtergrondinformatie over het winnen van delfstoffen. 2.2.7 Advisering van burgers Ontvangen en afgehandelde adviesverzoeken 2012 2013 In behandeling aan begin jaar 37 22 Ontvangen 5 18 Waarvan ontvankelijk 4 18 Afgehandeld 19 21 Aantal in 2012 en 2013 ontvangen ontvankelijke adviesverzoeken per provincie Provincie Friesland Groningen Limburg Noord-Holland Totaal Aantal ontvangen adviesverzoeken in 2012 3 1 4 Aantal ontvangen adviesverzoeken in 2013 2 1 15 18 Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 Aantal in 2012 en 2013 afgehandelde adviesverzoeken per jaar van indiening Jaar 2013 2012 2011 2010 2009 Totaal Afgehandeld in 2012 16 1 2 19 Afgehandeld in 2013 3 1 11 2 4 21 De eerder ontvangen aanvragen uit de periode 2009 t/m 2011 zijn nu, op één adviesverzoek na, afgehandeld. Hieronder vallen ook de vijfentwintig aanvragen die in 2011 waren ontvangen uit Trips- en Borgercompagnie (Groningen). Naar aanleiding van nader onderzoek door de Tcbb is geadviseerd dat er geen causaal verband is tussen de schade aan de woningen en de zoutwinning. Enkele adviesvragen zijn niet verder in behandeling genomen, omdat er geen betaling van de advieskosten voor het inschakelen van de Tcbb had plaatsgevonden. In 2012 heeft de Tcbb 19 keer geadviseerd naar aanleiding van een adviesverzoek van burgers. Van die 19 gevallen heeft de Tcbb één keer geadviseerd dat de schade naar grote waarschijnlijkheid de oorzaak is van mijnbouwactiviteiten. Het ging in dat geval om vroegere mijnbouwactiviteiten in Zuid-Limburg. Het totale schadebedrag dat hiermee is gemoeid is € 5.300. In 2013 heeft de Tcbb 21 keer geadviseerd naar aanleiding van een adviesverzoek van burgers. Van die 21 gevallen heeft de Tcbb acht keer geadviseerd dat de schade naar grote waarschijnlijkheid de oorzaak is van mijnbouwactiviteiten. Het ging in alle gevallen om vroegere mijnbouwactiviteiten in Zuid-Limburg. Het totale schadebedrag dat hiermee is gemoeid is € 444.841. Eind 2013 zijn er nog 19 adviesaanvragen in behandeling. Het betreft 16 aanvragen uit ZuidLimburg, twee uit Friesland en één uit Groningen. De wat langer lopende adviesverzoeken uit ZuidLimburg kosten veel tijd door de hoge technische complexiteit. 2.2.8 Schadeafhandeling en preventieve maatregelen NAM Op 3 mei 2013 heeft de minister van EZ de Tcbb gevraagd om een leidende rol te spelen bij het onderzoek naar de afhandeling van de schademeldingen en de preventieve maatregelen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: NAM) naar aanleiding van de aardbevingen van het Groningenveld. Dit onderzoek maakte deel uit van de in totaal 11 onderzoeken die de minister van EZ liet uitvoeren om een besluit te kunnen nemen over de toekomstige gaswinning in het Groningerveld. De Tcbb heeft de minister in juli 2013 geïnformeerd over de tussentijdse bevindingen. In het definitieve advies (december 2013 en januari 2014) is ook het advies over het winningsplan Groningen meegenomen, omdat deze naar het oordeel van de Tcbb nauw met elkaar samenhangen. Bij ingrijpende schadeherstelwerkzaamheden zouden ook idealiter meteen de gewenste preventieve versterkingsmaatregelen moeten worden uitgevoerd, en de preventieve maatregelen vinden plaats in het kader van het winningsplan. Het advies van de Tcbb is te vinden op www.rijksoverheid.nl (economie en ondernemen – aardbevingen Groningen). 2.2.9 Kennisvergroting In 2012 en 2013 heeft de Tcbb zich laten informeren over of is op een andere wijze betrokken geweest bij: - Kennisuitwisseling in de TPA, zie paragraaf 2.2.2. - Kennisuitwisseling in de TPB, zie paragraaf 2.2.3. - Kennisuitwisseling in de TP-NSL, zie paragraaf 2.2.4. Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 3. Toelichting eigen bijdrage Voor het afwikkelen van een verzoek om advies betaalt iedere verzoeker een bedrag van € 90 in het geval van natuurlijke personen of € 181 in het geval van rechtspersonen. Deze bedragen worden geboekt op een aparte rekening, waarover de secretaris het beheer voert. Het bedrag wordt gerestitueerd aan de verzoeker als de Tcbb adviseert tot een schadevergoeding die gelijk is aan of hoger dan het bedrag dat de mijnonderneming heeft geboden. Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 BIJLAGE Curriculum Vitae van de Tcbb-leden Dick Tommel heeft chemie gestudeerd aan de universiteit van Utrecht waarna een wetenschappelijke functie volgde bij drie instellingen; sinds 1971 is hij werkzaam geweest in de sfeer van toezicht op de hygiëne van het milieu bij zowel Rijks- als provinciale overheid. Hierna volgde een lidmaatschap van de Tweede Kamer met als werkgebied economische zaken, milieu, verkeer & waterstaat, landbouw en visserij, ontwikkelingssamenwerking en volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Van 1994 tot 1998 was hij staatssecretaris op het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Sindsdien vervult hij verschillende parttime functies, zowel bij de overheid als in de particuliere sector; de meeste betreffen milieueffectrapportage en het bevorderen van energiebesparing in de gebouwde omgeving en de ontwikkeling van duurzame energie. Ook is hij voorzitter van de KNB, vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek. Hein Haak is sinds 1983 werkzaam als seismoloog bij de afdeling Seismologie van het KNMI. Sinds 1988 gaf hij leiding aan deze afdeling van ongeveer 15 medewerkers die naast de analyse van waarnemingen op seismologisch gebied ook onderzoek verrichten naar aardbevingen in Noorden Zuid-Nederland. Tijdens een promotieonderzoek in 1978/83 over elektronenspectroscopie in de fysische chemie aan de Rijksuniversiteit van Groningen is de belangstelling voor de seismologie ontstaan. De training in de geofysica heeft hij gekregen aan de University of California in San Diego bij het Institute of Geophysics and Planetary Physics in La Jolla 1985/86. Aanvankelijk ging zijn belangstelling uit naar instrumentale aspecten van de seismologie en de risico’s van aardbevingen in Zuid-Nederland (Roermond 1992), later zijn ook de schokken in Noord-Nederland onderzocht. Sinds 1988 is ook de toepassing van de seismologie en infrageluid voor de naleving van het Kernstopverdrag aan de orde geweest. In de periode van 2006 tot heden is hij directeur van de sector klimaat en seismologie van het KNMI. Johan Blaauwendraad is civiel ingenieur met een specialisatie in de sterkteleer van constructies. Na werkzaam te zijn geweest bij TNO-IBBC (nu TNO Bouw en Ondergrond) en ingenieursdiensten van Rijkswaterstaat is hij tot en met 2003 hoogleraar Toegepaste Mechanica geweest aan de Technische Universiteit Delft. Zijn onderzoek betrof het gedrag van constructies in zowel de Grond-, Weg- en Waterbouw als in de Bouw en Utiliteitsbouw. Ook studies in de Offshore Technologie behoorden tot het werkterrein. Hij was bestuurlijk actief in nationale en internationale ingenieursassociaties en was rector magnificus van de TU Delft. Hij leidde het ICES-KIS programma Delft Cluster voor innovatieve oplossingen in een dichtbevolkte delta en zat vervolgens de wetenschappelijke adviesraad van deze organisatie voor. Hij is wetenschappelijk directeur geweest van de Onderzoekschool Bouw, de Nederlandse bundeling van promotieonderzoek op het gebied van construeren voor de bouw. Van zijn hand verschenen vier boeken op zijn vakgebied. Hans Klasen heeft geologie gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht. Vanaf 1978 tot aan zijn pensioen in oktober 2006 is hij als geoloog werkzaam geweest, eerst bij Amoco en later bij BP, in de opsporing en winning van aardolie en aardgas. Sinds 1994 is hij middels diverse werkgroepen nauw betrokken geweest bij de problematiek van bodembeweging vanwege de winning van aardgas in Nederland. Huub Linthorst is jurist. Vanaf 1971 is hij werkzaam geweest op verschillende ministeries, sedert 1982 bij het Ministerie van Economische Zaken. Op dat ministerie bekleedde hij verschillende functies bij de directie Wetgeving en Juridische Zaken. Vanaf 1999 was hij daar directeur. In mei 2010 ging hij met pensioen. Naast het lidmaatschap van de Tcbb heeft hij nog verschillende andere parttimefuncties, zoals het lidmaatschap van de Kwaliteitscommissie BIBOB en de bezwarencommissie CBS en treedt hij op als docent bij onder meer de Academie voor overheidsjuristen en de Beroepsopleiding financieel-economisch beleidsmedewerker. Geerhard Hannink heeft civiele techniek gestudeerd aan de Technische Universiteit Delft. Na enkele jaren werkzaam te zijn geweest aan de Universiteit van Zambia heeft hij zich tot 1989 bij het Laboratorium voor Grondmechanica (het huidige Deltares) gespecialiseerd in de geotechniek. Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013 JAARVERSLAG 2012 en 2013 In 1989 werd hij benoemd tot hoofd van het Adviesbureau Geotechniek van Gemeentewerken Rotterdam en was hij tot 1999 verantwoordelijk voor het uitvoeren van alle advieswerkzaamheden op het gebied van de geotechniek en de geohydrologie. Daarna is hij als adviseur binnen het Ingenieursbureau van Gemeentewerken betrokken geweest bij de ontwikkeling van de grote gemeentelijke projecten RandstadRail en Rotterdam Centraal. Naast zijn werkzaamheden voor de Gemeente Rotterdam is hij lid van de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Ton Vrouwenvelder volgde een opleiding tot civiel ingenieur aan de TU Delft, waarvoor hij in 1970 cum laude slaagde. In het begin van zijn loopbaan hield hij zich voornamelijk bezig met de berekening van het bezwijkgedrag van constructies (stabiliteit, plasticiteit, scheurvorming). In toenemende mate werd daar het stochastisch karakter van belastingen en materiaaleigenschappen bij meegenomen en kwam de risico-analytische benadering van veiligheidsvraagstukken centraal te staan. Hij heeft gewerkt aan de ontwikkeling van modellen en rekentechnieken in de constructieve veiligheid, brandveiligheid, tunnelveiligheid en duurzaamheid. Ton Vrouwenvelder is betrokken bij verschillende nationale en internationale onderzoekprojecten en bij het opstellen van Nederlandse en Europese voorschriften en richtlijnen op het gebied van de bouw. Hij wordt regelmatig geconsulteerd in verband met risico-analytische aspecten van bijzondere constructies. Hij is lid van verschillende commissies, waaronder de CEN commissie voor de Eurocode Belastingen en het Joint Committee on Structural Safety, waarvan hij een van de former presidents is. Henk Sol volgde de opleiding Econometrics, Operations Research and Information Systems aan de Rijksuniversiteit Groningen, waarvoor hij in 1974 cum laude slaagde. Van 1974 tot 1984 was hij assistent-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen waar hij betrokken was bij de ontwikkeling en leiding van een masterprogramma informatiesystemen binnen de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. In 1984 werd hij benoemd tot hoogleraar Information Systems Development aan de TU Delft. In 1992 werd hij benoemd tot hoogleraar Systems Engineering aan de TU Delft en sinds 2004 is hij hoogleraar Engineering and ICT aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van 1992 tot 1998 was Henk Sol oprichter en decaan van de faculteit Engineering, Policy Analysis and Management. Van 1999 tot 2004 was hij aangesteld als wetenschappelijk directeur van het Delft Institute for Information technology in Systems Engineering (DITSE). Van 2004 tot 2008 was hij oprichter en decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Henk Sol heeft sinds 1972 opgetreden als managementconsultant voor verschillende overheden en een groot aantal nationale en internationale organisaties. Hij won zowel de IFIP Outstanding Service Award als de IFIP Silver Core. Henk Sol is auteur van honderden publicaties op het gebied van ICT, managementinformatiesystemen, procesverbetering, besliskunde en telematica. Hij heeft bijna 80 promovendi begeleid en hij begeleidt er nu nog ruim 20. Ook begeleidde hij meer dan 700 ingenieurs, technisch bedrijfs- en bestuurskundigen bij het afstuderen. Technische commissie bodembeweging – verslag over de jaren 2012 en 2013