Interview Wëreldbänd Muzikale komieken die houden van ontsporen De vijf mannen van de Wëreldbänd staan aan de vooravond van hun nieuwe, vijfde theatershow ((werk)titel). Wie ze kent, weet wat voor spektakel ze neer kunnen zetten. Voor wie ze minder goed kent, een nadere kennismaking. Want is het cabaret dat ze maken? Is het muziektheater? Is het variété? Eigenlijk past de Wëreldbänd in alle drie die categorieën. Wie van muzikale slapstick houdt, zit in ieder geval geramd bij deze fysieke grappenmakers. Ontsporende sketches met een twist waar het vakmanschap vanaf spat. Rogier Bosman, lid van het eerste uur, vertelt: “Wij zijn van oorsprong muzikanten, dus veel van onze scènes ontstaan vanuit de muziek. Omdat we met zijn vijven zijn, heeft ieder van ons zijn eigen kracht en invalshoek, de een is grappiger, de ander soms wat serieuzer of juist dromeriger. Maar voor ons is humor het belangrijkste.” Net zo precies als circusartiesten Afgelopen najaar deden de mannen voor de tweede keer deden mee aan ‘Cirque Stiletto’, met Karin Bloemen als leading lady. En voor de tweede keer kwam de pers superlatieven tekort om de muzikale komieken aan te prijzen: ‘Wëreldbänd steelt de show…Met zijn komische variété met een vleugje acrobatiek het absolute hoogtepunt van ‘Cirque Stiletto 3’.’ (Telegraaf). ‘Zes fenomenale, veelzijdige muzikanten die de clownerie van Mini & Maxi in hun act hebben gestopt.’ (Volkskrant) ‘De scènes van de Wëreldbänd zijn allemaal raak.’ (Parool). Bosman heeft er – misschien – wel een verklaring voor: “Allereerst te gek dat de pers ons zo gezien heeft, daar zijn we ontzettend trots op. Toen we aan de vorige editie van ‘Cirque Stiletto’ meededen, voelden we ineens heel veel op zijn plek vallen. Het klopte. Wij blijken veel gemeen te hebben met circusartiesten. Qua manier van werken, doen en over een act nadenken.” Wat die manier dan is? “De precisie. Het publiek denkt vaak dat we staan te improviseren, maar het grootste gedeelte van onze show, en dus ook van onze acts in ‘Cirque Stiletto’, is tot op de honderdste seconde vastgelegd. Anders gaat het mis. Als je een instrument gooit en niemand vangt hem… Dat is bij circusartiesten hetzelfde. Ze zijn heel precies en oefenen net zo lang totdat het lukt. Ook de dingen die eigenlijk niet zouden moeten lukken.” Streken uithalen Na achttien jaar spelen, waarvan zo’n tien jaar in het theater, met vier theaterprogramma’s en uitstapjes met zowel Brigitte Kaandorp als het Residentie Orkest, komen de mannen voor hun gevoel steeds dichter bij de kern. Ze manifesteren zich in ((werk)titel nieuwe show) meer dan ooit als muzikale komieken. Met humor op het snijvlak van lachen en waar het kan ook een beetje schrijnen. En dus duikt de Wëreldbänd dieper in zijn prille relatie met het circus en variété. In ‘Cirque Stiletto’ zit al een pareltje van een act – ontwikkeld met variété-grootmeester Karel de Rooij (Mini) – die zó mee kan naar de nieuwe show. De mannen hebben chique, maar sjofele lange jassen aan en spelen een orkestje dat, typisch Wëreldbänd – steeds van instrumentarium wijzigt. Violen worden in een handomdraai blaasinstrumenten bijvoorbeeld. Daarnaast komt er veel slapstick aan te pas: man zakt door stoel, maar blijft doorspelen op zijn concertina, orkestleden raken met elkaar in gevecht. Er is een grote tuba waar allerlei streken mee worden uitgehaald, er wordt ongegeneerd met contrabassen gezwaaid en natuurlijk wordt een dame uit het publiek ‘liefdevol’ toegezongen. Eerbetoon aan variété-klassiekers Om inspiratie voor bijvoorbeeld deze act op te doen, praatte de Wëreldbänd uitgebreid met De Rooij, die naast het delen van zijn eigen vakmanschap en ervaring, de mannen veel oude variété acts liet zien. Bosman: “Wij willen altijd graag het wiel opnieuw uitvinden, maar dit keer zijn we anders te werk gegaan. Wat is er mooier dan af en toe een ode te brengen aan die prachtige nummers van vroeger? Want dat is vaak heel grappig, mooi en goed gedaan. En Bach wordt immers ook al eeuwenlang uitgevoerd.” Dus zie je een knipoog naar Mini & Maxi en een eerbetoon aan de beroemde Zwitserse clown Grock en aan de muzikale slapstick van Spike Jones. “We voelen ons steeds meer komiek en clown, maar de basis blijft muziek. Dus wij bedenken bij een act: wat kunnen we doen in die maat? In een tel? Daardoor bekijk je het al anders dan die voorgangers. Qua muziek wilden wij graag iets doen met de ‘Hongaarse dansen’ van Brahms, die zijn filmisch gezien te gek. En dan is het een kwestie van samen grappige vondsten aan elkaar rijgen.” Dat dat ook letterlijk niet zonder slag of stoot gaat is te zien aan de knokkels van Bosman die onder de kleine wondjes zitten. “En ik heb Ro ook al eens per ongeluk voor zijn neus geslagen. Maar dat hoort erbij,” besluit hij opgewekt. Pure slapstick Waar misschien voorheen het muzikale de boventoon voerde, slaan de mannen dus nu de weg van de slapstick in. Bosman: “Dat muzikale zal altijd blijven, dat hoort bij ons, maar ik denk dat het nu fifty-fifty wordt. Dan is ook fijn voor ons, want dan hebben we meer vrijheid.” Dan ironisch: “We zijn niet op deze planeet gekomen om een voorstelling te maken met een pretentieus verhaal.” Nee, ze zoeken meer dan ooit de lol op, de pure slapstick, maar dan met gebruikmaking van het grote arsenaal aan instrumenten dat de mannen ook beheersen. “We zijn er om mensen te vermaken. En maken het liefst een liedje of een act waarbij we ineens iets heel anders gaan doen. Waarbij we denken: deze zien de mensen niet aan komen. Een onverwachte hoek om slaan, als het ware.” Want bij de Wëreldbänd is het de sport om altijd alles anders te doen dan anders. “Dat is onze ambitie. Op alle vlakken. Vermoeiend? Soms wel, ja.” Bosman lacht. “Wij willen dingen nou eenmaal graag anders invullen dan traditioneel gebeurt.” Wie wil weten hoe dat er precies uitziet, komt maar lekker naar ((werk)titel show).