EEN FOLDER MAKEN De voorbije week sprak je zowel in de les PAV als in de les Verzorging over het thema stress. Uit al die gesprekken bleek dat stress op school echt wel een probleem van deze tijd is. Met de kennis die jij in de voorbije lessen hebt opgedaan, zou je dan ook vast en zeker de leerlingen van andere klassen kunnen helpen. De opdracht van deze les luidt dan ook: Opdracht Maak een folder met nuttige informatie over stress voor de leerkrachten en leerlingen van de school We verdelen de opdracht in 2 delen. In deel 1 verzamelen we informatie op het internet, in deel 2 schrijven we de folder. DEEL 1 – INFORMATIE VERZAMELEN 1. ORIENTEREN A. TAAK AFBAKENEN Doelgroep: voor wie is de folder bestemd? ………………………………………………………………………. Wat vinden deze mensen belangrijk, wat zouden zij graag willen weten over het thema? ………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………….. Welke onderdelen, rubrieken zou je dan ook aan bod kunnen laten komen in je folder? Noem er zo veel mogelijk, in deze fase hoef je nog niet te kiezen. Ook de volgorde van de vragen is nog niet belangrijk. Eén voorbeeld is al ingevuld. Tip: je mag inspiratie opdoen uit het klasgesprek bij PAV en uit de les Verzorging over stress 1. Soorten stress 6. 2. 7. 3. 8. 4. 9. 5. 10. B. ZOEKVRAGEN FORMULEREN Je maakte een lijstje van onderdelen die aan bod kunnen komen in de folder. Formuleer nu de vragen waarop je een antwoord moet zoeken om die onderdelen te kunnen maken. Noem er zo veel mogelijk, je hoeft nu nog geen keuze te maken. Eén voorbeeld is al ingevuld Als je niet goed weet hoe je een goede vraag moet formuleren, kan je inspiratie opdoen in het kadertje onderaan. Onze zoekvragen zijn: - Welke soorten van stress bestaan er? - ………………………………………………………………………………………………………………………………. - ……………………………………………………………………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………………………………………………………………. - ……………………………………………………………………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………………………………………………………………. - ……………………………………………………………………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………………………………………………………………. - ………………………………………………………………………………………………………………………………. - ……………………………………………………………………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………………………………………………………………. - ……………………………………………………………………………………………………………………………….. - ………………………………………………………………………………………………………………………………. Goede zoekvragen formuleren - Formuleer open vragen, GEEN ja/neen-vragen NIET GOED: Kunnen leerlingen in de basisschool ook last hebben van stress? WEL GOED: Op welke leeftijd hebben leerlingen het meeste last van stress? - Gebruik de w’s om goede vragen te formuleren: begin je vraag met wie, wat, welke, hoe, waarom, waardoor, waarvoor, waarmee, waartoe….. Voorbeelden van goede zoekvragen zijn: Wat zijn de kenmerken van…..; Wat is het verschil tussen ..en ..; Wat kunnen we doen om het probleem op te lossen? Welke maatregelen kunnen we nemen? Wanneer is het begonnen of geëindigd? Hoe kan de situatie evolueren? …. 2. VERKENNEN A. EEN KEUZE MAKEN Kies uit de lijst met zoekvragen de 5 vragen die jullie zeker in jullie folder willen beantwoorden. Noteer de vragen in de ovalen van de mindmap hieronder. Vraag 2: ………………………………… Vraag 1: ………………………………… …………………………………………… …………………………………………….. ……………………………………….. …………………………………….. Vraag 3: ……………………………… …………………………………………….. …………………………………………. Vraag 4: ………………………………… Vraag 5: …………………………….. ……………………………………………… ……………………………………………… …………………………………………….. ………………………………………….. B. WAT WEET JE AL OVER HET ONDERWERP? Noteer bij de lijnen rond elke vraag wat je er al over weet. Tip: denk zeker terug aan je les Verzorging over het thema stress en aan het klasgesprek van de vorige les PAV. Gebruik de begrippen die je bij geleerd hebt: draagkracht, draaglast, positieve en negatieve stress, stressfactoren, stresssymptomen. C. ZOEKTERMEN FORMULEREN Jullie hebben de voorbije lessen al veel bijgeleerd over het thema stress. We gaan nu op het internet op zoek naar de informatie die jullie nog nodig hebben om de vragen te beantwoorden. Hiervoor maken we gebruik van de zoekmachine Google. Noteer nu voor elke vraag de zoektermen die je zou kunnen gebruiken op Google. In het kader onderaan de pagina vind je tips voor het formuleren van goede zoektermen. Mogelijke zoektermen Vraag 1 ………………………………………………………………………………………………………………………………. Vraag 2 ……………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3 ………………………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 4 ………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Vraag 5 ………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Tips voor goede zoektermen op Google Zoektermen combineren 1. Typ niet de volledige vraag in, maar enkel het belangrijkste woord van de vraag. 2. Probeer ook eens te zoeken met een ander woord dat ongeveer dezelfde betekenis heeft 3. Als je ook Engelse resultaten wil krijgen, vertaal dan het zoekwoord naar het Engels. 1. Als je meerdere zoektermen intypt, plaats dan het belangrijkste woord vooraan. 2. Als je een + tussen de zoektermen typt, dan zoekt Google beter naar bronnen waarin de woorden samen voorkomen 3. Je kan AND, OR of NOT tussen de zoektermen plaatsen. Meer uitleg vind je in de kadertjes hieronder. AND Stress Als je AND tussen twee zoektermen plaatst, zoekt Google naar bronnen waarin de twee zoektermen samen voorkomen. Als je bijvoorbeeld enkel artikels wil over stress op school (en dus niet over stress in andere situaties), dan typ je als zoektermen Stress AND school school Stress AND school = enkel het groene deel (de doorsnede) OR Als je OR tussen twee zoektermen plaatst, dan zoekt Google naar bronnen waarin ofwel één van de twee zoektermen voorkomt, ofwel de andere van de twee zoektermen voorkomt, ofwel beide zoektermen samen voorkomen. Als je bijvoorbeeld zowel artikels over positieve stress als over negatieve stress wil vinden, dan typ je als zoektermen Positieve Negatieve stress stress Positieve stress OR negatieve stress = het blauwe, het groene en het gele deel Positieve stress OR negatieve stress NOT Als je NOT tussen twee zoektermen plaatst, dan zoekt Google naar bronnen waarin alleen de eerste zoekterm voorkomt en de tweede niet. Als je bijvoorbeeld bronnen zoekt die over stress gaan, maar niet over faalangst, dan typ je als zoektermen stress faalangst Stress NOT faalangst = enkel heb blauwe deel Stress NOT faalangst D. TAKEN VERDELEN EN AFSPRAKEN MAKEN - Verdeel de klas in 5 groepen. Elke groep verzamelt informatie over één vraag. Spreek af hoe jullie de informatie zullen opslaan. Bijvoorbeeld: o Nuttige websites worden opgeslagen in ‘mijn favorieten’ o Nuttige websites worden gekopieerd naar een word-document o Nuttige websites worden geprint o Nuttige websites worden opgeslagen via delicious, diigo of furl.com 3. UITVOEREN Nu ga je informatie verzamelen. Elk groepje verzamelt minstens drie websites die een antwoord geven op hun vraag. Hoe kan je nagaan of de websites die jij gevonden hebt goede bronnen zijn? Hiervoor kan je deze checklist gebruiken. Plaats voor de sites die je gevonden hebt, telkens een kruisje als het antwoord op de vraag ‘ja’ is. Noteer hier de url (= het internetadres) van de websites die je vindt. Website 1: …………… ……………………………… ……………………………. …………………………. Website 1: …………… ……………………………… …………………………….. ………………………….. Website 1: …………… ……………………………… …………………………….. …………………………… Bekijk de website snel, zonder alles te lezen. Denk je dat je op deze site antwoorden zal vinden op je zoekvraag? Bekijk de hoeveelheid informatie. Is die goed voor je opdracht? (niet te weinig maar ook niet te Veel) Bekijk de taal die gebruikt wordt. gaat het om gewone begrijpelijke taal? (geen taalfouten, niet té populair of té kinderachtig maar ook niet te wetenschappelijk) Bekijk de datum van de bron: is die recent genoeg? Probeer na te gaan om welke soort van website het gaat. Is die voldoende betrouwbaar? Zeker betrouwbaar: informatieve websites (bijvoorbeeld van kranten) Redelijk betrouwbaar: encyclopedieën zoals Wikipedia Minder betrouwbaar: weblog, internetforum Kijk naar de domeinnaam. Websites waarvan de url eindigt op .gov, .org, .edu, .ac.uk zijn zeker betrouwbaar. Websites die eindigen op .co of .com zijn gemaakt door bedrijven en zijn dus erg commercieel. Je kan ze niet altijd vertrouwen omdat ze veel reclame maken. Besluit: Welke van de gevonden websites wil je bewaren om er informatie uit te halen als je de folder gaat maken? ………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………. 4. REFLECTEREN 4A REFLECTEREN OP HE T PRODUCT Ben je tevreden over de site die je gevonden hebt? Ja/neen Waarom wel of waarom niet? ………………………………………………………………………………………................................. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4B REFLECTEREN OP HET PROCES Omcirkel wat jij moeilijk vond aan deze opdracht - Goede zoekvragen bedenken De juiste vragen kiezen Zoektermen bedenken Websites vinden met Google Met de checklists nagaan of de website een goede bron is Bij welk onderdeel van de opdracht zou jij graag meer uitleg en hulp krijgen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………. Wat zou je in de toekomst zeker anders doen als je nog eens zo’n opdracht moet maken? ………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Wat heb je uit deze opdracht geleerd over informatie zoeken? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………..