Lingua Latina mortua est, vivat lingua Latina!

advertisement
FOTO WOLFGANG MARIA WEBER
Professor klassieke talen Wilfried Stroh in de barokke bibliotheek van de Mariadom in Freising, Beieren.
Lingua Latina mortua est,
vivat lingua Latina!
Latijn is dood, leve Latijn!
Onder wijs
Wie Latijn kent, kan haast de hele
Europese traditie ontsluiten,
meent de Duitse classicus Wilfried
Stroh. „Latijn leert je de wereld met
andere ogen te bekijken.”
‘S
Door Bas van Bommel
alvete, sodales!” („Gegroet,
vrienden!”), klinkt het elke
maandagmiddag, als in een
collegezaal in München een
kleine man met sierlijke
snor en priemende oogjes
het spreekgestoelte betreedt. „Spero vos
omnes bene novam hebdomadam ingressos.” („Ik hoop dat u de nieuwe week allen
goed begonnen bent.”) „Hodie disputabo
de...” („Vandaag zal ik spreken over...”)
Wat ooit aan alle universiteiten de regel
was, is tegenwoordig een unicum: colleges
in het Latijn. Wilfried Stroh (1939), ’s werelds beroemdste classicus, houdt er onvermoeibaar aan vast. De tijd is rijp, vindt
hij, voor een nieuwe Renaissance. Regelmatig treedt hij op in toga en lauwerkrans.
Latijn spreekt hij even vloeiend als z’n
moedertaal. Dit weekend houdt hij Latijntalige voordrachten in Amsterdam. Is hij
een roepende in de woestijn? Of een man
met profetische gaven?
„Dat is waar, maar dat geldt slechts voor
een kleine selectie teksten. En bovendien:
vertalingen zijn een enorm verlies! Bedenk wel dat moderne talen onderling inwisselbaar zijn. Ze zeggen hetzelfde met
andere woorden. Maar het Latijn werkt
met heel andere begrippen en gedachtenstructuren. Latijn leert je de wereld met
andere ogen te bekijken.”
Tegenwoordig wordt het Latijn vaak verdedigd omdat het nuttig zou zijn voor
het leren van andere vreemde talen. Of
omdat het als hersengymnastiek dienst
zou doen. Wat vindt u van zo’n rechtvaardiging?
„Dat zijn relatief zwakke argumenten. Het
is waar dat je makkelijker Spaans of Frans
leert als je Latijn kent, maar het is volstrekt idioot om de rol van het Latijn daartoe te reduceren. En als het gaat om hersengymnastiek kun je net zo goed Chinees
of Sanskriet gebruiken. Het is van groot belang het Latijn omwille van het Latijn zelf
te blijven leren, en het niet te willen rechtvaardigen met secundaire argumenten.”
Waarom is Latijn leren volgens u zo belangrijk?
„Omdat Latijn je toegang geeft tot de Europese traditie. Van de oudheid tot in de
19de eeuw was Latijn de taal van de literatuur, de filosofie en de wetenschap, maar
ook van het onderwijs, de diplomatie en
de kerk. Wie Latijn kent, kent dus niet de
taal van één volk of één historische periode, maar kan haast de hele Europese traditie ontsluiten. Geen enkele taal is in dat
opzicht met Latijn vergelijkbaar.”
De teloorgang van het Latijn als omgangstaal eind 18de en begin 19de eeuw
hebt u ooit een ‘catastrofe’ genoemd.
Wat bedoelde u daarmee?
„Het Latijn is de enige écht internationale
taal die ooit bestaan heeft. Als Sloveense
of Beierse dichter kon je vroeger wereldroem verwerven met gedichten in het Latijn. Tegenwoordig zitten dichters opgesloten in hun eigen taalgebied of dialect. Wij
hebben geen wereldtaal meer die mensen
zo goed beheersen dat ze er op een verfijnde manier in kunnen communiceren. Engels heeft de rol van het Latijn wel ten dele
overgenomen, maar toch hebben maar
weinig mensen die taal echt goed onder de
knie. Bovendien zijn er hele continenten
waar het Engels lang niet dezelfde verbreiding heeft als bij ons. De communicatie
tussen volken heeft enorm geleden onder
de ondergang van het Latijn.”
Veel belangrijke werken zijn tegenwoordig in vertaling beschikbaar...
U verzet zich tegen deze ontwikkeling. U
geeft college in het Latijn en organiseert
DIES LATINI
Stroh in
Amsterdam
Professor Wilfried Stroh is dit
weekeinde in Nederland vanwege
de dies Latini (Latijnse dagen) georganiseerd door
de Amsterdamse
vereniging Athenaeum Illustre.
Zaterdagavond
spreekt hij op het
Cygnus Gymnasium, Vrolikstraat 8
in Amsterdam. Van
10 tot 21.30 uur
worden er openbare lessen in het
Latijn gegeven. ’s
Avonds: diner met
lezingen en opvoeringen in het Latijn.
Zondag spreekt
Stroh op een congres in het Latijn
in Amsterdam,
van 13 tot 17 uur, in
de Agnietenkapel
aan de Oudezijds
Voorburgwal. Op
die plek begonnen
Barlaeus en Vossius in 1632 colleges
in het Latijn te geven. Informatie:
www.athenaeumillustre.org.
Latijntalige talkshows en theateravonden. Is het niet vreemd om een dode taal
actief te gebruiken?
„Nee, het is het slimste wat je kunt doen.
Vergeet niet dat sinds de oudheid het Latijn
nooit iemands moedertaal is geweest. Ook
Erasmus leerde Latijn als een ‘dode’ taal.
Maar juist dat was de kracht ervan: omdat
het Latijn sinds Cicero niet meer wezenlijk
is veranderd, konden schrijvers uit alle tijden moeiteloos met elkaar communiceren.
Het Nibelungenlied kan ik in het origineel
niet lezen, omdat het Duits sindsdien zo
sterk veranderd is. Nederlanders hebben
nu al moeite met Max Havelaar. Maar Latijn
is altijd precies hetzelfde gebleven.”
Iemand die Latijn spreekt, geldt tegenwoordig als een rare snuiter. Toch pleit u
voor algemene invoering van actief
Latijngebruik in het onderwijs.
„Het moderne klassieketalenonderwijs is
veel te cerebraal geworden. Latijn en
Grieks worden als een soort puzzel onderwezen die je door allerlei trucjes moet zien
‘op te lossen’. Maar taal is ook een gevoelskwestie, iets wat je door oefening en gewenning moet leren. Wat zouden we van
lessen Frans zeggen waarin leerlingen
nooit eens zelf Frans hoeven praten? Of
nooit eens wennen aan de klank van de
taal?”
In Nederland bevindt het klassieketalenonderwijs zich in een crisis: het gemiddelde cijfer voor de Latijnse proefvertaling op het eindexamen ligt laag. Biedt
levend Latijn een uitweg uit de recessie?
„Zonder twijfel. De terugval in Latijnse
taalbeheersing is in Europa gelijk opgegaan met het verval van de actieve lesmethode. Tot ver in de 19de eeuw werd die
nog algemeen gebezigd. Tegenwoordig
krijgen leerlingen per lesuur maar een
paar regels Latijn te zien, omdat er verder
alleen Nederlands of Duits wordt gesproken. Maar als je in het Latijn lesgeeft, horen ze een heel uur lang Latijn. Daar leer je
enorm veel van, bewust maar vooral ook
onbewust. Dan hoef je amper nog grammatica te onderwijzen.”
Download