Het Congres van Wenen Het Congres van Wenen van september 1814 tot juni 1815 en er namen bijna 90 landen deel onder leiding van minister Metternich. De besprekingen vonden informeel tussen de belangrijkste landen plaats, terwijl kleine landen zoet werden gehouden met bals en diners. Het Congres vond eigenlijk nooit plaats omdat de hele vergadering alleen op de laatste dag bijeenkwam. Om de expansie van een willekeurig land te voorkomen waren er drie grote machtsblokken: Groot-Brittannië in het westen, Pruisen met Oostenrijk in het midden en Rusland in het oosten. Dit machtsevenwicht werd ook wel het ‘Europees Concert’ genoemd. Volgens Metternich leidde democratie tot verdeeldheid en ontbinding. Er bestond geen compromis tussen een monarchie en republiek volgens hem. Een Amerikaanse gast vertelde tijdens een diner echter lovend over de democratie in zijn land. Eindverdrag Het eindverdrag bestond uit 121 artikelen. De 5 belangrijkste resultaten waren: - De Franse grenzen werden teruggebracht tot die van voor de napoleontische oorlogen - Rusland kreeg de macht over Polen, dat slechts in naam zelfstandig bleef. - Nederland en België werden één bufferstaat tegen mogelijke Franse agressie. - Er kwam een samenwerking (de Duitse Bond) tussen de talloze Duitse staatjes, met Oostenrijk als voorzitter. - Oostenrijk kreeg een aantal Italiaanse gebieden zoals Lombardije en Venetië. Het Europees Concert Na het Congres kwamen Oostenrijk, Pruisen en Rusland bijeen voor de ‘Heilige Alliantie’, een bondgenootschap. Volgens Metternich stelde het verdrag niets voor. Engeland trad niet toe omdat het Rusland wantrouwde. Ook Oostenrijk vertrouwde Rusland niet volledig. 5 jaar later werd het uitgebreid met het interventieprincipe zodat de leden geweld mochten gebruiken tegen landen die het machtsevenwicht bedreigden. Conflicten en oorlog De Russische tsaar zag zichzelf als leider van alle Slavische volken en wilde bovendien via de Balkan een mediterrane haven bemachtigen. Maar Oostenrijk meende ook invloed te moeten hebben op de Balkan. Het Turkse/Ottomaanse Rijk was een tegenwicht tegen het Russische machtsstreven geweest maar nu zodanig verzwakt dat de tsaar erover sprak als ‘de zieke man’ van Europa. In 1853 viel Rusland het Ottomaanse Rijk aan in de Krimoorlog. Engeland en Frankrijk steunden Turkije. Oostenrijk bleef eerst neutraal, maar sloot zich toen aan de Engels-Franse kant aan. Voor Rusland was dit het einde van de Heilige Alliantie en ook Engeland was niet tevreden over de rol van Oostenrijk dat constant de Russische positie in de Balkan in de gaten moest houden, terwijl Pruisen een steeds grote rol in Duitsland wilde spelen. In 1866 leidde dat tot de Brüderkrieg omdat Pruisische staatsman Bismarck Oostenrijk niet meer als voorzitter van de Duitse bond aanvaardde. Oostenrijk was kansloos tegen het leger van Pruisen en moest zich overgeven. Binnenlandse problemen In Oostenrijk leefden 11 verschillende bevolkingsgroepen met eigen talen en culturen. Een derde was Duits en daarom waren media, kerk en leger ook in het Duits. Om te voorkomen dat volken onafhankelijk wilden worden, riep de keizer een politieapparaat in het leven dat alles en iedereen bespioneerde. Ook was er een strenge censuur die o.a. Macbeth en Hamlet verbood omdat daar koningsmoord in voor kwam. In 1848 kwam men in Boedapest, Wenen, Praag en Milaan in verzet tegen het Habsburgse gezag. Ze wilden democratie en gelijkberechtiging met het Duitse deel van de bevolking. In Wenen eiste de mensen verlichting van de censuur en het afreden van Metternich. Dit werd beantwoord met kanonvuur, maar Metternich trad af en vluchtte naar Engeland. De keizer zag zich genoodzaakt verkiezingen en een democratische grondwet te beloven. In andere gebieden werd de opstand op wrede wijze onderdrukt. In 1867 besloot de keizer om de Hongaren een onafhankelijke positie te geven. De Hongaren accepteerden de Ausgleich, het compromis waarmee de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije ontstond. Beiden hadden een eigen regering maar hetzelfde staatshoofd: Frans Jozef die keizer was van Oostenrijk en koning van Hongarije. Er werd voorspeld dat dit het nationalisme onder de andere volken juist zou aansterken en zou kunnen leiden tot de ondergang van het Habsburgse Rijk. Bondgenootschappen In 1882 sloten Duitsland, Oostenrijk en Italië de ‘Triple Alliantie’. Als antwoord vormden Frankrijk en Rusland in 1892 de Triple Entente, waar Engeland in 1907 tot toetrad. Allebei de bondgenootschappen bewapenden zich en een oorlog leek onvermijdbaar. Veel mensen verheugden zich zelfs op de oorlog. De aanleiding van de Eerste Wereldoorlog In 1908 veroverde Oostenrijk Bosnië-Herzegovina, wat voor zowel Rusland als Servië een slag in het gezicht was. Beide wilden hun invloed in de Balkanregio vergroten. Servië durfde echter geen militaire stappen te ondernemen tegen Oostenrijk zonder hulp van Rusland, maar de tsaar voelde weinig voor oorlog om Bosnië-Herzegovina en accepteerde de annexatie. Toen de Habsburgse kroonprins Frans Ferdinand in 1914 een inspectiereis naar BosniëHerzegovina ondernam, werd hij in Sarajevo vermoord door de Servische nationalist Gavrilo Princip. Servië kreeg een ultimatum om anti-Habsburgse groeperingen op te pakken, maar kon daar onmogelijk aan voldoen wat zorgde voor de oorlogsverklaring van Oostenrijk op 28 juli 1914. In de dagen die volgden mobiliseerden Oostenrijk, Rusland en Duitsland waarna Engeland en Frankrijk oorlog verklaarden aan Duitsland. In 1917 nam Amerika deel aan de oorlog en steunde de onafhankelijkheid van de Balkanstaten terwijl ze meevocht aan de kant van Engeland. Oorzaken Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren nationalisme onder de volken van het Habsburgse Rijk, wantrouwen tussen Europese landen, internationale economie in tegenstelling tot nationale politiek, het zoeken van een machtsevenwicht tussen staten die allemaal meer macht wilden. Het einde van een imperium Oostenrijk-Hongarije en Duitsland verloren de oorlog door strijd aan meerdere kanten. In 1918 maakte de Amerikaanse president Wilson een programma voor wereldvrede bekend: - De volken van Oostenrijk-Hongarije moeten zelfstandig autonomie krijgen - Invoering van gelijke handelsvoorwaarden onder alle volken - Beperking van nationale bewapening tot een minimum - Al het door Duitsland bezette gebied moet worden bevrijd - Er moet een Volkenbond komen met voor alle staten onschendbaarheid van grondgebied Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië en Hongarije werden onafhankelijk in 1918 en een jaar later trad de Oostenrijkse keizer af. Er werden besprekingen gehouden over Oostenrijk en Duitsland, die zelf alleen schriftelijke voorstellen mochten indienen. Wilson bemoeide zich niet met de bestraffing van de landen omdat het de voorwaarde was waardoor Engeland en Frankrijk tot de Volkenbond toetraden. Duitsland moest daarom veel gebied inleveren en betaalde 132 miljard goudmark. Oostenrijk verloor naast de 3 genoemde landen ook een deel grondgebied aan Italië dat in 1915 was overgestapt naar de geallieerden. Oostenrijk mocht zich echter niet bij Duitsland aansluiten. Volkenbond Omdat de Amerikaanse regering zich niet te nauw bij Europa wilde betrekken, trad Amerika niet tot de Volkenbond toe. Oostenrijk werd in 1920 lid, Duitsland in 1926. Voor Oostenrijk was het noodzakelijk omdat het land kampte met voedseltekorten en geldontwaarding. In 1922 kreeg het land leningen, onder twee voorwaarden: Oostenrijk mocht zich nog steeds niet aansluiten bij Duitsland en moest haar financiën onder controle van de Volkenbond stellen. Daarom werd Oostenrijk de ‘Volkenbondkolonie’ genoemd. De Anschluss In 1927 kostte het neerslaan van rellen en onrust in Wenen 90 doden en voor Oostenrijk leek de aansluiting bij Duitsland de enige oplossing. Adolf Hitler, die in 1913 uit Oostenrijk gevlucht was, kwam in 1933 in Duitsland aan de macht. Zijn minister van justitie bezocht Wenen en opperde om Oostenrijk met geweld te laten aansluiten. De Oostenrijkers wilden daar niets van weten en de NSDAP-Österreich werd verboden. In 1934 voerden de Oostenrijkse nazi’s een staatsgreep uit met Duitse steun. De bondskanselier werd vermoord, maar toch mislukte de staatsgreep. Vier jaar later wilde Hitler Oostenrijk alsnog inlijven. Buitenlandse steun hoefde Oostenrijk niet te verwachten, dus riep de bondskanselier een volksstemming uit. Het merendeel van de bevolking wilde onafhankelijk blijven, maar Hitler wachtte de uitslag niet af en veroverde Oostenrijk. De bondskanselier trad af en de Oostenrijkse nazi Arthur Seyss-Inquart nam het bestuur over. Het buitenland reageerde amper op de Anschluss omdat Engeland en Frankrijk Rusland als een groter gevaar zagen dat Duitsland. Tweede Wereldoorlog Hitler was bezig geweest met herbewapening van Duitsland, herbezetting van het Rijnland en had nu Oostenrijk ingelijfd. Daarna eiste hij in 1938 tijdens de conferentie van München (Rusland was niet aanwezig) het Sudetengebied voor zich op. Engeland en Frankrijk stonden het toe om een nieuwe oorlog te voorkomen. Kort na het Sudetenland, werd heel Tsjecho-Slowakije door Duitsland onder de voet gelopen. Maar toen Hitler in september 1939 Polen binnenviel, verklaarden Frankrijk en Engeland Duitsland de oorlog. Conferenties In 1943 kwamen Stalin, Churchill en Roosevelt voor het eerst bijeen tijdens de conferentie van Teheran om de oorlogsdoelen op elkaar af te stemmen. In 1945 kwam de “Big Three” opnieuw bij elkaar in Jalta en Postdam. Roosevelt en Stalin werden het maar niet eens over de toekomst van Duitsland, maar wel werd besloten om zowel Oostenrijk als Duitsland in zones en kleine staten te verdelen onder toezicht van de geallieerden. De Oostenrijkers werden op korte termijn verkiezingen beloofd. Ook werd besloten de Verenigde Naties op te richten, nadat de Volkenbond op een mislukking was uitgelopen. De Verenigde Naties kreeg een leger van ‘blauwhelmen’ om in noodgevallen op te treden. De grootmachten waren niet bereid om hun macht af te staan aan een internationale regering en kregen daarom in de Veiligheidsraad het recht van veto. Op 26 juni 1945 werd de VN in San Francisco verwezenlijkt. Verdeeld Oostenrijk In het laatste jaar van de oorlog kreeg Oostenrijk steeds vaker met bommenwerpers te maken en het scheelde weinig of Wenen was totaal verwoest. Oostenrijk werd verdeeld in een Engelse, Amerikaanse en Russische bezettingszone. Het bestuur vormde de ‘Geallieerde Rad voor Oostenrijk’. Wenen lag in de Russische zone maar werd gezamenlijk bestuurd omdat het de hoofdstad was. Lokale en regionale bestuurszaken werden vanaf het begin aan de Oostenrijkers zelf overgelaten en al in november 1945 werden de eerste verkiezingen gehouden. De Raad bemoeide zich nog wel met de denazificering. Twee machtsblokken In 1949 sloten Amerika en West-Europa een militair bondgenootschap, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), tegen de Russische politiek in het oosten. Hierdoor werd het voor Stalin nog belangrijker om zich te verschansen achter een veilige buffer van satellietstaten. Oostenrijk hoefde van hem geen deel te worden van het Oostblok, hoewel hij er weinig voor voelde om het in Amerikaanse handen te laten vallen. Tussen 1946 en 1955 vonden meerdere besprekingen plaats over een vredesverdrag voor Oostenrijk, die telkens uitliepen op de weigerachtige houding en hoge eisen van de Russen. Na de dood van Stalin in 1953 trad de ‘dooi’ van de Koude Oorlog in, waarvan Oostenrijk profiteerde. In plaats van een schadevergoeding va 150 miljoen dollar en 33 jaar lang gratis levering van 60% van de Oostenrijkse olie, hielden de Russen nu enkel nog vast aan de voorwaarde dat Oostenrijk neutraal bleef. Dit was wellicht omdat het westen van Duitsland zich bij de NAVO had aangesloten en een neutraal Oostenrijk de strategische belangen van de NAVO benadeelden. In 1955 werden dan eindelijk afspraken gemaakt: - Oostenrijk zou zich in de toekomst niet meer bij Duitsland aansluiten - De geallieerden moesten zich terugtrekken uit Oostenrijk - Oostenrijk wordt lid van de Verenigde Naties - Rusland ontvangt van Oostenrijk een afkoopsom van onder andere olie - Oostenrijk zal neutraal blijven Het einde van de Koude Oorlog Ondanks de prowesterse houding van de bevolking hield Oostenrijk zich aan de afspraken en bleef neutraal door zich niet bij de NAVO of EEG aan te sluiten. In de jaren 80 liet het land de neutrale houding los omdat de Sovjet-Unie met problemen kampte. In 1989 verzocht Oostenrijk toe te treden tot de EEG. Uiteindelijk zorgde de kanselier Vranitzky ervoor dat Oostenrijk in 1995 lid werd van de EEG, die inmiddels de Europese Unie heette.