Brussel, 5 april 2016 Beste voorzitters en secretarissen, Dit document is een aanvulling op de vragenbundel van Plenum (b)XL op 29 april 2016. In dit document willen we de richting van de discussie bij elke vraag duiden, om te vermijden dat twee discussievragen in elkaars vaarwater geraken. Het is echter aan de jongeren om op basis van hun mening de aanbevelingen in een bepaalde richting te vormen. Indien jouw vraag wat lijkt op een andere, geven we naast de duiding van de discussie ook mee met welke discussievraag jouw vraag verward kan worden. Uit elk subthema van de map werden namelijk twee discussievragen geformuleerd. We probeerden ervoor te zorgen dat deze voldoende verschillende discussies teweeg kunnen brengen. Alle discussievragen zijn gebaseerd op de discussies uit de KRASmap. De hoofstukken in de map erop nalezen zou je dus kunnen helpen om je voor te bereiden op Plenum (b)XL. Contacteer me gerust moest er iets nog niet duidelijk zijn, of moest dit document net voor meer verwarring zorgen…! Succes ermee. We maken er een knaller van formaat van dit jaar! Groetjes, Ruth Deprez Coördinator Plenum (b)XL [email protected] 02/527 91 94 Kamer Commissie 1: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er wereldwijd een eerlijke concurrentiestrijd is? In het kort. Binnen een vrije economische markt kunnen bedrijven en personen zich relatief vrij bewegen. Dat impliceert dat werknemers overal kunnen gaan werken, en bedrijven zich overal kunnen vestigen. Wat is de rol van de overheid hierin? Is er een eerlijke concurrentie tussen kleine bedrijven en multinationals? Zijn werknemers die in een ander land gaan werken aan lagere lonen en arbeidsvoorwaarden eerlijk concurrentie? De komst van grote bedrijven zorgt voor veel werk. Hoe ver kan de macht van bedrijven reiken?... In deze discussievraag geven we via de aanbevelingen een antwoord op de ideale situatie qua concurrentie, volgens de jongeren. Mogelijks verwarring met vraag 4 in de Kamer. In vraag 4 gaat het over de voor en nadelen van delokalisatie en de specifieke gevolgen hiervan voor de werknemer. In vraag 1 wordt de concurrentie tussen verschillende bedrijven besproken, doordat bedrijven zich gemakkelijk ergens anders kunnen gaan vestigen. De focus in vraag 1 ligt op de concurrentie en de mogelijke regels of systemen hierrond. Commissie 2: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werk de wereldwijde kloof tussen arm en rijk verkleint? In het kort. Armoede en ongelijkheid nemen toe. Beide houden rechtstreeks verband met werkgelegenheid. Kan werk de kloof tussen arm en rijk verkleinen? Hoe dan? Moet iedereen een basisinkomen krijgen? Zou een vermogenswinstbelasting een oplossing zijn? Moeten we af van een systeem waar winst voorop staat of moeten we de vrije markt op zijn beloop laten en komen we zo automatisch tot gelijkheid? Commissie 3: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het recht op waardig werk wereldwijd verzekerd kan worden? In het kort. Heel wat mensen werken in een slechte omstandigheden. Hoe kunnen we zorgen dat iedereen in goede omstandigheden kan werken? Wie moet hiervoor zorgen? Welke rol heeft de werkgever/het bedrijf hierin? Welke rol speelt de consument hierin? Mogelijks verwarring met vraag 1 in het Vlaams Parlement. Daar wordt nl. de sociale bescherming besproken. In vraag 1 gaat het over de opvang indien er iets met de werknemer gebeurt waardoor hij niet meer kan werken. In deze vraag gaat het over de omstandigheden op de moment dat werknemers aan het werk zijn. Commissie 4: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werknemers geen slachtoffer worden van delokalisatie? In het kort. Door delokalisatie van bedrijven verliezen heel wat mensen hun job in het land waaruit het bedrijf vertrekt. Hoe kunnen we voor deze werknemers toch werkzekerheid voorzien? Hoe moeten werknemers opgevangen worden wanneer hun bedrijf delokaliseert? Welk klimaat kan een overheid voor bedrijven creëren? Wat moeten bedrijven voor hun werknemers voorzien indien ze delokaliseren? Mogelijks verwarring met vraag 1 in de Kamer. In vraag 1 wordt de concurrentie tussen verschillende bedrijven besproken, doordat bedrijven zich gemakkelijk ergens anders kunnen gaan vestigen. De focus in vraag 1 ligt op de concurrentie en de mogelijke regels of systemen hierrond. In vraag 4 gaat het echt om de voor en nadelen van delokalisatie en de specifieke gevolgen hiervan voor de werknemer. Commissie 5: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jongeren optimale kansen krijgen op de arbeidsmarkt? In het kort. Door de economische crisis van de voorbije jaren ligt de werkloosheid nog steeds hoog. Een groot deel hiervan zijn jongeren. Jongeren komen onervaren op de arbeidsmarkt, worden vaak om die reden niet gekozen, ze geraken ontmoedigd.. Heel vaak doen jongeren gratis stages of kleine jobs zonder omkadering om ervaring op te doen. Maar welke jongeren kunnen zich dit permitteren? Hoe kunnen we specifiek de jeugdwerkloosheid aanpakken? Mogelijks verwarring met vraag 6 in de Kamer. In vraag 6 ligt de focus op discriminatie van jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond. Er wordt dus ingezoomd op een probleem van jeugdwerkloosheid. In vraag 5 worden de problemen en kansen van jeugdwerkloosheid in het algemeen bekeken. Commissie 6: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat alle jongeren dezelfde kansen krijgen op de arbeidsmarkt? In het kort. Jeugdwerkloosheid is één van de grootste structurele problemen in onze maatschappij. Hierbinnen bevindt zich een hardnekkige kern van jongeren met niet-Vlaamse roots. Ook in andere landen geraken jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond moeilijker aan een job. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat in een diverse samenleving alle jongeren dezelfde kansen krijgen, ongeacht hun achtergrond en etniciteit? Mogelijks verwarring met vraag 5 in de Kamer. In vraag 5 worden de problemen en kansen van jeugdwerkloosheid in het algemeen bekeken. In vraag 6 wordt op één van deze problemen ingezoomd. Senaat Commissie 1: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat bedrijven gestimuleerd worden om een duurzame koers te varen? In het kort. Uit het milieurapport Vlaanderen blijkt dat de industrie in 2011 zorgde voor 26% van de uitstoot van broeikasgassen. Als je hierbij ook de energiesector neemt, kom je zelfs aan meer dan 50% van de uitstoot. Sinds 1990 is er een kleine daling waar te nemen (van 30% naar 26%). Deze afname kan het gevolg zijn van een verbeterde energie-efficiëntie, maar ook van een verplaatsing van industriële activiteiten naar andere landen. Om aan de internationale ontwikkelingsdoelstellingen rond klimaat te voldoen, zullen ook de bedrijven hun steentje moeten bijdragen. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat 70% van de bedrijven wil investeren in duurzaamheid, maar dat er heel wat drempels zijn. In deze discussievraag focussen we op die drempels. Hoe kunnen we die overwinnen: met de wortel (duurzaam gedrag belonen) of de stok (vervuilend gedrag bestraffen)? Wat kan/mag een overheid doen? Commissie 2: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een duurzaam beleid wereldwijd zorgt voor tewerkstelling en degelijk werk voor iedereen? In het kort. De duurzame ontwikkelingsdoelen (sustainable development goals) die vastgelegd werden op de klimaatconferentie in Parijs van december 2015 vormen de basis van deze commissie. Deze doelstellingen moeten internationaal gehaald worden tegen 2030. Doelstelling 8 stelt dat we volledige tewerkstelling en waardig werk voor iedereen moeten bevorderen. In deze commissie focussen we op mogelijke maatregelen die vervuilende sectoren kunnen ontmoedigen en groene sectoren kunnen aanmoedigen om zich te ontwikkelen. Eén van de vraagstukken is of economische groei nodig is om voor meer/beter werk te zorgen? (of is welvaart zonder groei mogelijk?) Welke sectoren kunnen zich duurzaam ontwikkelen? Welke maatregelen kunnen de overheden nemen? En wat werkt het best: de wortel (duurzaam gedrag belonen) of de stok (vervuilend gedrag bestraffen)? Mogelijks verwarring met commissie 3 waar de focus ligt op maatregelen die overheden kunnen nemen om ervoor te zorgen dat de opwarming van de aarde beperkt wordt tot 2°C. Hoe kan een overheid zorgen voor voldoende draagvlak om allemaal samen aan de klimaatverandering te werken? Commissie 3: Hoe kunnen we ervoor klimaatverandering onder 2°C houdt? zorgen dat het economisch beleid de In het kort. De duurzame ontwikkelingsdoelen (sustainable development goals) die vastgelegd werden op de klimaatconferentie in Parijs van december 2015 vormen de basis van deze commissie. Klimaatverandering heeft een effect op elk land, op elk continent. Het ontwricht nationale economieën en beïnvloedt levens, met grote kosten voor mensen, gemeenschappen en landen, nu en in de toekomst. Er werd daarom afgesproken om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden. Maar hoe ziet zo’n klimaatvriendelijk economisch beleid er uit? Wat kan een overheid doen om ervoor te zorgen dat alle sectoren rekening houden met het ecosysteem en zijn grenzen? Welke politieke beslissingen kunnen een antwoord bieden? En wat kan de overheid zelf doen om het draagvlak te vergroten om allemaal samen aan de klimaatverandering te werken? Mogelijks verwarring met commissie 2, waar de focus ligt op een duurzaam beleid dat zorgt voor waardig werk voor iedereen. De discussie is daar: is economische groei nodig om meer werk te creëren? En moeten we groene sectoren stimuleren of vervuilende sectoren ontmoedigen? Commissie 4: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat in ons economisch systeem het gebruik van grondstoffen duurzamer wordt? In het kort. We leven nu in een wegwerpeconomie. We halen grondstoffen uit de aarde om producten te maken. Die producten worden (snel) weer afgedankt en als afval gestort of verbrand. De grondstoffen gaan verloren in het milieu. Ze vervuilen bodem, water en lucht. Dit noemen ze het lineaire model (grondstof-product-afval). Onze economische vooruitgang zorgt er wereldwijd voor dat de vraag naar grondstoffen blijft stijgen. Kunnen we dit lineaire model behouden? Kunnen/willen we iets aan ons eigen economisch systeem veranderen om het grondstoffengebruik duurzamer te maken? Mogelijks verwarring met commissie 6 waar ook over grondstoffen en de wegwerpeconomie zal gedebatteerd worden. De focus ligt daar eerder op de rol die de consument kan spelen om minder grondstoffen te verbruiken. Commissie 5: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het draagvlak voor ecologische thema’s bij werknemers vergroot wordt? In het kort. Mensen zien ecologische thema’s vaak als individuele keuzes die ze in hun privésfeer maken, terwijl ze een groot deel van hun tijd doorbrengen op hun werk. Welke duurzame keuzes kunnen werknemers maken? Welke invloed kan een werknemer hebben op de ecologische keuzes van zijn/haar werkgever? Hoe kan een werkgever zorgen voor draagvlak bij zijn eigen werknemers? Commissie 6: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de consument bijdraagt aan een duurzaam grondstoffengebruik? In het kort. Wereldwijd wordt steeds meer geconsumeerd waardoor ook steeds meer grondstoffen nodig zijn om deze producten te maken. De grondstoffen zijn echter eindig en de voorraden krimpen. Hoe gaan we hiermee om? Moeten we minder consumeren? Moeten we op zoek naar andere grondstoffen? Welke rol kunnen we hierin spelen als consument? Mogelijks verwarring met commissie 4 waar de focus ligt op ons economisch systeem dat het grondstoffenverbruik in stand houdt. Hier zoeken we vooral naar andere economische systemen (circulaire economie, sensibilisering, …) en de rol van de overheid in het terugdringen van het grondstoffengebruik. Vlaams Parlement Commissie 1: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een economie zo georganiseerd wordt dat iedereen te allen tijde, dus ook bij ziekte, ongeval of werkloosheid, beschermd kan worden? In het kort. Sociale bescherming is een mensenrecht maar landen over heel de wereld gaan er heel anders mee om dan bijvoorbeeld in België het geval is. 3/4de van de wereldbevolking heeft onvoldoende of geen toegang tot sociale bescherming. Maar hoe organiseren we in 2016 in bepaalde landen nog een vorm van sociale bescherming. Niet iedereen kan het Belgische systeem overnemen, misschien is hier ook helemaal geen geld voor. Wat zou dan een minimum aan sociale bescherming zijn en hoe moeten we dat organiseren? Wat kan de overheid doen? Wat voor een soort economie kunnen we organiseren om dit te bewerkstelligen,…. Een sociaal paradijs bestaat niet op een economisch kerkhof maar omgekeerd ook niet! Bekijk zeker eens de aanbevelingen die 11.11.11 voorstelt rond dit mondiale thema! http://www.11.be/ → sociale bescherming Mogelijks verwarring met Commissie 2 van het Vlaams Parlement waar de focus ligt op werknemers in een bedrijf (bijvoorbeeld het debat rond vakbonden) en niet zozeer op sociale bescherming in het algemeen in een maatschappij zoals in deze commissie! Commissie 2: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werknemers wereldwijd in hun bedrijf hun rechten kunnen verdedigen? In het kort. Wereldwijd hadden 1951 vakbondsleden in 2013 te maken met geweld, 629 leden van vakbonden werden onrechtmatig gearresteerd voor collectieve acties. En ook in België woedt de discussie over vakbonden in alle hevigheid. Maar hoe moeten werknemers zich dan wel verdedigen en wie moet er dan, en op welke manier, hun belangen behartigen? Wat si de taak van een vakbond in 2016 in West-Europa? En in andere werelddelen? Welke methoden mogen/kunnen ze gebruiken? Mogelijks verwarring met Commissie 1 in het Vlaams Parlement waarin de focus meer op sociale bescherming in een maatschappij ligt en niet zozeer op bescherming van werknemers in een bedrijf. Commissie 3: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er een goede aansluiting is tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs? In het kort. Er wordt soms gezegd dat scholieren onvoldoende kennis over het arbeidsmarktgebeuren hebben, maar anderzijds blijkt de arbeidsmarkt erg veeleisend te zijn voor de afstuderenden. Bereidt het onderwijs in België en de wereld onze jongeren nog goed op om de arbeidsmarkt ingeworpen te worden? Wat moet er veranderen? Wat kan het onderwijs doen? Wat kan de overheid doen? Wat kan de bedrijfswereld doen? Mogelijks verwarring met Commissie 4 in het Vlaams Parlement waar de focus niet ligt op het onderwijs, maar op alle competenties, houdingen en vaardigheden die jongeren buiten het onderwijs leren en opdoen. Commissie 4: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat elders verworven competenties mee tellen in de zoektocht naar een job? In het kort. We hebben in België een van de meest uitgebouwde vrijwilligerswerkingen. Maar overal ter wereld zetten jongeren zich vrijwillig in voor van alles en nog wat of leren ze competenties die misschien zelfs veel belangrijker zijn voor de arbeidsmarkt dan dat ze ooit op school zullen leren. Wat doen we met deze competenties? Mogelijks verwarring met Commissie 3 in het Vlaams Parlement waar de focus ligt op het onderwijs en niet op alles wat de jongeren buiten het onderwijs opdoen aan competenties. Commissie 5: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er een ideaal evenwicht is tussen efficiëntie en welzijn op de werkvloer? In het kort. Welzijn op het werk wordt steeds belangrijker in 2016! Niet alleen in België maar over heel de wereld. Vooral als men meer productiviteit wil, minder burn-outs, minder zieken,…We moeten alsmaar langer werken in de toekomst dus welzijn op het werk wordt erg belangrijk! Mogelijks verwarring met Commissie 6 in het Vlaams Parlement waarin het vooral gaat over de kloof tussen werk en privé en niet gaat over het welzijn op het werk. Wat wil niet zeggen dat een aanbevelingen die gaat over de niet-werkuren geen antwoord kan bieden op het welzijn op het werk. Commissie 6: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de werknemer een ideaal evenwicht kan vinden tussen werk en privé? In het kort. We moeten alsmaar langer werken, maar in 2016 leven mensen, zeker in West-Europa niet meer om te werken. Hoe verzoenen we het werkleven met het privéleven. Steeds meer mensen hebben tijdens het werk toegang tot sociale media en het internet. Dit schept problemen wat de privacy betreft maar schept ook veel kansen! Mogelijks verwarring met Commissie 5 in het Vlaams Parlement waarin vooral gefocust wordt op het welzijn op het werk of tijdens de werkuren en niet zozeer op de kloof tussen werk en vrije tijd.