nieuwsbrief: februari

advertisement
NIEUWSBRIEF:
FEBRUARI
De Atlantische Oceaan is de op één na grootste oceaan op aarde en bevat het zoutste
water van alle oceanen. De oceaan loopt van Noord en Zuid Amerika in het westen
naar Europa en Afrika in het oosten. Een derde van alle vis die gevangen wordt in de
wereld komt uit de Atlantische oceaan.
Zo ook Corvina en Zonnevis.
Corvina ook wel Ombervis genoemd komt
vaak in kleine scholen voor in ondiepe
kustwateren boven zandbodems of tussen
rotsen of zeewieren in de Middellandse zee. De vis wordt ook gevangen langs de
Afrikaanse en Europese kust in de Atlantische Oceaan. Corvina behoort tot de
baarsachtigen en lijkt veel op onze wilde zeebaars. Hij wordt gemiddeld 1,5 m.
In Zuid-Amerika worden ze als eersteklas gezien en vormen daarom voor zowel
beroeps- als vrijetijdsvissers een gewilde vangst.
Het vlees wordt als een zeldzame delicatesse gebraden of gegrild genuttigd. Corvina
wordt ook gekweekt, onder andere in het Middellandse Zeegebied. Vanaf eitje
meestal in bassins op land, waarna ze later worden uitgezet in grote bassins in zee.
Gekweekte exemplaren lijken uiterlijk sterk op de wilde variant maar zijn meestal iets
grijzer van kleur.
De Zonnevis (ook wel St. Pieter’s vis) dankt zijn naam aan zijn belangrijkste
kenmerk, een duidelijk zichtbare plek achter de kieuwen. Volgens de legende, meer
dan 2000 jaar geleden, St. Pieter liet een munt in de zee van Galilea vallen en de vis
ving hem. Toen St Pieter de vis ving om zijn de munt terug te pakken, liet hij een
vingerafdruk achter op de huid van de vis. Die donkere vlek zou volgens de legende
de duimafdruk van Sint-Pieter zijn, maar dient volgens biologen als “vals oog” om
roofdieren te misleiden.
Zonnevis kan groeien tot een maximale
lengte van 70 cm en een gewicht van
8 kg bereiken. Het heeft geen schubben
en het gebruikt zelden haar vinnen, maar
verplaatst zich liever op haar kant, vooral
wanneer zij op jacht gaat naar jonge
platvis. De bek is naar voren gericht.
Omdat de vis een slechte zwemmer is, ligt hij op de loer en vangt hij zijn prooien
(vooral vissen, soms ook inktvissen en schaaldieren) door vliegensvlug zijn bek uit te
stulpen.
Zonnevis wordt vaak gevonden op de Atlantische kust en de Middellandse Zee en
wordt ook John Dory genoemd. Haar assortiment strekt zich uit van de Britse
eilanden naar Zuid-Afrika maar bewoont ook de Oost-Chinese Zee, de Atlantische
Oceaan en de kustwateren van Australië en Nieuw-Zeeland. Je ziet ze vaak in kleine
groepen of alleen in de buurt van de kust.
Het is een culinaire delicatesse, aangezien de filets van hoge kwaliteit zijn. Hoewel
het vlees zeer goed geschikt is om te stomen en bakken, moet men voorzichtig zijn
bij de voorbereiding omdat het vlees gemakkelijk uit elkaar valt.
Zonnevis behoort tot de beperkte kring van “edele” vissen zoals tong, tarbot, griet en
zeebaars. De verfijnde smaak en de hoge prijs maken hem tot de lieveling van de
klasse restaurants.
De Atlantische Oceaan is via de Straat van Gibraltar
verbonden met de Middellandse zee welke gelegen
is tussen Zuid Europa, West Azië en Noord Afrika.
Hier vind je onder andere Anjovis en Sardines.
De ansjovis komt voor in de Atlantische oceaan, Zwarte zee,de westelijke Indische
Oceaan en de Middellandse zee. Zo wordt er veel ansjovis gevangen ten zuiden van
Sicillië. Er is geen sprake van bijvangst en er wordt gericht op ansjovis gevist door
lokale vissers. Deze vissers houden zich aan de eis dat de ansjovis minimaal 10 cm
lang moet zijn, en dus gegarandeerd volwassen is. Deze eis is kenmerkend voor de
duurzame visserij, waar als stelregel geldt dat de vis de gelegenheid moet krijgen om
zich voort te planten om zo de visstand op peil te houden.
Het is een kustvis die in grote scholen zwemt. De ansjovis kan goed tegen zoutwater.
Zoutgehaltes tussen 41‰ en 50‰ verdraagt het met gemak. Deze gezonde vette
vis bevat meervoudig onverzadigde vetzuren en wordt vaak als smaakversterker
gebruikt. Anjovis is vlezig, zijdezacht, rozerood van kleur en heerlijk zilt van smaak.
Sardines of pelsers (familie van de haring) zwemmen ook in scholen bij elkaar.
Ze zijn thermosgevoelig en voelen zich het meest comfortabel in water tussen de
10 en 20 graden Celsius. De sardine is een slanke vis. De achterzijde is
groen of blauwachtig en ze hebben een zilverachtige buik.
De verschillende soorten sardine bewonen vrijwel alle
oceanen van de wereld. De Noordoost Atlantische
Oceaan en het noordelijke gebied van de Middellandse
zee behoren tot de belangrijkste leefomgevingen van
de sardines.
Ze danken dan ook hun naam aan het Mediterrane eiland Sardinië, waar ze ooit zeer
veel voorkwamen. Vissers verlichten hun boten s’ nachts, wat de sardines aan trekt.
Als de school dicht bij is worden de netwerken er om heen getrokken en wordt de
sardine aan boord gehaald.
Download