Inhoudsopgave - AthenaSummary

advertisement
 AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid – Bachelorjaar 1 Constitutioneel recht Supplement: -­‐ week 6: Hoorcollege-­‐ & verdiepende collegeverslagen -­‐ week 7: Hoorcollege-­‐ & verdiepende collegeverslagen Inhoudsopgave WEEK 6 – DE NEDERLANDSE, DE INTERNATIONALE EN DE EUROPESE RECHTSORDE ......................... 2 HOORCOLLEGE 6 ..................................................................................................................................... 2 1.1 Internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde ........................................................... 2 1.2 Europees recht in de Nederlandse rechtsorde ................................................................... 4 VERDIEPENDE COLLEGE 6 – EU EN NATIONALE GRONDWET ............................................................................ 7 2.1 EU Recht ............................................................................................................................ 7 2.2 EU en constitutionele identiteit ......................................................................................... 8 2.3 Hiërarchie of evenwicht? ................................................................................................... 8 WEEK 7 – RECHTER, RECHTSBESCHERMING, TOETSING HOORCOLLEGE 7 ........................................ 9 HOORCOLLEGE 7 ..................................................................................................................................... 9 1.1 Rechter, bestuur en wetgever ............................................................................................ 9 1.2 Rechterlijke macht ........................................................................................................... 10 1.3 Rechter en bestuur ........................................................................................................... 11 1.4 Rechter en wetgever ........................................................................................................ 12 VERDIEPENDE COLLEGE 7 ........................................................................................................................ 13 2.1 Wetgever of rechter? ....................................................................................................... 13 In ons streven naar perfectie zetten wij alles op alles om een volledige samenvatting beschikbaar te stellen. Mochten wij onverhoopt toch punten over het hoofd hebben gezien of verkeerd hebben genoteerd, schroom dan niet dat terstond te melden. Dit geldt voor alle op-­‐ en aanmerkingen. Onze klachtenlijn is te vinden op www.AthenaSummary.nl. Week 6 – De Nederlandse, de internationale en de Europese rechtsorde Hoorcollege 6 1.1
Internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde Internationaal recht is recht dat ontstaat tussen staten (en internationale organisaties). Dit gaat over problemen die staten onderling willen regelen. Bronnen -­‐Verdragen (schriftelijke afspraken) -­‐Besluiten van internationale organisaties -­‐Gewoonterecht Staten zijn soeverein, onafhankelijk jegens elkaar. Een staat kan niet zomaar gedaagd worden voor een rechter van een andere staat. Twee vragen • Maakt internationaal recht deel uit van de Nederlandse rechtsorde? • Heeft internationaal recht voorrang op in Nederland gemaakt recht? Maakt het internationaal recht deel uit van de nationale rechtsorde? Twee stromingen/antwoorden: • Monisme: Internationaal recht maakt deel uit van de nationale rechtsorde, zonder omzetting van dit recht. • Dualisme: Internationaal recht maakt deel uit van de nationale rechtsorde als het recht eerst is omgezet tot het nationaal recht. Nederland Nederland is monistisch, dit blijkt uit het HR Grenstractaat Aken arrest. Op het moment dat een verdrag bindend wordt, maakt het automatisch deel uit van de Nederlandse rechtsorde wat direct toegepast kan worden door de rechter. In art. 93 Gw blijkt echter dat er een begrenzing is in dit monisme: verdragen die een ieder kunnen verbinden, hebben een verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt. Deze bepaling is een beperking, omdat de verdragen dus eerst bekend moeten worden gemaakt. Ze moeten gepubliceerd worden in het Tractatenblad. Wat heeft voorrang bij strijd tussen nationaal en internationaal recht? Onderscheid in NL • Een ieder verbindende bepalingen: Blijkens art. 94 Gw hebben deze bepalingen voorrang op het nationaal recht. • Niet een ieder verbindende bepalingen en ongeschreven internationaal (gewoonte)recht: Hierbij geldt voorrang van het nationaal recht op internationaal recht, zie HR Nyugat arrest. Niet elk internationaal recht heeft dus voorrang op het nationaal recht. 2 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Wat is een eenieder verbindende bepaling? Zie HR Collectieve Acties Nederlandse Spoorwegen arrest. “Indien noch uit de tekst, noch uit de totstandkomingsgeschiedenis volgt dat geen rechtstreekse werking van de verdragsbepaling is beoogd, is de inhoud van die bepaling beslissend.” De rechter gebruikt bijna altijd de term ‘rechtstreekse werking’, dit betekent: eenieder verbindende bepaling. Als de totstandkomingsgeschiedenis of de tekst van het verdrag duidelijk maakt dat de bepaling niet eenieder verbindend is, werkt hij niet eenieder verbindend. Meestal moet de rechter zelf oordelen of een verdrag eenieder verbindend is of niet, omdat dit vaak niet duidelijk is. Een bepaling in een verdrag werkt eenieder verbindend wanneer het verdrag geen nadere uitwerking nodig heeft door de wetgever of bestuur. De burgers kunnen zich tevens rechtstreeks op deze bepaling beroepen en de rechter kan deze bepaling direct toepassen. Mensenrechtenverdragen die zo geformuleerd zijn: “ieder heeft het recht om… “ zijn typische eenieder verbindende bepalingen. Mensenrechtenverdragen waarin staat: “de staat moet ….” zijn normen die je niet zonder meer kunt toepassen, omdat deze normen een nadere uitwerking nodig hebben waar de rechter niet over mag oordelen. Dit zijn dus geen eenieder verbindende bepalingen. Eenieder verbindende verdragsbepalingen + besluiten van internationale organisaties hebben voorrang op het nationaal recht (zelf op het Statuut en de Grondwet). Als de bepaling niet eenieder verbindend is, heeft het nationaal recht voorrang op het internationaal recht. Het internationaal recht komt dan helemaal onderaan te staan. Verdragsluiting legitimatie Dit moet een democratische legitimatie hebben. 1. Internationale fase • Onderhandelingen over tekst door vertegenwoordiging regering (van staten die partij wilde worden), in beginsel met machtiging van de ministerraad. De regering vertegenwoordigt dan het Koninkrijk der Nederlanden, • Parafering en ondertekening verdragstekst door beoogde partijen. In Nederland: voorbehoud van ratificatie < Den Haag moet met dit onderhandelingsresultaat eens zijn. Er moet worden besloten of Nederland zich wel wil binden aan dit verdrag. 2. Nationale fase • Terug naar nationaal niveau De reden waarom het terug moet naar nationaal niveau berust op art. 91 Gw: verdragen moeten eerst worden goedgekeurd door het parlement voordat Nederland zich kan binden aan het internationaal verdrag. Dit is het moment van democratische legitimatie. De bepaling wordt uitgewerkt in de RGBV. 3. Internationale slotfase Indien het nationaal goedgekeurd wordt, wordt instemming van het Koninkrijk met binding aan het verdrag bekend gemaakt (ratificatie). Het internationaal recht is hiermee deel van de Nederlandse rechtsorde geworden. 3 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Legitimatie verdragen Het verdrag moet worden goedgekeurd door het parlement, zie art. 91 GW jo. 3 RGBV. Procedure: • Of uitdrukkelijk (art. 4 RGBV) -­‐Bij wet (dus volgens gewone wetsprocedure) • Of stilzwijgend (art. 5 RGBV) -­‐Verdrag wordt voorgelegd aan beide kamers. Als binnen 30 dagen niks is gebeurd, is het stilzwijgend goedgekeurd door beide kamers. -­‐Als het stilzwijgen wordt verbroken door een van de kamers, moet het verdrag uitdrukkelijk worden goedgekeurd. Als een verdrag is goedgekeurd speelt het amendementsrecht geen rol meer. Een verdrag opnieuw onderhandelen is geen optie. Het is goedkeuren of afwijzen. Art. 91 Gw heeft alleen betrekking op verdragen en niet op besluiten van internationale organisaties.-­‐ Verhouding verdrag en Grondwet Als het verdrag in strijd is met de Grondwet: In andere landen vindt er een grondwetswijziging plaats. In Nederland is er geen formele grondwetswijziging nodig: verdrag wordt alsnog goedgekeurd indien 2/3 van de meerderheid het hiermee eens is (zie art. 91 lid 3 Gw). Hierbij wordt de grondwet alsnog (materieel) aangepast. Een democratische legitimatie is in Nederland voor verdragen is in dit artikel weergegeven. 1.2
Europees recht in de Nederlandse rechtsorde Europese integratie Twee vormen van Europese integratie: •
•
De Raad van Europa -­‐47 leden, gevestigd in Staatsburg -­‐Constitutioneel rechtelijk belang: EVRM en het EHRM De Europese Unie -­‐28 leden, gevestigd in Brussel Raad van Europa Europese Hof van de Rechten van de Mens Europese Unie Hof van Justitie Europese Unie Waar gaat de Europese Unie over? • Economisch recht -­‐Non-­‐discriminatie op grond van nationaliteit -­‐Vrij verkeer van personen, goeden, diensten en kapitaal -­‐Eén Interne markt (niet volkomen gelijk, er wordt ook sectorbeleid gevoerd) -­‐Monetaire unie (gekoppeld aan de economie) • Burgerschap van de Unie -­‐Reis-­‐ en verblijfsrecht 4 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
•
-­‐Ruimte van veiligheid, vrijheid en recht (inclusief EU-­‐grondrechten) -­‐Bevoorrechte derdelanders Buitenlands-­‐en veiligheidsbeleid Minst succesvol in de Unie, want de staten voeren eigenlijk gewoon hun eigen beleid uit. Status EU-­‐recht is supranationaal recht: het staat boven het nationaal recht als het internationaal recht, het is vatbaar voor rechtstreekse werking ten opzichte van burgers en heeft voorrang op strijdig nationaal recht, zelfs op nationale grondwet (voorrang op nationale constitutie wordt in de meeste lidstaten niet erkend). Bronnen van het EU-­‐Recht • Primair recht -­‐EU verdrag (VEU) -­‐Werkingsverdrag (VWEU) -­‐EU Grondrechtenhandvest • Secundair recht -­‐Wetgeving vastgesteld op basis van de verdragen • Jurisprudentie van het Hof van Justitie Soort besluiten die de EU kan nemen • Wetgevende en bestuurlijke besluiten -­‐Verordeningen (algemene normen, verbindend in al haar onderdelen) -­‐Richtlijnen (soort kaderwetten: verbindend t.a.v. te bereiken resultaat) -­‐Beschikkingen (individuele besluiten: verbindend voor degene tot wie zij uitdrukkelijk zijn gericht) Belangrijkste instellingen van de EU • Europees Parlement (art. 14 EU) Heeft de medewetgevende bevoegdheid. • Europese Raad (art. 15 EU) Staatshoofden en regeringsleiders. De Europese Raad geeft impulsen voor de ontwikkelingen van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen. • Raad (art. 16 EU) Ministers van de 28 lidstaten. De Raad heeft samen met het Europees Parlement de medewetgevende bevoegdheid. De Raad voert hiernaast ook beslissingen door. • de Commissie Dagelijks bestuur van de Unie. De Commissie is de enige die wetgeving kan initiëren. Voorstellen voor Europese wetgeving moeten bijna altijd gemaakt worden door de Commissie, anders komt een wet niet tot stand. • Hof van Justitie De Europese rechter. 5 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Voldoet de Europese unie aan de eisen van een democratische rechtsstaat die wij ook eisen aan de Nederlandse instelling? Regeerstelsel Het Europees Parlement wordt rechtstreeks gekozen door de kiezers van de lidstaten. Er is voor hen een verantwoordingsplicht. De vertrouwensregel geldt tussen de Commissie en het Europese Parlement. Zowel een positieve bij het aantreden, als een negatieve zodra de Commissie gaat functioneren. Ze kunnen naar huis worden gestuurd door het Europese Parlement. Representatieve democratie Er is sprake van een representatieve democratie (zie art. 10 VEU), de burgers van de Unie worden rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement. De lidstaten worden in de Europese Raad vertegenwoordigd door hun staatshoofd of regeringsleider, die zelf democratische verantwoording schuldig zijn aan het nationale parlement of aan hun burgers. Rechtstreekse democratie − Geen referendum op EU niveau Wel Europees referenda op nationaal niveau (omtrent lidmaatschap in ten minste 18 v/d 28 lidstaten). Dit levert een indirecte democratische legitimatie op. − Burgerinitiatief op EU-­‐niveau Vertrouwensrelatie − Tussen Europees Parlement en de Commissie. Commissie moet een positief vertrouwensvotum krijgen bij aantreden (ongeschreven vertrouwensregel) en kan naar huis gestuurd worden als hij eenmaal geïnstalleerd is bij ten minste 2/3 van de stemmen die ten minste de helft van de leden van het Europees Parlement omvat (zie art. 234 WEU Verdrag). Er is dus sprake van een positieve als negatieve vertrouwensregel. − Er bestaat geen vertrouwensregel tussen het Europees Parlement en de Raad. − Er bestaat ook geen vertrouwensregel tussen het Europees Parlement en de Europese Raad. Zowel mondelinge als schriftelijke vragen van EP worden door de Raad als de Europese Raad beantwoord, maar een verdragsrechtelijk plicht daartoe bestaat niet. Vertrouwensregel •
•
•
Verhouding Positief Negatief Geschreven Ongeschreven Europese Raad <> Raad: Nee Europese Raad en Raad <> Commissie: Ja -­‐Verkiezingen van de Commissie -­‐Benoeming voltallige Commissie Alleen bij voltallige Commissie (collectief) Ten opzichte van Commissie zowel positieve als negatieve (art. 17 lid 7 en 8 EU) Bij benoeming individuele Commissieleden Nationaal constituties Europese Raad -­‐Staatshoofden: rechtstreeks gekozen (nationaal) -­‐Regeringsleiders: parlementair stelsel: bij gratie nationale parlementen 6 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Raad -­‐Ministers: parlementair stelsel: bij gratie van nationale parlementen Legaliteit De legaliteitsbeginsel is een geschreven regel, zie art. 5 lid 1 VEU: EU kan alleen wat haar in de verdragen is opgedragen. Machtsverdeling De instellingen hebben elkaar nodig voor de totstandkoming van een wet. Er is niet één orgaan dat de wetgever. Bij regelgevende bevoegdheid is er dus sprake van machtenspreiding. Uitvoering van EU-­‐besluiten moet in de lidstaten gedaan worden. De Commissie heeft een controlerende functie bij de naleving van de EU-­‐besluiten. Het meeste aan uitvoering moet gebeurd worden door de lidstaten zelf. Grondrechten Zijn omschreven in het Handvest van de Europese Unie. Rechterlijke controle Hof van Justitie is de Europese rechter. Ze doen vooral uitspraken over vragen van nationale rechters over de uitleg van het EU-­‐recht (dit is de belangrijkste bevoegdheid van het Hof). Dit is de prejudiciële procedure, zie art. 267 WEU. Andere belangrijke taken van het Hof: -­‐Inbreukprocedure (art. 259 e.v. WEU) -­‐Nietigheidsberoep (art. 263 WEU). Kortom, de Europese Unie voldoet dus aan de eisen van een democratie. Verdiepende college 6 – EU en nationale Grondwet 2.1
EU Recht Costa/ENEL-­‐arrest Het Europees Recht werkt niet alleen rechtstreeks op de burgers (schept rechten en plichten waarop de burger zich mag beroepen), maar de rechtstreekse werking betekent ook dat het EU-­‐recht voorrang heeft op strijdig nationaal recht. Internationale Handelsgesellschaft-­‐arrest Hierin werd duidelijk dat het EU-­‐recht voorrang heeft op elk nationaal recht (dit was voorheen namelijk niet altijd helemaal duidelijk). Die voorrang heeft ook betrekkelijk op nationale grondrechten. Simmenthal II-­‐arrest In Italië was er een verbod voor de rechter om de formele wet te toetsen aan de Grondwet. Er is wel een speciale institutie die dit mag, namelijk het Constitutioneel Hof. In het Europees recht staat echter dat je je als burger op elke rechter kunt beroepen. Zo’n institutie als deze in Italië was dus in strijd met het Europees recht. 7 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
2.2 EU en constitutionele identiteit Voorrang in NL Is geregeld in art. 94 Gw: -­‐‘Eenieder verbindend’ = rechtstreeks werkend internationaal recht werkt met voorrang op elk strijdig nationaal recht. -­‐‘Wettelijke voorschriften’ is ook ‘grondwettelijke voorschriften’. Europees recht heeft altijd voorrang op nationaal recht. Voorrang andere nationale constituties In de meeste andere lidstaten verwerpen ze dat het EU-­‐recht met voorrang op het nationaal recht werkt. De gedachte hierachter is dat de Grondwet regelt welk recht geldt, dus je kunt de Grondwet niet achterwege laten wegens een ander recht. 2.3 Hiërarchie of evenwicht? Omega-­‐arrest Het gaat hier over lasergames in Bonn. Bij lasergamen doe je alsof je mensen doodschiet en dit vond de burgemeester niet kunnen, omdat je hiermee een inbreuk maakt op de menselijke waardigheid. Dit werd verboden dus een handelaar kon zijn beroep niet meer uitoefenen. Het verweer van hem hierop was dat dit in strijd was met het vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal (hij beroept zich dus op het EU-­‐recht). Art. 52VWEU zegt echter dat het vrij verkeer van diensten beperkt kan worden in het belang van de openbare orde. Het Hof van Justitie oordeelde dat dit een typische Duitse opvatting is die niet in de andere lidstaten gehandhaafd wordt, wat leidt tot ongelijke marktwaarde, maar het Hof zegt dat het niet vereist is dat een lidstaat dezelfde overtuiging moet delen over het beschermen van een grondrecht. Een beperking in het vrij verkeer van diensten, ook al is een lidstaat de enige met een bepaalde opvatting ter bescherming van een grondrecht, is gewoon gerechtvaardigd. Sayn-­‐Wittgenstein-­‐arrest Art. 4 lid 2 EU: de Unie eerbiedigt de constitutionele identiteit van de lidstaten. In het Omega-­‐arrest bestond dit artikel nog niet, dus daar kon Duitsland zich toentertijd niet op beroepen. In dit arrest gaat het over een makelaar met een bepaalde naam die zij niet goed vond verkopen. Om aan een betere naam te komen liet zij zich adopteren (hierdoor kreeg ze een adellijke titel). Uiteindelijk beroept een bepaalde adel zich op seksendiscriminatie, want de vrouw (de makelaar) nam een mannelijke naam over, waardoor deze mannelijke naam nu werd geassocieerd met een vrouwennaam. Het constitutionele Hof zei dat er een constitutioneel recht was dat het verboden was om een adellijke naam te voeren, dus de makelaar moest haar adellijke naam schrappen. Zij beroept zich vervolgens op het burgerschapsrecht (EU-­‐recht, zie art. 21 Werkingsverdrag). Ze zegt dat ze nu niet meer vrij kan reizen door de lidstaten, omdat haar naam niet meer overeenkomt met de naam die op haar papieren staat. Het Hof van Justitie oordeelde dat het gaat om een grondwettelijk verbod op adellijke titels: een vrij republiek zou deze klassen, deze rangen, moeten verbieden zodat er sprake is van gelijkheid tussen de burgers. Het Hof van justitie oordeelde dus dat het gerechtvaardigd is om adellijke te voeren, op grond van art. 4 lid 2 EU. De makelaar hoefde haar adellijke naam dus niet meer te schrappen. Dit betekent dat de formulering van dat nationale recht (Handelsgesellschaft) in strijd was met het EU-­‐recht en hiermee kun je afvragen of er sprake van hiërarchie of evenwicht wat betreft de 8 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
constitutionele waarde van een land en het EU-­‐recht. Antwoord hierop is dat je je moet afvragen wat de belangrijkste waarden zijn en deze geeft dan de doorslag welk recht voorrang/werking heeft (dit geldt dus in de andere EU-­‐landen, niet in Nederland). Week 7 – Rechter, rechtsbescherming, toetsing Hoorcollege 7 1.1
Rechter, bestuur en wetgever Wetgever: is democratisch gelegitimeerd omdat de Tweede Kamer door middel van verkiezingen gekozen wordt en wetten alleen tot stand kunnen komen als de volksvertegenwoordiging daarmee instemt. Rechter: de rechter wordt niet gekozen, maar benoemd. Als hij eenmaal benoemd is functioneert hij als onafhankelijke overheidsmacht. Hij staat niet bloot aan gesanctioneerde politieke verantwoordelijkheid en hij kan niet naar huis worden gestuurd als hij in de ogen van de volksvertegenwoordiging niet goed functioneert. De rechter legt echter wel degelijk verantwoording af, namelijk in zijn vonnissen: de rechter is verplicht om al zijn oordelen te motiveren. Dit is de legitimatie die democratisch van aard is. Onafhankelijkheid rechter Art. 117 Gw: de rechter is voor het leven benoemd. Art. 6 EVRM: ieder heeft het recht op beoordeling van een onafhankelijke rechter. Zoiets hebben wij niet in de Grondwet staan. De onafhankelijkheid is uitgewerkt in de WRRA: dit regelt ook de administratieve rechtspraak. Er wordt een onderscheid gemaakt in de onafhankelijkheid van de rechter: • Subjectieve onafhankelijkheid De persoon moet zich zo gedragen dat hij onafhankelijk blijkt te zijn. • Institutionele (objectieve) onafhankelijkheid Hoe de rechtspraak zich organiseert. − Geen verstrengeling van functies of dubbelfuncties: dit is deels in de grondwet en deels in de wet geregeld. Hierdoor kan een rechter niet tegelijk wetgever als rechter zijn. − Een rechterlijke beslissing kan niet door het bestuur worden vernietigd: 1) Als een rechter een besluit neemt kun je niets ondernemen bij het bestuur om dit ongedaan te maken. 2) Het bestuur kan geen instructies geven omtrent rechterlijke beslissingen • Geen ingrijp van wetgever (inclusief parlement) in concrete zaken. Trias politica Machtenscheiding is goed, maar is niet absoluut in Nederland. • De rechters in Nederland worden benoemd door de regering. De regering doet dit op basis van aanbevelingen. 9 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
De rechter bij de rechtbank in het Hof van Den Haag, is de president van de rechtbank en doet de kortgedingen tegen de staat. Dit is één rechter die deze zaken behandeld. De benoeming van deze persoon moet heel zorgvuldig gebeuren, omdat deze rechter erg blootstaat aan de politiek. − De leden van de Hoge Raad worden benoemd bij voordracht door de Tweede Kamer. Dit zijn de enige rechters die op deze manier betrokken zijn bij een politieke procedure. In de praktijk komt de Hoge Raad zelf met een voordracht aan de Tweede Kamer en de Tweede Kamer beslist. De rechter is onderworpen aan de wet. −
•
1.2
Rechterlijke macht Eigenaardigheid: De Grondwet spreekt over ‘rechterlijke macht’, maar er kunnen ook rechters zijn die niet behoren tot de ‘rechterlijke macht’. Er bestaan dus twee rechtspraken: rechtspraak door de rechterlijke macht en rechtspraak die niet behoren tot de rechterlijke macht. Rechtspraak die niet behoort tot de rechterlijke macht zijn rechters die over bestuurlijke zaken beslissen. Een beroep over een besluit doe je bij een bestuursorgaan, dit wordt administratief beroep genoemd. Rechterlijke macht • Hoge Raad • Gerechtshof • Rechtbank Is onderverdeeld in drie kamers: strafrecht, burgerlijk recht en bestuursrecht. • OM (staande magistratuur) Niet tot de rechterlijke macht behorende rechters Bestuursrecht (derde kamer rechtbank) • ABRvST Zaken over milieu, ruimteordeningszaken • CRvB Zaken over ambtenaren en sociale zekerheidszaken (kinderbijslag, bijstand, ziektewet). • CBb Economisch bestuursrecht (subsidies, kartelrecht) Let op: deze drie zijn allemaal de hoogste rechter. Ze staan op dezelfde rang als de Hoge Raad. Eerste aanleg: rechtbank Tweede aanleg: een van de bovengenoemde drie bestuursrechters. Verschil tussen bestuursrecht en ander recht (strafrecht en burgerlijk recht): -­‐In het bestuursrecht zijn er slechts twee aangelegenheden: je gaat eerst naar de rechtbank en daarna in hoger beroep bij de bestuursrechter. -­‐Ander recht: Rechtbank > Hof > Hoge Raad. Drie aangelegenheden dus. 10 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
1.3
Rechter en bestuur De rechter heeft steeds actiever de rol gekregen om de burger te beschermen tegen overheidshandelen. Gezien de toename van de rol van de rechter, wordt de wetgeving aangepast aan de uitspraken van de rechters. Dit leidt tot verandering in de trias. Bestuurlijk handelen Het bestuur kan twee soorten besluiten nemen: besluiten die wetgevend van aard zijn en beschikkingen (toepassing van de wetten in concrete gevallen) Rechtsbescherming Gaat over de toepassing van wettelijke voorschriften (= algemeen verbindende voorschriften = wet in materiële zin). Bestuursrechter Kunnen tegen concrete bestuursbesluiten (beschikkingen) rechtsbescherming bieden, zie art. 8:1 jo. 1:3 lid 1 Awb. Voorwaarde is dat je eerst bezwaar moet doen bij het bestuursorgaan voordat je naar de bestuursrechter kunt stappen. Geen beroep kan bij bestuursrechter worden ingesteld tegen een besluit, inhoudende een algemeen verbindende voorschrift of een beleidsregel, zie art. 8:3 aanhef en sub. a Awb. Je kunt dus niet tegen dat besluit primair beroep doen, maar dit betekent niet dat de bestuursrechter niets kan zeggen over deze regels. Hij kan in een positie komen om de algemeen verbindende voorschrift te toetsen aan de wet of Grondwet om te beoordelen of een beschikking geldig of ongeldig is (welke dus is gebaseerd op de algemeen verbindende voorschrift). Hierdoor maakt de rechter toch een beslissing over een besluit (wat dus eigenlijk niet mag). Dit wordt een incidentele toetsing genoemd. Wat mag welke rechter toetsen? • Bestuursrechter toetst − Concrete bestuursbesluiten (beschikkingen). Niet: besluit tot vaststellen avv. • Burgerlijke rechter toetst − Avv aan hogere regelingen. Niet: wetten in formele zin aan GW en aan algemene rechtsbeginselen, zie Harmonisatiewet-­‐arrest. De bestuursrechter is dus niet primair bevoegd tot toetsing avv (art. 8:3 Awb), maar de burgerlijke rechter wel indien je aangeeft als burger dat er sprake is van een onrechtmatige daad, zie HR Noorderwijkerhout/Guldemond-­‐arrest. Als een burgerlijk recht in het geschil is, mag de burgerlijke rechter een bestuurszaak behandelen. Een gevolg hiervan kan zijn dat de burgerlijke rechter de regelgeving verbiedt, een schadevergoeding eist of de regelgeving zelfs buitenwerking stelt. Als de burgerlijke rechter een regelgeving verbiedt, heeft dit alleen betrekking op de concrete burger. Als de burgerlijke rechter de regelgeving buitenwerking stelt heeft dit betrekking op iedereen. De regel is dan ongeldig verklaard. Incidenteel kan de rechter: 11 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
• Wettelijke bepaling buiten toepassing laten • Een wettelijke bepaling onverbindend verklaren Niet: De wettelijke bepaling vernietigen, wijzigen, of intrekken. Dit kan namelijk alleen de wetgever zelf. Let goed op de woorden die worden gebruikt op het tentamen om hierop een juist antwoord op te geven. 1.4 Rechter en wetgever Hebben wij constitutionele toetsing van formele wetten? Art. 120 Gw: verbod om formele wetten te toetsen aan de Grondwet. • HR Harmonisatiewet-­‐arrest: − Rechter mag formele wet niet toetsen aan de Grondwet. − Rechter mag formele wet niet toetsen aan ongeschreven rechtsbeginselen. − Rechter mag formele wet niet toetsen aan Statuut. De rechter mag wel verklaren/zijn mening geven over het feit dat een wet in strijd is met een grondwetbepaling, maar hij mag dat niet onverbindend verklaren. Hij mag dus best zijn mening geven zonder een bijkomend rechtsgevolg eraan vast te stellen. • HR Van den Bergh/Staat-­‐arrest: − Rechter mag formele wet niet toetsen aan de procedure van de totstandkoming van een wet. Wat mag de rechter wel toetsen aan de Grondwet? • Alles, als het maar geen wet of verdrag is. Hij mag ministeriële regelingen, avv’s, gemeentelijke en provinciale verordeningen wel toetsen aan de Grondwet. Er is toch een vorm van constitutionele toetsing aanwezig, want de rechter kan andere wetgevende besluiten toetsen aan de Grondwet. Tevens zijn er klassieke grondwetverdragen (zoals het EVRM) en dit is recht wat Nederland moet toepassen met voorrang op nationale wettelijke voorschriften (grondwet als formele wet), zie art. 94 Gw. De rechter kan dus wel wetten in formele zin toetsen aan deze eenieder verbindende verdragen, dus wetten in formele zin kan hij toetsen aan deze klassieke grondrechten. Op deze manier vindt er ook een vorm van constitutionele toetsing plaats. Alleen de wetgever zelf kan wetten in formele zin toetsen aan de Grondwet. Wetsvoorstel-­‐Halsema Zie leidraad, p. 39. • Verandering: – Wel toetsing wet aan klassieke grondrechten • Onveranderd: – Geen toetsing aan: • Sociale grondrechten • Andere grondwettelijke voorschriften aan de wetgever (bijv. over decentralisatie) • Procedurele bepalingen 12 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Algemene rechtsbeginselen Halsema zegt dat dit niet leidt tot verschuivingen in de trias (de positie van de rechter verandert dus niet), omdat de rechter nu wetten kan toetsen aan bepalingen in mensenrechtenverdragen die equivalent zijn aan de bepalingen van de Grondwet. Het Reisbureau Rita-­‐arrest is hier een goed voorbeeld van. •
Verdiepende college 7 2.1 Wetgever of rechter? Primaat ligt bij de wetgever voor zover het gaat om de interpretatie van de Grondwet. In Nederland geldt een regelhiërarchie, maar niet bij Gw/formele wet. Blijkens art. 120 Gw mag de rechter een formele wet niet toetsen aan de Grondwet. Er is wel een toetsing aan internationale verdragen mogelijk voor zover het gaat om eenieder verbindende bepalingen op grond van art. 94 Gw. Vaak wordt een formele wet aan het EVRM getoetst. Doorwerking van mensenrechten: zaak van de wetgever of rechter? Het optreden van het EHRM wordt steeds belangrijker. De interpretatie van het EVRM door het EHRM moeten worden overgenomen door de Nederlandse rechters. De traditionele plaats van de rechter in het Nederlands staatsbestel is bepaald door: • Art. 120 GW • Harmonisatiewet-­‐arrest -­‐Geen toetsing aan Statuut en ongeschreven rechtsbeginselen De rechter is gebonden aan de interpretatie van de Grondwet door de wetgever. Harmonisatiewet-­‐arrest De Hoge Raad zegt in dit arrest dat de harmonisatiewet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel (zie rechtsoverweging 3.1). In feite zegt de Hoge Raad dus dat de wet in strijd is met de verwachtingen van de studenten in dit arrest, maar de Hoge Raad heeft het recht niet om hier een rechtsgevolg aan te binden, want zij mogen niet toetsen aan ongeschreven rechtsbeginselen. Discussie Er zijn discussies over het optreden van het EHRM en over (te ver gaande) interpretatie van de Nederlandse rechters aan eenieder verbindende bepalingen. Initiatiefvoorstel Kamerlid Taverne • Toetsing wetgeving aan ‘eenieder verbindende bepalingen’ moet door de wetgever worden verricht. • Geen verdragstoetsing meer door de rechter. • De mogelijkheid om aan specifieke eenieder verbindende bepalingen verbindende kracht ontzeggen. De bedoeling van dit wetsvoorstel is de macht van de rechter beperken en toetsing van formele wetten aan internationale verdragen ontzeggen. 13 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Maar als toetsing aan eenieder verbindende bepaling wordt ontzegd, betekent dat dit leidt tot minder rechtsbescherming voor de burgers in Nederland. Dit betekent trouwens ook een grotere werklast voor het EHRM, want de mensen gaan hun zaak nu aan hen voorleggen in plaats van aan de nationale rechters. Tevens is dit ook in strijd met art. 13 EVRM, omdat het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel op deze manier te kort wordt gedaan. 14 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Download