rapport over het veranderplan voor de organisatie

advertisement
Gemeente Almere
4 april 2017
Met hart voor de stad
Veranderplan De veranderrichting
Met hart voor de stad
pag.2
Inhoud
INLEIDING.............................................................................................................................4
1
WAAROM VERANDEREN?.............................................................................................6
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
2
WAARTOE VERANDEREN? ...........................................................................................9
2.1
2.2
3
Aanleiding en noodzaak ......................................................................................6
Er is meer samenhang en slagvaardigheid nodig .....................................................6
Er is meer eenheid en samenhang mogelijk ...........................................................7
Er is meer slagvaardigheid mogelijk ......................................................................7
Daarvoor is een doorbraak nodig .........................................................................8
Het gewenste functioneren ..................................................................................9
De gewenste ontwikkeling ................................................................................. 10
WAT VERANDEREN? ................................................................................................. 14
3.1
Drie balansen herstellen ................................................................................... 14
3.2
Herstellen balans tussen aandacht voor talentontwikkeling en het goede gesprek over
professioneel vakmanschap en toegevoegde waarde. .......................................................... 15
3.2.1 Wat verstaan wij hieronder? .................................................................... 15
3.2.2 Waarom veranderen? ............................................................................. 15
3.2.3 Waartoe veranderen? ............................................................................. 15
3.3
Herstellen balans tussen decentrale autonomie en concernsturing gericht op eenheid in
beleid, organisatie en leiding. ....................................................................................... 16
3.3.1 Wat verstaan wij hieronder? .................................................................... 16
3.3.2 Waarom veranderen? ............................................................................. 16
3.3.3 Waartoe veranderen? ............................................................................. 16
3.4
Herstellen balans tussen hoge en veel ambities en meer aandacht voor het concretiseren,
organiseren (met voldoende middelen) en slagvaardig en samenhangend realiseren van de
ambities. 17
3.4.1 Wat verstaan wij hieronder? .................................................................... 17
3.4.2 Waarom veranderen? ............................................................................. 17
3.4.3 Waartoe veranderen? ............................................................................. 18
Met hart voor de stad
pag.3
Inleiding
Onderstaande tekst bevat de kern van de (concept) organisatievisie 2017-20201. Het schetst een
beeld en verlangen van de organisatie die we willen zijn en aan het worden zijn:
“Wij
helpen
Almeerders
hun
dromen
realiseren.
Wij
stellen
ons
op
als
een
gelijkwaardige partner die aansluit bij wat er in de stad gebeurt. We maken echt
contact. Naast specialistische kennis hebben wij oprechte interesse en aandacht voor de
mensen waar we het voor doen. We doen het samen met de inwoners in de stad en
met elkaar.
Bij de gemeente Almere voegt iedere medewerker waarde toe aan de organisatie en
aan de stad. We voelen ons verantwoordelijk voor onze bijdrage maar ook altijd
medeverantwoordelijk voor het geheel. We zoeken elkaar op, leren van elkaar en
houden elkaar scherp. Werken bij de gemeente Almere is daarmee een kwestie van het
hart omdat het goed voelt om verschil te maken en het beste van jezelf te geven voor
onze organisatie en onze stad Almere.”
We hebben als directieteam kritisch gekeken naar het huidige functioneren van onze organisatie en
de wijze waarop wij ons als organisatie in de afgelopen 15 jaar hebben ontwikkeld. We hebben ons
ook de vraag gesteld wat de eisen zijn waaraan wij als organisatie moeten voldoen om goed
toegerust te zijn voor, en in te kunnen spelen op, trends en ontwikkelingen in de samenleving en
de stad, de politiek-bestuurlijke ambities en opgaven, en de wensen en behoeftes van medewerkers.
Dit is weergegeven in onderstaande figuur:
In dit veranderplan “De veranderrichting” beschrijven we wat er nodig is om de organisatie verder te
ontwikkelen in de gewenste richting; wat de aanleiding en noodzaak is om ons als organisatie verder
1
De organisatievisie 2017-2020 moet nog definitief worden vastgesteld met mogelijk nog enkele aanvullingen en
aanscherpingen en vertaald naar gemeentebrede kernwaarden met concreet en zichtbaar gedrag.
Met hart voor de stad
pag.4
te ontwikkelen, waar we naartoe willen ontwikkelen en wat wij zien als de belangrijkste hefbomen
om de organisatie in de gewenste richting te ontwikkelen.
Met hart voor de stad
pag.5
1 Waarom veranderen?
In dit hoofdstuk beschrijven wij kernachtig wat de aanleiding en noodzaak is om ons als organisatie
verder te ontwikkelen.
1.1 Aanleiding en noodzaak
Er gaat heel veel goed binnen de organisatie en er is veel om trots op te zijn. Wij zijn trots op
onze organisatie en trots op onze medewerkers, die zich iedere dag met hart en ziel verbinden aan
en inzetten voor het realiseren van de opgaven van de stad en bestuur. Er is in algemene zin
sprake van een goede sfeer en goede onderlinge omgangsvormen binnen de organisatie. Er wordt
hard gewerkt en er is een grote betrokkenheid en passie voor het werken voor de stad. Er is veel
aandacht voor innovatie, initiatief, experimenteren en anders denken. Er is veel inhoudelijke kwaliteit
en talent. Er is ruime aandacht voor talentontwikkeling, voor groeimogelijkheden van medewerkers en
voor “de mens achter de mens”. Wat goed is willen we behouden en zo mogelijk nog verder
versterken.
Maar het kan ook (nog) beter. In de analyse die wij van de organisatie hebben gemaakt, komen
kenmerken naar voren die ons functioneren en onze doorontwikkeling naar de toekomst belemmeren.
In hoofdzaak komt het erop neer dat onze organisatie op dit moment te weinig samenhang kent en
onvoldoende slagvaardig is om te voldoen aan de eisen die de samenleving en het politieke bestuur
aan ons stellen, en dat er een doorbraak nodig is om dit te veranderen.
Wij lichten dat hieronder toe.
1.2 Er is meer samenhang en slagvaardigheid nodig
Samenleving en politiek bestuur vragen van ons – als gemeentelijke overheid - een samenhangende
en slagvaardige aanpak van vraagstukken. Ze vragen dat we intensief samenwerken binnen de
organisatie en met partners en instellingen in de stad, waarbij we als gemeente steeds opnieuw
onze rol en inbreng moeten bepalen. Voor de burger, instellingen en bedrijven zijn we één
organisatie. Dat vraagt om een gemeentelijke organisatie die zich niet verticaal organiseert langs
beleidslijnen of diensten. Het vraagt een ontwikkeling van dienst, functie- en vakgericht denken en
werken naar meer opgavengericht, vraaggericht en ketengericht denken en werken, in flexibele
werkvormen
waarbij
medewerkers
elkaar
vakgericht
en
opgavengericht
weten
te
vinden.
Vakbekwaamheid staat daarbij centraal, maar altijd gericht op samenwerking en samenhang met
andere disciplines. Met een open blik en in verbinding met de stad en de samenleving. Het
betekent ook dat wij de leefwereld van burgers centraal stellen en van daaruit aansluiting zoeken bij
de systeemwereld van regels en procedures met als uitgangspunt “doen wat nodig is” en “de
bedoeling voorop”. Het vraagt een organisatie die goed weet wat er in de stad en samenleving
Met hart voor de stad
pag.6
speelt om echt contact en verbinding te maken en om aan te sluiten bij de energie, kracht, ideeën
en vele initiatieven. Het vraagt ook om een organisatie die flexibel en wendbaar kan inspelen op
ontwikkelingen in de stad en samenleving en op veranderingen in wet- en regelgeving bijvoorbeeld
doordat verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag (als verantwoord) in de organisatie gelegd
zijn en medewerkers ruimte en het vertrouwen krijgen om “te doen wat nodig is”.
1.3 Er is meer eenheid en samenhang mogelijk
De huidige organisatie is sterk verticaal georganiseerd in de vorm van diensten die functioneren met
een grote mate van autonomie en zelfstandigheid. Verticale lijnsturing is dominant ten opzichte van
andere meer horizontale vormen van sturing, bijvoorbeeld in projecten en programma’s. Er is sprake
van weinig sturing op eenheid van leiding, organisatie en beleid in de top van de organisatie. Op
concernniveau genomen besluiten worden ook niet altijd uitgevoerd. Er is veel ruimte voor diensten
om in eigen tempo veranderingen in te voeren en keuzes te maken bij de invoering van
concernkaders en beleid. Er zijn daardoor veel verschillen binnen de organisatie per dienst, meer
dan gewenst is. Verschillen in de cultuur (iedere dienst heeft eigen kernwaarden), in hoe je als
medewerker gehuisvest bent evenals de apparatuur die je beschikbaar hebt, over hoe er met je als
medewerker wordt omgegaan (bijvoorbeeld bij functioneringsproblemen of opleidingsmogelijkheden), in
de mandaatstructuur, in de inrichting en sturing van afdelingen, in de inrichting van de administratie,
in medezeggenschap, in de wijze van organisatie van de stukkenstroom, in de organisatie van de
financiële control, in de organisatie van wijkgericht werken, in de wijze en het tempo waarop vorm
wordt gegeven aan veranderingen, zelfs in de kwaliteit van de koffie. Dit leidt tot gebrek aan
samenhang, versnippering van kennis en kunde, versnippering van budgetten en werkzaamheden,
maar ook tot weinig efficiency door dubbel werk en gebrek aan uniformering en standaardisering
omdat iedere dienst zijn eigen oplossingen kiest.
1.4 Er is meer slagvaardigheid mogelijk
Onze organisatie heeft nog veel kenmerken van een meer “traditionele overheidsbureaucratie” en nog
minder van een moderne overheidsorganisatie gebaseerd op principes van verantwoordelijkheden laag
in
de
organisatie,
nadruk
op
waarden,
professioneel
vakmanschap,
ruimte
en
vertrouwen,
zelforganisatie, aanspreekbaarheid en afrekenbaarheid. Het overkoepelende beeld van het huidige
functioneren van de organisatie is dat er onnodig veel tijd en energie wordt verloren aan “de
organisatie”. Er is sprake van “over-organisatie”. Onnodig veel energie en tijd gaat verloren aan:
afstemming en overleg, lange besluitvormingslijnen door stapeling van verantwoordelijkheden (grote
gelaagdheid),
gebrek
aan
integrale
verantwoordelijkheid,
veel
bemoeienis
van
afdelingen
op
deelaspecten, doorschuiven van problemen, hokjesmentaliteit, intern gedoe door het overbruggen van
belangentegenstellingen, vertragend gedrag, bureaucratie, hiërarchie, langs elkaar heen werken/dubbel
werk,
versnippering
van
kennis,
kunde
en
budgetten,
onvoldoende
gestroomlijnde
processen,
gebrekkige ondersteunende systemen en veel nadruk op control. Dit maakt dat de organisatie
stroperig voelt en weinig slagvaardig (samen-)werkt. De tijd en energie die verloren wordt aan de
organisatie kan niet besteed worden aan de opgaven van stad en bestuur. Het roept ook het beeld
Met hart voor de stad
pag.7
op van medewerkers die meer ondanks dan dankzij de organisatie succesvol zijn, en het leidt tot
verlies aan gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid op de werkvloer.
1.5 Daarvoor is een doorbraak nodig
Er is al veel in gang gezet om de organisatie in de gewenste richting te ontwikkelen maar die
ontwikkelingen verlopen minder voorspoedig dan nodig. Er is een versnelling nodig en een meer
fundamentele verandering van de manier van werken en de cultuur binnen de huidige organisatie om
meer slagvaardig en samenhangend politiek-bestuurlijke opgaven en ambities te realiseren (tegen
minder kosten) en om beter aan te sluiten bij trends en ontwikkelingen in de stad en samenleving.
Met hart voor de stad
pag.8
2 Waartoe veranderen?
In dit hoofdstuk beschrijven wij onze visie op de gewenste ontwikkeling van de organisatie.
2.1 Het gewenste functioneren
In de organisatievisie 2017-2020 hebben we het gewenste functioneren van onze organisatie als
volgt verwoord:
“Wij
helpen
Almeerders
hun
dromen
realiseren.
Wij
stellen
ons
op
als
een
gelijkwaardige partner die aansluit bij wat er in de stad gebeurt. We maken echt
contact. Naast specialistische kennis hebben wij oprechte interesse en aandacht voor de
mensen waar we het voor doen. We doen het samen met de inwoners in de stad en
met elkaar.
“Bij de gemeente Almere voegt iedere medewerker waarde toe aan de organisatie en
aan de stad. We voelen ons verantwoordelijk voor onze bijdrage maar ook altijd
medeverantwoordelijk voor het geheel. We zoeken elkaar op, leren van elkaar en
houden elkaar scherp. Werken bij de gemeente Almere is daarmee een kwestie van het
hart omdat het goed voelt om verschil te maken en het beste van jezelf te geven voor
onze organisatie en onze stad Almere.”
We hebben als organisatie het vizier gericht op onze medewerkers, want onze medewerkers maken
de organisatie. We streven naar een organisatie waarin iedereen vanuit het hart en met positieve
energie waarde toevoegt aan de stad en organisatie. Waarin doelen en ambities van medewerker en
organisatie bij elkaar komen voor een toekomstbestendige stad.
Wij willen ons ontwikkelen naar een organisatie die voordurend in contact is en echt contact maakt
met de stad en samenleving, een sensitieve organisatie, die actief de dialoog aan gaat met de
samenleving
en
waarin
slagvaardig
wordt
samengewerkt
binnen,
en
met
partners
buiten,
de
organisatie aan het realiseren van de afgesproken prestaties. Een organisatie waarin hard werken en
plezier hand in hand gaan en medewerkers worden ondersteund, uitgedaagd en gestimuleerd om
duurzaam het beste van zichzelf te geven ten behoeve van het realiseren van de afgesproken
prestaties.
Wij willen toe naar een organisatie die in staat is om in te spelen op de ontwikkelingen in de
samenleving, en op de ambities van ons politieke bestuur. Onze rol verandert. De samenleving kan
en doet heel veel zelf, en dat vraagt van ons om daar sensitief voor te zijn. Dat we in staat zijn
hier op aan te sluiten en echt contact te maken. Samen te werken met inwoners en instellingen in
onze gemeente, en ook met partners en andere overheden op regionaal en landelijk niveau. Daarbij
moeten we om kunnen gaan met complexiteit en een krachtenveld van verschillende belangen en
doelen. We moeten strategisch denken kunnen vertalen naar acties.
Met hart voor de stad
pag.9
Het vraagt ook om slagvaardig en resultaatgericht te kunnen zijn. Doen wat nodig is en laten zien
dat we onze afspraken nakomen. We zeggen wat we doen, en we doen wat we zeggen. We zijn
een betrouwbare partner, en krijgen dingen voor elkaar. Door efficiency en standaardisatie van onze
‘reguliere productieprocessen’, kunnen we de overige energie richten op complexe vraagstukken en
behoeften. Digitalisering en nabijheid in de wijken gaan hand in hand.
We willen ook een organisatie zijn waar je als medewerker serieus genomen wordt en waar op een
respectvolle, volwassen manier met je wordt omgegaan. Een organisatie waar je als medewerker
inhoudelijk uitdagende en zinvolle werkzaamheden kan verrichten. Een organisatie die uitgaat van
vertrouwen en die medewerkers verantwoordelijk maakt en houdt voor het leveren van de afgesproken
prestaties. Een organisatie die gericht is op het stimuleren dat medewerkers groeien in zelfvertrouwen
en zelfstandigheid, hun grenzen blijven opzoeken en zo hun potentieel maximaal waarmaken en zelfs
overstijgen. Een organisatie waar continu gekeken wordt op welke wijze talenten, kwaliteiten en
mogelijkheden van medewerkers verder kunnen worden versterkt. Een organisatie dus die is gericht
op het continu ontwikkelen van medewerkers.
2.2 De gewenste ontwikkeling
In de onderstaande tabel wordt de gewenste ontwikkeling van het huidige functioneren van de
organisatie beschreven aan de hand van verschillende onderscheiden organisatie elementen.
Van A
Naar (meer) B
Bestuursstijl: verhouding college – ambtelijke organisatie
−
We werken – zowel bestuurlijk als ambtelijk –
−
volgens een wethoudersmodel.
−
Bestuurlijk-ambtelijk is er discussie over ‘wie
Wij zijn er voor het college als collectief; dit
vraagt ook collegialiteit in het college.
−
gaat waarover’; we zijn te weinig rolvast.
Er is sprake van een helder tegen- en
samenspel tussen bestuur en organisatie
gebaseerd op heldere spelregels.
−
Het college ervaart te weinig integraliteit in de
−
aanpak van vraagstukken.
We leggen keuzes expliciet en integraal aan
het bestuur voor, tijdig en open met goed
inzicht in de overwegingen en oplossingen
gebaseerd op feiten en cijfers zodat het
bestuur werkelijk kan kiezen.
−
Als ambtenaren zijn we te weinig politiek-
−
bestuurlijk sensitief.
Onze politiek-bestuurlijke sensitiviteit uit zich in
een goed samenspel met bestuurders, integrale
aanpak, aandacht voor de omgeving en gevoel
voor bestuurlijke dilemma’s.
Cultuur
−
Weinig gemeenschappelijkheid
−
We werken als één organisatie en voor één
Almere samenhangend en slagvaardig aan de
opgaven en ambities.
−
Weinig zakelijk en resultaatgericht
Met hart voor de stad
−
Er wordt besproken, afgesproken en vervolgens
pag.10
ook aangesproken, er is sprake van warme
zakelijkheid.
−
Gevoelig voor kritische feedback en reflectie
Met hart voor de stad
−
We zijn een lerende organisatie die actief op
zoek gaat naar kritische reflectie en feedback.
pag.11
Van A
Naar (meer) B
Visie en strategie (beleid en organisatie)
−
We hebben onvoldoende focus, en stapelen
−
We kijken integraal naar wat we te doen
ambities en hebben moeite om visie en beleid
hebben en maken daarin keuzes ‘aan de
te vertalen naar uitvoering
voorkant’, waar van toepassing samen met het
(‘tactisch gat’).
bestuur. We hebben daarbij ook
organisatiebreed inzicht in wat we in huis
hebben aan kwaliteit en capaciteit.
−
−
We hebben geen overkoepelende
−
We werken vanuit één organisatievisie, vertaald
(organisatie)visie en geen verbindende
naar een beperkt aantal generieke
generieke kernwaarden.
kernwaarden.
We laten veel ruimte in de organisatie voor
−
We sturen op eenheid in beleid, organisatie en
keuzes en tempo bij het invoeren van
leiding waar mogelijk en op diversiteit en
concernkaders en –beleid.
maatwerk waar nodig.
Structuur
−
We werken in een dienstenmodel.
−
Er is onevenwichtigheid (qua omvang,
voor wendbaarheid, slagvaardigheid, samenhang
inrichting, sturing) van diensten en afdelingen.
en evenwichtigheid.
−
−
We werken in een organisatiemodel dat zorgt
De lijnorganisatie is dominant t.o.v.
programma’s en projecten.
−
Er is sprake van een grote gelaagdheid en
−
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
zijn zo laag mogelijk in de organisatie belegd.
lange besluitvormingslijnen door stapeling van
verantwoordelijkheden.
Systemen
−
Professionaliteit van de ondersteuning en
−
(strategische) advisering op het gebied van
Bedrijfsvoeringfuncties zijn geconcentreerd en
strategisch hoogwaardig.
bedrijfsvoering is nog niet op niveau en te
duur.
−
−
We werken volgens eenduidige
Werkprocessen en systemen zijn divers,
bedrijfsvoeringkaders, die gericht zijn op
versnipperd, complex.
eenvoud en standaardisatie waar het kan, en
maatwerk waar dat nodig is. Datzelfde geldt
voor de ondersteunende systemen.
−
−
Er is aandacht nodig voor de kwaliteit van
De stuur- en managementinformatie is
eenduidig, adequaat en tijdig.
stuur- en managementinformatie.
Met hart voor de stad
pag.12
Van A
Naar (meer) B
Personeel
−
Groeiende onbalans tussen kennis en
−
We hebben een vitaal en duurzaam inzetbaar
competenties van medewerkers en
personeelsbestand dat optimaal is toegerust op
(toekomstige) eisen die samenleving en
de ontwikkelingen en eisen van de omgeving.
organisatie stellen.
−
We hebben talentvolle medewerkers op
sleutelposities binnen de organisatie.
−
Geen gemeenschappelijk beeld van de normen
−
We hebben duidelijke afspraken over normen
voor professioneel vakmanschap en
voor professioneel vakmanschap en de te
toegevoegde waarde.
verwachten toegevoegde waarde en voeren
daarover het gesprek.
−
Werken voor de eigen dienst, functie en vak
−
staat voorop.
−
Denken vanuit regels, procedures en
Meer opgavengericht, vraaggericht en
ketengericht denken en werken.
−
protocollen.
Werken vanuit gezond verstand, de bedoeling
en doen wat nodig is.
Managementstijl
−
Relatief veel management met een grote
−
diversiteit in kwaliteit en wijze van sturen.
We hebben heldere afspraken over de
toegevoegde waarde van leidinggevenden, de
gewenste houding en gedrag en de wijze van
sturen en voeren daarover het gesprek.
−
Sturen op functioneren en resultaten is lastig.
−
Leidinggevenden sturen op het functioneren
(professionaliteit) en afgesproken resultaten
van medewerkers (eigenaarschap).
−
Sturen op basis van hiërarchie.
Met hart voor de stad
−
Sturen op basis van gezag en waarden.
pag.13
3 Wat veranderen?
In dit hoofdstuk beschrijven wat wij drie onbalansen in het huidige functioneren van de organisatie
die de gewenste ontwikkeling van de organisatie belemmeren, en die wij te herstellen hebben.
3.1 Drie balansen herstellen
Om de organisatie in de gewenste richting te ontwikkelen en de slagvaardigheid en samenhang te
versterken moeten als eerste stap drie balansen hersteld worden:
−
Professie: herstellen van balans tussen aandacht voor talentontwikkeling en het goede gesprek
over professioneel vakmanschap en toegevoegde waarde.
−
Concernsturing: herstellen van de balans tussen decentrale autonomie en concernsturing gericht
op eenheid in beleid, organisatie en leiding.
−
Uitvoeringskracht:
herstellen
van
de
balans
tussen
de
hoge
en
vele
ambities
en
het
concretiseren, organiseren (met voldoende middelen) en slagvaardig en samenhangend realiseren
van de ambities.
Dit is weergegeven in onderstaande figuur:
De drie balansen worden hierna toegelicht.
Met hart voor de stad
pag.14
3.2 Herstellen balans tussen aandacht voor talentontwikkeling en het
goede gesprek over professioneel vakmanschap en toegevoegde
waarde.
3.2.1 Wat verstaan wij hieronder?
Er
is
in
de
afgelopen
jaren
veel
aandacht
groeimogelijkheden van medewerkers. Dat
besteed
wordt
aan
de
ontwikkeling
van
talenten
en
gewaardeerd en dat willen we behouden en
versterken. Wat we ook willen behouden is de aandacht voor de goede onderlinge relaties. Binnen
de organisatie zijn we echter nog te weinig uitgesproken en kritisch in wat we van elkaar
verwachten. Het goede gesprek is nodig over onze toegevoegde waarde, over de normen die we
hanteren voor professioneel vakmanschap en waarin we elkaar ook kritisch aanspreken. Er is nu
teveel vrijblijvendheid en dat helpt ons niet om het beste uit onszelf te halen.
Deze balans gaat dus over het, met behoud van de aandacht voor talentontwikkeling, aanscherpen
van de normen die we hanteren voor professioneel vakmanschap om zo de toegevoegde waarde van
medewerkers binnen onze organisatie te optimaliseren, nu en voor de toekomst.
3.2.2 Waarom veranderen?
Het herstellen van deze balans is belangrijk om
de mogelijkheden van medewerkers en de
(toekomstige) eisen die organisatie en omgeving aan medewerkers stellen beter op elkaar aan te
laten sluiten. We hebben een personeelsbestand nodig dat qua kwaliteit en vitaliteit in staat is om
nu en in de toekomst onze organisatie goed te laten functioneren. Dit gaat over de sturing vanuit
het management maar, belangrijker nog, om het ondersteunen en stimuleren van het professionele
debat tussen medewerkers onderling over gezamenlijke professionele vakinhoudelijke normen.
3.2.3 Waartoe veranderen?
Met het herstellen van deze balans willen we de volgende bereiken in het functioneren van de
organisatie:
-
Een meer zakelijke en resultaatgerichte cultuur, minder vrijblijvendheid, meer eigenaarschap, meer
professionele scherpte en veeleisendheid, meer ruimte voor
kritische feedback, reflectie en
tegenspraak.
-
Meer talentvolle medewerkers op sleutelposities en een betere balans tussen de mogelijkheden
van medewerkers en (toekomstige) eisen die organisatie en omgeving aan medewerkers stellen.
-
Meer
gemeenschappelijke
verwachtingen
over
en
eisen
aan
de
toegevoegde
waarde
van
medewerkers, mede in relatie tot de inschaling.
-
Meer gemeenschappelijkheid in de wijze waarop een leidinggevende verschil moet maken en
waarde moet toevoegen aan de organisatie op verschillende schaalniveaus en het versterken van
de sturing door leidinggevenden op functioneren, toegevoegde waarde en professionele vakinhoud.
-
Het verder versterken van een cultuur van continu leren en verbeteren.
Met hart voor de stad
pag.15
3.3 Herstellen balans tussen decentrale autonomie en concernsturing
gericht op eenheid in beleid, organisatie en leiding.
3.3.1 Wat verstaan wij hieronder?
Binnen onze huidige organisatie staan diensten centraal. Diensten hebben een grote autonomie en
zelfstandigheid, en tussen diensten bestaan grote verschillen in organisatie en werkwijze: verschillen
in cultuur, in hoe je als medewerker gehuisvest bent, in het gevoerde personeelsbeleid, hoe er
leiding wordt gegeven, in de sturing en inrichting van afdelingen, in de inrichting van de control en
de administratie, in de organisatie van wijkgericht werken, in het tempo en de wijze van veranderen,
etc. Daarbij is onbalans ontstaan in de gewenste eenheid in beleid, organisatie en wijze van leiding
geven. Dat leidt tot een gebrek aan samenhang en slagkracht en tot inefficiency. We willen toe
naar
een
meer
eenduidige
manier
van
werken,
waarin
daadwerkelijk
meer
bevoegdheden
en
verantwoordelijkheden bij afdelingmanagers en bij medewerkers op de werkvloer liggen, en we willen
inzetten op de ontwikkeling naar meer eigenaarschap, verantwoordelijkheid nemen en zelfsturing
Deze balans gaat dus over het versterken van de sturing op eenheid in beleid, organisatie en
leiding binnen onze organisatie, mede als basis om bevoegdheden en verantwoordelijkheden lager in
de organisatie te kunnen leggen (en dus met ruimte voor maatwerk en diversiteit).
3.3.2 Waarom veranderen?
Voor onze burgers, instellingen en bedrijven zijn we één organisatie die werkt voor één bestuur en
één Almere. Er bestaan verschillen in de inrichting en werkwijze van diensten die ongewenst zijn
omdat ze leiden tot een gebrek aan slagkracht en samenhang, en de samenwerking over afdelingsen dienstgrenzen heen bemoeilijken. Er is gebrek aan inhoudelijke uniformiteit (dienstbeleid in plaats
van gemeentebeleid), versnippering van kennis, kunde en schaarse capaciteit, versnippering van
budgetten en werkzaamheden en dit leidt ook tot weinig efficiency door dubbel werk en gebrek aan
uniformering en standaardisering omdat iedere dienst zijn eigen oplossingen kiest.
Daarnaast
is
het
voor
het
lager
in
de
organisatie
neerleggen
van
bevoegdheden
en
verantwoordelijkheden noodzakelijk dat er voldoende sturing is op eenheid in beleid, organisatie en
leiding.
3.3.3 Waartoe veranderen?
Met het herstellen van deze balans willen we het volgende bereiken in het huidige functioneren van
de organisatie:
−
Het versterken van de gemeenschappelijke sturing door het Directieteam op eenheid van beleid,
organisatie en leiding en op het functioneren en de ontwikkeling van de organisatie als geheel.
−
Het versterken van de voorbeeldrol en gewenste eenheid van Directieteam en leidinggevenden
binnen de organisatie in de manier van (samen-)werken binnen de organisatie.
−
Het versterken van de sturing op de strategische, gevoelige, complexe politiek-bestuurlijk opgaven
en op de sturing over afdelingen en diensten heen gericht op samenwerking en integraliteit
binnen de organisatie.
Met hart voor de stad
pag.16
−
Het versterken van een cultuur van gemeenschappelijkheid, van concentreren op werken voor de
eigen dienst en functie- en vakgericht naar (nog) meer opgavengericht, vraaggericht en
ketengericht denken en werken in flexibele werkvormen waarbij medewerkers elkaar vakgericht en
opgave gericht opzoeken.
−
Het versterken van de sturing op dienstoverstijgende dossiers bij afhankelijkheden tussen diensten.
−
Het ontwikkelen van de sturing door individuele wethouders en advisering gericht op wethouder
naar (nog) meer sturing door College als geheel en advisering gericht op College als geheel,
de versterking van het gewenste politiek-bestuurlijk ambtelijk samen- en tegenspel en de
politiek-bestuurlijke sensitiviteit binnen de ambtelijke organisatie (tijdigheid en transparantie van
afwegingen).
−
Het versterken van de verbondenheid en gezamenlijkheid tussen College en DTA.
−
Het verbeteren van de toegevoegde waarde en de kosteneffectiviteit van de ondersteuning en
advisering op het gebied van de bedrijfsvoeringfuncties (ontbureaucratiseren, vereenvoudigen,
standaardiseren en uniformeren van ondersteunende systemen).
−
Verminderen van lange besluitvormingslijnen door stapeling van verantwoordelijkheden (grote
gelaagdheid),
gebrek
aan
integrale
verantwoordelijkheid/veel
bemoeienis
van
afdelingen
op
deelaspecten, doorschuiven van problemen, hokjesmentaliteit, intern gedoe door het overbruggen
van belangentegenstellingen, langs elkaar heen werken, dubbel werk en nadruk op control.
3.4 Herstellen balans tussen hoge en veel ambities en meer aandacht
voor het concretiseren, organiseren (met voldoende middelen) en
slagvaardig en samenhangend realiseren van de ambities.
3.4.1 Wat verstaan wij hieronder?
We zijn als gemeente visionair, ambitieus en initiatiefrijk. Er is veel ruimte voor creatieve ideeën. Er
is sprake van een stapeling van ambities. Ten opzichte van het vermogen om visies en plannen te
ontwikkelen is het vermogen om plannen ook daadwerkelijk te concretiseren en te organiseren, en
daarmee slagvaardig en samenhangend te realiseren, minder goed ontwikkeld. Daarbij is er ook
sprake van enig planningsoptimisme. Dat gaat enerzijds om het scherper benoemen en vertalen van
ambities naar concrete resultaten en anderzijds om het beter
organiseren
en slagvaardig en
samenhangend realiseren van die ambities. Daardoor ontstaat ook meer rust en overzicht binnen de
organisatie. Anderzijds is aandacht nodig voor het in balans brengen van de ambities en de
beschikbare mogelijkheden en middelen van de organisatie. Dat vraagt ook om een goede dialoog
met het bestuur.
Deze balans gaat dus over het vergroten van ons strategische vermogen en de resultaatgerichtheid
en uitvoeringskracht binnen onze organisatie, om onze ambities te realiseren.
3.4.2 Waarom veranderen?
Maatschappelijke vraagstukken en opgaven vragen een meer slagvaardige en samenhangende aanpak
in samenwerking met anderen, waarbij we als gemeente steeds opnieuw onze rol en inbreng moeten
Met hart voor de stad
pag.17
bepalen. Het vraagt de ontwikkeling van dienst, functie- en vakgericht denken en werken naar
(nog) meer opgavengericht, vraaggericht en ketengericht denken en werken in flexibele werkvormen
waarbij medewerkers elkaar vakgericht en opgave gericht opzoeken. Vakbekwaamheid staat centraal
maar altijd gericht op samenwerking en samenhang met andere disciplines en met een open blik en
in verbinding met de stad en samenleving. Dat betekent ook een organisatie inrichten zodanig dat
zoveel mogelijk energie en tijd besteed kan worden aan het realiseren van de maatschappelijke
vraagstukken
en
opgaven.
Naast
maatschappelijke
vraagstukken
en
opgaven
vragen
ook
organisatievraagstukken een meer slagvaardige en samenhangende aanpak.
3.4.3 Waartoe veranderen?
Met het herstellen van deze balans willen we de volgende bereiken in het huidige functioneren van
de organisatie:
−
Versterken van de realisatiekracht binnen de organisatie; van denken naar doen, concretiseren
van ambities en organiseren van de uitvoering (“tactisch gat”).
−
Versterken van de kritische samen- en tegenspel tussen College en ambtelijke organisatie over
ambities en beschikbare middelen.
−
Versterken
van
medewerkers
hitteschildfunctie
tegen
te
hoge
van
of
management
onterecht
naar
ambities
medewerkers
in
relatie
(afschermen
tot
de
van
beschikbare
middelen/mogelijkheden).
−
Verbeteren van de focus, afbakening, sturing en samenhang tussen de verschillende strategische
programma’s gericht op realisatie van de belangrijkste politiek-bestuurlijke speerpunten.
−
Versterken van de inzet van denk- en werkkracht op de strategische en complexe vraagstukken.
−
Verbeteren van de onbalans tussen lijnsturing (verticaal), sturing op programma’s en projecten
(horizontaal) en wijkgericht werken.
−
Het versterken van een cultuur van gemeenschappelijkheid, van concentreren op de eigen dienst,
functie- en vakgericht naar (nog) meer opgavengericht, vraaggericht en ketengericht denken en
werken
in
flexibele
werkvormen
waarbij
medewerkers
elkaar
vakgericht
en
opgave
gericht
opzoeken.
−
Verminderen van lange besluitvormingslijnen door stapeling van verantwoordelijkheden (grote
gelaagdheid),
gebrek
aan
integrale
verantwoordelijkheid/veel
bemoeienis
van
afdelingen
op
deelaspecten, doorschuiven van problemen, hokjesmentaliteit, intern gedoe door het overbruggen
van belangentegenstellingen, langs elkaar heen werken, dubbel werk en nadruk op control.
Met hart voor de stad
pag.18
Download