Vrijwilligers: het maatschappelijk kapitaal van GGz Breburg! Door de hulp van vrijwilligers zijn veel extra’s en activiteiten binnen GGz Breburg mogelijk. Vrijwilligers doen van alles: ze zijn gastheer of gastvrouw op een afdeling of in een inlooppunt, ze organiseren of ondersteunen activiteiten in een activiteitencentrum, ze bezoeken of wandelen met mensen op een afdeling, ze verzorgen gastlessen over eetstoornissen, ze zijn een maatje voor mensen met een klein sociaal netwerk of ze delen hun ervaringsdeskundigheid met anderen. Het zijn slechts enkele voorbeelden uit onze dagelijkse praktijk. De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in de geestelijke gezondheidszorg. Ook voor de vrijwilligers zelf is het vaak een verrijking. Het levert voldoening op omdat ze met hun inspanningen en betrokkenheid mensen een plezier doen. Het geeft hen ook de gelegenheid om competenties te ontwikkelen en nieuwe contacten op te doen. Omdat 2011 het Europees jaar van het Vrijwilligerswerk is, hebben we extra reden om meer bekendheid te geven aan deze onbetaalde werkzaamheden. De portretten van onze vrijwilligers zijn een kleine greep uit de meer dan 200 mensen die zich met veel enthousiasme en betrokkenheid inzetten voor de cliënten van GGz Breburg en de burgers uit onze regio. Wil je meer informatie over het vrijwilligerswerk van GGz Breburg, neem dan contact op met een van de onderstaande adressen: Tilburg/Midden-Brabant: Mail: [email protected] Tel: 088 - 016 83 10 Coördinatie: Anne-Marie Buhck, Arianne Verhoeven Etten-Leur: Mail: [email protected] Tel: 088 - 016 40 32 Coördinatie: Herma van Gijn Breda: Mail: [email protected] Tel: 088 - 016 52 82 Coördinatie: Marian Breedijk Project Eetstoornissen (Breda): Mail: [email protected] Tel: 088 - 016 52 82 Coördinatie: Angela van Dongen Project Eetstoornissen (Tilburg): Mail: [email protected] Tel: 088- 016 18 00 Coördinatie: Mariet Bastiaansen Inlooppunten Breda, Oosterhout en Etten-Leur: Mail: [email protected] Tel: 0162 - 45 55 00 of 06 - 23 31 02 99 Coördinatie: Els Scheepers Dagbesteding- Arbeid- Educatie Breda: Mail: [email protected] Tel:088 - 016 58 00 Coördinatie: Ine Jongenelis Dagbesteding-Arbeid-Educatie Oosterhout: Mail: [email protected] Tel:088 - 016 01 90 Coördinatie: Anneke van Drongelen Regionaal Service Centrum GGZ: Mail: [email protected] Tel: 088 - 016 16 61 www.rsc-ggz.nl 2 Stan Seremak Selma Pietersen ‘Als zij genieten, geniet ik ook’ “Ik heb zelf mijn ervaringen gehad binnen de psychiatrie en daarbij heb ik mijn creatieve kant leren kennen”, zegt Selma Pietersen als haar gevraagd wordt waarom ze als vrijwilligster juist op het activiteitencentrum in Dongen werkt. “Via de Vrijwilligerscentrale kwam ik in aanraking met het vrijwilligerswerk hier. Aangezien ik meer een groepspersoon ben en mijn creatieve kant graag wilde benutten, koos ik hiervoor. Ik doe dit nou anderhalf jaar met veel plezier.” Plezier Selma volgt de opleiding SPW 4 Activiteitenbegeleiding, dus haar vrijwilligerswerk sluit daar mooi bij aan.”Naast mijn voltijdstudie ben ik hier twee vaste ochtenden per week. Op maandag help ik bij de vrije inloop. Die inloop heeft een sociaalcreatief karakter. Cliënten geven zelf aan wat ze willen doen. Dit loopt uiteen van een gezellig praatje maken tot en met het ontplooien van ideeën van de cliënt. Zo draag ik een steentje bij aan hun creatieve kant”, vertelt Selma. “Ik doe dit met liefde en plezier, als zij genieten geniet ik ook!” Echtheid Op dinsdagmorgen is ze vast betrokken bij de groep die keramiek maakt. ”Dan maken we nieuwe keramiek, die deels verkocht wordt via een winkel in Tilburg. Er is dan een vaste groep cliënten die je beter leert kennen. Deze activiteit versterkt hun vertrouwen in zichzelf en levert bijzonder mooie producten op.” Daarnaast springt ze soms in bij de ouderen of bij andere activiteiten zoals bij een uitstapje. “Na mijn vakantie voelt het weer goed om hier te zijn”, omschrijft Selma haar betrokkenheid. “Ik ervaar echtheid en respect naar de cliënten toe en wat me aanspreekt is dat iedereen in zijn waarde wordt gelaten.” Vechtlust De rolverdeling met de verpleging op de afdeling is duidelijk: “Wij zijn er voor de activiteiten, niet voor de verzorging en verpleging. Dat is helder en goed afgesproken. Daarnaast kan ik altijd terugvallen op de activiteitenbegeleiding. Ik kan alles vragen, maar krijg ook ruimte om mijn eigen creatieve ideeën te ontwikkelen.” Selma wil voorlopig graag hier blijven en -wie weet- in de toekomst wel haar stage doen. “Ik wil in ieder geval met deze doelgroep blijven werken. Ondanks dat het soms ontzettend moeilijk voor ze kan zijn, zie ik ook vechtlust. Het zijn zulke mooie mensen en het stimuleren van hun creativiteit is voor mij dan ook een extra uitdaging.” ‘Mensen kunnen hier zijn wie ze zijn’ Sinds 2004 bevindt zich in de Oosterhoutse wijk Dommelbergen het Inloop-Punt, bedoeld voor mensen die door langdurig psychische problemen te maken hebben met eenzaamheid, moeilijk contact maken met anderen en op zoek zijn naar een ontmoetingsplek in de buurt. Het Inloop-Punt biedt een plek waar mensen uit Oosterhout en omgeving een krant kunnen lezen, iets kunnen drinken, samen een hapje kunnen eten en hun verhaal kwijt kunnen. Ze worden daar ontvangen door een begeleider die, samen met een aantal vrijwilligers, zorgt voor gezelligheid en een veilige sfeer. Op mijn plaats Een van die vrijwilligers is Stan Seremak. Hij is al vier jaar betrokken bij het Inloop-Punt. ”Ik ben afgekeurd maar zocht toch een activiteit die dicht bij mezelf staat. Ik kan goed luisteren, heb zelf het nodige meegemaakt en herken de verhalen die hier verteld worden. Met een luisterend oor en geduld kan ik wat betekenen voor de bezoekers van het InloopPunt. Ik ben eigenlijk wel op mijn plaats hier.” Drie keer per week is Stan aanwezig op het Inloop-Punt.”Soms ga ik met een van de bezoekers de stad in, naar de winkel of een terrasje. Dat is voor ons een vanzelfsprekendheid, maar zeker niet voor alle bezoekers hier”, zegt Stan. “Het simpele feit dat je dat doet en naar hun persoonlijke -en vaak Samenloop #3 oktober 2011 Suzanne Heesbeen ‘Wat is nou twee uur in de twee weken!’ ernstige- verhaal luistert, is belangrijk. Ik ben geen hulpverlener. Als er iets ernstigs aan de hand is, nemen we contact op met de begeleiding.” Inplannen Vanwege zijn lichamelijke klachten moet Stan wel opletten dat hij goed naar zijn lichaam luistert. ”Ik wil dit graag blijven doen, net als gitaarspelen. Door al mijn activiteiten goed in te plannen, kan ik me hier erg nuttig maken. Lichamelijk kost het me niet veel energie en praten en luisteren kan overal, dus ook hier!” Leren Behalve de vrijwilligers komen er soms ook leerlingen van het Mgr. Frencken College op het Inloop-Punt voor een maatschappelijke stage. Stan daarover: “Het is mooi om te zien hoe zij op hun jonge leeftijd al geconfronteerd worden met deze kant van de samenleving. Sommigen zijn er echt voor geschikt en die studeren dan ook vaak in deze richting verder. Dat is erg leuk om mee te maken. Mensen kunnen hier zijn wie ze zijn”, vat Stan zijn grootste motivatie samen. “En zij hebben niet alleen iets aan mij, ik kan ook nog wat leren van hun verhalen en hun benadering!” Een keer per twee weken bezoekt Suzanne Heesbeen de bewoners van Heuvelstraat 11. “Ik kom gewoon binnen, kijk wie er is en vraag wie er mee wil”, zo omschrijft Suzanne haar betrokkenheid bij de afdeling. “Ik ben beschikbaar voor activiteiten. Van de elf bewoners zijn er vaak maar twee of drie die gebruikmaken van mijn aanbod, maar dat maakt niet uit. Soms blijft het bij een praatje in de huiskamer, soms gaan we de deur uit. Naar het Trefpunt of soms wat verder naar een terrasje.” Het gaat niet altijd om grote activiteiten. “Dat dacht ik in het begin wel”, zegt ze. “Ik zie dat iets kleins als een gesprekje of samen een kop koffie drinken, veel meer betekent dan ik ooit dacht. We plannen ook nooit iets vooraf.” Maatjes De uit Dongen afkomstige jonge vrouw had, hoewel ze in de buurt van de Heuvelstraat woont, geen echt beeld van de geestelijke gezondheidszorg. Via een advertentie op het prikbord op school (ze studeert maatschappelijk werk) werd ze attent gemaakt op het maatjesproject. “Daarvoor ben ik ook komen kennismaken, maar uiteindelijk werd het een tweewekelijks bezoek”, zegt ze lachend. “En dat bevalt me bijzonder goed.” Besef Dat ze gewaardeerd wordt werd duidelijk toen ze, vanwege studieredenen, tijdelijk afwezig was en ze enkele bewoners toevallig tegenkwam op de jaarmarkt in Dongen. Hun enthousiasme maakte duidelijk hoe waardevol haar bezoekjes zijn. “Zolang ik het kan doen, blijf ik dit doen, al is dat natuurlijk wel een beetje afhankelijk van mijn toekomstige werk.” Ook voor haar opleiding maatschappelijk werk heeft het al wat opgeleverd: “Volgend jaar ga ik bij mijn opleiding de minor geestelijke gezondheidszorg volgen. Ik besef steeds meer dat ik in mijn werk veel psychiatrische problemen zal tegenkomen en dan is uitbreiding van kennis op dit terrein nooit weg”, benadrukt ze. Ontlasten Enthousiast vertelt Suzanne over een vergelijkbaar project: “Familie en kennissen van een vroegere schoolvriendin zijn recent gestart met een soort maatjespool voor deze vrouw. Om te voorkomen dat ze vereenzaamt tijdens haar verblijf in een begeleide woonvoorziening in Tilburg, is aan kennissen en familieleden gevraagd of ze af en toe met haar een activiteit willen ondernemen. Ook bedoeld om de ouders te ontlasten. Daar ga ik ook aan meedoen, een keer per twee maanden een activiteit ondernemen, een kleine moeite en een groot plezier!” 3 4 Maurie Mutsaers ‘Ik haal hier veel voldoening uit’ Je bent 17 jaar, studente creatieve therapie en je wilt naast je studie vrijwilligerswerk doen. Hoe kom je dan op een woonzorgafdeling van GGz Breburg terecht? “Muziek is mijn passie”, vertelt Maurie. “ik speel in diverse muziekgroepen en met één daarvan, een wereldmuziekensemble, deed ik hier in Etten-Leur een optreden. Ondanks het feit dat de doelgroep voor ons niet standaard was, beviel dit goed: leuke sfeer en positieve reacties. Hoewel dit soort vrijwilligerswerk me altijd al trok, hielp deze leuke ervaring me over de streep. Kort na het optreden reageerde ik dan ook op een oproep voor vrijwilligers in de krant.” Fascinerend Ook al woonde Maurie vlak bij de locatie van Bergenplein, ze had geen duidelijk beeld van wat haar te wachten stond: “Ik kende de locatie wel, maar wist feitelijk niks van de geestelijke gezondheidszorg. Het leek me wel fascinerend. Er zijn nog steeds veel eenzijdige beelden over deze doelgroep en ik wilde wel eens verder kijken. Ik zie nu dat het mensen zijn met een eigen persoonlijkheid en een eigen verhaal.” Maurie bezoekt wekelijks op zondagmiddag een oudere bewoonster. Het feit ze nog zo jong is (nu 18) heeft, in haar ogen, niet heel lang een rol gespeeld. “In het begin was er natuurlijk wel extra aandacht voor vanuit de vrijwilligerscoördinator, maar nu doet het er niet meer toe. De betrokken bewoonster heeft daar nooit een punt van gemaakt. Ik merkte al vrij snel dat ze het contact leuk vindt.” De activiteiten zijn laagdrempelig, soms kort soms wat langer. Dat hangt ook af van de stemming van de bewoonster. “Ze geeft zelf heel goed aan wat we wel en niet kunnen doen. Mijn wekelijkse bezoekjes zijn nooit echt lang, want ze heeft haar rustmomenten zeker nodig.” Voldoening “Ik haal hier veel voldoening uit, het voelt zeker niet als een verplichting”, beschrijft Maurie haar ervaring van het afgelopen jaar. “Ik wil hier dan ook absoluut voorlopig mee doorgaan: niet alleen voor de bewoonster is het contact gezellig, maar ik vind het zelf ook leuk. Je krijgt toch een band met elkaar!” Ook haar omgeving reageert positief op haar vrijwilligerswerk bij GGz Breburg. “Mijn studiegenoten en vrienden vinden dat dit wel bij mij past. Ik krijg eigenlijk nooit negatieve reacties.” Carrière Haar vrijwilligerswerk beïnvloedt ook haar toekomstige carrièrekeuze. “Vooral het in contact komen met mensen en het samen dingen ondernemen is leerzaam voor mijn studie. Verder heb ik ook gemerkt dat ik, ondanks de vele keuzemogelijkheden die ik nu nog heb, toch vooral interesse heb in de psychiatrie en dan vooral de senioren. Dat trekt me erg aan; ik heb er een klik mee. Zij hebben een heel levensverhaal met hun ups en downs, iets wat mij boeit en fascineert.” Hier en nu ”Voor mij als vrijwilliger ligt de nadruk op het hier en nu en op dingen waar de bewoonster plezier in heeft. Hoewel er natuurlijk ook wel eens zwaardere verhalen naar boven komen, heeft dat niet de prioriteit”, zegt ze over de invulling van haar contact. “In het begin vond ik het soms lastig hiermee om te gaan. Daar heb ik een gesprek over gehad. Daarna wist ik beter in te spelen op de behoeftes van de bewoonster, iets wat ons contact zeker ten goede kwam. Het is prettig dat deze begeleiding er is: als ik ergens tegenaan loop, is er altijd iemand met wie ik kan praten.” Op de vraag wat haar van dit jaar het meeste is bijgebleven, komt een duidelijk antwoord. “Het besef dat je met zo weinig middelen zo gemakkelijk mensen gelukkig maakt. Ook ik had grotere verwachtingen van de te ondernemen activiteiten, maar het zijn juist de kleinere zaken waar het binnen het contact om draait.” Het optreden met haar ensemble op de Etten-Leurse locatie is overigens zo goed bevallen, dat ze er over nadenkt om er een jaarlijkse gewoonte van te maken… Samenloop #3 oktober 2011 Janet Fransen ‘Een klein gebaar heeft grote waarde’ Eigenlijk was het toevallig dat Janet Fransen als vrijwilliger terechtkwam in de tuinkas in Etten-Leur. “Twee jaar geleden moest ik, om gezondheidsredenen, stoppen met de cabaretgroep waar ik deel van uitmaakte. Via een advertentie zag ik de oproep voor een vrijwilliger die mee bloemen wilde verzorgen. Aangezien ik dacht dat het in een algemeen ziekenhuis was, was ik verrast dat het bij GGz Breburg bleek te zijn. Ik woonde op een steenworp afstand hier, maar had er nooit bij stilgestaan dat je daar ook vrijwilligerswerk zou kunnen doen.” Aarzeling Na enige aarzeling en een proefperiode van zes weken werkt Janet nu al weer twee jaar als vrijwilliger in de tuinkas. “Na de proefperiode ben ik eigenlijk automatisch gebleven omdat het goed beviel. Het werk in de tuinkas is leuk, maar ook de activiteiten met bewoners bevallen me bijzonder”, vertelt ze. Ze werkt nu iedere dinsdagmiddag van 13 tot 16 uur in de tuinkas en assisteert bij het begeleiden van de bewoners, meestal zes. Samen verzorgen van bloemen en planten, de kas bijhouden, bloemstukjes maken voor verkoop en bijzondere gelegenheden. ”Hoewel ik groene vingers heb, was tuinwerk nooit echt mijn ding. Vooral het werk in de kas spreekt me aan”, zegt Janet over haar ervaringen tot nu toe.”Gaandeweg bouw je een band op. Ik ervaar dat cliënten het leuk vinden als ik kom.” Klein gebaar “Ik doe het omdat ik tijd over heb en iets nuttigs te doen wil hebben”, zegt Janet. “Misschien is dit niet de meest aaibare doelgroep die je je kunt voorstellen, maar ik ervaar de band als zeer prettig. Dat zal ik ook niet zomaar weer loslaten.” Soms komen daar ook andere kleine leuke dingen bij. Zo zorgde ze tijdelijk voor een hondje van een van de bewoners, toen deze een voet had gebroken en er niet zelf voor kon zorgen. Klein gebaar, grote waardering. ”Ook zijn we wel eens een dagje met z´n allen naar de Biesbosch geweest. Als ik dan zie hoe iedereen geniet, dan heb ik daar zelf ook veel plezier van.” Drempel Net als sommige andere vrijwilligers ervaart Janet ook dat haar omgeving wat verwonderd reageert op haar keuze voor GGz Breburg. “Wat ga je daar nou doen?” “De psychiatrie en deze locatie hebben toch nog steeds een drempel”, zegt ze daarover. “Mensen hebben een verkeerd beeld van wat ik met en voor deze mensen kan doen. Ze beseffen niet dat hier veel mensen zijn waar je een goed gesprek en contact mee kunt hebben.” Sinds kort werkt een tweede vrijwilliger in de kas, op een ander dagdeel, maar daar heeft Janet geen contact mee. “Ik zie de andere vrijwilligers alleen tijdens bijeenkomsten, die ik vrij trouw bezoek.” Op dit moment denkt ze na over de mogelijkheid om haar werkzaamheden uit te breiden. 5 6 Jacqueline de Boer ‘Eigen ervaring inzetten voor anderen’ Sinds ongeveer zeven jaar verzorgt Jacqueline de Boer gastlessen over eetstoornissen voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Meestal voor leerlingen rond de 14-15 jaar. De lessen maken deel uit van een -veelgebruikt- lespakket dat de afdeling Preventie aanbiedt. Waarom “Ik heb zelf anorexia boulimia gehad, dus ik weet precies wat dat betekent. Toen het beter ging, voelde ik de behoefte om mijn verhaal aan anderen te vertellen, vooral aan jongeren. Om hen te waarschuwen wat een eetstoornis teweeg kan brengen. Ook in mijn omgeving zag ik namelijk voorbeelden genoeg hoe het fout kan gaan”, vertelt Jacqueline. Via een advertentie kwam ze in aanraking met de afdeling Preventie die op zoek was naar ervaringsdeskundigen die gastlessen willen verzorgen. ”Na een training waarin je leert om je verhaal te vertellen, heb ik eerst een keer meegekeken bij een ander. Daarna ben ik al snel zelf begonnen met het verzorgen van gastlessen, die we overigens meestal met twee personen geven.” Spannend Natuurlijk was het begin spannend. “Ik was best zenuwachtig en moest soms zelf huilen. Ook was ik heel benieuwd hoe leerlingen op mijn verhaal zouden reageren”, vertelt ze.”Het valt me echt op dat vooral vmbo-leerlingen erg open reageren. Ze durven meer te vragen. Hoewel het vaak meisjes betreft, is de interesse onder jongens zeker niet minder. Met z´n tweeën kunnen we onze verhalen ook altijd afwisselen. De openheid van de gastdocenten maakt indruk bij de leerlingen. Daardoor zijn ze ook sneller geneigd om -tijdens of na de les- met hun eigen verhalen te komen.” Hulpmiddel voor mezelf “Ook voor mezelf is het een hulpmiddel: ik voel me sterker dan vroeger en heb mijn eetstoornis een plekje kunnen geven. Een kwetsbaar plekje weliswaar, maar toch! Mijn gevoel van eigenwaarde, mijn zelfbeeld (een belangrijk gespreksonderwerp bij eetstoornissen) is flink verbeterd in de afgelopen jaren. Niet alleen door deze lessen natuurlijk, maar het draagt er wel aan bij!” Tijd Iedere vrijwilliger start met een training van drie dagdelen. Daarnaast is er elke zes weken een intervisiebijeenkomst. Daarin worden ervaringen uitgewisseld, voorbeelden en nieuwe lesvormen besproken. De gastlessen leggen een flink beslag op haar tijd. Zeker één keer per twee weken verzorgt ze een les. “Ik doe het graag en ervaar het ook niet als een belasting. Ik wil niet zeggen dat ik honderd procent genezen ben, maar ik trek eerder aan de bel als ik me onzeker voel. Van de leerlingen krijg ik het besef dat mijn verhaal hen raakt.” Hulp ”We maken leerlingen duidelijk dat ze op verschillende manieren hulp kunnen krijgen als dat nodig is. We stimuleren ze om erover te praten. Hoe sneller de hulp in beeld komt, hoe sneller de problemen aangepakt kunnen worden. Ook al is de invloed van de media op kwetsbare mensen groot, toch voelt het niet als vechten tegen de bierkaai.” Samenloop #3 oktober 2011 Nicole Happel “Een groot sociaal n ­ etwerk is heel waardevol” “Omdat ik uit ervaring weet hoe waardevol het is om een groot sociaal netwerk te hebben en ik weet dat niet iedereen dat heeft, besloot ik, na een oproep in de krant, me aan te melden als vrijwilliger van Vriendendienst”, vertelt Nicole Happel. Zij klopte in 2006 aan bij GGz Breburg. Maatje worden via Vriendendienst leek haar een uitgelezen mogelijkheid om mensen te helpen bij het bouwen aan een sociaal netwerk. “En dat bleek te kloppen. Ik werd vrij snel gekoppeld aan een vrouw, die tot dan toe al moeite had de deur uit te komen in haar eentje. Onze eerste afspraak was een feestje van vrijwilligers en cliënten en het was meteen raak. Ze had de avond van haar leven. Zo’n avondje is voor mij heel vanzelfsprekend, maar ik merkte meteen dat dat voor een ander dus iets heel speciaals kan zijn.” Zelf ontdekken Na een jaar maatje van deze vrouw te zijn geweest, was Nicole nog steeds even enthousiast, waardoor voor een periode van twee jaar een nieuwe cliënte van haar gezelschap mocht genieten. De uitjes die ze ondernamen waren zeer divers. Nicole: “Het initiatief liet ik wel bij haar. Want soms moeten mensen gewoon nog ontdekken wat ze leuk vinden. Ik ga graag er op uit. Fietsen, wandelen, de natuur in. Maar mijn maatje was meer van het terrasje, een biosje of winkelen. Dus dan doen we dat. Ik heb haar in de twee jaar helemaal zien opbloeien. Haar instelling veranderde van overleven naar leven. Die twee jaar is een goede periode vind ik. Er moet ruimte blijven voor de cliënt om zelf ook iets op te bouwen en niet afhankelijk te worden van zijn of haar maatje.” Training Juist daarvoor maakt Nicole zich als vrijwilliger nu sterk. “Na die laatste cliënte ben ik zelf ziek geworden en heb ik mijn baan opgezegd. Nu ik weer beter ben, zet ik me graag weer in voor GGz Breburg, maar graag op een ander vlak. Toen werd mij gevraagd of ik niet iets met mijn praktijkervaring en onderwijsachtergrond kon betekenen. Of ik kon helpen bij het ontwikkelen van een training voor de vrijwilligers van Vriendendienst samen met Marian Breedijk, de coördinator van Vriendendienst. En daar ben ik de afgelopen tijd mee bezig geweest: een training waarmee de vrijwilliger die cliënt handvatten kan geven om diens ­sociale netwerk uit te breiden. We hebben een training opgezet die de vrijwilliger kennis laat maken met de cliënt, het persoonlijk netwerk laat verkennen en op kwaliteit inschatten om vervolgens de omgeving, kwaliteiten en interesses van de cliënt te bepalen, waardoor er heel gericht actie genomen kan worden op nieuwe kennismakingen.” Zelf ontwikkelen Het vrijwilligerswerk is voor Nicole ook een manier om bezig te blijven en in een ritme te blijven. “Ik ben actief op zoek naar een baan en daarom schept dit werk zeker voldoening. Ik doe iets met mijn kwaliteiten en ik beleef er plezier aan. Ook anderen zijn enthousiast, gezien de reacties op de eerste training van afgelopen mei. Als ik een betaalde baan in deze richting zou kunnen vinden, zou dat helemaal geweldig zijn!” 7 8 Aad den Haan ‘Ik zit echt in mijn rol hier!’ Aad is sinds december 2010 gastheer op een woonzorgafdeling in Etten-Leur. Op dinsdagen donderdagmorgen verleent hij hand- en spandiensten in twee woonkamers, zorgt daar voor gezelligheid, geeft aandacht aan bewoners en verwent hen met koffie en thee. Daarnaast gaat hij met hen buiten wandelen of winkelen en begeleidt hij periodiek een bewoonster naar het ziekenhuis. De afdeling is heel blij met zijn hulp. ”Toen ik met prepensioen ging (ik was hoofd personeelszaken van een Amerikaans bedrijf in Etten-Leur), had ik eigenlijk twee redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen”, zegt Aad. “Ik wilde iets doen met mensen en weer wat om handen hebben. Na een druk en actief leven midden tussen de mensen, wilde ik niet van de een op de andere dag aan de zijlijn belanden.” Gastheer Via de website van de Vrijwilligerscentrale kwam Aad in gesprek met de coördinatrice van het vrijwilligerswerk in Etten-Leur. “Na een gesprek van een uurtje wilde ik meteen beginnen! Ik ben nu gastheer, dat vind ik leuker dan maatje zijn van een individuele bewoonster. De diversiteit van personen en karakters, de verschillende verpleegkundigen, dat boeit me. Ik kijk ook graag hoe mensen met elkaar omgaan. Wat me opvalt daarbij is de consistente lijn die verpleegkundigen uitstralen in hun contact met de cliënten. Alles is gericht op goede omgangsvormen.” Kleine dingen zijn waardevol In een omgeving waarin de bewoonsters vaak veel binnen zitten en weinig sociale contacten hebben is Aad reëel over zijn rol en inbreng. ”Ik verwacht geen spectaculaire ac- tiviteiten, geen grootse en meeslepende dingen. Als ik met een bewoonster ga wandelen en die geniet van de bomen die bloeien, dan ben ik ook blij. Het genieten van simpele contacten, dat spreekt mij erg aan.” Wisselende reacties De reacties in zijn eigen omgeving zijn wisselend. Soms heel positief maar soms ook afhoudend. Aad daarover: ”Ik zie dat er toch nog altijd een drempel aanwezig is naar de psychiatrie. Dat stigma is er jammer genoeg nog steeds. Mijn vrouw is heel positief over wat ik doe. Ze is hier ook al geweest. Op nieuwjaarsdag maakte ze ook kennis met de bewoners en de medewerkers en ook thuis is het regelmatig onderwerp van gesprek.” we regelmatig met de verpleegkundigen. In het begin was dat één keer per week en nu maandelijks. Ik voel dat ik daarin serieus wordt genomen. Gaandeweg heb ik hier dan ook goed mijn plekje kunnen verwerven.” Gevraagd naar zijn belangrijkste ervaring in de afgelopen periode schetst hij vooral de toenemende –wederzijdse- betrokkenheid met de bewoonsters. ”De verhalen zijn soms triest, maar het is wel prettig dat je vertrouwen van de bewoners krijgt. Tenslotte ben ik ook blij met de support, die ik van de verpleging krijg. Daarmee wordt mijn rol nog meer versterkt.” Het feit dat hij als man tussen voornamelijk vrouwen verkeert, ervaart hij niet als een probleem. “Ik bewaar een gepaste afstand waar het de directe (lichamelijke) zorg betreft. De rolverdeling tussen mij en de verpleegkundigen is heel duidelijk. Daar staat tegenover dat ik, als man tussen vooral vrouwen, misschien wel gemakkelijker een praatje maak.” Als anekdote verhaalt Aad lachend van de reactie van een bewoonster toen hij kwam kennismaken, die, parafraserend op zijn achternaam, de volgende opmerking maakte: `Nu hebben we eindelijk een haan in het kippenhok`. Ondersteuning Aad ervaart veel steun van de vrijwilligerscoördinatrice: ”Als er iets bijzonders is, loop ik snel even bij haar binnen. Daarnaast zijn er regelmatig vrijwilligersbijeenkomsten, waarvan een verslag wordt gemaakt zijn voor mij heel nuttig..Soms zijn ze themagericht, maar vooral erg praktisch. Ook evalueren Colofon Deze uitgave is een onderdeel van de Samenloop, het magazine voor medewerkers van GGz Breburg Redactie Theo Vervoort Teksten Theo Vervoort en Jules Pulles Ontwerp Het Inventief, oktober 2011