Concept maps zijn cognitieve hulpmiddelen bij het leren Paul Degreef Gebruik van concept maps door leerkrachten wordt gestimuleerd door het Europese project Elise E-Learning (in) In-Service (teacher training) in Europe http://filolog.uni.lodz.pl/elise/ en gebracht op het leerplatform Galatea is an online publication tool developed by the Faculty of Arts at K.U. Leuven (Belgium). http://elise.arts.kuleuven.ac.be/elise/ KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 2 Europese partners KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 3 1 Wat is een concept? 2 Hoe wordt een concept aangeduid? 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? 4 Welke elementen bevat een ‘bewerkte’ concept map? [Leerkracht georiënteerd referentieschema LGRS] 5 Hoe kan de leraar concept maps gebruiken als didactisch hulpmiddel? 6 Zelf een concept map maken: opdrachten 7 Enkele interessante adressen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 4 1 Wat is een concept? “Een concept (begrip) is een denkinhoud die betrekking heeft op een verzameling van zaken die bepaalde kenmerkende eigenschappen gemeenschappelijk hebben”. • iets uit onze leefwereld • iets abstract • iets ‘echt’ • een gebeurtenis • …. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 5 2 Hoe wordt een concept aangeduid? • met • een naam • een symbool • een teken • een afbeelding • een formule • ….. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 6 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? • association map • mind map • concept map KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 7 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? • association map • mind map • concept map KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 8 3.1 Association map – visualisering van brainstormingsessie – centraal thema • verbonden via pijlen met • met geassocieerde begrippen er rond – lijkt op een spinnenweb – geen verbanden tussen geassocieerde concepten kerncentrale radioactiviteit radioactieve straling koeltoren atoomsplijting Kernenergie atoombom kernafval uranium gevaarlijk H-bom kernfusie KULeuven zon en sterren Academische Lerarenopleiding Chemie 9 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? • association map • mind map • concept map KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 10 3.2 Mind map www.mindjet.com – gestructureerd overzicht van gedachten – = association map met concepten in hiërarchische structuur • bevat concepten en sleutelwoorden • veel meer informatie – samenvatting – concepten verbonden door pijlen – geen links tussen concepten KERNSPLIJTING Kernafval Gecontroleerd Kerncentrale Reactor Koeltoren Elektriciteitscentrale Zware kernen Ongecontroleerd Atoombom Wet van Einstein E = mc² Energievrijgave Massaverlies KERNENERGIE 19/09/2003 - v13 Ongecontroleerd KERNFUSIE H-bom Zon en sterren Lichte kernen Wet van Einstein E = mc² Radioactieve straling KULeuven Energievrijgave Massaverlies Gevaarlijk Academische Lerarenopleiding Chemie 11 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? • association map • mind map • concept map KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 12 massaverlies 3.3 Concept map www.inspiration.com http://www.inspiration.com/freetrial/index.cfm http://cmap.coginst.uwf.edu/index.html [free] zware kernen van wet van Einstein Kernenergie komt vrij bij voorbeeld volgens de komt vrij door nl. E = mc² komt vrij bij van kernfusie kernsplijting in geeft aanleiding tot een lichte kernen in zon en sterren in Hbom kettingreactie verloopt k =1 van gecontroleerd als verloopt ongecontroleerd in in kernreactor atoombom als k>1 maakt deel uit van koeltoren maakt deel uit van kerncentrale veroorzaakt dikke wanden tegengehouden door radioactieve straling KULeuven produceert elektriciteit veroorzaakt kernafval Academische Lerarenopleiding Chemie 13 3.3.1 Wat is een concept map? (Novak & Gowin, 1984) – gestructureerd en georganiseerd overzicht van kennis • voorgesteld door een aantal concepten en hun verbanden – concept geplaatst in venster lucht – relaties tussen concepten • aangeduid met pijlen • verwoord in link concept 1 link concept 2 – meest eenvoudige CM = één propositie: • bestaat uit 2 concepten • verbonden door link • te lezen in richting pijl KULeuven lucht is Academische Lerarenopleiding Chemie blauw 14 – Complexe CM = • vele conceptvensters • ingebed in rooster van proposities • dikwijls hiërarchisch gestructureerd – belangrijkste concepten bovenaan – minder belangrijke lager – even belangrijke op gelijke hoogte • centraal concept – met vertakkingen: clusters – cross-links tussen verschillende clusters mogelijk – relatie verwoord cluster cross-link KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 15 KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 16 – CM = • individueel ! • zeer persoonlijk • afhankelijk van het gebruik – Begrip ‘concept map’ • ontwikkeld door Novak • steunend op cognitieve psychologie – leren gebeurt door » assimilatie van nieuwe concepten » assimilatie van verbanden tussen deze nieuwe concepten in de bestaande conceptenstructuur van de lerende • aansluitend bij het constructivisme – leren gebeurt door » constructief het kennisbestand te updaten als nieuwe kennis aangeboden wordt – hoe beter kennis gestructureerd is, hoe beter nieuwe kennis geabsorbeerd wordt KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 17 3.3.2 Wat is concept mapping? – Concept mapping is het proces waarbij concepten en verbanden tussen concepten worden samengebracht op een hiërarchische manier, gaande van meer inclusieve concepten naar meer specifieke, minder inclusieve concepten. (Novak & Gowin, 1984) – Hiërarchische structuur: Kernenergie komt vrij bij komt vrij bij kernfusie kernsplijting van zware kernen • bovenaan: de meer algemene, meer inclusieve concepten in in • er onder progressief: de meer specifieke, minder inclusieve kernreactor atoombom concepten van lichte kernen in zon en sterren in in H-bom niet altijd een strikte vereiste KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 18 VERPLAATSING VAN HET CHEMISCH EVENWICHT Nog een voorbeeld hiërarchische structuur kan door kan door concentratieveranderingen c door temperatuurveranderingen door door door de hoeveelheid stof n te wijzigen n het volume V te wijzigen V met als gevolg dat bij gassen de druk p te wijzigen p met als gevolg dat door warmtetoevoer (temperatuurverhoging) met als gevolg dat warmteafvoer (temperatuurverlaging) met als gevolg dat met als gevolg dat het evenwicht verschuift het evenwicht verschuift naar de naar de kant met naar de het evenwicht verschuift naar de kant met naar de kant met het evenwicht verschuift naar de kant met naar de andere kant als zelfde kant het grootste aantal deeltjes het grootste aantal deeltjes als als als er een vermeerdering is er een vermindering is er een verlaging is er een verhoging is WET VAN LE CHATELIER = PRINCIPE VAN DE KLEINS TE DWANG van van van van Een uitwendige invloed verschuift het evenwicht zodanig dat hij wordt tegengewerkt door het evenwicht. het volume het volume de druk de druk het kleinste aantal deeltjes endotherme kant als er een vermindering is van van de concentratie van één van de stoffen in een lid van de evenwichtsreactie de concentratie van één van de stoffen in een lid van de evenwichtsreactie naar de het kleinste aantal deeltjes als er een vermeerdering is het evenwicht verschuift exotherme kant Het evenwicht is een wringer. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 19 3.3.3 Hoe wordt een concept map gemaakt? 1. afbakenen van een centraal thema (concept) 2. bepalen van bijhorende concepten • • [voor lagere schoolkinderen] : als een lijst van gerangschikte (van algemeen naar specifiek) conceptwoorden [voor wat oudere leerlingen] : sleutelconcepten uit een reeks woorden laten kiezen en ze laten rangschikken van algemeen naar specifiek 3. noteren van de concepten • Kernenergie in een tekstvenster door tekenprogramma computer • Inspiration www.inspiration.com • CMapTools http://cmap.ihmc.us/ of • op een zelfklevend blaadje (post-it …) KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 20 4. plaatsen van de concepten • • op achtergrond (blad papier – magnetisch bord …) geplakt in ‘nieuw’ document (map) ‘Inspiration’ … – – – • makkelijk in te voeren makkelijk te verschuiven relatiepijlen kunnen ‘bewerkt’ worden in hiërarchische structuur 5. opstellen van proposities • • pijlen geven relaties (links) weer tussen concepten verwoorden en noteren van de relaties – – niet teveel woorden toch duidelijkheid nodig 6. zoeken naar cross-links tussen concepten in verschillende clusters KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 21 7. herschrijven (hertekenen) van de concept map • de CM kan fouten en gebreken vertonen kan wanordelijk en rommelig zijn – – – – • sommige te linken concepten bevinden zich aan tegenovergestelde kanten van de CM verkeerde links fouten in hiërarchische ordening spellingfouten na herschrijven – – – – – ordelijke (hiërarchische structuur) geen irrelevante links en concepten meer betere plaatsing van de concepten spellingfouten weg verkeerde links verbeterd KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 22 Enkele vergelijkingspunten tussen ↔ Computer-gebaseerde CM Gemakkelijker te maken op papier gemaakte CM Vrijheid om naar believen • eender waar en • wanneer te werken Gemakkelijker te wijzigen Mooie, verzorgde opbouw • verschillende vormen tekstvakken • verschillende kleuren … Concepten visualiseren met afbeeldingen Notes plaatsen … Hyperlinks leggen … Niet zo mooi, niet zo plezant (?) … Beperkt door • beschikbaarheid van het tekenprogramma • kostprijs programma • complexiteit van programma …. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 23 Het opstellen van een CM kan gebeuren • • • samen met de leerkracht samen met klasgenoten individueel 3.3.4 Welke stappen zijn nodig voor de ontwikkeling van de vereiste vaardigheden om concept maps te maken ? Demonstratie van de constructie van een concept map CM maken KULeuven Beoordelen en bespreken van CM van anderen Herbekijken van CM's in het licht van de feedback en de peer-discussie Academische Lerarenopleiding Chemie Activiteiten veralgemenen leidraad opstellen voor de constructie 24 3.3.5 Samenvattend KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 25 3.3.6 Theoretische basis voor concept mapping • ontwikkeld door Novak • bedoeling: betere onderwijsmethodes ontwikkelen om leerlingen te helpen ‘leren leren’ • gebaseerd op 2 belangrijke ideeën [Ausubel (1968)] 1. ‘nieuw’ leren gebeurt door nieuwe concepten, afgeleide en gerelateerde, te plaatsen in een bestaand conceptrooster zinvol leren veronderstelt 2. • a. reorganisatie van bestaande ideeën b. integratie van nieuwe informatie met bestaande informatie cognitieve structuur is hiërarchisch opgebouwd : nieuwe concepten worden ondergebracht in bredere, inclusievere concepten betekenis van een concept hangt af van 1. het aantal relevante links 2. hiërarchie van die links • de hiërarchische plaatsing van concepten in een CM weerspiegelt de hiërarchische opbouw van kennis in een cognitieve structuur • de links tussen de concepten tonen aan hoe nieuwe concepten geïntegreerd zijn in een bestaande kennisstructuur KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 26 3.3.7 Concept mapping als een leermiddel I. concept mapping zorgt voor zinvol leren omdat ze 1. 2. veronderstelt een diepgaande betekenis te geven aan informatie • identificeren van conceptbetekenissen en leggen van relaties tussen concepten zorgt voor een diepergaande informatieverwerking dan bij overschrijven, memorisering en herhaling van informatie • langdurige opslag in het geheugen, gemak om zich iets te herinneren en de mogelijkheid om kennis toe te passen in nieuwe situaties worden bevorderd zorgt voor constructivisme bij de lerende: • 3. concepten krijgen betekenis door nieuwe te linken aan eerdere concepten en dan de concepten hiërarchisch te plaatsen om een geïntegreerd, coherent netwerk te maken van het geleerde. helpt bij het opdelen van kennis in zinvolle delen • betere kennisorganisatie in het geheugen • gemakkelijker herinnering van geleerde • verhoging van geheugencapaciteit • efficiëntere oplossing van problemen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 27 4. de lerende afwisselend informatie doet verwerken van ‘onder naar boven’ (concepten herkenen en links leggen) en van ‘boven naar onder’ (algemeen schema herkennen) 5. de lerende laat beseffen dat leren een individueel iets is. Concept mapping zorgt dat de lerende meer moeite en tijd besteed om diep na te denken en niet-duidelijke ideeën of opvattingen over het studiemateriaal uitklaart: didactisch analytisch en synthetiserend denken is nodig II. Het product, de concept map, kan gebruikt worden als een 1. zeer verfijnd middel om studenten te motiveren kennis systematisch te organiseren 2. referentieschema om een tekst beter te begrijpen 3. hulpmiddel bij het memoriseren 4. • het vergemakkelijkt het heroproepen van informatie door de visuele voorstelling van de hele map • nochtans mag de CM niet als dusdanig van buiten geleerd worden !! middel voor cognitieve evaluatie • ze geven goed de persoonlijke betekenis van een concept weer • misconcepties worden makkelijk opgespoord • geven de leraar én de leerling een idee over de kennis van de lerende KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 28 • A scientist must organize. One makes a science with facts in the same way one makes a house with stones; but an accumulation of facts is no more a science than a pile of stones is a house. Henri Poincare • Een wetenschapper moet verbanden leggen. Men doet aan wetenschappen met feitenmateriaal op dezelfde manier als men een huis bouwt met stenen. Maar een opeenstapeling van feiten is net zo min ‘wetenschap’ als een stapel stenen een huis zou zijn! Henri Poincare KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 29 1 Wat is een concept? 2 Hoe wordt een concept aangeduid? 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? 4 Welke elementen bevat een ‘bewerkte’ concept map? [Leerkracht georiënteerd referentieschema LGRS] 5 Hoe kan de leraar concept maps gebruiken als didactisch hulpmiddel? 6 Zelf een concept map maken: opdrachten 7 Enkele interessante adressen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 30 4 Welke elementen bevat een ‘bewerkte’ concept map? [Leerkracht georiënteerd referentieschema LGRS] • verschillende proposities, bestaande uit concepten en links, geplaatst in een logisch opgebouwd referentiekader • eventueel verschillende clusters van proposities •doelgerichte visualisatie-elementen op verschillende vlakken • fenomenologisch : afbeelding, illustratie van verschijnsel • conceptueel : symbolische voorstellingen (formules, reacties …) corpusculaire voorstellingen van deeltjes • contextueel : historisch, maatschappelijk, toepassingen • gekoppeld aan • concept of aan • mogelijke, bij een concept geplaatste, verklarende ‘notes’ met • tekst, figuren, formules, tabellen, foto’s …. (statisch) • hyperlink naar videofragment (dynamisch), geluidsfragment, andere CM’s … KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 31 KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 32 Verbrandingsdriehoek: uitgewerkte CM met visualisering in ‘notes’ en met ‘hyperlinks’ licht vuur ontstekingstemperatuur activeringsenergie vlammen warmte wrijving ontstaan van nieuwe stoffen koolstofbevattende brandstoffen chemische reactie met indien voldoende zuurstof volledige verbranding CO2 + H2O zuurstof bij een klein tekort aan zuurstof bij een groot tekort aan zuurstof onvolledige verbranding zeer slechte verbranding KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie CO + H 2O C + H 2O 33 Gebruik van ‘note’ : tekst en fenomenologische visualisering met afbeelding ontstekings-temperatuur vuur is een mogelijkheid om een mengsel van brandstof en zuurstof te activeren licht vuur activeringsenergie ontstekingstemperatuur vlammen warmte wrijving ontstaan van nieuwe stoffen koolstofbevattende brandstoffen chemische reactie met indien voldoende zuurstof volledige verbranding CO2 + H 2O zuurstof bij een klein tekort aan zuurstof bij een groot tekort aan zuurstof onvolledige verbranding zeer slechte verbranding KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie CO + H 2O C + H 2O 34 Gebruik van ‘note’ : visualisering • diatomic gas • Stored in a gas container fenomenologisch O2 • air contains 20% oxygen, 79% nitrogen and 1% other gases discovered by Joseph PRIESTLY (1733-1804) • essential reactant for combustion conceptueel KULeuven contextueel: historisch Academische Lerarenopleiding Chemie 35 Gebruik van ‘hyperlink’ : fenomenologisch, conceptueel en contextueel FUELS petrol methane CH4 C8H18 wood (C6H10O5)n Stearic acid KULeuven coal C17H35-COOH Academische Lerarenopleiding Chemie 36 Gebruik van ‘hyperlink’ naar andere CM: fenomenologisch, conceptueel en contextueel die aangezogen worden door een H2 O dat reageert met tot CO 2 dat zorgt voor de condensat ie van het verbrandingsproduct wit kopersulfaatanhydraat ijswat er blauw kopersulfaatpentahydraat tot een CaCO3- kalkwat er neerslag met en geleid worden door dat zorgt voor het binden van het verbrandingsproduct met met die afgefiltreerd wordt doorheen een een erlenmeyer in erlenmeyer een beker filter en dan door een tweede en dan gewogen op een een omgekeerde trechter naar waterstraalpomp ijsbad die opgevangen worden door CO 2 en H2 O weegschaal blauw k opersulfaatpentahydraat brandende kaars produceert CuSO4.5H 2O kalkwater Ca(OH) 2 met witte troebel van CaCO3 namelijk verbrandingsproduct en KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 37 Gebruik van ‘hyperlink’ naar film: fenomenologisch, conceptueel en contextueel ontstekingstemperatuur reageren bij een 2 C2H2 + 5 O2 4 CO2 + 2 H2O + a kJ brandstof en zuurstof volledige verbranding van acetyleen zoals in het voorbeeld bij onvoldoende reageren in een helder kalkwater Ca(OH)2 aan te tonen met reageert met koolstofdioxide CO2 reageren in een volledige verbranding tot tot bij onvoldoende reageren in een onvolledige verbranding of slechte verbranding tot onder vrijgave van troebel kalkwater CaCO3 water H 2O aan te tonen met blauw kobaltchloridepapier CoCl2 bij voldoende onder vrijgave van onder de vorm van tot aan te tonen met onder de vorm van reageert met onder de vorm van licht ook tot koolstofmonoxide CO energie reageert met rood kobaltchloridepapier CoCl2.6H2O ook tot oranje PdCl2.2H2Okristallen beweging roet C tot donkergrijs Palladium warmte waar te nemen als zwarte, in de lucht dwarrelende roetslierten zoals in het voorbeeld zoals in de voorbeelden 2 C2H2 + O2 4 C + 2 H2O + d kJ slechte verbranding van acetyleen C2H2 + 2 O2 2 C2H2 + 3 O2 CO 2 + CO + H2O + b kJ 4 CO + 2 H2O + c kJ onvolledige verbranding van acetyleen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 38 1 Wat is een concept? 2 Hoe wordt een concept aangeduid? 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? 4 Welke elementen bevat een ‘bewerkte’ concept map? [Leerkracht georiënteerd referentieschema LGRS] 5 Hoe kan de leraar concept maps gebruiken als didactisch hulpmiddel? 6 Zelf een concept map maken: opdrachten 7 Enkele interessante adressen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 39 5 Hoe kan de leraar concept maps gebruiken als didactisch hulpmiddel? Voor het onderwijsklaar maken en didactische vormgeving conceptkaarten als hulpmiddel ten behoeve van : op te sporen, te analyseren, samen te vatten : voorbeeldreeks nr. ontwerpers van curricula en leerplannen curriculumopbouw, leerplandoelstellingen en inhouden 1 ontwerpers van didactische materialen handboeken, werkboeken, audiovisuele materialen, ICT-toepassingen, demonstratiemiddelen, practica, projectscenario's, enz. ... 2 vakleraren , vakgroepverantwoordelijken , pedagogische begeleiders , lerarenopleiders en -nascholers jaarplannen, leertrajecten en lesmethodieken, per gewest , scholengemeenschap of vakgroep of individuele vakleraar 3 wetenschappelijke achtergronden en data voor het onderwijsklaar maken van een nieuw leerstofgebied 4 ” KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 40 conceptkaarten als hulpmiddel ten behoeve van : op te sporen, te analyseren, samen te vatten : voorbeeldreeks nr. ” specifieke concepten situeren en in verband brengen met een ruimer wetenschappelijk en didactisch referentiekader 5 “ bestaande of vermoedelijke meningen, woord betekenissen , préconcepten , misconcepten bij de leerlingen 6 “ inventaris en selectie van leermethoden, werkvormen , didactisch materiaal , visualiseringstechnieken , laboratoriummateriaal enz.... 7 “ inventarisatie en ontwikkeling van krachtige leeromgevingen voor domeinspecifieke thema's uit het leervak , zoals b.v. leerstations, geprogrammeerde instructies, projectpractica enz. ... 8 leerlingen 9 KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 41 5.1 Curriculumopbouw, leerplandoelstellingen, leerinhouden Verbranding algemene formule bepaald door massaverhoudingen Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde aantalverhoudingen als gevolg van hangt af van de aantal mol tweede leerjaar '9' uitgedrukt in stofhoeveelheden Stofklassen karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde wordt bepaald door de Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke Chemische eigenschappen bepalen de met een welbepaald op te delen in een aantal verschillende berekend met behulp van molmassa in welbepaalde tussen molaire concentratie gekenmerkt door een bepaalde stoffen onderscheid naamgeving oplossing oxidatiegetal in in en in anorganische met als onderverdeling bvb. opgelost in uit alcoholen met bij water bvb. en met de begrippen als oplosmiddel omdat ze in water sterke genoemd elektrolyten zwakke zonder oxidatie en reductie elektronenoverdracht azijnzuur genoemd zonder verbranding bvb. veel ionen vormen van o.a. tussen ethanol atomen alkaanzuren in aardolie tussen de hydroxiden concentratie elektronenoverdracht van de alkanen met een bepaalde vormen een met organische met o.a. oxiden reactiesoorten verandering uitgedrukt als genoemd zuren omdat ze in water genoemd met neerslagvorming ionoforen ionogenen als ze in hun kristalstructuur reeds als hun moleculaire structuur door interactie met water ionen dragen ionen vormt weinig ionen vormen zouten met vorming van met met gasvorming neutralisatie tussen zuren en basen Concepten i.v.m. ‘verbranding’ in het rood KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 42 2 grote gebieden in leerstof • stofklassen • chemische reacties Verbranding algemene formule Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde Stofklassen hangt af van de tweede leerjaar '1' gekenmerkt door hebben een welbepaalde karakteristieke atoomgroepen bepalen de Chemische eigenschappen bepalen de aard van de mogelijke Chemische reacties tussen stoffen wordt bepaald door de naamgeving KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 43 Onderscheid tussen • anorganische en organische stoffen • reacties zonder en met elektronenoverdracht Verbranding algemene formule Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde stofhoeveelheden hangt af van de tweede leerjaar '2' in welbepaalde Stofklassen karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door bepalen de Chemische eigenschappen Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke met een hebben een welbepaalde tussen stoffen op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de onderscheid reactiesoorten naamgeving in anorganische en in organische met elektronenoverdracht KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie zonder elektronenoverdracht 44 Onderscheid in anorganische stoffen tussen • oxiden, hydroxiden, zuren en zouten Verbranding algemene formule Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde hangt af van de tweede leerjaar '3' Stofklassen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde karakteristieke atoomgroepen bepalen de Chemische eigenschappen stofhoeveelheden Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de in welbepaalde tussen stoffen onderscheid in anorganische naamgeving reactiesoorten en in organische met als onderverdeling met oxiden zonder hydroxiden elektronenoverdracht elektronenoverdracht zuren zouten KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 45 Onderscheid in organische stoffen tussen • alkanen, alcoholen en carbonzuren Verbranding algemene formule Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde hangt af van de tweede leerjaar '4' stofhoeveelheden Stofklassen karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde bepalen de Chemische eigenschappen Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de in welbepaalde tussen stoffen onderscheid in naamgeving reactiesoorten en in anorganische met als onderverdeling organische met o.a. oxiden hydroxiden alkanen uit alcoholen bvb. met aardolie ethanol elektronenoverdracht alkaanzuren bvb. zonder elektronenoverdracht azijnzuur zuren zouten KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 46 Stoechiometrische aspecten : reacties in welbepaalde massaverhoudingen, als gevolg van deeltjesverhoudingen; massa uitgedrukt in molhoeveelheden: Verbranding massaverhoudingen Aanknopingspunten in het leerprogramma? als gevolg van tweede leerjaar '5' stofhoeveelheden algemene formule worden voorgesteld door een bepaalde Stofklassen hangt af van de karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde bepalen de Chemische eigenschappen bepaald door aantalverhoudingen aantal mol uitgedrukt in Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de berekend met behulp van molmassa in welbepaalde tussen gekenmerkt door een bepaalde stoffen onderscheid in naamgeving reactiesoorten en in anorganische met als onderverdeling organische met o.a. oxiden hydroxiden alkanen uit alcoholen bvb. aardolie met ethanol elektronenoverdracht alkaanzuren bvb. zonder elektronenoverdracht azijnzuur zuren zouten KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 47 Stoffen opgelost in water met een bepaalde molaire concentratie Verbranding algemene formule Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde bepalen de Chemische eigenschappen aantalverhoudingen als gevolg van hangt af van de aantal mol uitgedrukt in tweede leerjaar '6' Stofklassen bepaald door massaverhoudingen stofhoeveelheden Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de berekend met behulp van molmassa in welbepaalde tussen molaire concentratie gekenmerkt door een bepaalde stoffen onderscheid in reactiesoorten en in anorganische met als onderverdeling oplossing naamgeving bvb. opgelost in concentratie elektronenoverdracht alkanen uit met in water alcoholen bvb. als aardolie tussen zonder hydroxiden met een bepaalde organische met o.a. oxiden vormen een uitgedrukt als ethanol oplosmiddel van o.a. elektrolyten zonder alkaanzuren bvb. azijnzuur elektronenoverdracht zuren zouten KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 48 Elektrolyten onderscheid in • zwakke en sterke • ionoforen en ionogenen Verbranding algemene formule bepaald door massaverhoudingen aantalverhoudingen Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde als gevolg van hangt af van de aantal mol tweede leerjaar '7' uitgedrukt in stofhoeveelheden Stofklassen karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde bepalen de Chemische eigenschappen Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de berekend met behulp van molmassa in welbepaalde tussen molaire concentratie gekenmerkt door een bepaalde stoffen onderscheid in reactiesoorten en in anorganische met als onderverdeling oplossing naamgeving bvb. opgelost in met een bepaalde vormen een concentratie organische elektronenoverdracht met o.a. oxiden uitgedrukt als alkanen uit met in water als oplosmiddel aardolie veel ionen vormen omdat ze in water van o.a. tussen sterke hydroxiden alcoholen bvb. genoemd ethanol elektrolyten genoemd zonder zwakke zonder alkaanzuren bvb. azijnzuur elektronenoverdracht genoemd zuren omdat ze in water genoemd ionoforen ionogenen als ze in hun kristalstructuur reeds als hun moleculaire structuur door interactie met water ionen dragen ionen vormt weinig ionen vormen zouten KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 49 Reacties tussen elektrolyten zonder elektronenoverdracht onderscheid in • neerslagreacties • gasontwikkelingreacties • neutralisatiereacties Verbranding bepaald door massaverhoudingen algemene formule aantalverhoudingen Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde als gevolg van hangt af van de aantal mol tweede leerjaar '8' uitgedrukt in stofhoeveelheden Stofklassen karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde bepalen de Chemische eigenschappen Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke op te delen in een aantal verschillende wordt bepaald door de berekend met behulp van molmassa in welbepaalde tussen molaire concentratie gekenmerkt door een bepaalde stoffen onderscheid in reactiesoorten en in anorganische met als onderverdeling oplossing naamgeving concentratie organische elektronenoverdracht met o.a. oxiden met een bepaalde vormen een bvb. opgelost in uitgedrukt als alkanen uit in met oplosmiddel als water aardolie veel ionen vormen omdat ze in water van o.a. tussen sterke hydroxiden alcoholen bvb. genoemd ethanol elektrolyten genoemd zonder zwakke zonder alkaanzuren bvb. azijnzuur elektronenoverdracht genoemd zuren omdat ze in water genoemd met neerslagvorming ionoforen ionogenen als ze in hun kristalstructuur reeds als hun moleculaire structuur door interactie met water ionen dragen ionen vormt weinig ionen vormen zouten met met KULeuven gasvorming neutralisatie tussen zuren en basen Academische Lerarenopleiding Chemie 50 Reacties met elektronenoverdracht onderscheid in • oxidatie- en reductiereacties • veranderingen in oxidatiegetallen • verband met verbrandingsreacties en hun producten Verbranding algemene formule bepaald door massaverhoudingen Aanknopingspunten in het leerprogramma? worden voorgesteld door een bepaalde aantalverhoudingen als gevolg van hangt af van de aantal mol tweede leerjaar '9' uitgedrukt in stofhoeveelheden Stofklassen karakteristieke atoomgroepen gekenmerkt door met een hebben een welbepaalde wordt bepaald door de Chemische eigenschappen bepalen de Chemische reacties bepalen de aard van de mogelijke met een welbepaald op te delen in een aantal verschillende berekend met behulp van molmassa in welbepaalde tussen molaire concentratie gekenmerkt door een bepaalde stoffen onderscheid naamgeving oplossing oxidatiegetal in in en in anorganische met als onderverdeling bvb. opgelost in verandering uit hydroxiden met bij water bvb. en met de begrippen als oplosmiddel omdat ze in water sterke genoemd elektrolyten zwakke zonder oxidatie en reductie elektronenoverdracht azijnzuur genoemd zonder verbranding bvb. veel ionen vormen van o.a. tussen ethanol atomen alkaanzuren in aardolie tussen de alcoholen met een bepaalde vormen een concentratie elektronenoverdracht van de alkanen uitgedrukt als met organische met o.a. oxiden reactiesoorten genoemd zuren omdat ze in water genoemd met neerslagvorming ionoforen ionogenen als ze in hun kristalstructuur reeds als hun moleculaire structuur door interactie met water ionen dragen ionen vormt weinig ionen vormen zouten met vorming van met met KULeuven gasvorming neutralisatie tussen zuren en basen Academische Lerarenopleiding Chemie 51 5.2 Ontwerpen van didactische materialen Welk materiaal moet ontwikkeld worden door uitgevers … voor een cursusontwerp? • handleiding • handboek • conceptueel • contextueel • opdrachten • evaluaties •… KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 52 5.3 Jaarplanning, leertrajecten en lesmethodieken KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 53 Mogelijkheden • Overzicht leerstofverdeling • Gebruik van kleuren: – – – – groen: anorganische verbindingsklassen blauw: organische verbindingsklassen grijs: water en waterige oplossingen roze: gedrag in water en reacties zonder overdracht van elektronen – paars: redoxreacties • Test: donkerblauwe balk • In ‘note’: – geplande en effectieve lesdatum – aantekeningen over • • • • • • • leerstofpunten specifieke situaties leerproblemen tips voor demonstratie-experimenten klaar te zetten labomateriaal hyperlinks naar MSWord … met toetsen, practicumopdrachten … … KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 54 KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 55 5.4 Nieuw leerstofgebied onderwijsklaar maken • Concept map biedt overzicht structuur nieuw leerstofgebied KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 56 • ‘Notes’ bevatten definities van concepten. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 57 • De verschillende isomeriesoorten worden voorgesteld met 3Dmolecuulmodellen. • Klikken op de naam volstaat om met ChimePro een dynamisch beeld van de molecule te starten. • In een ‘note’ achter het model staat de formule geschreven. Een ‘vertaling’ van model naar schrijfwijze formule kan door de lerende zelf geëvalueerd worden. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 58 Omgekeerd •De verschillende isomeriesoorten worden voorgesteld met formules. • Klikken op de naam volstaat om met ChimePro een dynamisch beeld van de molecule te starten. • In een ‘note’ achter het model staat het moleculemodel geschreven. Een ‘vertaling’ van formule naar voorstelling model kan door de lerende zelf geëvalueerd worden. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 59 5.5 Specifieke concepten plaatsen en in verband brengen in een ruimer kader KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 60 5.6 Meningen, woordbetekenissen, pre- en misconcepties bij leerlingen • Een concept map rond het centrale thema ‘zuurstof’ werd door een leerling opgesteld. • Een leraar onderzoekt deze map. • Met o.a. een kleurencode (bvb. rood) kan makkelijk aangeduid worden waar een verkeerd concept in dit referentieschema geplaatst werd. • Zo kan in ‘Inspiration’ een CM gemakkelijk ‘bewerkt’ worden. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 61 * Aan leerlingen van het 5de leerjaar van een basisschool in Vlaanderen werd in maart 2003 gevraagd om een 'ideeënmap' rond verbranding op te bouwen. Hieronder staan een drietal werkstukken, die eigenlijk 'association maps' zijn. Naast de klassieke concepten rond verbranding (rook, vuur, brandweer, warmte, zwart ...) hebben deze leerlingen zich blijkbaar ook laten leiden door wereldschokkende gebeurtenissen zoals 'Enschede' en de aanslag op de 'WTCtorens'. Opvallend is dat bij deze leerlingen toch ook al een aantal wetenschappelijke concepten leeft. Een aantal onder hen gebruikt zelfs al chemische formules! Een leerkracht kan op zulk een map ook vrij makkelijk juiste en verkeerde concepten detecteren. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 62 In deze eerste map kan men merken dat 'Stephanie' het begrip CO-vergiftiging goed associeert met een brandende kachel. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 63 Uit de map van Wouter blijkt dat deze leerling verkeerdelijk denkt aan koolstofdioxide-vergiftiging. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 64 • Als leraar kan men zich bij de analyse van een concept map naar woordbetekenissen, pre- en misconcepten trachten een beeld te vormen van de ‘kennis’ van de leerling. • Hieronder staan enkele vragen ter illustratie. Opdrachten • Hoe zou 'Stephanie' , nochtans pas leerling van een 5de leerjaar lager onderwijs, reeds kennis gemaakt hebben met het toch wel chemisch gegeven CO ? • Wouter heeft het over CO2 -vergiftiging. Geef een verklaring voor het feit dat hij het concept CO2 , weer als tiener, reeds gebruikt alhoewel hij nog niet in contact gekomen is met 'chemie'. Hoe zou het komen dat hij de index '2' als een superscript schrijft? * In de volgende map van Céline kan je zelf op zoek gaan naar een misconceptie! KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 65 KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 66 5.7 Leermethoden, visualiseringstechnieken, didactisch materiaal, labomateriaal, werkvormen • Een concept map met een cluster ‘onderwijsmethoden’ en een cluster ‘onderwijsmiddelen’ rond het centrale thema ‘verbranding’. • In ‘notes’ achter de concepten kan een leraar een concrete invulling en opsomming geven van zijn methoden en nodige hulpmiddelen voor het betreffend thema: bvb. nodige chemicaliën, te gebruiken transparanten … • Deze algemene CM kan gebruikt en aangepast worden voor ieder lesthema KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 67 Deze CM geeft een visuele voorstelling van de experimentele opstelling nodig voor een kwalitatief onderzoek van de verbranding van een kaars. De labobenodigdheden (equipment) worden als concepten aangeduid met een rode rechthoek. De andere concepten en de proposities beschrijven en visualiseren de gebeurtenissen bij de verbranding en bij de analyse. Een link vanuit de algemene CM naar deze concrete CM is mogelijk. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 68 De onderstaande meer uitgebreide CM visualiseert de opstelling bij een kwantitatief onderzoek van de verbranding van een kaars. Vergelijking van de twee CM's laat zien dat de CaCO3 neerslag wordt afgefiltreerd en gewogen. Deze massa kan gebruikt worden om via stoechiometrische berekeningen de hoeveelheid stearinezuur, die als kaarsvet verbrand is, te berekenen. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 69 5.8 Krachtige leeromgevingen : leerstations, geprogrammeerde instructie, projectpractica … • Het doorlopen van een aantal leerstations i.v.m. een bepaald onderwerp bvb. ‘Metalen kunnen branden’ creëert een krachtige leeromgeving. • De verschillende leerstations kunnen goed weergegeven worden op een CM. Met een kleurencode kan de differentiatie tussen de stations aangeduid worden: • blauw: essentie: herhaling en nieuwe voorbeelden • roze: omstandigheden nieuw te leren aspecten • geel: gebruik in het dagelijks leven • Achter ieder ‘station’concept kan verdere info in een note geplaatst worden. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 70 • Een onvolledige CM kan in ‘Inspiration’ ook als een krachtige leeromgeving gebruikt worden. • Concepten en links kunnen gesleept en neergezet worden om een gekozen plaats. •Een hyperlink naar een juist ingevulde CM laat zelfevaluatie toe. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 71 KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 72 5.9 Gebruik in de klas • Door de leerlingen • analyse van tekst • zelfstandig samenvatting hoofdstuk maken • gekregen concepten in een CM plaatsen • CM verder invullen met te zoeken of gegeven concepten en links (zie 5.8) • …. • Mogelijkheden tot co- en peerassessment • De leraar kan • een lesopbouw schematisch en progressief in een CM laten groeien tijdens de lesevolutie • een CM aanbieden als samenvatting na de les • de strategie van probleemoplossend denken bij een vraagstuk met behulp van een CM ontwikkelen •… KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 73 Daniëll-cel Zn2+ ionen Deze CM kan na de instructiefase gegeven worden. Cu tot Oxidatie elektronen A- O Anode tot doorheen er gebeurt Kathode K-R is er gebeurt Reductie naar van hier stromen is metaalbrug = elektronenbrug - pool De opbouw van de cel uit 2 halfcellen kan als centraal concept geplaatst worden naar analogie met de laboopstelling in het demoexperiment. De verschillende begrippen en gebeurtenissen aan iedere halfcel kunnen parallel links en rechts ontwikkeld worden in de CM. In de cluster beneden wordt dan de bronspanning van de volledige cel bekeken. KULeuven ondergaat + pool ondergaat fungeert als reductor is fungeert als Zn-plaatje bevat Zn2+/Znhalfcel E0 = - 0,63 V oxidator bevat een bevat Zn2+ -ionen naar heeft een normpotentiaal ondergaat Cu-plaatje bevat een SO 42- - ionen ondergaan SO 42- -ionen lopen door lopen door bevat Cu2+/Cuhalfcel zijn bevat Cu2+ -ionen naar elektrolytbrug = ionenbrug Zn/Zn2+//Cu2+/Cu-cel reactievergelijking: Zn + Cu2+ ---> Zn2+ + Cu heeft een normpotentiaal E0 = + 0,47 V heeft een bronspanning = Ub = E0st. ox - E0st. red = + 0,47 V - (-0,63 V) = 1,10 V Academische Lerarenopleiding Chemie 74 Vraagstuk waspoeder Deze CM’s kunnen gebruikt worden om stap per stap het vraagstuk te analyseren en op te lossen. Vooral de visuele voorstelling van de verschillende experimentele stappen en de daarbij horende kwantitatieve aspecten kunnen in een CM goed weergegeven worden. Een CM met oplossingsstrategie kan voor of na het oplossen aangeboden worden. KULeuven 12,00 g waspoeder 12,00 g waspoeder wordt opgelost in 250,0 ml water. Aan 50,0 ml hiervan voegt men een overmaat KI toe. De oplossing wordt aangezuurd met azijnzuur. Bij een titratie met Na2S2O3 (c = 0,0510 mol/l) wordt 16,2 ml verbruikt. Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! Academische Lerarenopleiding Chemie 75 12,00 g waspoeder wordt opgelost in 250,0 ml water. Aan 50,0 ml hiervan voegt men een overmaat KI toe. De oplossing wordt aangezuurd met azijnzuur. Bij een titratie met Na2S2O3 (c = 0,0510 mol/l) wordt Gegevens vraagstuk 0 16,2 ml verbruikt. Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! 10 20 30 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder tot 50,0 ml KULeuven de te titreren oplossing Academische Lerarenopleiding Chemie 76 0 Vraagstelling vraagstuk 10 20 30 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder tot 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder de te titreren oplossing Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 77 het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O 3 volgens aantal mol Cl 2 in de 50,0 oplossingsstrategie ml oplossing I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 0 ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 zetten evenveel mol I2 vrij alle Cl2 uit het waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens reageren met 20 tweemaal zoveel mol Na2S 2O 3 aantal mol I2 kunnen berekend worden uit het aantal mol toegevoegd Na2S2O 3 30 16,2 ml Na2S2O 3 c = 0,0510 mol/l 40 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in dit aantal mol moet eerst berekend worden... en dan omgekeerde weg !!! wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder Bereken het massaprocent actieve Cl2 in tot 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder in de 50,0 ml was er dus 5x minder Cl2 de te titreren oplossing m(Cl2) = n.M = m(Cl 2) = ? n mol Cl2 dit waspoeder! ? is ? g.100% 12,00g massaprocent = massa.100% massatotaal KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 78 Reacties vraagstuk het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O3 volgens I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 0 ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 alle Cl2 uit het 20 waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 30 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder tot 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder de te titreren oplossing Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 79 Omzetting gegeven in mol het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O3 volgens I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 0 ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 alle Cl2 uit het 20 waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 30 n = c.V = 0,0510 mol.l-1.16,2.10-3 l = 8,3.10-4 mol 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder tot 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder de te titreren oplossing Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 80 Berekening dijood het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O3 volgens I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 0 ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 reageren met alle Cl2 uit het waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 20 8,3.10-4 mol Na2S 2O 3 4,15.10-4 mol I2 n = c.V = 0,0510 mol.l-1.16,2.10-3 l 30 = 8,3.10-4 mol 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! tot 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder KULeuven de te titreren oplossing Academische Lerarenopleiding Chemie 81 Berekening dichloor in 50,0 ml het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O3 volgens 4,15.10-4 mol Cl 2 I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 alle Cl2 uit het ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 werden vrijgezet door reageren met 20 4,15.10-4 mol I2 waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 0 8,3.10-4 mol Na2S 2O 3 n = c.V = 0,0510 mol.l-1.16,2.10-3 l = 8,3.10-4 mol 30 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder tot 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g waspoeder de te titreren oplossing Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 82 Berekening dichloor in 250,0 ml het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O 3 volgens 4,15.10-4 mol Cl 2 I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 alle Cl2 uit het ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 werden vrijgezet door reageren met 20 4,15.10-4 mol I2 waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 0 8,3.10-4 mol Na2S 2O 3 30 n = c.V = 0,0510 mol.l-1.16,2.10-3 l = 8,3.10-4 mol 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder Bereken het massaprocent actieve Cl2 in 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g in de waspoeder oorspronkelijke oplossing (250,0 ml) was er dus 5x meer Cl2 tot 50,0 ml de te titreren oplossing 5 x 4,15.10-4 mol = 20,75.10-4 mol Cl2 dit waspoeder! KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 83 Berekening massa dichloor in 12,0 g poeder het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O 3 volgens 4,15.10-4 mol Cl 2 I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 alle Cl2 uit het waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 0 ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 werden vrijgezet door reageren met 20 4,15.10-4 mol I2 8,3.10-4 mol Na2S 2O 3 30 n = c.V = 0,0510 mol.l-1.16,2.10-3 l = 8,3.10-4 mol 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder Bereken het massaprocent actieve Cl2 in dit waspoeder! 250,0 ml waterige oplossing van 12,00 g in de waspoeder oorspronkelijke oplossing (250,0 ml) was er dus 5x meer Cl2 KULeuven tot 50,0 ml de te titreren oplossing 5 x 4,15.10-4 mol = 20,75.10-4 mol Cl2 m(Cl2) = n.M = m(Cl2) 20,75.10-4mol.71g.mol-1 = 0,15 g Academische Lerarenopleiding Chemie 84 Berekening massaprocent dichloor in 12,0 g poeder het vrijgezet I2 reageert met het Na2S2O 3 volgens 4,15.10-4 mol Cl 2 I 2 + 2 Na2S2O3 Cl2 + 2 KI ---> 2 KCl + I 2 alle Cl2 uit het waspoeder in de 50,0 ml oplossing reageert weg met het KI volgens 0 ----> 2 NaI + Na2S4O6 10 werden vrijgezet door reageren met 20 4,15.10-4 mol I2 8,3.10-4 mol Na2S 2O 3 30 n = c.V = 0,0510 mol.l-1.16,2.10-3 l = 8,3.10-4 mol 40 16,2 ml Na2S2O3 c = 0,0510 mol/l 50 250,0 ml water met azijnzuur een overmaat KI tot wordt toegevoegd aan wordt de oplossing aangezuurd worden opgelost in wordt getitreerd met tot hiervan neemt men 12,00 g waspoeder Bereken het massaprocent actieve Cl2 in 50,0 ml 250,0 ml waterige oplossing van in de 12,00 g oorspronkelijke waspoeder oplossing (250,0 ml) was er dus 5x meer Cl2 dit waspoeder! 1,25% tot 5 x 4,15.10-4 mol = 20,75.10-4 m(Cl2) = n.M = m(Cl2) -4 20,75.10 mol.71g.mol-1 = 0,15 g mol Cl2 KULeuven 0,15g.100% is de te titreren oplossing 12,00g Academische Lerarenopleiding Chemie massaprocent = massa.100% massatotaal 85 Vraagstuk verbranding kaars Ook hier wordt de experimentele opstelling geanalyseerd en het vraagstuk stap per stap opgelost. Het kaarsvet van een kaars bestaat uit zuiver stearinezuur. De kaars brandt gelijkmatig en de verbrandingsproducten worden via een waterstraalpomp door een omgekeerde trechter weggezogen. Het water wordt in een eerste erlenmeyer gecondenseerd door een ijsbad en gebonden door watervrij kopersulfaat. Het koolstofdioxidegas wordt in een tweede erlenmeyer geleid doorheen kalkwater, waardoor het gebonden wordt en er een calciumcarbonaatneerslag ontstaat. Na doven van de kaars filtreert men het calciumcarbonaat af en na weging stelt men vast dat de neerslag een massa van 45 gram had. Bereken hoeveel gram kaarsvet er verbrand zijn. naar waterstraalpomp ijsbad watervrij kopersulfaat CuSO 4 kalkwater Ca(OH) 2 Opstelling experiment KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 86 Reactievergelijking: C17H35COOH + 26 O2 -------> 18 H2O + 18 CO 2 naar waterstraalpomp ijsbad watervrij k opersu lfaat CuSO4 kalkwater Ca(OH) 2 kaars brandt ijsbad vloeibaar water tot kalkwater condenseert in een dit wil zeggen waterdamp wordt geleid door het wordt aangezogen door de waterstraalpomp wordt aangezogen door de tot stearinezuur reageert met dizuurstof en tot KULeuven koolstofdioxidegas Academische Lerarenopleiding Chemie 87 C17H35COOH + Reactievergelijking: 26 O2 -------> 18 H2O + 18 CO 2 naar waterstraalpomp ijsbad blauw k opersu lfaatpentahydraat CuSO4.5H2O kalkwater Ca(OH) 2 met witte troebel van CaCO3 CuSO4.5H2O tot watervrij CuSO4 volgens de reactievergelijking wordt gebonden door kaars brandt ijsbad tot vloeibaar water Ca(OH)2 + CO 2 ---> CaCO 3 + H 2O een neerslag van CaCO 3 tot kalkwater condenseert in een dit wil zeggen reageert met het waterdamp stearinezuur reageert met dizuurstof wordt aangezogen door de waterstraalpomp tot en tot KULeuven wordt geleid door het wordt aangezogen door de koolstofdioxidegas Academische Lerarenopleiding Chemie 88 C17H35COOH + Reactievergelijking: 26 O2 -------> 18 H2O + 18 CO2 ijsbad blauw k opersu lfaatpentahydraat CuSO4.5H 2O filtratie van de CaCO3 -neerslag kalkwater Ca(OH) 2 met witte neerslag van CaCO3 wordt afgefiltreerd en nadien gewogen CuSO4.5H 2O tot watervrij CuSO4 wordt gebonden door kaars brandt ijsbad tot een neerslag van CaCO3 volgens de reactievergelijking tot Ca(OH)2 + CO 2 ---> CaCO 3 + H 2O vloeibaar water kalkwater condenseert in een dit wil zeggen en gewogen weging van de CaCO3 -neerslag reageert met het waterdamp stearinezuur reageert met dizuurstof wordt aangezogen door de waterstraalpomp tot en tot KULeuven wordt geleid door het wordt aangezogen door de koolstofdioxidegas Academische Lerarenopleiding Chemie 89 C17H35COOH Reactievergelijking: 26 O2 -------> 18 H2O + + 18 CO2 ijsbad blauw k opersu lfaatpentahydraat CuSO4.5H 2O filtratie van de CaCO3 -neerslag kalkwater Ca(OH) 2 met witte neerslag van CaCO3 wordt afgefiltreerd en nadien gewogen CuSO4.5H 2O tot watervrij CuSO4 wordt gebonden door kaars brandt een neerslag van CaCO3 volgens de reactievergelijking en gewogen tot Ca(OH)2 + CO 2 ---> CaCO 3 + H2O ijsbad tot vloeibaar water kalkwater weging van de CaCO3 -neerslag condenseert in een dit wil zeggen 45 gram CaCO3 reageert met het waterdamp stearinezuur reageert met dizuurstof wordt aangezogen door de waterstraalpomp tot en tot wordt geleid door het wordt aangezogen door de is volgens n = m/M = 45 g/100 g.mol-1 koolstofdioxidegas 0,45 mol KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 90 C17H35COOH Reactievergelijking: 26 O2 -------> 18 H2O + + 18 CO2 ijsbad blauw k opersu lfaatpentahydraat CuSO4.5H 2O filtratie van de CaCO3 -neerslag kalkwater Ca(OH) 2 met witte neerslag van CaCO3 wordt afgefiltreerd en nadien gewogen CuSO4.5H2O tot watervrij CuSO4 wordt gebonden door kaars brandt een neerslag van CaCO 3 volgens de reactievergelijking en gewogen tot Ca(OH)2 + CO 2 ---> CaCO 3 + H 2O ijsbad tot vloeibaar water kalkwater weging van de CaCO3 -neerslag condenseert in een dit wil zeggen uit reageert met het waterdamp stearinezuur reageert met dizuurstof wordt aangezogen door de waterstraalpomp tot en tot KULeuven wordt geleid door het wordt aangezogen door de koolstofdioxidegas 0,45 mol CO2 ontstonden volgens de reactievergelijking 0,45 mol CaCO3 Academische Lerarenopleiding Chemie 45 gram CaCO3 is volgens n = m/M = 45 g/100 g.mol-1 91 C17H35COOH Reactievergelijking: 26 O2 -------> 18 H2O + ontstonden volgens de reactievergelijking + 18 CO2 uit (1/18).045 mol stearinezuur ijsbad is 0,025 mol stearinezuur blauw k opersu lfaatpentahydraat CuSO4.5H 2O filtratie van de CaCO3 -neerslag kalkwater Ca(OH) 2 met witte neerslag van CaCO3 wordt afgefiltreerd en nadien gewogen CuSO4.5H 2O tot watervrij CuSO 4 wordt gebonden door kaars brandt een neerslag van CaCO3 volgens de reactievergelijking en gewogen tot Ca(OH)2 + CO2 ---> CaCO 3 + H2O ijsbad tot vloeibaar water kalkwater weging van de CaCO3 -neerslag condenseert in een dit wil zeggen uit reageert met het waterdamp stearinezuur reageert met dizuurstof wordt aangezogen door de waterstraalpomp tot en tot KULeuven wordt geleid door het wordt aangezogen door de koolstofdioxidegas 0,45 mol CO2 ontstonden volgens de reactievergelijking 0,45 mol CaCO3 Academische Lerarenopleiding Chemie 45 gram CaCO3 is volgens n = m/M = 45 g/100 g.mol-1 92 ontstonden volgens de reactievergelijking R eactieverg elijkin g C 1 7H 3 5-C O O H + 26 O 2 1 8 H 2O + 18 C O 2 uit (1/18).045 mol stearinezuur ijsbad is 0,025 mol stearinezuur blauw k opersu lfaatpentahydraat CuSO4.5H 2O filtratie van de CaCO3 -neerslag kalkwater Ca(OH) 2 met witte neerslag van CaCO3 heeft volgens m = n.M een massa van wordt afgefiltreerd kaars brandt en nadien gewogen CuSO 4.5H 2O tot 0,025 mol.284 g.mol-1 wordt gebonden door reageren weg als de is watervrij CuSO4 dit wil zeggen ijsbad tot een neerslag van CaCO 3 volgens de reactievergelijking tot en gewogen Ca(OH) 2 + CO 2 CaCO 3 + H2 O vloeibaar water kalkwater weging van de CaCO3 -neerslag condenseert in een 7,1 gram stearinezuur reageert met het waterdamp stearinezuur reageert met dizuurstof wordt aangezogen door de waterstraalpomp tot en tot KULeuven uit wordt geleid door het wordt aangezogen door de koolstofdioxidegas 0,45 mol CO2 ontstonden volgens de reactievergelijking 0,45 mol CaCO3 Academische Lerarenopleiding Chemie 45 gram CaCO3 is volgens n = m/M = 45 g/100 g.mol-1 93 1 Wat is een concept? 2 Hoe wordt een concept aangeduid? 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? 4 Welke elementen bevat een ‘bewerkte’ concept map? [Leerkracht georiënteerd referentieschema LGRS] 5 Hoe kan de leraar concept maps gebruiken als didactisch hulpmiddel? 6 Zelf een concept map maken: opdrachten 7 Enkele interessante adressen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 94 6 Zelf een concept map maken Opdracht 1. Link zoveel mogelijk concepten met elkaar . KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 95 Mogelijk antwoord KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 96 Opdracht 2: maak proposities door mogelijke links op de pijlen te schrijven Mogelijk antwoord KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 97 Opdracht 3: maak cross-links en schrijf links op de pijlen Mogelijk antwoord KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 98 Opdracht 4: 1. Maak een 'concept map' met de onderstaande concepten. reductor – oxidatie – oxidatiegetal – reductie – oxidator elektronen - redoxreactie Start met het hiërarchisch ordenen van de concepten. Zoek er relaties tussen. Geef deze aan met pijlen en benoem de relaties. Let op: geen zinnen gebruiken maar eerder slagwoorden of werkwoorden. Verwerk je 'concept map' met Inspiration. 2. Bekijk de 'concept map' van collega's. Stuur je 'concept map' bij. KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 99 1 Wat is een concept? 2 Hoe wordt een concept aangeduid? 3 Hoe kunnen concepten in kaart gebracht (gevisualiseerd) worden? 4 Welke elementen bevat een ‘bewerkte’ concept map? [Leerkracht georiënteerd referentieschema LGRS] 5 Hoe kan de leraar concept maps gebruiken als didactisch hulpmiddel? 6 Zelf een concept map maken: opdrachten 7 Enkele interessante adressen KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 100 7 Enkele interessante adressen • • • • • • • • • • • • • • • • http://www.inspiration.com/home.cfm http://cmap.ihmc.us/ http://www.mindjet.com/ http://hyperphysics.phy-astr.gsu.edu/hbase/hframe.html !!! http://users.edte.utwente.nl/lanzing/cm_home.htm http://www.fed.cuhk.edu.hk/~johnson/misconceptions/concept_map/concept_ maps.html http://chemcases.com/ http://necsi.org/guide/concepts/ http://archive.concord.org/intec/tools/hop/hopcm.html http://science.uniserve.edu.au/school/support/strategy.html#Concept http://www.sdmesa.sdccd.net/~dgergens/chem100/ http://www.unisaarland.de/fak5/ezw/abteil/lehr/concept/cmaplink.html#Concept%20Map%20 Beispiele http://king.prps.k12.ca.us/prhs/pasohigh/classes/Fairbank/public.www/homep age/chemist/concept.htm http://science.kennesaw.edu/~mhermes/chem1212/map.htm http://www.psychologie.uni-freiburg.de/signatures/ploetz/projekte/physik.html http://www.csun.edu/~vceed002/physics/index.html#top KULeuven Academische Lerarenopleiding Chemie 101