azteken, maya`s en inca`s - Centrum voor Mondiaal Onderwijs

advertisement
AZTEKEN, MAYA’S
EN INCA’S
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON
Tekst: Jacques Schillings geheel herzien door Olav Jansen.
Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, www.avanturijn.nl, www.nbreizen.nl,
www.infoperu.com, www.kidspast.com, www.imagesofanthropology.com, archaeology.about.com, www.ifp.com.
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan
op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met
ons op te nemen via [email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en
Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de
commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008
II
INHOUD
Inleiding
pag. 1
De Azteken
Waar komen de Azteken vandaan?
De godsdienst van de Azteken
De belangrijkste goden
De boeken van de Azteken
Ulama - het balspel van de Azteken
pag. 2
pag. 3
pag. 4
pag. 4
pag. 6
pag. 7
De Maya’s
Waar komen de Maya’s vandaan?
Verschillende Maya’s
De Maya-kalender
Hoe tellen de Maya’s?
De priesters van de Maya’s
De goden van de Maya’s
De landbouw
De schepping van de mens bij de Maya’s
pag. 9
pag. 9
pag. 10
pag. 11
pag. 12
pag. 12
pag. 13
pag. 14
pag. 15
De Inca’s
De eerste Inca’s
Atahualpa en Pizarro: het einde van het Inca-rijk
Het ontstaan van de wereld volgens de Inca’s
De goden van de Inca’s
De kunst en wetenschap bij de Inca’s
De landbouw van de Inca’s
De wet van de broederschap
pag. 16
pag. 16
pag. 18
pag. 18
pag. 19
pag. 21
pag. 22
pag. 23
Het leven van de indianen nu
Hoe leven de Azteken, Maya’s en Inca’s tegenwoordig?
pag. 24
pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
INLEIDING
De indianen zijn de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Deze bevolking is zo genoemd door hun ontdekker, Christoffel Columbus.
Columbus dacht een andere handelsroute naar Indië, een land in het oosten, te zullen
vinden. Hij vaart in een bijna rechte lijn naar het westen in de hoop zo bij Indië uit te
komen. Hij komt eigenlijk per ongeluk in Amerika terecht. Als Columbus de oorspronkelijke bevolking van Amerika ontmoet, noemt hij ze indianen omdat hij denkt dat het
de bevolking van Indië is.
Columbus is een Italiaan die zich in
dienst stelt van het Spaanse hof; koning Ferdinand en koningin Isabella. Zij
geven hem genoeg geld voor drie schepen en de bemanning. In ruil hiervoor
hopen de koning en de koningin dat Columbus veel goud en andere rijkdommen ontdekt voor Spanje. De schepen
waarmee Columbus op 3 augustus 1492
vertrekt, heten Santa Maria, Pinta en
Niña.
In oktober 1492 ontdekt hij Amerika.
Columbus komt aan in Amerika
De naam Amerika komt van een andere
ontdekkingsreiziger, ook een Italiaan in
dienst van het Spaanse hof. Zijn naam
is Amerigo Vespucci. Vespucci noemde
Amerika zelf de Nieuwe Wereld.
Omdat de Spanjaarden zo onder de indruk zijn van de vele gouden voorwerpen die uit Amerika terugkomen naar
Spanje, gaan steeds meer Spanjaarden
naar Zuid-Amerika om ook goud te vinden. Er ontstaat zelfs de mythe van El
Dorado, dat is Spaans voor ‘De Vergulde’.
Volgens de mythe bestaat er in het binnenland van Zuid-Amerika een indianenrijk waarvan de mensen regelmatig
een persoon aan de goden offeren. De
persoon die geofferd wordt laat zich in
een meer vallen, bedekt met goud om
de goden te behagen. Het verhaal gaat
zelfs dat de straten en huizen van goud
zijn.
De Spanjaarden willen dit rijk erg graag
ontdekken om al het goud wat daar is
weg te halen, en zo rijk te worden.
Amerigo Vespucci
1
DE AZTEKEN
De Azteken vestigen zich vanuit het noorden in Midden-Amerika omstreeks 1163. Ze
onderwerpen andere volken aan zich en stichten de stad Tenochtitlan in 1325.
In februari 1519 vertrekt Hernan Cortés vanuit Cuba naar het vasteland. Al snel komt
hij daar de Azteken tegen.
De grote koning van de Azteken is Motecuhzoma. Wanneer Cortés kennis maakt met de Azteken zijn ze al een hoogbeschaafd volk. Ze hebben grote tempels en piramides en een enorme
stad gebouwd: Tenochtitlan (nu heet deze stad
Mexico-Stad). Een van de hoofdmannen van
Cortés schrijft alles op wat hij meemaakt in
Mexico.
Hij beschrijft Motecuhzoma als volgt: "De grote
Motecuhzoma is rond de veertig, lang en goed
geproportioneerd, slank en gespierd. Zijn haar
draagt hij niet lang, maar tot over zijn oren en
zijn niet volle baard is welgevormd. Zijn gezicht
is wat lang, maar opgewekt, hij heeft goede
ogen en toont zowel in zijn gedrag als in zijn
manieren tederheid en zo nodig ernst. Hij is
goed verzorgd en schoon..."
De koning, Motecuhzoma, vertelt de Spanjaarden over de grote schatten die de Azteken in de
schatkamers hebben. Ook beweert hij dat de
stad Tenochtitlan niet te veroveren is. Gedreven
door de zucht naar goud en door de uitdaging
Tenochtitlan te veroveren, besluiten de Spanjaarden de stad aan te vallen.
Onderweg naar de stad komen ze veel indianenstammen tegen waar ze tegen moeten vechten.
Maar niet alle stammen zijn tegen de Spanjaarden. Sommige stammen worden door de Azteken onderdrukt en moeten belasting betalen aan
de Azteken. Deze stammen sluiten zich aan bij
de Spanjaarden in de strijd tegen de Azteken.
De verovering van de stad gaat allesbehalve gemakkelijk. De Azteken zijn met veel meer mensen dan de Spanjaarden, en de legers van de
Spanjaarden zijn niet gewend aan het klimaat in
Mexico. Tegen de ijskoude wind van de Sierra
Nevada zijn de Spanjaarden niet uitgerust. Toch
lukt het Cortés de stad in 1521 te veroveren en
het vele goud in handen te krijgen. Dit lukt hem
doordat er steeds meer Spanjaarden kwamen
van Cuba, en doordat hij steun heeft van de indianenvolken die zich bij hem aansloten. Ook
heeft hij betere wapens dan de indianen.
2
Hernan Cortés
Waar komen de Azteken vandaan?
De Azteken zijn een krijgersvolk dat afkomstig
is uit het noorden. Ze trekken naar het zuiden
op zoek naar een plek om een stad te stichten. Volgens de verhalen van de Azteken hebben ze een gigantische adelaar als gids, die
door de goden is gezonden om hen te helpen
zoeken naar een vallei waar ze de stad kunnen bouwen. Verschillende keren probeert de
adelaar te landen, maar omdat hij zo groot is
kan hij niet landen. Tenslotte komen ze in de
vallei waar nu Mexico-Stad ligt. Daar kan de
adelaar wel landen. Hij gaat op een cactus
zitten met in een slang in zijn poot. Dit zien
de Azteken als een teken dat ze daar de stad
kunnen bouwen, en stichten dan Tenochtitlan
in 1325. Als je naar de vlag van Mexico kijkt
zie je een afbeelding van die adelaar.
Adelaar geland op een cactus
Aan het hoofd van de Azteken staat de koning. De koning heeft een adviseur die de
Slangenvrouw wordt genoemd. De Slangenvrouw is echter geen vrouw, maar een man.
Onder de koning staan vier militaire leiders
die elk een vierde van Tenochtitlan besturen.
Verder zijn er nog de edelen, handelaren en
gewone burgers. Maar ook de handelaren en
gewone burgers zijn belangrijk bij het voeren
van oorlog. De gewone burgers kunnen in de
adelstand worden verheven als ze vier krijgsgevangenen hebben gemaakt. De handelaren
hebben ook de taak in contact te komen met
en op de hoogte te blijven van de andere indianenstammen. Ook de edelen moeten zichzelf
blijven bewijzen door het maken van krijgsgevangenen. Tenslotte zijn er nog de priesters.
De gewone burgers zorgen voor de landbouw
en zijn soldaten in het leger. Van de landbouw
van de Azteken kennen we nu veel groenten
en fruit, zoals maïs, tomaat, cacao, vanille en
avocado.
Ook de Azteken kennen schoolplicht. Alle kinderen van adel zijn verplicht naar school te
gaan waar ze les krijgen van de priesters.
Daar leren ze van alles over astronomie, geschiedenis, filosofie, lezen en schrijven, politiek en muziek.
De Azteken zijn eigenlijk voortdurend in oorlog met andere indianenstammen. Als de andere stammen overwonnen zijn, moeten ze
belasting betalen aan de Azteken en mensen
afstaan die worden geofferd aan de goden.
Afbeelding van het offeren
3
De godsdienst van de Azteken
Het getal vier is erg belangrijk voor de godsdienst van de Azteken. Ze verdelen het universum in vier stukken.
Het oosten is de plaats waar de zon opkomt en
betekent dus de plaats van het licht, van het leven en van de vruchtbaarheid.
Het westen is de plaats van het donker en de
plaats waar de zon uitrust.
In het noorden rusten de doden uit en het zuiden
geeft de vruchtbaarheid van de aarde weer.
De god Quetzalcoatl (spreek uit: ketzalkowatl) is
de belangrijkste god die te maken heeft met het
ontstaan van de mens.
Quetzalcoatl betekent slang met de groene quetzal-veren; de quetzal is een vogel die leeft in het
zuiden van Mexico.
De Azteken kennen het verhaal van de vijf zonnen dat vertelt over het ontstaan van de mens
en van de wereld. Volgens de Azteken is de eerste mens gemaakt van as.
De eerste zon komt en zorgt voor een storm en
de mensen veranderen in vissen.
De tweede zon is de zon van de tijger. Deze katachtige roofdieren van de aarde verslinden alle
mensen. Bovendien zijn er reuzen die erg groot
zijn en de mensen belegeren. Als deze reuzen
vallen, veroorzaken ze een aardbeving en worden de mensen door de aarde bedolven.
De derde zon is die van het vuur. Deze zorgt ervoor dat het vuur en zand regent, zodat alle
mensen verbranden en sommige bergen rood
worden.
De vierde zon, de zon van de wind, laat het zo
hard waaien dat alles omwaait en alles met de
grond gelijkgemaakt wordt. Alle levende wezens
veranderen in apen en verspreiden zich dan over
heel de wereld.
De vijfde en laatste zon is de zon van de beweging en maakt alles weer levend en maakt de
mens opnieuw. Dus pas na de vierde keer zijn de
goden tevreden met de wereld en de mens die
ze hebben gemaakt. Maar met de nieuwe komst
van de mens komt ook de honger en de oorlog.
De belangrijkste goden
Een andere belangrijke god voor de Azteken is
Huitzilopochtli, de god van de oorlog.
Hij wordt iedere morgen geboren uit de aardgodin Coatlicue, en sterft iedere avond en verdwijnt in de aarde.
4
Mensenoffer
Als krijger moet hij zijn broers, de sterren, en zijn
zuster, de maan, elke dag overwinnen. Om de
strijd telkens goed te kunnen doorstaan moet
Huitzilopochtli goed door de mensen worden gevoed.
Om hem te voeden is mensenbloed nodig, dat
wordt verkregen via mensenoffers. Dit vinden de
Azteken van 500 jaar geleden heel normaal. Omdat de mensen zijn geschapen met het bloed van
de goden, moeten de offers aan de goden met
mensenbloed gebeuren.
Huitzilopochtli wordt vaak afgebeeld als een jonge
god die eeuwig jong blijft, met een grote vedertooi, wapens en schilden en veel sieraden.
De goden van de schepping zijn de al eerder genoemde Quetzalcoatl en Tezcatlipoca. Deze goden
zijn broers en zijn voortdurend gewikkeld in een
gevecht met elkaar.
Quetzalcoatl staat voor positieve aspecten. Aan
hem worden de belangrijke uitvindingen van landbouw en handwerk toegeschreven. Ook symboliseert hij de roes, het verslinden van vuiligheid en
het doorbreken van seksuele taboes.
Tezcatlipoca is de god van de nacht, en beschermt tovenaars en booswichten. Ook staat hij
voor de dood, de verwoesting en de verdorvenheid.
Omdat de twee broers voortdurend in gevecht
met elkaar zijn, wordt er telkens iets nieuws geschapen; ze winnen om de beurt. Omdat er telkens nieuwe scheppingen bijkomen, ontstaat uiteindelijk het heelal.
Quetzalcoatl wordt afgebeeld als een god met een
vogelsnavel, op het hoofd heeft hij een soort hoed
van jaguarhuid die door een edelsteen wordt bekroond. Soms wordt hij met een baard afgebeeld.
Tezcatlipoca draagt een rokende spiegel voor zijn
borst en een spiegel op de plaats van zijn voet. In
zijn gezicht heeft hij gele en zwarte strepen. Hij
draagt een schild, speer en lans. Op zijn hoofd
heeft hij een vedertooi.
De regengod van de Azteken heet Tlaloc. Hij zorgt
ervoor dat er regen valt, wat erg belangrijk is om
de gewassen te laten groeien. Hierdoor wordt hij
dan ook zeer vereerd door veel Azteken. Aan hem
wordt veel geofferd, tot kinderen toe. Hij is niet
alleen positief, maar ook negatief.
5
Veel Azteken waren bang voor Tlaloc. Als hij
woede-uitbarstingen heeft, zorgt hij voor overstromingen, hagel, ijs en zelfs voor droogte.
Daarom zorgen de indianen ervoor genoeg aan
deze god te offeren.
Een vrouwelijke god is Chicomecóatl. Zij is de
godin van het levensonderhoud, van het eten
en van het drinken. Ze kleedt zich als een
vrouw van het volk en leert de vrouwen brood
bakken en maaltijden bereiden. Ze wordt ook
wel 'moeder van de goden', 'hart van de aarde'
en 'onze grootmoeder' genoemd. Ze is de beschermheilige van medicijnmannen en de gezondheidszorg. Om haar te eren, kopen de Azteken elk jaar een jonge en mooie vrouw en
houden een groot feest. Na dit feest wordt de
vrouw geofferd.
Omdat een groot deel van het leven van de Azteken bepaald wordt door de goden, hebben de
priesters een belangrijke plaats in de maatschappij. Er zijn twee opperpriesters: een die
de god Huitzilopochtli dient en een die Tlaloc
dient. De priesters zijn niet alleen verantwoordelijk voor de godenverering, maar ook voor de
wetenschappen. Ze houden ook de kalender
bij, houden zich bezig met waarzeggen en
schrijven boeken over de godsdienst en de geschiedenis van de Azteken. De kalender van de
Azteken lijkt erg veel op de kalender van de
Mayas's, die we in het volgende hoofdstuk zullen bekijken. Ook zijn de priesters verantwoordelijk voor het bijeenbrengen van gevangenen
die geofferd worden. De priesters leiden ook de
scholen. Het onderwijs is erg streng en alleen
voor kinderen van edelen. De kinderen moeten
zware lichamelijke arbeid verrichten en ze
moeten zelfs hun eigen bloed aftappen. Als er
niet wordt gehoorzaamd volgen strenge straffen.
De boeken van de Azteken
Bij de verovering van Mexico en van de Azteken verwoesten de Spanjaarden niet alleen
steden en gebouwen, maar ook de boeken van
de Azteken. Omdat, in de 15de eeuw, de Spanjaarden denken dat de indianen barbaren zijn,
willen ze hen tot hun geloof bekeren. Alle indianen moeten, net als de Spanjaarden, katholiek worden. Daarom verwoesten de Spanjaarden veel boeken van de indianen. Ze vinden de
boeken van de indianen het ‘werk van de duivel’. Meestal worden de boeken verbrand.
6
Kalender
Boek of codice
De Azteken schrijven veel over oorlog en veldslagen. Ook hebben de Azteken veel boeken
over religie, wetenschap en astrologie. De
mensen die de boeken schrijven, zijn vaak de
priesters van de Azteken en de edelen. Als
enigen zijn zij naar school gegaan en als enigen kunnen zij lezen en schrijven. Na hun
scholing blijven veel edelen boeken en gedichten schrijven.
Een van de beroemdste dichters van de Azteken is Nezahualcoyotl. Hij leeft van 1407 tot
1472 en is dichter, architect, leraar, wetgever
en filosoof. Van hem zijn nog enkele teksten
bewaard gebleven.
De Azteken schrijven niet op papier zoals wij
dat nu kennen, maar op papier van platgeslagen bastvezel. De grote vellen papier worden
dan opgevouwen. Ze hebben dus andere boeken dan wij nu. Deze worden niet boeken genoemd, maar codices. De lezers kunnen niet
door de boeken bladeren, maar moeten ze
openvouwen om te lezen.
Een ander verschil is dat ze geen gebruik maken van letters, maar van afbeeldingen. Ze
hebben afbeeldingen van getallen, afbeeldingen van kalenderdata, en afbeeldingen van
bekende objecten, zoals bergen, planten en
dieren. Ook gebruiken ze beeldschrifttekens,
zoals het gesproken woord dat wordt voorgesteld als een spiraal die uit de mond komt.
Dansers
Ulama - het balspel van de Azteken
De Azteken zijn niet alleen maar bezig met
hun goden en met oorlog voeren. Ze doen ook
aan sport. Hun favoriete sport is ulama. Ulama
is een soort balspel, maar niet zoals wij die
kennen. Aan de hand van ruïnes, beelden, vazen en afbeeldingen hebben we een voorstelling kunnen maken van hoe dit spel gespeeld
wordt.
Het veld heeft de vorm van de hoofdletter I.
Het is omringd door hoge muren van zes meter hoog. Aan de lange zijde van het veld zijn
versierde ringen, waardoor de ballen moeten
worden gespeeld. Het veld bevindt zich in de
buurt van tempels. Boven op de muren staat
het publiek te kijken. De bal waarmee gespeeld wordt is van rubber en mag de grond
niet raken. De spelers mogen de bal niet met
hun handen aanraken maar alleen met hun
heup, dij, knie, borst, arm of schouder. Daarom hebben de spelers ook zo'n vreemde houding.
7
Omdat de bal nogal zwaar is, moeten de spelers
zich beschermen als ze de bal kaatsen. Ze hebben dan ook vaak heupbeschermers van hout of
van leer. Ook gebruiken ze helmen en handschoenen.
Dit balspel is erg belangrijk voor de Azteken.
Niet alleen is het gewoon spannend, maar ook
heeft ulama iets te maken met de goden. De
bal stelt de zon voor en moet dus zolang mogelijk in de lucht blijven. De Azteken zijn voortdurend bang voor de ondergang van de zon,
waardoor de wereld ondergaat in duisternis.
Ook hier worden er mensen geofferd. Nadat het
spel is gespeeld wordt de aanvoerder van het
verliezende team of de aanvoerder van het winnende team (dat weten de historici nog niet zo
goed) geofferd. De aanvoerder wordt geofferd
om de goden te behagen en om een goed
plantseizoen en een goede oogst te krijgen. Dit
spel, zo'n 500 jaar geleden gespeeld door de
Azteken, wordt ook vandaag nog gespeeld. Nu
vinden er geen mensenoffers meer plaats en
wordt het alleen gespeeld ter ontspanning.
Ulama balspel
Tegenwoordig kun je bijna niet meer spreken
van Azteken. Alleen in het zuiden van Mexico
leven nog mensen die zichzelf Azteek noemen.
Deze mensen geloven nog wel gedeeltelijk in de
goden van de Azteken, maar de religieuze rituelen die we hebben behandeld vinden niet meer
plaats. Er worden geen mensen meer geofferd
aan de goden.
Ruïne van Tenochtitlan in Mexico-City
8
DE MAYA’S
We gaan nu iets meer naar het zuiden, en reizen van Mexico naar Guatemala. We komen nu een ander indianenvolk tegen, namelijk de Maya's. De Maya's leven in Guatemala, het zuiden van Mexico, Belize en een gedeelte van Honduras. In tegenstelling
tot de Azteken bestaan de Maya's uit veel verschillende volken.
Waar komen de Maya's vandaan?
Een van de grote mysteries van de Maya's is
waar ze vandaan komen. Veel historici hebben
onderzoek gedaan om deze vraag proberen op
te lossen. Het is niet gelukt uit te vinden waar
ze vandaan komen.
Het volk van de Maya's is al erg oud. Al in het
jaar 2500 voor Christus waren er Maya's. Net
als de Azteken hebben de Maya's grote steden
gebouwd. De piramides en paleizen van de
Maya's kun je tegenwoordig nog steeds bezoeken. Elk jaar gaan veel toeristen kijken naar de
overblijfselen van de Maya-cultuur.
Op een gegeven moment, rond 900 na Christus, hebben de Maya's hun steden en paleizen
verlaten. Niemand weet precies waarom. Sommige geschiedkundigen denken dat de Maya's
hun steden hebben verlaten omdat er toen veel
natuurrampen zijn geweest, waardoor de aarde
uitdroogde. Omdat de Maya's vooral leven van
de landbouw, zijn ze gedwongen weg te trekken, op zoek naar vruchtbare aarde.
De Maya's in die tijd hebben veel kennis van de
astronomie, architectuur, beeldhouwkunst, en
literatuur.
De geschiedenis van de Maya's kunnen we indelen in vijf periodes:
1
De periode van 2500 v. Chr. tot 300 v. Chr.
In deze periode ontwikkelen ze de landbouw en
verbeteren de kunst van het maken van aardewerk. Ook bouwen ze in deze periode gebouwen voor het houden van religieuze ceremonies.
2
De periode van 300 v. Chr. tot 300 n. Chr.
In deze periode komen de hiërogliefen, een
soort beeldschrift, van de Maya's in steeds
meer gebieden voor: de Maya-bevolking verspreidt zich. De hiërogliefen komen voor op
gedenkzuilen, standbeelden, trappen, potten
en in boeken.
9
3
De periode van 300 n. Chr. tot 600 n. Chr.
Dit is de tijd van de grote bloei van de steden
Tikal, Uaxactún, Yaxhá en Nakún. In deze tijd
vindt ook de scheiding plaats tussen de priesters
en het volk. De priesters krijgen alle macht.
4
De periode van 600 n. Chr tot 900 n. Chr.
Dit is de periode van de opkomst van steden
zoals Copán, Palenque, Bonampak en Piedras
Negras. De beschaving van de Maya's breidt
enorm uit. De Maya-indianen maken prachtige
gebouwen, beeldhouwwerk, keramiek en schrijven veel boeken over religie en cultuur.
Toch gaat het in deze periode niet erg goed met
de Maya's. Er zijn veel gevechten om de macht
tussen de priesters en de adel, er vinden invasies van andere indianen plaats en de Maya's
hebben veel problemen met hun landbouw.
Door aardverschuivingen en vulkanische uitbarstingen drogen hun landbouwgronden uit en
ontstaat er een hongersnood. Hierdoor zijn de
Maya's gedwongen weg te trekken uit hun gebied.
5
De periode van 900 n. Chr tot de komst van
de Spanjaarden in 1517
In deze periode ontstaan er veel verbonden tussen de Maya-indianen en indianen in de buurlanden. Zo komt het dat de invloed van de Tolteken, die in Mexico wonen, groter wordt. Een
voorbeeld hiervan is dat de god van de Tolteken
Quetzalcóatl ook voorkomt bij de Maya's. Deze
heet dan Kukulkan. De macht van de priesters
neemt af en de militairen zijn de baas over de
steden.
In 1517 komen de Spanjaarden die de Maya's
aan zich onderwerpen. In 1697 wordt de laatste
stad van de Maya's, Tayasal, door de Spanjaarden verwoest.
Verschillende Maya's
In tegenstelling tot de Azteken zijn de Maya's
eigenlijk niet een volk, maar vele volken. Elk
volk van de Maya's bezit een eigen gebied en
een eigen taal. In de tijd dat de Spanjaarden er
nog niet zijn, is er ook oorlog tussen de verschillende volken. Omdat er zoveel kleine koninkrijkjes en koningen zijn, duurt het voor de Spanjaarden veel langer om het gebied te veroveren
waar de Maya's wonen. Ze moeten telkens weer
een oorlog voeren, terwijl bij de verovering van
de Azteken maar één koning verslagen hoefde
te worden.
10
Elk Maya-volk spreekt een eigen taal. Er bestaan zo'n 23 Maya-talen. De meest gesproken
talen zijn quiché, kekchí, mam en cakchiquel.
Ook de Maya's kennen boeken en hebben veel
geschreven. De Maya's hebben geen letters om
te schrijven, zoals wij, maar hiërogliefen. Ze
beelden iets af met een tekeningetje of een
afbeelding van iets.
Helaas hebben de Spanjaarden veel boeken
verbrand. Ze begrijpen weinig van de boeken en vinden het 'boeken van de duivel'. Toch
zijn er gelukkig nog drie boeken bewaard gebleven. Deze boeken, die niet verbrand zijn,
vertellen ons veel. In deze boeken staan berekeningen over sterren, zon en maan, en beschrijvingen van religieuze rituelen. Ook staan
er voorspellingen in over de toekomst. De
Spanjaarden hebben ook dingen opgeschreven
die ze zagen bij de Maya's. Zo kunnen we nu
nog weten hoe de Maya's van toen leefden.
Een van de Spanjaarden die een boek heeft
geschreven over de Maya's is de Spaanse
kloosteroverste Diego de Landa. Als Diego de
Landa de boeken van de Maya’s ziet, laat hij
veel boeken verbranden om het bijgeloof van
de Indianen tegen te gaan. Toch leren we veel
van de Maya’s in die tijd, omdat hij zelf een
boek heeft geschreven over de Maya’s. In dit
boek legt hij uit hoe de Maya-kalender in elkaar zit en behandelt hij de namen die de Maya’s geven aan kalendertekens. Door zijn uitleg
kunnen we nu nog het Maya-schrift voor een
groot deel ontcijferen.
De Maya-kalender
De Maya's hebben een erg ingewikkelde kalender. Eigenlijk kennen ze twee kalenders. De
rituele kalender en het kalenderjaar. De rituele
kalender wordt Tzolkin genoemd en het kalenderjaar wordt Haab genoemd. De rituele kalender bestaat uit 260 dagen, en het kalenderjaar
bestaat uit 18 maanden van 20 dagen plus 5
zogenaamde 'ongunstige' dagen, uayeb, die
aan het einde van het jaar worden ingevoegd.
Het kalenderjaar bestaat dus uit 360 dagen
plus 5 dagen is 365 dagen.
Bij de Maya's lopen deze kalenders tegelijk.
Dat wil zeggen dat de telling van 260 dagen
tegelijkertijd loopt met de telling van 365 dagen. De hele kalendercyclus van de Maya's bestaat uit 52 jaar. Na 52 jaar valt de eerste dag
van rituele kalender weer samen met de eerste
dag van het kalenderjaar.
11
We kunnen deze twee kalenders ook bekijken
als twee tandwielen die in elkaar grijpen. Elke
dag krijgt dan twee namen van de rituele kalender en twee namen van het kalenderjaar.
Elke dag heeft dus in totaal vier namen.
De namen van de dagen hebben een religieuze
betekenis voor de Maya's. Ook wordt de kalender gebruikt om voorspellingen te doen over de
toekomst. De priesters die zich bezig houden
met het bestuderen van de zon, de maan en de
sterren doen voorspellingen over de dagen die
nog moeten komen, en aan welke goden gedacht moet worden op bepaalde dagen.
Hoe tellen de Maya's?
De Maya's hebben een betere manier om te
tellen dan de Romeinen en de Grieken, waar
onze manier van tellen vandaan komt. Ze maken bijvoorbeeld al gebruik van de nul lang
voordat de Romeinen of Grieken die gebruiken.
De Maya's kennen twee manieren om te tellen.
Een gaat door middel van streepjes en punten,
de ander gaat door middel van afbeeldingen
van de hoofden van goden. De streepjes en
punten worden de normale cijfers genoemd, en
de hoofden van de goden heten de kopvarianten. De Maya's hebben een getallenstelsel van
0 tot en met 19. De Maya's gebruiken al deze
getallen niet om bijvoorbeeld de prijzen van
goederen uit te drukken, maar alleen om de
dagen aan te duiden. Ze gebruiken de cijfers
alleen om de tijd aan te duiden en voor de kalender.
Helaas zijn er van de kopvarianten weinig voorbeelden meer over. Ze komen alleen nog voor
in zeer zorgvuldig uitgewerkte monumenten.
De priesters van de Maya's
Net als bij de Azteken zijn de priesters erg belangrijk. Er zijn vier soorten priesters. De belangrijkste is de hogepriester. Deze heet Ah Kin
dat 'Hij van de zon' betekent. De hogepriester
is altijd van hoge afstamming en altijd een
man.
De taken van de hogepriester bestaan uit het
regelen van rituelen en offers, het controleren
van de manier waarop de voorspellingen worden gedaan, het berekenen van de jaren,
maanden en dagen voor het houden van feesten en ceremonieën, het opsporen van de ongeluksdagen en bepalen hoe de voorspellingen,
heilspreuken en de geschiedenis moeten worden voorgedragen.
12
Kalender
Aderlaten
Offeren door het hart uitrukken
De volgende priesters zijn de zogenaamde chilans. De chilan wordt naar de dorpen en de steden gestuurd, waar hij zorgt voor het onderwijs
aan de zonen van andere priesters en voor het
onderwijs aan de tweede zoon van de heerser
van de stad of het dorp. Zijn belangrijkste taak
is om de spreekbuis te zijn van de goden. Ze
doen voorspellingen over de toekomst. Daarom
hebben de chilans een groot aanzien, en worden
ze in draagstoelen gedragen.
Na de chilans komen de chacs. Dit zijn de helpers van de priester, vooral van de offerpriester; de nacom. Voor elk offer worden er vier
nieuwe chacs gekozen die moeten helpen bij het
offer. Ze helpen bij de puberteitsceremonies en
bij mensenoffers. Bij de mensenoffers moeten
ze de armen en benen van de geofferde vasthouden. Ook moeten ze gedurende de maand
Pop vasten, en gedurende de maand Mol bloed
offeren aan de goden. De nacom, offerpriester,
wordt voor het leven gekozen. Ook is hij, als er
oorlog is aanvoerder van het leger. Dan mag hij
geen rauw vlees eten, zich niet bedrinken en
niet met vrouwen omgaan. Door de afbeeldingen op gebouwen weten we hoe de mensenoffers van de Maya's zijn gegaan. De mensen worden geofferd door ze te verdrinken in de heilige
bronnen, de cenotes, of de mensen worden geofferd door ze vast te binden en dan te doorboren met pijlen. Nog een andere manier om mensen te offeren is het uitrukken van het hart. Natuurlijk vinden de mensenoffers tegenwoordig
niet meer plaats. De Maya-godsdienst bestaat
echter nog steeds wel.
De goden van de Maya's
Als de Europeanen voor het eerst kennismaken
met de goden van de Maya's, snappen ze niet
zoveel van de godsdienst van de Maya's. De
Maya's kennen heel veel goden. Bijna voor
iedereen is er een god en er is een god voor elk
beroep. Een god voor handelaren, een god voor
vissers, een god voor krijgers, een god voor
dansers, en ga zo maar door. Wat de Europeanen ook niet zo snappen is dat vele goden niet
alleen goed of alleen slecht zijn, maar zowel
goed als slecht. Ook verschijnen de goden op
verschillende manieren. De ene keer zijn ze
jong, de andere keer zijn ze oud. De ene keer
zijn ze vrouwelijk, de andere keer zijn ze mannelijk. We zullen niet naar alle goden kijken omdat het er zoveel zijn, maar de belangrijkste goden kort behandelen.
13
Itzamná betekent huis van de druppels of huis
van de hemel. Itzamná is de zoon van de god
van de schepping en wordt beschouwd als de
opperste god. Vaak wordt hij afgebeeld met jaguars. Ook heeft hij een nauwe betrekking met
de watergoden en regengoden. Itzamná is de
god die op aarde is gekomen om de mensen het
schrift en de tijdrekening te leren.
Ix Chel is de vrouw van Itzamná. Zij is de
maangodin. Ze wordt ook gezien als de godin
van de liefde, de wellust en van de geboorte.
Wanneer een vrouw een kind moest baren,
werd vaak een afbeelding van Ix Chel onder het
bed gezet. De geboorte zou dan makkelijker
zijn. Ze heeft ook negatieve kanten. Ze vertegenwoordigt ook de vernietigende kracht van
het water. Meestal wordt ze afgebeeld als een
oude vrouw met symbolen van dood en vernietiging in haar handen.
Ixtab is de godin van de zelfmoord. Volgens de
Maya's gaan de mensen die zelfmoord plegen
direct naar het paradijs. Daarom plegen de
Maya's van vroeger vrij snel zelfmoord, als ze
het leven even niet meer zien zitten. Ixtab
wordt afgebeeld met een strop om de hals.
De landbouw
Het belangrijkste gewas voor de Maya's is maïs.
Al 2500 jaar voor Christus zijn de Maya's bedreven in het planten van maïs. Naast maïs verbouwen ze ook bonen die ze tussen de maïsstengels planten om de grond steviger te maken. Ook verbouwen ze verschillende soorten
pompoenen, aardappelen, tomaten en groenten. Dichtbij de hutten, waarin ze leven, verbouwen ze chilipepers. Ze verbouwen in de tuinen van de hutten vruchten zoals papaya en
avocado. De Maya's verbouwen niet alleen
planten waarvan ze kunnen eten, maar ook de
zogenaamde zeepboom. De wortels van deze
boom worden gebruikt als zeep. Van de agave
worden de vezels gebruikt om touw en sandalen van te maken. Ook verbouwen ze katoen
waarvan stof wordt gemaakt. De Maya's hebben
geen eigen grond. De landbouwgronden zijn
gemeenschappelijk bezit. Elke Maya krijgt een
stuk grond om gewassen op te verbouwen. Omdat ze geen mest gebruiken, is de grond na ongeveer vier jaar al uitgeput en moeten ze andere landbouwgronden zoeken.
14
Ook hier spelen de goden weer een belangrijke
rol. Bij de landbouwwerkzaamheden horen rituelen om de goden te eren die ervoor zorgen dat de
oogst goed lukt. Ook worden de goden geraadpleegd voor de gunstige tijdstippen om te zaaien
en te oogsten.
De schepping van de mens bij de Maya's
Dit is het verhaal van de schepping van de mens
volgens de Maya's. De Maya's hebben dit eeuwenlang verteld aan hun zonen en dochters. Later is
het opgeschreven in de Popol Vuh, het heilige
boek van de Maya's.
Dit is het verhaal over toen alles stil was, alles
rustig, in stilte; er was geen beweging, geen geluid, en het geheel van de hemel was leeg. Dit is
het eerste verhaal. Er was geen mens noch dier,
geen vogels, geen vis noch krab, geen boom en
geen steen, geen grotten en geen ravijnen, geen
gras en geen bomen. Er was alleen de hemel. Nadat de Schepper en de Maker de dageraad in de
hemel gemaakt hadden, nadat ze de aarde en de
dieren geschapen hadden, vormden ze de mens
van klei, maar: 'Ze zagen dat het niet goed was,
want het smolt, was zacht en had geen beweeglijkheid of kracht, het viel neer, was waterig, kon
het hoofd niet bewegen, het gezicht viel opzij.'
Het 'werd nat en kon niet staan'. Dus maakten ze
een mens van hout. 'Het zag er uit als een mens
en sprak als een mens, dus bevolkten ze de aarde
ermee. Maar deze mensen hadden ziel noch
geest; ze herinnerden zich hun Schepper of hun
Maker niet.... Ze hadden geen bloed of stevigheid,
vloeistof noch vet.' Daarom werden de mensen
van hout vernietigd, weggevaagd door een zondvloed: 'Een vloed kwam uit het hart van de hemel, het was een grote vloed die op de hoofden
van de houten poppen viel’.
Toen maakten de Schepper en de Maker een
mens van stro, maar deze mensen 'konden niet
denken, spraken niet met hun Schepper en Maker.' Toen viel hars uit de hemel en 'ledigde hun
ogen'. Weldra stonden kleine dieren, pannen en
stenen uit de haarden op tegen de mensen, zodat
de verschrikte mensen van stro 'heen en weer
liepen; ze wilden op de daken klimmen, in de bomen.... in de grotten gaan.' Maar ze werden vernietigd. Echter: 'Er wordt gezegd dat hun nakomelingen de apen zijn, die nu de bossen bevolken.' Er waren dus geen echte mensen totdat de
Schepper en de Maker de mens van maïs maakten, en toen ontstond de Maya, de echte mens.
15
DE INCA’S
Als laatste kijken we naar de Inca's. De Inca's leven een stuk zuidelijker dan de Azteken en de Maya's. Ze wonen in Peru. Dit land is, op Argentinië en Brazilië na, het
grootste land van Zuid-Amerika. Er zijn drie verschillende gebieden in Peru. Het land
heeft een kuststreek, een regenwoud en gebergte. De kustreek is een woestijnachtig
gebied. In dit gebied stromen ook rivieren. Daar is de grond vruchtbaar. In de kuststreek liggen verschillende grote steden. Ook de hoofdstad, Lima, ligt daar. Het regenwoud is het grootste gebied van Peru. Het maakt deel uit van het Amazone-woud dat
tot in Brazilië doorloopt. In het regenwoud wonen niet veel mensen. De meeste mensen die er wonen zijn indianen. Het gebergte in Peru heet het Andesgebergte en ligt
tussen de kuststreek en het regenwoud. De hoogste berg van het Andesgebergte in
Peru heet de Huascarán en is 6768 meter hoog.
De eerste Inca's
Met de naam Inca wordt zowel het volk in
zijn geheel aangeduid als de koning van het
volk.
Het rijk van de Inca's bestaat al vanaf 50
jaar voor Christus. De Inca's hebben voor de
komst van de Spanjaarden een groot rijk opgebouwd dat loopt van Ecuador, Colombia,
Peru naar Argentinië. Als de Spanjaarden
aankomen heeft het Inca-rijk zo'n 12 miljoen
inwoners.
Pachacuti is de eerste Inca van wie de geschiedkundigen echt kunnen bewijzen dat hij
heeft bestaan. Dat kan omdat hij paleizen
heeft gebouwd. Van de Inca-vorsten voor
hem zijn alleen legenden en verhalen over.
Volgens de verhalen zijn de eerste leiders
van de Inca's vier broers die getrouwd zijn
met hun vier zussen. Een van de broers,
Manco Cápac, laat zijn broers achter en sticht
de stad Cuzco. Hij is de eerste Inca-koning.
De opvolger van Manco Cápac is zijn zoon,
Sinchi Roca. Hij is meer een krijger dan een
vorst. Tijdens zijn bewind zijn de Inca’s
voortdurend in oorlog met andere stammen
in de buurt van Cuzco. De Inca's sluiten ook
verbonden met de stammen waarmee ze niet
in oorlog zijn. De derde Inca-koning is Lloque
Yupanqui. Omdat hij geen opvolger heeft,
volgt de zoon van zijn broer, Maita Cápac,
hem op. Maita Cápac is aanvoerder van het
leger en zorgt voor een grote uitbreiding van
het Inca-rijk. Zijn zoon, Cápac Yupanqui, is
de vijfde vorst van de Inca's. Om de troon te
bemachtigen moet hij wel eerst de strijd aangaan met zijn broers. Hij wint en wordt koning.
16
Machu Picchu
De zesde koning is Inca Roca. Deze vorst zorgt ervoor
dat de stad Cuzco groter wordt. Hij laat scholen bouwen en zorgt voor de verfraaiing van de stad. Ook
breidt hij het leger uit tot zo'n 20.000 man. Tijdens
zijn bewind deelt de stad Cuzco zich op in laag-Cuzco
en hoog-Cuzco. Er ontstaat een strijd tussen de adel
van laag-Cuzco en hoog-Cuzco om het leiderschap
van de stad.
Zijn zoon volgt hem op als koning. Hij heet Tito Cusi
Hualpa, maar is beter bekend onder de naam Yahuar
Huacac. Dit betekent 'Hij die bloed huilt'. Hij is niet
zo'n goede vorst. Tijdens een oorlog tegen een andere stam moet hij vluchten en laat de verdediging over
aan zijn zoon, Hatun Túpac. Hij wordt ook wel Viracocha genoemd. Tijdens zijn koningschap wordt de
strijd erger tussen laag-Cuzco en hoog-Cuzco. De negende vorst is Urco, de zoon van een minnares van
Viracocha. De derde zoon van zijn vrouw komt hiertegen in opstand en grijpt de macht. Dit is Pachacuti.
Vanaf het bewind van Pachacuti, van 1438 tot 1471,
wordt het Inca-rijk ook wel Tawantinsuyu genoemd.
Dit betekent: 'vier regio's'. Pachacuti is beroemd geworden omdat hij Cuzco totaal heeft omgebouwd. Hij
zorgt ervoor dat er meer voedsel en graan komt om
de groeiende bevolking te kunnen voeden. Hij laat
ook tempels en nieuwe wijken bouwen en nieuwe wegen aanleggen. Hij breidt ook het leger uit en voert
campagnes om de stammen die naast het Inca-rijk
leven te onderwerpen. Dit leger staat onder leiding
van zijn broer, Cápac Yupanqui. De onderwerping van
andere stammen is een groot succes, en het Inca-rijk
wordt flink uitgebreid.
Pachacuti wordt opgevolgd door zijn zoon Túpac Yupanqui in 1471. Hij zorgt voor verdere uitbreiding van
het rijk door veroveringen in het noorden en het zuiden van het rijk. Het hele rijk wordt bestuurd vanuit
Cuzco. Dit kan omdat de Inca's zorgen voor goede
wegen en bruggen waardoor de legers snel overal in
het rijk kunnen komen. Net als zijn vader laat Túpac
Yupanqui prachtige gebouwen maken.
Als hij in 1493 sterft, wordt hij opgevolgd door zijn
zoon, Huayna Cápac. Tijdens zijn bewind vinden er
weinig veranderingen plaats. Het Inca-rijk is al zo
groot, dat uitbreiding niet meer mogelijk is. Er wonen
al zoveel mensen dat het niet mogelijk is nog meer
mensen te voeden. De landbouw van de Inca's levert
niet meer genoeg op om alle mensen te kunnen voeden. Als hij in 1525 sterft, is het de bedoeling dat hij
wordt opgevolgd door een van zijn twee zonen: Huáscar of Atahualpa.
17
Atahualpa en Pizarro:
het einde van het Inca-rijk
Ook de twee zonen van Huayna Cápac, Huáscar en
Atahualpa, hebben een gevecht om de troon van hun
vader. Het gevecht gaat vooral om de heerschappij
van Cuzco, dat in handen is van Huáscar. Atahualpa
blijkt sterker te zijn en Huáscar wordt gevangen genomen. Om verdere tegenstand van Huáscar te vermijden laat hij hem ter dood brengen, samen met zijn
vrouwen en al zijn kinderen.
Juist op het moment dat Atahualpa en Huáscar het
hevigst aan het vechten zijn, komt Francisco Pizarro
uit Spanje aan in de haven van Tumbez. Doel van Pizarro is het veroveren van het Inca-rijk. Het leger van
de Spanjaarden is niet groot, maar de strijd tussen de
twee troonopvolgers maakt het gemakkelijk het Incarijk te veroveren.
Atahualpa, die de heerser is van de Inca's, wordt gevangengenomen door Pizarro bij de Cajamarca. Als
losgeld voor Atahaulpa beveelt hij dat er zoveel goud
moet worden verzameld dat een man kan worden bedolven onder goud.
Toch wordt Atahualpa ter dood veroordeeld door Pizarro. Dit doet hij zodat het Inca-rijk in een keer in
handen van de Spanjaarden kan vallen. De Spanjaarden zijn vanaf dat moment de heersers van het Incarijk.
In het begin denken vele Inca's dat de Spanjaarden
hen bevrijden van de strijd tussen de troonopvolgers
en verwachten een periode van rust en welvaart. Maar
al snel komen ze erachter dat de Spanjaarden andere
plannen hebben.
Het ontstaan van de wereld volgens de Inca's
Net als bij de Azteken is het ontstaan van de wereld
volgens de Inca's verdeeld in een aantal perioden. De
Inca's kennen vier perioden waarin de wereld wordt
geschapen door de goden. Elke periode duurt duizend
jaar. Elke periode wordt vertegenwoordigt door een
zon. Er zijn dus vier perioden en vier zonnen.
1
De eerste periode is die van Wari-Viracocha-Runa. Deze periode wordt afgesloten met de vernietiging van
de mensheid door middel van oorlogen en de pest.
2
De tweede periode is die van Wari-Runa. Het is de periode van de heilige mensen. Deze periode eindigt
doordat de zon moe is en verder weigert nog licht te
geven aan de mensen. De mensen offeren veel om de
zon gunstig te stemmen en om hen licht te geven,
maar worden uiteindelijk verteerd door het hemelse
vuur.
18
3
De derde periode heet Purun-Runa. Het is de
periode van de krijgers. Deze periode komt aan
een einde omdat de goden alle mannen op een
vrouw doen lijken. Zo zorgen ze ervoor dat er
geen kinderen meer komen en de mensheid
uitsterft.
4
In de vierde periode maken de goden de mens
opnieuw en van deze mensen stammen alle
andere mensen af. De Inca's van nu stammen
af van de Inca's die toen door de goden zijn
gemaakt.
De goden van de Inca's
Ook over de goden van de Inca's hebben de
Spanjaarden veel geschreven. Hierdoor weten
we nu veel van de goden van de Inca's.
De belangrijkste god van de Inca's is Viracocha. Viracocha heeft de hemel en de aarde en
een generatie mensen geschapen. Deze eerste
mensen leven in het donker. Omdat deze mensen zondigen tegen Viracocha verandert hij ze
in steen. De tweede mensen die Viracocha
maakt, zijn ook van steen. Als laatste maakt
hij in de stad Cuzco een man genaamd Alcaviza. Ook zorgt hij er eindelijk voor dat er licht is
op aarde; hij zorgt voor een zon en een maan.
Na Viracocha komen mindere goden, zoals bijvoorbeeld Inti. Inti is de zon voor de Inca's.
Daarom is hij voor veel Inca's de belangrijkste
god. Inti zorgt ervoor dat het met de landbouw
goed gaat; zonder zonlicht kan immers niets
groeien. Inti wordt dan ook afgebeeld als een
zon met een mensengezicht. De stralen van de
zon, rondom het gezicht, zijn vaak gemaakt
van echt goud.
Ook een belangrijke god voor de landbouw is
Illapa. Illapa is de god van de bliksem en de
storm. Als de boeren regen willen voor hun gewassen vragen ze dit aan Illapa. Hij wordt vaak
afgebeeld als een man die een slinger draagt.
De steen die met de slinger wordt weggeslingerd is de bliksem.
Pachacamac is de belangrijkste god van de
kuststreek van Peru. Veel Inca's gaan in vroeger tijden naar Pachacamac toe omdat hij
voorspellingen geeft van de toekomst.
Pachamama, de moeder-god, is de belangrijkste godin die zorgt dat het goed gaat met de
binnenlanden van Peru, terwijl Mamacocha ervoor zorgt dat het goed gaat met de kuststreek
van Peru. Mamacocha is dan ook erg belangrijk
voor bijvoorbeeld de vissers.
19
Als laatste godin noemen we hier Mamaquilla, oftewel
de maan. Deze godin was de zus en ook de vrouw
van de zon, Inti. Het huwelijk tussen de zon en de
maan zorgde ervoor dat er Inca-leiders zijn gekomen.
De Inca-leiders vinden het heel normaal om met hun
zussen te trouwen. Zo zorgen ze ervoor dat hun goddelijke afkomst niet verloren gaat. Ze doen dus hetzelfde als de goden Inti en Mamaquilla, de zon en de
maan, hebben gedaan.
Elk van deze goden hebben natuurlijk tempels waar
de Inca's hen kunnen vereren. De zorg voor deze
tempels ligt in de handen van de Inca-priesters. De
priesters zorgen voor de offers die worden gedaan
aan de goden, en voor het onderhoud van de tempels. Alle priesters van het Huis van de Zon in Cuzco,
moeten van adellijke bloede zijn.
De hoogste priester is de oom of de neef van de koning van de Inca's. De hoogste priester wordt ook
wel Villca Humu genoemd. Hij mag alleen maar kruiden en wortels eten en alleen maar water drinken.
Vaak houdt hij ook vasten-periodes van acht dagen.
Hij woont niet in de stad, maar op het platteland, zodat hij goed naar de sterren kan kijken en mediteren.
Andere priester die niet in de hoofdstad Cuzco voor
de tempels zorgen, zijn familieleden van de heersers
van de streek waarin de tempel staat. Deze priesters
worden ook wel waarzeggers of biechtvaders genoemd. De laagste priester worden humu of nanac
genoemd. Deze priesters dienen slechts voor een bepaalde tijd.
Ook vrouwen en meisjes hebben een rol in de godsdienst van de Inca's. Per dorp worden de mooiste
meisjes tussen acht en tien jaar uitgezocht om een
opleiding te volgen waardoor ze een heel ander leven
krijgen dan de andere meisjes van het dorp. Ze heten dan acllacunas, wat gekozen vrouwen betekent.
In eerste instantie komen ze terecht in een soort
klooster tot ze ongeveer tien jaar oud zijn. Als ze tussen tien en twaalf jaar oud zijn moeten ze zorgen
voor het bereiden van chicha, (een soort maïsdrankje) dat voor ceremoniën wordt gebruikt, en
moeten ze kleren naaien voor de priesters.
Tussen twaalf en vijftien jaar krijgen ze aparte kleren
te dragen om zich te onderscheiden, en worden hun
haren afgeknipt. Tijdens deze periode krijgen ze een
opleiding waarbij ze leren koken, drankjes klaarmaken, naaien en spinnen. Ook moeten ze zorgen dat
de heilige voorwerpen geordend zijn voor de ceremoniën en voor het vuur zorgen op de heilige plaatsen.
20
Als de meisjes vijftien zijn geweest hebben ze
verschillende mogelijkheden. Een gedeelte
van de meisjes trouwt met mannen van adel
of wordt hun minnares. Een gedeelte van de
meisjes moet gaan zorgen voor de kinderen
van de adel, en trouwt uiteindelijk met mannen van het volk. En tenslotte zijn er nog
meisjes die altijd blijven zorgen voor het ordenen van heilige voorwerpen en blijven zorgen voor het vuur op heilige plaatsen.
Net als bij de Azteken en de Maya's zijn de
belangrijkste mensen de priesters en de
mensen van adel.
De kunst en wetenschap bij de Inca's
De Inca's kennen niet, zoals de Azteken en
de Maya's, een schrift. De Inca's vertellen
verhalen door middel van knopen in touwen.
Ook maken ze met behulp van die knopen
berekeningen. Deze knopen kunnen verschillende kleuren hebben. Ook zijn de koorden
soms aan andere koorden vastgemaakt. De
knopen in de koorden bevinden zich op een
bepaalde afstand van elkaar en van het punt
waar het koord begint. Zo'n verzameling van
koorden en knopen heet een khipu.
Een khipu wordt gebruikt om te tellen, bijvoorbeeld mensen en soldaten, of stellen verhalen en legendes voor. Er zijn dus twee
soorten khipu's: tel-khipu's en verhaalkhipu's. Niet iedereen kan zomaar de khipu' s
lezen. De Inca's die speciaal daarvoor hebben
geleerd heten khipocamayocs.
Op het gebied van medicijnen hebben de oude Inca's veel kennis. De ziektes worden toegeschreven aan boze geesten of aan de kwade wil van de goden. De heelmeesters genezen zieken met magische rituelen. Ook gebruiken ze planten en kruiden tegen de ziektes.
Vaak worden er, om de zieke te genezen, offers gegeven aan de goden of geestuitdrijvingen uitgevoerd. Ook maakt men gebruik van
diëten, massages en aderlatingen. De ziektes
die het meest voorkomen onder de Inca's,
500 jaar geleden, zijn een soort lepra waardoor het gezicht verminkt wordt, syfilis en
een soort wrat die de Inca's hebben die op
een hoogte wonen tussen 1000 en 3000 meter.
21
Erg goed ontwikkeld is de chirurgie bij de Inca's. Ondanks dat ze niet over moderne middelen als wij tegenwoordig beschikken, kunnen de geneesheren van
de Inca's met veel succes amputeren, botten transplanteren en beenbreuken opereren.
De Inca's zijn een volk dat zich voornamelijk bezig
houdt met oorlog voeren. Voor standbeelden en
mooie gebouwen hebben ze niet veel tijd. De architectuur van de Inca's is solide en simpel. Ook de keramiek die ze hebben gemaakt is simpel van vorm.
Toch hebben ze ook echt mooie dingen gemaakt.
De landbouw van de Inca's
Veel gewassen, groente en fruit die we tegenwoordig eten hebben we leren kennen via de Inca's.
Voorbeelden zijn maïs, aardappelen, bonen, pinda's,
tomaten, en paprika. Planten die we hebben leren
kennen die niet om te eten zijn, zijn bijvoorbeeld katoen, coca, tabak en cacao.
Omdat, voor de komst van de Spanjaarden, de Inca's
met zoveel mensen zijn, doet men er alles aan zo
veel mogelijk te produceren. Bijna iedereen helpt
mee in de landbouw. Ook bouwen de Inca's veel irrigatiesystemen. Dit zijn systemen die er voor zorgen
dat elk stukje grond voldoende water krijgt, zodat de
planten goed kunnen groeien. De Inca's verbouwen,
omdat ze in de bergen wonen, niet op akkers, maar
op zogenaamde terrassen. Elk terras wordt afgeschermd door een muur, om de aarde en het water
tegen te houden. Verder maken de Inca's ook gebruik van bemesting. Deze komt van de lama's of
van vleermuizen.
Om de grond te bewerken hebben de Inca's slechts
weinig gereedschap: een stok om mee te spitten, een
schoffel en een hamer. Dit zijn de voornaamste gereedschappen waarmee de Inca's werken.
De grond die de Inca's bewerken is niet alleen van
hen. Ze maken een onderscheid van wie de grond is.
Je hebt grond van de staat, grond van de kerk en
grond van de gemeenschappen. Daarnaast wordt de
opbrengst van de landbouw voor twee dingen gebruikt: de opbrengst wordt gebruikt als voedsel voor
de gemeenschappen en de opbrengst wordt gebruikt
voor het onderhoud van de staat.
Elk jaar wordt de grond verdeeld onder de families.
Hoe meer leden een familie heeft, hoe meer grond
een familie krijgt. Als er een nieuwe familie komt, als
bijvoorbeeld een meisje en een jongen trouwen,
moeten de ouders van de jongen en van het meisje
elk een stuk grond afstaan, zodat het nieuwe echtpaar kan voorzien in hun behoeften.
22
De staat heeft ook een flink stuk grond, het meest
in de kust-regio. Die grond wordt gebruikt voor de
verbouw van maïs en katoen.
De grond die voor de kerk is, is verdeeld in twee
soorten. Je hebt grond voor de officiële godsdienst
en je hebt grond voor de lokale heilige plaatsen.
De laatst genoemde landbouwgrond wordt bewerkt
door de lokale gemeenschap. Ook is er nog landbouwgrond waarvan de opbrengst gaat naar weduwen, ouderen en naar de families van personen die
niet aanwezig zijn.
Een klein gedeelte van de gronden is in privé-bezit.
Het gaat dan over grond van lokale priesters en
grond van bepaalde leden van de adel.
De wet van de broederschap
Alle Inca's zijn verplicht een gedeelte van de opbrengst van de oogst af te staan aan de staat, de
officiële kerk en de plaatselijke heilige plaatsen.
Deze opbrengst wordt precies geteld door mensen
van de staat. Zo weten ze op elk moment wat en
hoeveel elke gemeenschap en regio oplevert.
De goederen en de oogst die de staat op deze manier krijgt worden gebruikt voor verschillende dingen. Het wordt gebruikt voor de staat en voor regio's waar een tekort is aan bijvoorbeeld maïs. Ook
wordt het gebruikt voor de gemeenschappen die
getroffen zijn door een ramp, bijvoorbeeld een
aardbeving. Daar wordt dan een hoeveelheid goederen en voedsel naar toe gestuurd. Ook wordt een
gedeelte gegeven aan de soldaten van het leger,
zodat ze zich kunnen kleden en voeden.
Een van de belangrijkste functies van de staat is
dus het herverdelen van voedsel en andere goederen tussen de bevolking, de kerk en de staat. Hierdoor is het bijna niet nodig voor de Inca's om goederen te kopen of te verkopen; markten, zoals wij
die kennen, zijn bijna niet aanwezig. Dit systeem
van de Inca's wordt ook wel ley de hermandad
(wet van de broederschap) genoemd.
Ook de leden van een gemeenschap van de Inca' s
zorgen goed voor elkaar. Zo moeten de leden van
een gemeenschap zorgen dat er een huis wordt
gebouwd voor een pas getrouwd stel. De ouders
van het stel moeten zorgen dat er grond is om gewassen op te verbouwen.
Toch bestaan er wel zoiets als markten, maar alleen op lange afstand van Cuzco, de hoofdstad van
de Inca's. Daar bestaan markten waar ze bijvoorbeeld koper verkopen. Het betreft hier voornamelijk ruilhandel tussen grondstoffen als katoen en
eindproducten als schalen of kleding.
23
HET LEVEN VAN DE INDIANEN NU
De komst van Columbus en andere Europeanen naar Amerika heeft voor de indianen
veel veranderd. Voor zijn komst hebben de indianen het rijk alleen. Nu zijn de indianen in de Verenigde Staten van Amerika een kleine minderheid en opgeborgen in reservaten. In Midden- en Zuid-Amerika maken indianen een groter deel van de bevolking uit -in sommige landen als Guatemala zelfs de meerderheid-, maar bijna nergens
hebben de indianen iets te vertellen.
Recentelijk is Evo Morales gekozen tot president van Bolivia. Hij is een indiaan. Dit zal
de positie van de indiaan zeker verbeteren, niet alleen in Bolivia maar mogelijk ook
elders in Amerika.
Hoe leven de Azteken, Maya’s en Inca’s tegenwoordig?
Bij de Azteken in Mexico heeft de bevolking zich
gemengd. Vanaf de tijd van Cortés trouwen Spanjaarden en indianen met elkaar. De mestizos, de
kinderen van Spanjaarden en Indianen, trouwen
op hun beurt weer met andere mestiezen, indianen of Spanjaarden. De Mexicanen worden dan
ook Raza Bronce genoemd, het bronzen ras.
Tegenwoordig leven de Maya’s voornamelijk in
Guatemala. Net als hun voorouders hebben de
Maya’s meer dan 20 verschillende talen.
De Maya-Indianen hebben altijd gescheiden geleefd van de andere inwoners van Guatemala. Dit
ging uit van de Spanjaarden waar Guatemala een
kolonie van was. Ook nu na de kolonisatie, beëindigd in 1823, leven de Indianen nog gescheiden
van de overige inwoners. Dit is om hun eigen cultuur, taal en religie te behouden.
Bijna de helft van de bevolking van Peru is indiaans. Naast de Indianen leven er in Peru ook nog
mensen van Europese afkomst, en mensen van
Aziatische afkomst zoals Chinezen en Japanners.
Een ander gedeelte van de bevolking bestaat uit
mestiezen.
De Spanjaarden hebben vroeger veel Indianen
bekeerd tot de christelijke godsdienst.
De meeste Inca’s in Peru houden zich bezig met
landbouw. Veel boeren werken in coöperaties,
grote boerenbedrijven.
Omdat er in de landbouw niet zoveel geld is te
verdienen, trekken steeds meer jonge Indianen
naar de grote steden van Peru. Daar hopen ze
banen te krijgen waarmee ze meer verdienen.
Tweederde van de Peruaanse bevolking woont
tegenwoordig in de steden. De steden kennen
vanwege de armoede veel sloppenwijken.
24
Azteek
Maya
Inca
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET
Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer
informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt.
Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je
het beste je spreekbeurt kunt inkleden.
Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE
De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de
reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu
en Mensenrechten.
Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons.
Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/
werkstuk.
De uitgave op papier is te bestellen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
Download