hfdst 1 De veroveringen van Columbus en Cortes

De veroveringen van
Columbus en Cortes
Tijdvak van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Periode: of vroegmoderne tijd (1500-1800)
Soldaten en landbouwers
• Spanjaarden voor de Azteken een grote schok.
• De indianen waren in de ogen van de Spanjaarden eenvoudig en
leefden primitief
• Ze waren door hun god gestuurd om het gebied te veroveren
Azteken
• Machtige Azteken
 Betalen in: geld, voorwerpen, voedsel en mensen.
• Herrie
 Bliezen of schreeuwden op schelpen of fluiten gemaakt van hout of
been.
 Vijanden bang maken door het geluid
 Commando’s omdat niemand elkaar kon verstaan.
• Geen doden
 Krijgers = geen vuurwapen.
 Gevangen nemen i.p.v. doden
Soldaten en landbouwers
•
•
•
•
•
•
•
Tenochtitlan ( Tee-nog-tie-lan)  tempelpiramiden.
Half miljoen inwoners = een wonder
In een meer
Drie dammen verbonden de stad met het vaste land.
Ophaalbruggen
Groter wonder  Chinampa’s ( sji-nam-pas)
Kunstmatig aangelegde akkers in de moerassen rond de
stad.
• Mais, bonen en pepers.
De azteekse goden
• Spanjaarden = 1 god
• Azteken = meerdere goden  allemaal hun eigen taak
• Huitzilopochitli  belangrijkste god = de zon  mensenoffering
(bloed )
• De gevederde slang  landbouw en handwerk uitgevonden (
vogelsnavel voor zijn gezicht + punthoed van jaguarhuid met
edelsteen er boven op.)
• De grote Tempel  voldoende regen en voldoende oogst.
Pizarro en de inca’s
• El dorado  alles van goud of zilver
• Spaanse avonturiers wilden dit land bezoeken
• 1531 Francisco Pizarro toetstemming van Karel V
• Vertrok naar westkust van Zuid-Amerika met
•  3 schepen, 180 mannen en 36 paarden.
• Ze hadden goudkoorts
Pizarro en de Inca’s
• Zoon van de zon




Peru
De naam van de koning voor het hele volk : Inca’s
Koning zoon van de zon ( dachten de inca’s)
Verschillende vrouwen trouwen, 1 opvolger.
• Het bestuur
 Gouverneurs de hoogste ambtenaren.
 Deze moest besturen en rechtspreken uitleg geven aan de koning hoe alles
liep in zijn rijk.
• Belasting
 Betalen in natura = diensten leveren zoals het land bewerken,
wegen aanleggen, in het leger gaan, als koerier werken.
Handwerk van de inca’s
•
•
•
•
•
De inca’s konden niet schrijven
Spanjaarden schreven veel op maar of het klopt?
Ruïnes van huizen vertellen ons over de grote en de indeling
Schilderingen over de kleding
Potten, huisraad, juwelen  inzicht in het dagelijks leven.
• Steen = hamer
• Waterpas = rechte stok met uitholling en knikkers er in.
• Van hout  drinkbekers gemaakt = Kero genoemd.
• Potten vaak gemengd met stro om scheuren en barsten te
voorkomen. = Aryballos
Handwerk van de inca’s
• Niet alleen hout en klei
• Handwerkslui gebruikten ook:
- steen, been, leer, touw, wol, katoen en metaal.
- belangrijkste metaal was goud  Inca’s noemden het ook wel:
tranen van de zon.
- Goud werd gedolven uit mijnen en gezeefd uit de rivieren.
- Spanjaarden stalen het en smolten het om
- Kleren maakten Inca’s van katoen of wol die werden eerst
gesponnen.
- De draden werden geverfd met sappen van bladeren, wortels,
stengels en bessen. Ook delfstoffen en insecten werden hiervoor
gebruikt.
- Wij maken veel aan elkaar met spijkers, inca’s met touw.