Adviesraad Wmo Wageningen Advies Woonvisie Wageningen 2016-2025 “Samen Wonen” Adviesnr. Datum : 42 : 19 juli 2016 Colofon De Adviesraad Wmo is geïnstalleerd op 30 augustus 2007 conform art. 12 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (SB 2006 nr. 351). De Adviesraad bestaat uit 15 onafhankelijke, op persoonlijke titel benoemde leden en een benoemde voorzitter. Dagelijks bestuur: Maarten de Gouw, voorzitter Anja Korporaal, secretaris Geja Ter Wisch, plaatsvervangend secretaris Correspondentieadres: Hesselink van Suchtelenweg 10 6703 CV WAGENINGEN emailadres: [email protected] Website: www.adviesraadwageningen.nl A. Aanleiding tot dit advies Op 7 juni 2016 hebt u de Wmo-Adviesraad (AR) verzocht om advies uit te brengen over de concept Woonvisie Wageningen 2016 – 2025 “Samen Wonen” versie 31 mei 2016. De vorige woonvisie is van 2009 en niet meer actueel als gevolg van de snel veranderende maatschappelijke ontwikkelingen. Deze nieuwe woonvisie kwam tot stand in samenwerking met verschillende stakeholders die actief zijn op het terrein van het wonen in Wageningen. De Wmo-adviesraad (AR) heeft geparticipeerd in de diverse bijeenkomsten en werksessies die plaatsvonden in dit kader. In de adviesaanvraag wordt gevraagd of de AR zich kan vinden in de focus van de woonvisie met betrekking tot het thema wonen en gezondheid. B. Overwegingen Uw verzoek past in een breder(re) taakopvatting van de AR anticiperend op een overgang naar een brede Adviesraad Sociaal Domein. Omdat deze brede(re) taakopvatting voor de huidige AR ook nieuw is heeft de AR besloten om in dit advies allereerst op hoofdlijnen op uw Woonvisie te reageren. In het tweede deel zal op de adviesvraag worden gereageerd. C. Hoofdlijnen woonvisie C.1 Andere benadering van het beleidsveld wonen In uw nota schetst u een ander voorbereidingstraject en een andere rol voor u als gemeente, voor corporaties en voor bewoners dan in de vorige woonvisie. Ook geeft u aan dat de Woonvisie niet op zichzelf staat, maar in een breder kader dient te worden geplaatst en dat u de mensen centraal stelt binnen de stenen. De AR onderschrijft (de noodzaak van) deze nieuwe benadering als gevolg van snel veranderende maatschappelijke ontwikkelingen volledig, maar stelt tegelijkertijd vast dat de nieuwe rollen van de partijen en de integrale benadering in de concept Woonvisie ter hand worden genomen, maar tegelijkertijd ook nog blijven steken. Enkele voorbeelden: - - De drie thema’s, die worden uitgewerkt (Wonen en gezondheid, Betaalbaarheid en Kennis en Wonen) zijn naar voren gebracht door belangrijke organisaties en vertegenwoordigers op het terrein van het wonen in Wageningen (zie bijlage 5) en door de Minister binnen de sociale huisvesting 2016 -2019. Nergens wordt bv. aangesloten bij de discussie over leefbaarheid zoals die is gevoerd in het kader van Samen Wageningen; U legt in de Woonvisie de focus op beschikbaarheid van woningen (differentiatie, maatwerk, duurzaamheid) en geeft een aantal onderwerpen geen of minder prioriteit zoals scheefwonen, fysieke ontmoeting, voorlichting over de woningmarkt en ondersteuning van initiatieven, realisatie van shortstay en leefbaarheid anders dan bevorderen van differentiatie. U stelt op grond van een in 2015 verschenen rapport van Companen dat er geen verdringing van doelgroepen is op de sociale huurwoningmarkt. Maar op bladzijde 26 stelt u expliciet dat u ervoor kiest statushouders voorrang te blijven verlenen. Bovendien is de taakstelling voor statushouders sinds het rapport van Compaenen fors omhoog gegaan, waardoor het de vraag is hoe actueel de inhoud van dat rapport nog is voor 2025. Met deze keuzes laat u in de ogen van de AR niet zien dat u de mens centraal stelt en niet de stenen. Een deel van de bevolking heeft wel degelijk het gevoel dat er sprake is van verdringing op de sociale huurwoningmarkt. - - De startsituatie 2016 wordt in de Woonvisie wel beschreven in termen van de woningvoorraad (stenen), maar niet in termen van de woningbehoefte (kwantitatief + kwalitatief). De AR begrijpt dat het gewijzigde toewijzingsbeleid per 1 juli 2015 het lastig maakt om de gevolgen van dit beleid voor diverse doelgroepen nu reeds in de Woonvisie mee te nemen. Maar de AR wil u er tegelijkertijd op wijzen dat het beoordelen van het effect van uw nieuwe beleid 2016-2025 alleen mogelijk is als u de ontwikkelingen af kunt zetten tegen een nulmeting 2016. De AR zou graag inzicht krijgen in die nulmeting en zou graag zien dat de nieuwe rollen van met name de gemeente, de Woningstichting en Idealis reeds concreet in de Woonvisie worden vastgelegd als het gaat om de gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering van een monitoringsysteem (kwantitatief en kwalitatief) voor de ontwikkeling van vraag en aanbod op de Wageningse woningmarkt; Tegen de achtergrond van die nieuwe rollen vraagt de AR zich af welke impact het benoemen van de drie thema’s (Wonen en gezondheid, Betaalbaarheid en Kennis en wonen) zal hebben op de ontwikkeling van de woningmarkt. Zelf geeft u aan dat u als gemeente weinig grond hebt en daardoor het bouwen van sociale koopwoningen niet kan afdwingen. Daarnaast heeft de AR ook de recente ontwikkelingen m.b.t. de Toren van der Meer in gedachten alsook de bestemming van de hoek Rooseveldweg – Lawickse Allee (hartje centrum) voor studentenhuisvesting i.p.v. voor seniorenhuisvesting. De AR zou dan ook graag zien dat u als gemeente expliciet bij de voornemens voor de verschillende doelgroepen in de Woonvisie aangeeft welke rol bij uw bevoegdheden past in termen van regisseur (kwantitatief belangrijk + urgent), partner (belangrijk, minder urgent), facilitator (minder belangrijk, wel urgent) of geen rol. Bovengenoemde overwegingen vormen de motivatie voor de volgende adviezen: Advies C.1.1 De AR adviseert u om: Goede voorlichting, fysieke ontmoeting, ondersteuning van burgerinitiatieven en aandacht voor leefbaarheid wèl prioriteit te geven. Hiermee laat u zien de mens centraal te stellen. Advies C.1.2 De AR adviseert u om: Samen met de Woningstichting en Idealis een monitoringsysteem (kwantitatief en kwalitatief) te ontwikkelen en uit te voeren voor de ontwikkeling van vraag en aanbod op de Wageningse woningmarkt. Advies C.1.3 De AR adviseert u om: Bij de voornemens voor de verschillende doelgroepen aan te geven welke rol bij uw bevoegdheden past in termen van regisseur, partner, facilitator of geen rol. C.2 Integraliteit in beleid en uitvoering Het vorige aandachtspunt betrof het doorpakken met integraliteit als het om de verschillende beleidsvelden gaat. Een ander aspect van integraliteit, waarop naar het oordeel van de AR ook verder kan worden doorgepakt dan nu gebeurt, is de integraliteit van beleidsontwikkeling en –uitvoering. Als het om de implementatie van de Woonvisie gaat wordt verwezen naar de Uitvoeringsagenda 2016 -2019 en naar prestatieafspraken met de Woningcorporaties. Welke rol de burgers daarbij vervullen is niet duidelijk. Advies C.2.1. De AR adviseert u om: Burgers actief en vanaf een vroeg stadium te betrekken bij afspraken met de Woningstichting en bij projectontwikkeling in hun eigen wijken en om de nieuwe Cliëntenraad Sociaal Domein actief te informeren over de voortgang van de uitvoering van de Woonvisie zodat de ‘knip’ tussen beleid en uitvoering komt te vervallen en in Wageningen een actieve en dynamische ontwikkeling van de woningmarkt tot ontwikkeling komt, waarbinnen ruim aandacht is voor inbreng van burgers en burgerinitiatieven. C.3 Betaalbare centrale woonvoorzieningen voor doelgroepen In uw Woonvisie geeft u aan dat de belangrijkste focus gericht is op het vergroten van de beschikbaarheid van woningen voor ouderen, statushouders, GGZ-cliënten, urgenten, studenten, (lagere)middeninkomens en PhD’ers en kenniswerkers. Vanuit de rol van de AR als AR-Wmo maakt de AR zich met name zorgen om de doelgroepen ouderen, statushouders, GGZ-cliënten en urgenten. De AR is verheugd over de herbestemming van het voormalige ABN AMRO-gebouw en verzoekt u om in de Woonvisie ruim baan te geven voor dit soort initiatieven. De AR is daarentegen bezorgd over de woonmogelijkheden in Wageningen voor ouderen met name als het gaat om de diversiteit van het aanbod voor mensen in kombinatie met betaalbaarheid. De AR mist ambities voor deze doelgroep in hoofdstuk 3.3. In hoofdstuk 5.5. noemt u wel nultrede huurwoningen, maar de AR denkt dat er in de Woonvisie ook aandacht moet zijn voor met name nieuwe vormen van wonen voor ouderen zoals centraal wonen voor ouderen en intergenerationeel wonen. Lering moet getrokken worden uit de recente ervaring met de Toren van der Meer. Tegelijkertijd verwacht de AR dat er in Wageningen voor wonen met zorg wel meer ruimte zal moeten komen. Dat geldt ook als het om mensen met psychosociale problematiek gaat. Op grond van de nieuwe wetgeving mag worden verwacht dat veel meer GGZ-cliënten in de Wageningse gemeenschap blijven wonen of weer komen wonen. Een gevarieerd aanbod voor deze groep is onvoldoende beschikbaar. Voor statushouders geeft u aan dat u actief op zoek gaat om het aanbod huurwoningen voor statushouders te vergroten. De AR vindt dit onvoldoende overtuigend in samenhang met de voorrang die u statushouders blijft verlenen en de vaststelling dat u weinig grond hebt en de norm van 30% sociale bouw is losgelaten. Advies C.3.1 De AR adviseert u om: - Ruim baan te geven voor initiatieven voor nieuwe vormen van wonen voor ouderen, zoals centraal wonen voor ouderen en intergenerationeel wonen. - Een voldoende en gevarieerd aanbod te creëren voor doelgroep van mensen met GGZ problematiek C.4 Dwarsverbanden In bijlage 2 Maatregelen voor andere beleidsterreinen geeft u aan welke maatregelen geen plek krijgen in de uitvoeringsagenda van de Woonvisie. De AR vindt dat bij uitstek deze bijlage laat zien dat er nog te weinig wordt doorgepakt als het om integraliteit gaat. Het belang van integraal beleid zou beter tot zijn recht komen wanneer hieraan een aparte hoofdstuk zou worden gewijd. Naar de mening van de AR zou de insteek juist moeten zijn dat in de Woonvisie wordt aangegeven dat deze thema’s van belang zijn voor de leefbaarheid van de stad, maar dat de uitvoering elders wordt ondergebracht. Dit geldt overigens niet voor ‘het betrekken van buurtbewoners bij initiatieven’. Naar de mening van de AR is het betrekken van buurtbewoners bij initiatieven in alle gevallen van groot belang voor het draagvlak van een inbreidings- of renovatieproject en derhalve altijd belangrijk. Advies C.4.1 De AR adviseert u om: Een hoofdstuk (i.p.v. bijlage 2) toe te voegen waarin nadrukkelijk en uitgebreid wordt beschreven welke dwarsverbanden er zijn tussen de nieuwe woonvisie en de verschillende beleidsterreinen en de thema’s van Samen Wageningen. Daarnaast zou de AR graag zien dat de gemeente in overleg zou gaan met Wageningen UR om in samenspraak de mogelijkheden te verkennen voor een maatschappelijk verantwoord initiatief van de WUR richting de Wageningse samenleving. Advies C.4.2 De AR adviseert u om: In samenspraak met de WUR de mogelijkheden te verkennen voor een maatschappelijk verantwoord initiatief richting de Wageningse samenleving. D. Adviesvragen Kunt u zich vinden in de onderstaande focus van de woonvisie met betrekking tot het thema wonen en gezondheid? 1. inzetten op het vergroten van de beschikbaarheid van woningen voor ouderen, statushouders, GGZ-cliënten en urgenten met een inkomen tot € 35.738 - zie hiervoor het advies C.3.1 2. voor ouderen hierbij te richten op het toevoegen, behouden en aanpassen van nultredenwoningen in en rond het centrum in de segmenten sociale huur, vrije sector huur en koop tot € 250.000. - zie hiervoor overweging bij advies C.3.1 3. te kiezen voor maatwerk in het wonen; waarbij inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen in de eigen sociale woonomgeving, niet perse in de eigen woning, maar wel in de nabijheid van het eigen sociale netwerk (voor zover er ondersteuning mogelijk is vanuit dit netwerk) - Voor de AR is een punt van zorg dat mensen, wanneer de behoefte ontstaat aan aanpassingen van een woning, gedwongen kunnen worden om te verhuizen naar een huis in hun omgeving dat al is aangepast aan hun behoeften i.p.v. hun huidige huis te mogen aanpassen. Dat vanuit financiële overwegingen verhuizen naar een al aangepaste woning de voorkeur heeft kan de AR onderschrijven, echter, ook hier geldt dat maatwerk het eerste criterium moet zijn. In het advies Verordening Jeugdhulp en Wmo en Nadere regels Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet zal de AR op dit punt terugkomen. - de AR kan, wanneer maatwerk het eerste criterium is, zich vinden in deze focus 4. beschutte woonvormen en experimentele woonconcepten voor senioren worden gestimuleerd - zie hiervoor advies C.3.1 5. het uitgangspunt is hierbij gedifferentieerde buurten te realiseren, waarbij de zelfredzaamheid van bewoners groter is. - zie hiervoor advies C.2.1 6. energie neutrale bouw en verduurzaming van de sociale huurwoningvoorraad zijn een belangrijke focus van de woonvisie i.r.t. de betaalbaarheid van het wonen. - de AR kan instemmen met deze focus