B&W-nr.: 06.1519 d.d. 19-12-2006 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders door de fractie van de SP inzake algemene volkshuisvesting (ingekomen 25 oktober 2006). BESLUITEN Behoudens advies van de commi ssie 1. vast te stellen de beantwoording van de schriftelijke vragen van de fractie van de SP, ingekomen op 25 oktober 2006, inzake algemene volkshuisvesting; 2. de beantwoording te zenden aan de vragensteller en aan de overige leden van de gemeente raad. 71. Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van het raadslid L. RADEMAKER (SP) inzake algemene volkshuisvesting (ingekomen 25 oktober 2006). Bij deze heb ik enkele vragen om een beter algemeen beeld te krijgen van de stand van de Leidse Volkshuisvesting. Bij het vermelden van paginanummers uit de Woonvisie refereer ik naar de hardcover uitgave. Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden 19 december 2006). 1. Kunt u een overzicht geven van alle lopende woningbouwprojecten? Per project zou ik graag het volgende willen weten: a. de locatie (adres en buurtnummer zoals op figuur 24, pagina 53 van de Woonvisie); b. het “gewenste toekomstige woonmilieu” zoals gedefinieerd in de Woonvisie bij tabel 10 op pagina 30; c. het aantal woningen, deze uitgesplitst naar prijsklasse (die genoemd worden in tabel 9 op bladzijde 29 van de Woonvisie), type (eengezinswoningen/appartementen) en eigendomsverhouding (koop/sociale huur/particuliere huur). Daarnaast een speciale vermelding als het gaat om zorgwoningen, seniorenwoningen of studentenkamers; d. de opdrachtgever van het project; e. de verwachte opleveringsdatum en de huidige fase van het project (planfase, ontwerpfase, etc.). Het woningbouwprogramma is/wordt in 2006 nauwkeurig bezien en herijkt. De aanpak van sommige locaties is vanwege de complexiteit naar een latere periode, na 2010, verplaatst. Anderzijds is in het kader van de Taskforce een project versnelling woningproductie gestart met de focus op locaties, die juist eerder dan gepland realiseerbaar zijn. Bij de Evaluatie van de Woonvisie 2005-2015 c.q. de eerste Monitor over wonen in Leiden, zoals aangekondigd in de Woonvisie, zal een compleet overzicht gepresenteerd worden van de stand van zaken. 2. Zijn er nog andere woningbouwplannen, die in het concrete overzicht ontbreken, maar waar wij van uit kunnen gaan dat die voor 2010 verder ontwikkeld zullen worden? Voor zover aanwezig, zullen deze meegenomen in het geactualiseerde woningbouwprogramma bij de Evaluatie van de woonvisie. 3. In de Woonvisie worden een aantal sloopprojecten opgesomd in bijlage 11 waar tot nu toe niets over bekend is. Ik doel daar op projecten 16 (Kooiplein), 33 (Genestetstraat), 41 (Zuidhoven), 44 (Robijn) en 46 (Transvaal). Kunt u per project aangeven: a. in welke fase deze sloopplannen zich bevinden; Van de projecten 41, 44 en 46 is nog geen nadere informatie bekend en/of een sloopvergunning aangevraagd. Project 16/Kooiplein wordt behandeld in de Hoorzitting van de Commissie RG van 12-12-2006; project 33/Genestetstraat in de Hoorzitting van januari 2007. 2 b. wie de initiatiefnemers zijn van deze sloopplannen (gemeente, woningbouwcorporaties, particulier); Project 16/Kooiplein is eigendom van De Sleutels van Zijl en Vliet en is onderdeel van de uitvoering van WOPNoord. Project 33/Genestetstraat is eveneens eigendom van De Sleutels van Zijl en Vliet, die het initiatief tot de sloop heeft genomen. Zuidhoven en Robijn zijn beide transformatieprojecten in het kader van de uitvoering van de nota Wonen, Zorg en Welzijn, waarbij verouderde eenheden vervangen worden door moderne woonzorgvoorzieningen voor senioren. Betrokken zijn de eigenaren/zorginstellingen en enkele Leidse woningcorporaties. Voor sloop in Transvaal is nog geen initiatiefnemer bekend. Transformatie van delen van dit gebied met mogelijke gevolgen waarbij sloop aan de orde is, wordt niet voor 2010 verwacht. c.indien de plannen in een vergevorderd stadium zijn, de verwachte datum van sloop en de bijbehorende aanvraag voor een sloopvergunning; Bij sloop van sociale huurwoningen wordt conform het Sociaal Statuut niet eerder dan een jaar na het Raadsbesluit daadwerkelijk tot sloop overgegaan. Exacte data van sloop van de projecten zijn nog niet bekend. d. in welke mate de bewoners op de hoogte zijn van, en betrokken zijn bij deze sloopplannen. Uiteraard zijn bewoners intensief betrokken bij de plannen, zodra ook maar enigszins zicht op daadwerkelijke sloop in de toekomst is. De Leidse corporaties houden zich aan het Sociaal Statuut en hebben een uitvoerig communicatietraject naar en met bewoners. De gemeente stuurt daarnaast bij het voornemen tot sloop iedere bewoner persoonlijk tweemaal in het proces een persoonlijke uitnodiging tot reactie en inspraak. 4. Zijn er nog andere sloopplannen, die in bijlage 11 van de Woonvisie ontbreken, maar die desondanks redelijkerwijs te verwachten zijn? Nee. 5. Kunt u aangeven welke woningbouwverenigingen plannen hebben ontwikkeld ter verkoop van sociale huurwoningen? Kunt u dan ook aangeven om welke woningen dat gaat, voor welke koopprijs, onder welke voorwaarden, en hoeveel bewoners hier al op hebben gereageerd? In de Woonvisie is een verkoopprogramma van totaal ca. 800 woningen opgenomen voor de periode tot 2015. Verkoop vindt uitsluitend plaats aan de zittende huurder of bij mutatie en is gebonden aan regels van het ministerie van VROM. In de evaluatie van de Woonvisie zal verslag worden gedaan van de eerste bevindingen van de voornemens tot verkoop. 3 6. Kunt u aangeven van welke woningen het bekend is dat de huidige technische staat dusdanig slecht is dat renovatie of grondig onderhoud voor 2010 noodzakelijk is? Nee, dit is niet op stedelijk niveau mogelijk. Eigenaren en woningcorporaties zijn zelf verantwoordelijk voor hun voorraadbeleid op dit punt. Wel heeft de gemeente bij nalatigheid de wettellijke mogelijkheid vanuit het bouw- en woningtoezicht om eigenaren en verhuurders aan te schrijven om achterstallig onderhoud te plegen. 7. Kunt u aangeven hoeveel woningen in Leiden nog ramen van enkel glas hebben, uitgesplitst naar eigenaar (bewoner zelf, particuliere verhuurder of woningbouwcorporatie)? Nee, de gemeente heeft hier geen gegevens van. 8. Heeft de gemeente Leiden een fiatteringsbeleid, en zo ja, hoeveel huishoudens komen daarvoor momenteel in aanmerking? De gemeente Leiden geen vastgesteld beleid voor de passendheidtoets van Huurtoeslag. Bij de Evaluatie van de Woonvisie zal een voorstel hiervoor worden gedaan. Leiden hanteert wel sedert jaren een uitvoeringspraktijk voor fiattering van de volgende doelgroepen: senioren (65 jaar en ouder), gehandicapten en grote gezinnen (minimaal vier kinderen). Voor woningen onder de huursubsidiegrens, maar boven de aftoppingsgrens, wordt voor deze doelgroepen een passendheidverklaring afgegeven, ook als het inkomen eigenlijk te laag is. Voor een gemeente is het mogelijk een aantal overschrijdingen per jaar te hebben (4% van het totaal aantal Huurtoeslagaanvragen). Indien dit aantal is overschreden, dient de gemeente een boete te betalen. Leiden betaalt hiervoor sinds jaren een gemaximaliseerde boete van ongeveer € 5.000,--. In het WBO 2002 is de “woonquote” gedefinieerd als de ratio tussen de totale netto koste voor huisvesting van een huishouden (huur/hypotheek plus gas/licht/elektra minus huursubsidie, etcetera) en het totale netto inkomen van dat huishouden. 9. Kunt u een overzicht geven van de gemiddelde woonquote voor de 24 typen huishoudens zoals weergegeven in tabel 6 op bladzijde 28 van de Woonvisie? In Thuis in Leiden, de oversampling van het WBO2002 voor Leiden, is aangegeven dat de gemiddelde woonquote in Nederland 29 % is. Huishoudens in de huursector zijn daarbij een aanzienlijk groter deel van hun inkomen kwijt dan bewoners van koopwoningen. Leidenzit zowel voor de huursector als voor de koopsector onder het gemiddelde van Nederland. De gemiddelde woonlastenquote is, ondanks de algemene ontwikkeling van hogere woonlasten, zelfs lager dan in 1998. In de huursector is de woonlastenquote tussen 1998 en 2002 in Leiden het sterkst afgenomen. Een specificatie per categorie is op dit moment niet te geven. Getracht zal worden dit in de Evaluatie van de Woonvisie op te nemen. De Leidse volkshuisvesting heeft een lange geschiedenis, die bij het begrip van huidige problemen voor extra inzicht kan zorgen. 4 10. Kunt u een overzicht geven van de ontwikkeling van de volgende indicatoren in de Leidse volkshuisvesting. Voor de afgelopen vijftien jaar zie ik graag een specificatie per jaar, voorzover het bekend is graag ook daarvoor met regelmatige tussenpozen. a. totaal aantal huizen; b. aantal sociale sector woningen, zowel relatief (ten opzichte van het totaal) als absoluut (aantallen); c. gemiddelde huurprijs van een Leidse huurwoning; d. gemiddelde koopprijs van een Leidse koopwoning; e. aantal studentenkamers; f. aantal seniorenwoningen; g. gemiddelde woonquote voor huurders in de sociale sector, voor huurders in de particuliere sector en voor huiseigenaren; h. het vastgestelde woningtekort danwel –overschot. Ingeschat wordt, dat dit voor een periode van vijftien jaar niet mogelijk is; Leiden monitort nu ongeveer gedurende vijf jaar steeds meer gegevens voor de stad via het eigen onderzoeksbureau BOA. Getracht zal worden alle gegevens die er m.b.t. deze vragen zijn, mee te nemen in de Evaluatie van de Woonvisie.