`Beantwoording Kamervragen over het bericht dat er meer mensen

advertisement
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres:
Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
T 070 340 79 11
F 070 340 78 34
www.rijksoverheid.nl
Ons kenmerk
1021175-155373-DMO
Bijlagen
1
Datum 31 oktober 2016
Betreft Kamervragen
Uw brief
20 september 2016
Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de datum
en het kenmerk van deze
brief.
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u mede namens de minister voor Wonen en Rijksdienst de
antwoorden op de vragen van de Kamerleden Bashir (SP) en Leijten (SP) over het
bericht dat er meer mensen onder de brug slapen (2016Z16916).
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. M.J. van Rijn
Pagina 1 van 5
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Bashir (SP) en Leijten (SP) over
het bericht dat er meer mensen onder de brug slapen. (2016Z16916)
1
Wat is uw reactie op het alarm van de Pauluskerk in Rotterdam dat er weer meer
mensen onder de brug slapen? 1)
2
Hoe verklaart u, naast de woningnood, de stijging van 74% van het aantal
daklozen in zes jaar tijd en hoe ziet u uw betrokkenheid in de oorzaken? Kunt u
uw antwoord toelichten? 2)
3
Hoe kan het dat het aantal daklozen is toegenomen terwijl het aantal
huisuitzettingen door woningcorporaties al twee jaar op rij is verminderd? Kunt u
uw antwoord toelichten? 3)
Antwoord 1, 2 en 3:
Met ds. Couvée van de Pauluskerk ben ik van mening dat, hoewel dakloosheid
wellicht nooit zal verdwijnen, het probleem van dakloosheid in Nederland zo klein
mogelijk moet zijn. Gemeenten, woningbouwcorporaties, zorgverleners en
verzekeraars spannen zich hier met elkaar voor in.
Hoewel er geen recent gedetailleerd onderzoek is naar dakloosheid, is wel bekend
dat de oorzaken divers zijn. Een zeer belangrijke oorzaak is het hebben van
schulden, maar bijvoorbeeld ook verslaving, psychiatrische problemen of een
echtscheiding kunnen reden van dakloosheid zijn. De financiële en economische
crisis sinds 2008 heeft ongetwijfeld ook bijgedragen aan de stijging van het aantal
door het CBS geregistreerde dak- en thuislozen.
Een daling van het aantal huisuitzettingen door woningcorporaties leidt niet
automatisch tot minder dakloosheid, omdat de verandering in het aantal daklozen
niet alleen van deze huisuitzettingen afhangt. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat
mensen die in de crisis hun baan kwijt raakten en hun huur niet meer konden
betalen niet gewacht hebben op een huisuitzetting. Ook het uit huis gaan van
jongeren bij problemen in het gezin, zonder dat sprake is van huisuitzetting, kan
hebben bijgedragen aan een stijging van de dakloosheid. De stijging kan tevens
veroorzaakt zijn doordat het in periode van crisis moeilijker is om weer uit de
situatie van dakloosheid te komen. Overigens is niet bekend hoeveel mensen
vanuit de private huursector dakloos zijn geworden en of er daar ook sprake is
van een daling van het aantal huisuitzettingen.
4
Hoeveel ‘scheve huisjes’ zijn er momenteel in Nederland en wat doet u om het
aantal te vergroten en gemeenten hiertoe aan te zetten, zodat mensen een dak
boven hun hoofd krijgen en overlast wordt voorkomen?
Antwoord 4:
Het aantal ‘scheve huisjes’ of ‘skaeve huse’ wordt niet landelijk bijgehouden. Het
is aan (centrum)gemeenten om met opvanginstellingen en woningcorporaties voor
hun populatie te kijken welke aanpak het meest passend is en welke woonvormen
daarvoor nodig zijn. Soms zijn dat ‘skaeve huse’, regelmatig ook reguliere
Pagina 2 van 5
woningen met een ‘Housing First-programma’. Belangrijk is dat de situatie van
betrokkenen het uitgangspunt vormt.
5
Vindt u het verantwoord dat de gemeente Rotterdam de voorraad betaalbare
huurwoningen met 20 duizend wil verminderen, terwijl volgens de Pauluskerk er
dagelijks ongeveer 400 mensen op straat slapen in die stad? 4)
Antwoord 5:
De woonvisie, waarin bovengenoemd voorstel staat, is eerder dit jaar in de
gemeenteraad van Rotterdam behandeld. Zij besloot om op 30 november 2016
een raadgevend referendum over de woonvisie te houden. Na de uitslag neemt zij
in december 2016 een besluit. Voor het overige verwijs ik naar de antwoorden die
ik op 28 januari 2016 aan uw Kamer zond met betrekking tot de woonvisie van
Rotterdam (vergaderjaar 2015-2016, aanhangselnummer 1338).
6
Kunt u aangeven welke maatregelen en oplossingen zijn voortgevloeid uit de
overleggen die u met de centrumgemeenten heeft gehad over de problemen in de
maatschappelijke opvang? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6:
Ik heb u per brief op 5 juli 2016 geïnformeerd over verschillende initiatieven die ik
heb genomen rond de maatschappelijke opvang en beschermd wonen.
Maatregelen en oplossingen vloeien daar ook uit voort. Zo heb ik met
centrumgemeenten gesproken over het werkelijk toepassen van landelijke
toegang bij de maatschappelijke opvang en het zorgen voor afdoende capaciteit.
Verschillende centrumgemeenten hebben hiertoe inmiddels verbeteracties in gang
gezet. Daarnaast inventariseer ik met hen hoe tijdens de komende
winterkouderegeling exacter inzicht kan worden verkregen in het feitelijke aantal
buitenslapers en benodigde voorzieningen voor hen.
Tot slot zal ik centrumgemeenten een aantal inhoudelijke kaders meegeven voor
de regioplannen voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen.
Ook in het kader van de aanpak van Verwarde Personen neem ik samen met de
minister van VWS maatregelen die een sluitende aanpak bewerkstelligen en
daarmee ook dakloosheid kunnen voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de aanpak
van onverzekerdheid. Ook heb ik het Trimbos-instituut opdracht gegeven met een
handvat te komen waarmee goede ambulante zorg en ondersteuning kan worden
gerealiseerd door gemeenten en verzekeraars, zodat patiënten zelfstandig kunnen
functioneren.
7
Wat is in inmiddels de stand van zaken in de opvangcentra en de doorstroom naar
huisvesting? Welke precieze maatregelen treft u om ervoor te zorgen dat
kinderen, gezinnen, zwerfjongeren en volwassenen niet onnodig lang op opvang
en huisvesting moeten wachten? Kunt u uw antwoord toelichten?
8
Welke maatregelen neemt u samen met gemeenten om te zorgen dat de
capaciteit als het hulpaanbod van de maatschappelijke en vrouwenopvang
Pagina 3 van 5
voldoende toegerust is op de steeds complexer wordende multi-problematiek van
mensen die in de opvang belanden? Kunt u uw antwoord toelichten?
9
Kunt u aangegeven waarom uw beleid niet heeft geleid tot minder daklozen en
meer betaalbare en sociale huisvesting? Tegen welke zaken bent u aan gelopen,
waardoor dit beleid mislukt is? Kunt u hiervan een analyse geven? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 7, 8 en 9:
Over de doorstroom vanuit de maatschappelijke opvang zijn geen cijfers bekend.
Zoals in het antwoord op de vragen 1, 2 en 3 staat, zijn de oorzaken van
dakloosheid divers. De complexiteit van de problematiek zorgt ervoor dat er vaak
verschillende oplossingen tegelijk moeten worden gevonden op verschillende
domeinen zoals het verlenen van (GGZ-)zorg, begeleiding, schuldhulpverlening,
huisvesting, het op orde krijgen van de administratie etc. Dit vraagt om een
integrale aanpak en deze kan het beste op het lokale en regionale niveau worden
georganiseerd. De verantwoordelijkheid voor de capaciteit in opvangcentra en de
doorstroom vanuit de centra naar huisvesting ligt dan ook op deze niveaus. Door
de decentralisaties in het sociale domein en de herziene Woningwet hebben
gemeenten hierin meer dan voorheen de rol van regisseur. Gemeenten zijn
daardoor beter in staat de keten te organiseren.
In de reactie op het eindrapport van het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen1
van 23 mei jl. zijn de Minister voor Wonen en Rijksdienst en ik ingegaan op de
doorstroom uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. Wij
verwachten dat een aantal wettelijke maatregelen zal leiden tot een betere
doorstroming. Dit betreft de implementatie van de herziene Woningwet en de wet
Doorstroming Huurmarkt 2015. De herziene Woningwet zal ertoe leiden dat
woningcorporaties zich meer op hun kerntaak gaan richten: het huisvesten van de
doelgroep. De populatie van de maatschappelijk opvang hoort daar zeker bij. Bij
de Tweede Kamer ligt een voorstel tot heffingsvermindering voor woningen die in
de periode 2017-2021 worden gebouwd en een huurprijs hebben onder de eerste
aftoppingsgrens van de huurtoeslag. Deze heffingsvermindering zal naar
verwachting bijdragen aan het uitbreiden van de voorraad goedkopere
huurwoningen. Daarnaast wordt door Platform31, in opdracht van de ministeries
van BZK en VWS, een experiment uitgevoerd waarbij wordt gekeken wat het
beste werkt om de doorstroom uit de maatschappelijke opvang en het beschermd
wonen te verbeteren. Hierbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om de
lokale vraag naar huisvesting van deze doelgroep beter te registreren. Op basis
hiervan kunnen partijen lokale afspraken verbeteren.
Om de kwaliteit van de maatschappelijke en vrouwenopvang te verbeteren heb ik
recent voor de gemeenten een kwaliteitskader ontwikkeld waardoor de geleverde
kwaliteit kan worden gemonitord door gemeenten.
1
TK 2015-2016: 32847, nr. 228
Pagina 4 van 5
1) http://www.rd.nl/pauluskerk-slaat-alarm-er-slapen-weer-meer-mensen-onderde-brug-1.1126119
2) https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/09/aantal-daklozen-in-zes-jaar-metdriekwart-toegenomen
3) http://www.aedes.nl/content/artikelen/klant-enwonen/schuldhulpverlening/feiten-en-cijfers/huisuitzettingen-2015.xml
4) http://www.metronieuws.nl/nieuws/rotterdam/2016/08/referendumvraag-voorof-tegen-woonvisie-rotterdam
5) Verslag van een Algemeen overleg Maatschappelijke opvang, gehouden op 9
maart 2016 Kamerstuk, 29 325, nr. 79
Pagina 5 van 5
Download