Oefentoets Geschiedenis Havo 4 SE III T.V. 7 t/m 9 1. Noteer alle 10 de tijdvakken in chronologische volgorde. Zet er ook de juiste jaartalen bij! 2. Noteer ook de andere benamingen van de tijdvakken zoals die staan je je stofomschrijving, 3. Geef van de onderstaande voorbeelden aan in welke tijdvakken (van vraag 1) ze moeten worden ondergebracht. a. Lodewijk de XVI b. Enclosures c. El Alemein d. Neurenberger wetten e. Enceclopedie van Diderot f. Abolitionisme g. Aletta Jacobs h. Imperialisme i. Joan Derk van den Capellen tot denPol 4. Leg de onderstaande begrippen duidelijk uit: a. Rationalisme b. Grondrechten c. Totalitairisme 5. Leg met een kenmerkend voorbeeld uit waarom het in de 18e eeuw moeilijk was om aan boeken van Charles Monterquieu (1689- 1755) te komen. 6. Leg uit waarom de transatlantische slavenhandel noodzaak was voor de plantageeigenaren. 7. Beargumenteer dat de naam/term ‘fluwele revolutie’ goed past bij de Bataafse Revolutie van 1795. 8. Bekijk bron 1 Leg uit waarom dit geen kunst is maar propaganda. 9. Lees bron 2 De opvattingen van markies De Condorcet zijn een voorbeeld van de nieuwe manier van denken in de achttiende eeuw. Noem een kenmerk van deze manier van denken en leg uit hoe dit in de opvattingen van de markies naar voren komt. 10. Tijdens de Franse Revolutie (1789) werden onder invloed van ideeën van de Verlichting de voorrechten van de eerste en tweede stand afgeschaft. Noem een idee van de Verlichting en leg uit dat het van invloed was op de afschaffing van deze voorrechten. Bron 1 Bron 2 In 1792 schrijft markies de Condorcet, een Franse edelman We moeten ervan uitgaan dat de vooruitgang van 1 de rede gelijk op zal gaan met de 2 vooruitgang in de kunsten en wetenschappen. Dat bijvoorbeeld de voortgang van de 3 geneeskunde (…) uiteindelijk zal resulteren in de vernietiging van alle besmettelijke en 4 overdraagbare ziekten en ook van de ziekten die het gevolg zijn van klimaat, voedsel en de 5 belasting door de dagelijkse werkzaamheden (…). Is het daarom raar te veronderstellen dat 6 de verbeterbaarheid van het lot van de mens ook geen grenzen kent? Antwoorden oefentoets 1. spreekt voor zich! 2. Idem! 3. 1– 2– 3– 4– 5– 6– 7 – a,b,e,f,i 8 – g,h 9 – c,d,g,h 10 – 4. a. toepsassing van de rede waarneming en feiten b. Rechten die ieder mens toekomen (worden ook wel mensenrechten genoemd) Je hebt klassieke en sociale grondrechten c. Totalitair systeem of regime. Dus een regime waarbij alles ondergeschikt is gemaakt aan de staatsidee, terwijl de staat meestal ingericht is als dictatuur. 5. Montesquieu was een verlicht denker, dus zijn ideeën werden hem niet in dank afgenomen door veel mensen (denk aan adel, en vooral vorsten) Vorsten moesten niets hebben van verlichte ideeën over inspraak en bestuur zoals zijn Trias Politica 6. Vanwege het ontstaan van grote plantages waren er enorme hoeveelheden arbeidskrachten nodig waarin de lokale bevolking niet kon voorzien. 7. De Bataafse Revolutie is een omwenteling waarbij de macht werd overgedragen aan de fransen de teruggekeerde patriotten die verliep erg dus erg rustig. In tegenstelling tot de andere revoluties van die tijd. Vandaar ‘fluwelen revolutie’ 8. In je antwoord moet iets staan over het doel van deze afbeelding en dat je dus daaruit kunt concluderen dat het propaganda is. Natuurlijk moet je dan in je antw. Ook uitleggen wat propaganda is 9. Een kenmerk van de nieuwe manier van denken/van het Verlichtingsdenken is, dat men uitgaat van de rede / van een wetenschappelijke benadering Dit kenmerk komt in de opvattingen van de markies naar voren in zijn geloof in vooruitgang op verschillende terreinen van het maatschappelijk leven 10. Een idee van de Verlichting was dat de mensen van nature gelijk waren Dat idee beïnvloedde het afschaffen van de standsvoorrechten, want als alle mensen gelijk zijn, kan er geen ongelijkheid door geboorte (standsverschil) blijven bestaan (“vrijheid, gelijkheid en broederschap”)