Vermoeidheid en multiple sclerose Waarin bestaat deze vermoeidheid? Wanneer aan Personen met MS wordt gevraagd hoe de vermoeidheid waarover zij klagen, zich uit, antwoorden zij dat het gaat om een soort gebrek aan energie in alle aspecten van het dagelijkse leven. Ze uit zich zowel op lichamelijk als op geestelijk vlak: - lichamelijk: Niet alleen de armen en benen, maar het hele lichaam voelt « loodzwaar » aan. - geestelijk: Nadenken, zich concentreren, dingen onthouden, een tekst samenvatten, een gewone brief schrijven … alles is moeilijk, alles vergt een enorme inspanning. Deze algemene vermoeidheid heeft een weerslag op het gezinsleven, het werk, het sociale leven, het intellectuele leven, sportbeoefening en hobby’s. Wie deze vermoeidheid voelt, heeft dan ook de indruk dat « het leven aan hem of haar voorbijgaat ». Bovendien heeft de patiënt het er heel moeilijk mee dat mensen blijkbaar niet kunnen begrijpen dat je het ene moment topfit en even later helemaal uitgeput kunt zijn. Hoe valt deze vermoeidheid te verklaren? We weten dat de goede werking van de hersenen en alle spieren nauw samenhangt met de integriteit van de zenuwvezels die over heel het lichaam verspreid zijn. Deze vezels bevatten verscheidene chemische stoffen waarvan er sommige erg gekend zijn bij het publiek: adrenaline, noradrenaline, serotonine, dopamine, acethylcholine, gaba, histamine, … Deze stoffen worden gewoonlijk « neurotransmitters » genoemd. Wanneer een zenuwimpuls als een elektrische stroom door een zenuwvezel loopt en daar het uiteinde bereikt, zullen deze transmitters vrijkomen. Dat is van essentieel belang voor de goede werking van de hersenen zelf en van alle perifere spieren. De afgifte van neurotransmitters is immers bepalend voor de stemming, het geheugen, het leerproces, de waakzaamheid, de ideeënvorming, de concentratie en alle spierbewegingen. We begrijpen meteen dat elke storing in de circulatie van de zenuwimpuls de afgifte van neurotransmitters zal belemmeren, waardoor de hersenen en spieren niet naar behoren zullen werken. Van de circulatie van de zenuwimpuls weten we dat het een elektrisch verschijnsel is dat gepaard gaat met ionenstromen (calcium-, natrium- en kaliumionen) van de binnenzijde van de vezel naar buiten, en van de buitenomgeving naar de binnenzijde van deze vezel. Deze ionenstromen lopen door fijne structuren die ‘kanalen’ heten. De zenuwletsels die kenmerkend zijn voor MS, hebben natuurlijk betrekking op deze ionenkanalen en verstoren op die manier de voortplanting van de zenuwimpuls, met alle gevolgen vandien (uiteenlopende neurologische stoornissen en vermoeidheid). In de Angelsaksische landen gebruikt men dan ook bewust de term « nerve fiber fatigue » (vemoeidheid verbonden aan de zenuwvezel) wanneer men het heeft over vermoeidheid bij MS. Er bestaat een nauw verband tussen de letsellast, dit zijn alle met MRI waargenomen letsels, en de invaliditeit, net als tussen het aantal met MRI waargenomen letsels en de neiging tot vermoeidheid van de patiënt. De vermoeidheid hangt dus nauw samen met de letsellast, de atrofie van de witte stof en die van de grijze stof. Valt deze vermoeidheid objectief te meten? Zoals we kunnen vermoeden, is vermoeidheid vooral een subjectief verschijnsel, een gevoel, en ieder gevoel valt moeilijk op objectieve en kwantitatieve wijze te meten. Toch kan het belangrijk zijn om de vermoeidheid bij een patiënt in cijfers te kunnen uitdrukken, zeker als we een idee willen hebben van de eventuele impact van een behandeling met geneesmiddelen op die vermoeidheid, of van een revalidatie, een relaxatie, een conditietraining of sportprestatie. Dit kan ook belangrijk zijn om de vermoeidheid eventueel in verband te brengen met bepaalde activiteiten in het dagelijkse leven of met bepaalde weersomstandigheden. Om die reden hebben talrijke specialisten zich over deze kwestie gebogen en diverse schalen ontwikkeld voor het meten van vermoeidheid. Het gaat om vragenlijsten die we vlot dagelijks of wekelijks kunnen herhalen. Er zijn er een tiental, waarvan sommige heel gemakkelijk te realiseren zijn. De eenvoudigste maatstaf, die tegelijk kan worden beschouwd als redelijk betrouwbaar en reproduceerbaar, is de zogenaamde V.A.S. (Visual Analogue Scale) voor vermoeidheid.(*) Het gaat om een streep van 10 cm lang, waarop de patiënt moet aangeven hoe vermoeid hij zich voelt. Voelt hij zich topfit, dan plaatst hij een pijltje links van de streep (1). Voelt hij zich heel moe, dan zet hij dat pijltje aan de rechterkant (2). Geen vermoeidheid 1 3 2 Grote vermoeidheid Als hij zich tamelijk moe voelt, plaatst hij zijn pijltje in het midden van de streep (3). Het resultaat wordt uitgedrukt in millimeter. Daartoe volstaat het om met een meetlat de afstand te meten tussen de pijltjes die de patiënt heeft getekend, en het linker uiteinde van de streep. Pijltje 1 bevindt zich bijvoorbeeld op 8 mm, pijltje 2 op 49 mm, en pijltje 3 op 94 mm. 8 mm 49 mm 94 mm 1 3 2 Telkens als men deze test doet, krijgt de patiënt een blanco blad waarop maar één streep staat, zodat hij geen toegang heeft tot zijn vorige resultaten. Zo voorkomt men dat hij op een of andere manier wordt beïnvloed, en wordt hij gedwongen om een nieuw objectief oordeel te vellen over zichzelf. (*) voor meer informatie kunt u terecht bij uw behandelende neuroloog. Hoe omgaan met die vermoeidheid? Op deze essentiële vraag is er natuurlijk geen eenduidig antwoord dat iedereen voldoening kan schenken. Zoals we al zeiden, kan het gevoel van vermoeidheid heel erg verschillen van de ene persoon tot de andere, en zal niet iedereen in dezelfde situaties of omstandigheden vermoeid geraken. Daarom moeten we één belangrijke regel onthouden wanneer we het symptoom aankaarten: « Ken jezelf » (de beroemde woorden van Socrates, die de filosoof bijna 2.500 jaar geleden sprak). In die optiek – zichzelf leren kennen – wordt de patiënt die klaagt over vermoeidheid, verzocht om zich een reeks heel concrete vragen te stellen: Heb ik last van slaapstoornissen? Slaapstoornissen komen vaak voor bij personen met MS, om tal van redenen zoals spasticiteit, onrustige benen, problemen met plassen, … Een goede nachtrust speelt een belangrijke rol bij het herstel, met name wat de vermoeidheid van de hersenen betreft. Hangt mijn vermoeidheid samen met een depressief gevoel? Zou mijn vermoeidheid op z’n minst gedeeltelijk verklaard kunnen worden door de inname van bepaalde geneesmiddelen? Van verschillende geneesmiddelen vermoeidheid leiden: Pijnstillers is namelijk bekend dat ze tot Anticonvulsiva Antidepressiva Antihistaminica Immunomodulatoren Spierontspanners Kalmerende/slaapverwekkende middelen Slaat mijn vermoeidheid vooral op o de spieren? (stappen, praten, bewegen) o de kennis? (zich concentreren, iets trachten te onthouden, een tekst samenvatten, …) Hangt mijn vermoeidheid samen met eten? (een te zware maaltijd of een maaltijd waarbij te veel is geschonken). Hangt mijn vermoeidheid samen met de weersomstandigheden? Hangt mijn vermoeidheid samen met gevoelens van stress of angst? Om met vermoeidheid te leren omgaan, is het belangrijk dat men zich al deze vragen stelt en zo zichzelf leert kennen. Vermoeidheid en de oorzaken ervan begrijpen is niet altijd eenvoudig, omdat er verschillende oorzaken kunnen zijn die zich gelijktijdig voordoen en op mekaar inwerken. Aan een patiënt die klaagt over vermoeidheid en slaapstoornissen, kan bijvoorbeeld benzodiazepine worden voorgeschreven om beter te slapen, in de hoop dat hij zich de volgende ochtend minder moe zal voelen. Maar die patiënt beseft misschien niet dat dit geneesmiddel lang kan werken, waardoor hij zich nog een groot stuk van de dag loom en slaperig zal blijven voelen. Valt vermoeidheid te voorkomen of te behandelen? Wie moe is, moet rusten, zo luidt een oude, maar wijdverbreide stelling. We kunnen ons een MS-patiënt inbeelden die langsgaat bij de beroemde dokter Hippocrates en hem zegt dat hij zich heel moe voelt, en dat de beroemde therapeut met een filosofische ondertoon antwoordt: « Rust dan maar goed. » De tijden zijn intussen veranderd. Vandaag wordt aangenomen dat vermoeidheid vaak te verhelpen valt met een op maat gesneden revalidatie die bestaat in regelmatige en aangepaste lichaamsbeweging. Met de intrede van nieuwe doeltreffende behandelingen van MS mogen we hopen dat heel wat patiënten veel langer valide zullen blijven dan vroeger, en dat zij er belang bij zullen hebben om ondanks hun ziekte nog vele jaren hun conditie te onderhouden. Regelmatige en systematische lichaamsbeweging, aangepast aan ieders noden, wordt waarschijnlijk een echte levensstijl voor al deze patiënten. Deze fysieke training moet zo vaak mogelijk, idealiter dagelijks plaatsvinden. De training moet stelselmatig worden opgebouwd. De training moet gematigd blijven. De training moet gebeuren op een zorgvuldig gekozen moment: er is vaak een goed moment voor iedere patiënt. De training mag gebeuren in het zwembad (aquagym) om vlotter te kunnen bewegen. Er mag geen sprake zijn van competitie, en de prestaties mogen evenmin vergeleken worden met die van valide mensen. Gebruik maken van een schaal die de vermoeidheid objectief meet kan helpen nagaan of iemand baat heeft bij deze dagelijkse inspanningen. Valt vermoeidheid te verminderen met geneesmiddelen? Er bestaan enkele geneesmiddelen die traditioneel worden voorgeschreven tegen vermoeidheid die sommige patiënten als heel lastig ervaren. Iedereen is het er echter over eens dat het niet echt wondermiddelen zijn. De vaakst gebruikte producten zijn amantadine, modafinil, methylfenidaat, SSRI’s (selectieve serotonine-heropnameremmers) en 4-aminopyridine. AMANTADINE is een molecule die vaak wordt gebruikt bij een aantal virale aandoeningen (griep). Ze heeft een licht effect op de vermoeidheid van de hersenen. In de gebruikelijke dosis van 100 tot 200 mg wordt ze goed verdragen. De werkwijze ervan zou te maken kunnen hebben met het feit dat ze de afgifte bevordert van de neurotransmitter dopamine. MODAFINIL stimuleert het centrale zenuwstelsel. Het wordt vaak gebruikt tegen slaperigheid overdag. De initiële dosis is 100 mg, elke ochtend in te nemen gedurende een week. Als ze goed verdragen wordt, kan ze worden verdubbeld. Aangezien deze molecule door het lichaam niet snel wordt afgebroken, kan ze bij sommige patiënten tot slaapstoornissen leiden. METHYLFENIDAAT en selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s) stimuleren eveneens het centrale zenuwstelsel. Daarom worden ze soms gebruikt ter bestrijding van het gevoel van vermoeidheid waarover veel MS-patiënten klagen. Deze producten hebben bijwerkingen, en bovendien zijn er geen systematische onderzoeken mee gebeurd bij populaties van MS-patiënten. 4-AMINOPYRIDINE (Fampridine) verdient een bijzondere vermelding om twee concrete redenen: In de eerste plaats heeft deze molecule geen stimulerend effect op het centrale zenuwstelsel, maar is het integendeel een stof die de lichamelijke vermoeidheid kan verminderen. De werkwijze ervan zou te maken kunnen hebben met het feit dat dit product de kaliumkanalen blokkeert, waardoor een zenuwimpuls beter kan circuleren in een zenuwvezel die door de ziekte is aangetast. De tweede reden is dat er met fampridine gecontroleerde klinische onderzoeken werden verricht bij MS-patiënten die klaagden over problemen bij het stappen. Deze onderzoeken hebben aangetoond dat de lichamelijke vermoeidheid bij een aanzienlijk percentage van patiënten sterk kan verminderen als zij 2 keer per dag 10 mg van dit product innemen. Bij deze patiënten zijn er klaarblijkelijk personen die « reageren » op de behandeling, en personen die « niet reageren ». Aangezien deze molecule goed wordt verdragen, is het natuurlijk interessant om ze te testen bij patiënten die met name klagen over moeilijkheden bij het stappen, in de hoop dat degenen die « reageren », veel baat zullen hebben bij dit product. Dr. J.P. Rihoux – december 2012 Vertaling goedgekeurd door Prof. B. Dubois